Stagewerkplan 2011-2012

Download Report

Transcript Stagewerkplan 2011-2012

Stagewerkplan 2011-2012
- HBO-V Jaar 2 -
Elena Le Poole (500628653)
Verloscentrum/Kraamafdeling AMC- H4Zuid
Stageperiode: 30 augustus 2011 t/m 20 januari 2012
Werkbegeleider: Kelly van Groen:
[email protected]
Docentbegeleider: Lilly de Groot
[email protected]
Praktijkopleider: Marion van der Vis
[email protected]
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk
Bladzijde
Inleiding………………………………………………………………………………. 3
Leerdoel 1…………………………………………………………………………….. 4
Leerdoel 2…………………………………………………………………………….. 5
Leerdoel 3…………………………………………………………………………….. 7
Leerdoel 4…………………………………………………………………………….. 9
Leerdoel 5…………………………………………………………………………….. 10
Leerdoel 6…………………………………………………………………………….. 12
Tijdschema………………………………………………………………………….... 13
Overzicht per week………………………………………………………………….. 14
Bijlage 1………………………………………………………………………………. 16
Bijlage 2………………………………………………………………………………. 18
Bijlage 3………………………………………………………………………………. 20
Bijlage 4………………………………………………………………………………. 22
2
Inleiding
In dit stagewerkplan zal u eerst lezen wat mijn motivatie is geweest om met de opleiding HBO-V te
starten.
Mijn ervaring uit mijn vorige stage komt daarna aan bod en ik zal bespreken hoe mijn persoonlijke
leerstijl tot uiting komt in het stage lopen.
Hierna volgt een overzicht van de verschillende leerdoelen die ik in deze stage wil behalen,
opgebouwd uit de beginsituatie, leeractiviteiten, ondersteuning en de beoordelingscriteria. Ook heb
ik bij elk leerdoel de bijbehorende competentie en beroepsrol vermeld.
Aan het eind van dit stagewerkplan heb ik een overzicht gemaakt met alle leerdoelen en per leerdoel
in welke periode ik daaraan wil werken.
Personalia
Naam: Elena Le Poole
Leeftijd: 22 jaar
E-mailadres: [email protected]
06-nummer: 0630025065
Adres: Eerste Laurierdwarsstraat 17-II, 1016 PV Amsterdam
Opleiding: HBO-V
Jaar: 2
Voordat ik begon met verpleegkunde heb ik twee jaar Pedagogische Wetenschappen gestudeerd aan
de VU. Het was een interessante studie, maar voor mij bleek het te theoretisch en ik verlangde meer
naar praktijkervaring. Toen ik werd uitgeloot voor Geneeskunde vorig jaar, koos ik voor HBO-V.
Een keuze waar ik heel blij mee ben, omdat ik de studie tot nu toe heel erg leuk vind. In jaar 1 heb ik
mijn propedeuse behaald, waardoor ik alle geleerde vaardigheden uit jaar 1 mag uitvoeren op de
afdeling.
Ik heb stage gelopen op de PMU, psychiatrisch-medische unit, een afdeling die onderdeel is van het
Academisch Psychiatrisch centrum. Het is een afdeling waar patiënten met zowel lichamelijke als
psychiatrische problemen kampen, waardoor ik veel verschillende ziektebeelden heb gezien. Ik heb
in deze stage niet veel verpleegtechnische handelingen uit kunnen voeren en omdat de patiënten vaak
een chronische psychiatrische aandoening hadden, was dit een andere manier van werken.
Vanuit mijn vorige stage kreeg ik het advies om meer initiatief te nemen. Mijn persoonlijke leerstijl
is die van de denker, waardoor ik wel veel over dingen nadenk, maar dit niet altijd uitspreek.
De stage op de kraamafdeling is heel iets anders dan mijn vorige stage, waardoor ik erg benieuwd
ben naar het stage lopen op de kraamafdeling. Ik heb nog geen ervaring met kraamvrouwen of
pasgeborenen.
Het lijkt mij een extra toevoeging om op een leerwerkplaats stage te lopen, omdat ik denk veel te
leren van de derde- en vierdejaars studenten. Het is een groot voordeel om op een afdeling stage te
lopen, die ingericht is voor het leer-werk systeem.
Mijn stageperiode zal zich voornamelijk afspelen op de kraamafdeling, maar ik hoop ook een paar
keer mee te lopen op de Spoedeisende Hulp Vrouwenziekten, op de verlosafdeling en een kijkje te
nemen bij Neonatologie. Zo kan in een beeld krijgen van de hele zorgketen van het Verloscentrum.
3
Stagedoelen
Leerdoel 1
In week 10 kan ik zelfstanding twee patiënten met laag-complexe zorgbehoefte bespreken
tijdens de visite met de verloskundige.
Beroepsrol: regisseur
Competentie: De hbo-verpleegkundige coördineert de zorgverlening
Stagedoel: De student gaat een professionele samenwerkingsrelatie met de zorgvrager en
medewerkers aan, onderhoudt deze en sluit deze af en levert een bijdrage aan het functioneren van
team.
Beginsituatie:
In mijn vorige stage heb ik aan het eind wel af en toe visite gelopen voor één patiënt.
Dit was wel onder begeleiding van mijn werkbegeleider en hij vulde aan als dat nodig was.
Dit was een minder uitgebreide visite dan op de kraamafdeling, omdat op de PMU uitgebreider
gerapporteerd werd op de computer en omdat er minder nieuwe patiënten per dag bijkwamen.
Leeractiviteiten:
- Ik woon meerdere gehele visites bij om te observeren hoe verpleegkundigen hun patiënten
bespreken
- Ik bespreek met mijn medestudenten en mijn werkbegeleiders wat je moet vertellen in een
visite
- Ik bespreek met mijn werkbegeleider welke patiënten ik kies om te bespreken tijdens de
visite
- Ik zorg dat ik al een dag voor deze patiënten heb gezorgd, zodat ik de patiënten op de tweede
of derde dag bij de visite kan bespreken
- Ik zoek alle informatie over de patiënten op voorafgaand aan de visite
- Ik bespreek vooraf met mijn werkbegeleider hoe ik de visite ga lopen
- Ik evalueer daarna met mijn werkbegeleider hoe ik de visite heb gelopen
- Ik laat een feedbackformulier invullen over hoe ik de visite heb gelopen
Ondersteuning:
Ik kan mijn medestudenten om advies over welke patiënt ik moet kiezen vragen en met mijn
werkbegeleider de punten waar ik vastloop bespreken.
Beoordelingscriteria
- Ik heb alle informatie die van belang was verteld aan de verloskundige
- Ik heb zo nodig met andere disciplines gecommuniceerd over de patiënten
- De verloskundige heeft geen vragen meer over de patiënten die ik heb besproken
- Ik heb gedacht aan de wensen en behoeften van de patiënten
- Ik heb een feedbackformulier laten invullen over hoe ik de visite gelopen heb
4
Leerdoel 2
Tijdens mijn stage voer ik verpleegtechnische handelingen uit binnen de kaders van de
afdeling.
Beroepsrol: zorgverlener
Bijbehorende competentie: De hbo-verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties.
Stagedoel: De student voert verpleegtechnische handelingen uit.
Beginsituatie
In jaar 1 heb ik weinig verpleegtechnische vaardigheden kunnen oefenen omdat ik stage liep in de
Psychiatrie. Wel heb ik VTV 1, 2 en 3 en Verpleegkundig Rekenen behaald in jaar 1, waardoor ik
wel alle geleerde vaardigheden mag uitvoeren.
Leeractiviteiten:
Binnen dit leerdoel werk ik aan stageopdracht 1: Verpleegtechnische Handelingen. Voor een
gespecificeerde omschrijving en aftekenlijst van de handelingen kunt u bijlage 1 raadplegen, waarin
ook stage opdracht 1 uitgebreider beschreven wordt.
Ik kan op de afdeling mogelijk de volgende verpleegtechnische handelingen uitvoeren:
- Het delen, uitzetten en toedienen van orale, subcutane en intramusculaire medicatie
- Katheter inbrengen, verzorgen en verwijderen
- Wondzorg
- Basiszorg voor een pasgeborene
- Basiszorg voor een kraamvrouw
Naast het uitvoeren van de handelingen zelf, plan ik de volgende activiteiten:
- Ik zoek protocollen op van de uit te voeren handelingen en lees over de aandachtspunten,
risico’s en complicaties
- Ik zoek uit waarom ik een handeling ga uitvoeren
- Ik ga na wat de visie van de afdeling is door dit op te zoeken in informatie over de
kraamafdeling en te vragen aan collega’s wat hun visie is.
- Ik bespreek met mijn werkbegeleider van te voren hoe ik de handeling ga uitvoeren
- Ik vertel eerst mijn werkbegeleider en daarna de patiënt waarom ik deze handeling ga
uitvoeren
- Ik vertel mijn werkbegeleider van te voren wat de aandachtspunten, risico’s en mogelijke
complicaties zijn
- Na het uitvoeren van de handeling evalueer ik dit met mijn werkbegeleider
- Ik laat een feedbackformulier invullen door mijn werkbegeleider
Ondersteuning
Bij het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen die ik voor het eerst op een patiënt zal
uitvoeren, kijk ik eerst een keer mee met een gediplomeerd verpleegkundige en ouderejaars
studenten, daarna zal ik de handeling een paar keer uitvoeren onder begeleiding van een
gediplomeerd verpleegkundige.
Beoordelingscriteria
Om te voldoen aan de criteria van stageopdracht 1 zal ik minimaal drie van de genoemde
verpleegtechnische vaardigheden zelfstandig moeten kunnen uitvoeren.
Daarbij ben ik op de hoogte waarom een handeling wordt uitgevoerd, de aandachtspunten en de
mogelijke complicaties die bij de handeling kunnen optreden.
5
Ik handel volgens de visie van de afdeling en volg de protocollen die de afdeling gebruikt.
Ik voer de handelingen drie keer onder begeleiding uit en laat deze aftekenen op de lijst die in bijlage
1 is bijgevoegd als ik de handeling voldoende heb uitgevoerd. Wanneer er drie keer een paraaf is
getekend dat ik deze handeling correct heb uitgevoerd, acht ik die handeling als behaald en zal ik de
handeling in het vervolg zelfstandig kunnen uitvoeren. Daarmee behaal ik ook dit leerdoel.
6
Leerdoel 3
In week 9 kan ik voorlichting en ondersteuning geven aan kraamvrouwen over het geven van
borstvoeding.
Beroepsrol: zorgverlener
Competenties:
- de HBO-verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen
- de HBO-verpleegkundige geeft informatie, voorlichting en advies aam individuen en
groepen
Stagedoel: De student verleent verpleegkundige zorg en past preventie toe ten aanzien van de
zorgvrager uit de zorgcategorie kraamvrouwen.
Beginsituatie:
Ik heb geen ervaring met voorlichting geven over het geven borstvoeding.
Tijdens de introductiedagen op de afdeling heb ik kennisgemaakt met de basis van wat ik moet weten
over borstvoeding geven.
Leeractiviteiten:
- Ik woon een informatiebijeenkomst over het geven van borstvoeding in het AMC bij
gegeven door de lactatiekundigen van het AMC
- Ik zoek de voor- en nadelen van het geven van borstvoeding op
- Ik schrijf een verslag over borstvoeding, kolven en bijvoeding en laat dit beoordelen door
mijn werkbegeleider
- Ik zoek informatie over de meerdere houdingen voor het geven van borstvoeding aan de
kraamvrouw
- Ik oefen de houdingen met een medestudent en een pop
- Ik zoek informatie op over kolven
- Ik zoek uit hoe een kolfapparaat werkt
- Ik zoek de complicaties op die kunnen optreden bij het geven van borstvoeding
- Ik raadpleeg de lactatiekundige voor informatie en advies
- Ik raadpleeg de protocollen over borstvoeding geven, bijvoeden, kolven en flesvoeding
- Ik kijk mee als de lactatiekundige een kraamvrouw help te baby aan te leggen
- Ik ondersteun zelf een kraamvrouw bij het aanleggen van de baby en vraag hier feedback
op van de lactatiekundige of verpleegkundige
- Ik laat een feedbackformulier invullen als ik onder begeleiding hel geholpen met
aanleggen, kolfinstructies heb gegeven of voorlichting over borstvoeding heb gegeven
Ondersteuning:
De lactatiekundige van de kraamafdeling kan mij bij dit leerdoel op meerdere vlakken ondersteuning
geven, namelijk bij informatie over borstvoeding, kolven en bijvoeden, manieren om de baby aan te
leggen.
Beoordelingscriteria:
- De lactatiekundige of verpleegkundige geeft positieve feedback op mij na:
 Het ondersteunen van een kraamvrouw bij het aanleggen van de baby
 Het geven van kolfinstructies aan een kraamvrouw
 Het geven van uitleg over de voor- en nadelen van borstvoeding
7
-
-
Ik heb een certificaat van deelname aan een informatiebijeenkomst over het geven van
borstvoeding in het AMC bij gegeven door de lactatiekundigen van het AMC.
Ik heb drie feedbackformulieren waarin staat dat ik voldoende heb gescoord op het geven
van kolfinstructies, het helpen aanleggen en het geven van overige informatie over
borstvoeding.
Ik heb een verslag geschreven over borstvoeding, kolven en bijvoeden wat door mijn
werkbegeleider voldoende beoordeeld is.
8
Leerdoel 4
In week 14 kan ik zelfstandig een verpleegplan schrijven voor een kraamvrouw met een gezond
kind na een primaire sectio
Beroepsrol: regisseur
Competentie: de HBO-verpleegkundige coördineert zorgverlening
Stagedoel: De student schrijft een verpleegplan
Beginsituatie:
Ik heb in jaar 1 het vak Klinisch redeneren 1 gehaald en in mijn stage enkele verpleegplannen
bestudeerd. Ik heb nog niet zelfstandig een verpleegplan geschreven
Leeractiviteiten:
Dit leerdoel sluit aan bij de stageopdracht: plannen van de zorg. In bijlage 2 staat beschreven wat
deze opdracht inhoudt en welke leeractiviteiten ik zal uitvoeren om mijn leerdoelen te behalen.
Enkele van deze leeractiviteiten zijn:
- Ik bereid mij voor door een planning van de opdracht te maken
- Ik kies een kraamvrouw met een gezond kind na een primaire sectio
- Ik zoek uit welke instrumenten en hulmiddelen ik nodig zal hebben
- Ik bespreek met mijn werkbegeleider hoe ik het maken van een verpleegplan ga
aanpakken
- Ik geef vooraf bij mijn werkbegeleider aan hoe zij mij kan beoordelen
Ondersteuning:
Voor dit leerdoel kan ik profijt halen uit het feit dat er derde- en vierdejaars rondlopen op de afdeling
die deze opdracht vorig jaar of het jaar daarvoor hebben uitgevoerd. Hierdoor kunnen zij mij
eventueel uitleg geven over dingen die ik lastig vind.
Ik kan ook ondersteuning halen uit het bestuderen van bestaande verpleegplannen.
Beoordelingscriteria:
In bijlage 2 worden de specifieke beoordelingscriteria beschreven om de opdracht: plannen van zorg
te behalen en hiermee dus ook dit leerdoel.
Enkele beoordelingscriteria zijn:
- Ik heb overlegd met mijn werkbegeleider over welke patiënt ik zou kiezen.
- Het verpleegplan is realistisch, zowel de gekozen doelen als de tijdsplanning en de
beoordeling. Dit heb ik voldoende laten beoordelen door mijn werkbegeleider.
- Ik heb de schriftelijke onderdelen ingeleverd bij mijn werkbegeleider en zij heeft deze
onderdelen als voldoende beoordeeld.
- Bij de onderdelen die bestaan uit observeerbaar gedrag heeft mijn werkbegeleider
meegekeken en deze onderdelen voldoende beoordeeld
- Nadat ik dit leerdoel voltooid heb evalueer ik dit met mijn werkbegeleider in een gesprek
en laat ik een feedbackformulier over de gehele opdracht invullen
- In de beoordeling vraag ik ook hoe mijn beroepshouding was en of ik alle onderdelen
beschreven in bijlage 2 heb laten zien.
9
Leerdoel 5
In week 18 kan ik de volledige zorg dragen voor de coördinatie en continuïteit van het
zorgproces van een kraamvrouw na een spontane bevalling van een te vroeg geboren kind dat
opgenomen is op de afdeling Neonatologie van het AMC
Beroepsrol: regisseur
Competentie: de HBO-verpleegkundige coördineert zorgverlening
Stagedoel: De student coördineert verpleegkundige zorg
Beginsituatie:
Ik heb uit mijn vorige stage nog geen ervaring met het EVV-schap of de gehele coördinatie van de
zorg voor een patiënt. Wel heb ik enkele opnamegesprekken en ontslaggesprekken bijgewoond.
Leeractiviteiten:
Dit leerdoel sluit aan bij de stageopdracht: coördinatie en continuïteit van zorg. In bijlage 4 wordt
deze opdracht uitgebreid besproken en welke leeractiviteiten ik hiervoor zal uitvoeren. Op de
kraamafdeling van het AMC wordt geen EVV-schap gehanteerd, maar ik kan wel persoonlijk
begeleider van een laagcomplexe patiënt zijn.
- Ik maak een tijdsplanning van alle onderdelen die ik ga uitvoeren
- Ik bespreek met mijn werkbegeleider welke patiënt ik kies
- Ik bespreek met mijn werkbegeleider welke onderdelen schriftelijk beoordeeld kunnen
worden en welke onderdelen uit observeerbaar gedrag bestaan
- Ik koppel tijdens het uitvoeren van de opdracht regelmatig terug op mijn werkbegeleider
- Ik voer een anamnesegesprek en neem dit op, indien mogelijk, met een camera of
geluidsrecorder
- Ik laat over verschillende onderdelen feedbackformulieren invullen
- Ik communiceer zo nodig met andere disciplines
Ondersteuning:
Voor dit leerdoel zal ik de derde- en vierdejaars om advies kunnen vragen bij het maken van de
tijdsplanning en bij het kiezen van de patiënt. Mijn werkbegeleider kan mij helpen bij door van
tevoren te bespreken hoe ik bijvoorbeeld het anamnesegesprek ga voeren.
Beoordelingscriteria:
In bijlage 4 worden de beoordelingscriteria besproken die nodig zijn om dit leerdoel te behalen. Ik
zal deze opdracht laten beoordelen in een gesprek met mijn werkbegeleider. Aan de hand van
feedbackformulieren zal ik de beoordeling van verschillende onderdelen uitvoeren.
De beoordelingscriteria bestaan uit:
- Mijn voorbereiding en tijdsplanning zijn vooraf besproken en goedgekeurd door mijn
werkbegeleider.
- Ik heb vooraf overlegd met mijn werkbegeleider welke patiënt ik heb gekozen en ik kan
ook verantwoorden waarom ik deze patiënt heb gekozen.
- Ik heb initiatief genomen in het coördineren van de zorg.
- De schriftelijke onderdelen en het observeerbare gedrag is als voldoende beoordeeld.
- Ik heb het plan als richtlijn gebruikt en mij flexibel opgesteld bij onverwachte situaties.
- Ik heb regelmatig teruggekoppeld naar mijn werkbegeleider.
- Ik heb de onderdelen van de beroepshouding uit bijlage 3 laten zien.
10
Leerdoel 6
Gedurende de hele stage maak ik actief gebruik van mijn stagewerkplan, creëer ik mijn eigen
leermomenten en reflecteer ik op mijn eigen leren.
Stagedoel: De student neemt verantwoordelijkheid voor het eigen leren, stuurt op actieve wijze het
eigen leerproces en reflecteert op de eigen persoonlijke beroepsontwikkeling.
Beginsituatie:
Zoals eerder beschreven heb ik uit mijn vorige stage als advies meegekregen om meer initiatief te
nemen. In mijn vorige stage vond ik het lastig om mijn eigen leermomenten te creëren en duidelijk te
vertellen wat ik elke dag wilde doen.
Leeractiviteiten:
Dit leerdoel sluit aan bij de stageopdracht: organiseren en sturen van de studie. In bijlage 4 staat
specifiek beschreven wat deze opdracht inhoudt. Ik heb hier mijn leeractiviteiten op afgestemd:
- Ik geef per dienst aan wat ik in die dienst wil doen/leren
- Ik spreek mijn voorkeur uit voor een bepaalde patiënt die aansluit op mijn leerdoelen
- Ik maak in het introductiegesprek afspraken met mijn werkbegeleider over hoe ik actief
aan mijn leerproces kan werken
- Ik hou een logboek bij en schrijf daarin wat ik per dienst heb gedaan/geleerd
- Ik reflecteer elke dienst op mijn eigen handelen en leerproces door dit te bespreken met
mijn werkbegeleiders en medestudenten
- Ik laat mijn werkbegeleider(s) elke week minimaal twee feedbackformulieren invullen
- Ik evalueer elke dienst met mijn werkbegeleiders en medestudenten
- Alle positieve en negatieve feedback die ik krijg neem ik mee in de daaropvolgende
diensten
- Ik doe actief mee tijdens de OWG-bijeenkomsten door feedback en advies te geven aan
mijn medestudenten
Ondersteuning
Voor dit leerdoel is het voor mij persoonlijk belangrijk om feedback te vragen op hoe ik mijn
leerproces aanpak. Ik zal dit vragen aan mijn werkbegeleiders tijdens en na mijn diensten.
Beoordelingscriteria:
De beoordelingscriteria evalueer ik per punt in een gesprek met mijn werkbegeleider.
- Ik heb actief mijn eigen leerproces gestuurd door alle leeractiviteiten uit te voeren
- Ik heb meerdere feedbackformulieren door mijn werkbegeleiders laten invullen
- Ik heb in de geplande periode aan mijn leerdoelen gewerkt, wat ik terug kan lezen in mijn
logboek
- Ik heb in de OWG-bijeenkomsten gereflecteerd op mijn eigen leerproces en feedback
gegeven en ontvangen
- Ik ben de afspraken over mijn leerproces uit het introductiegesprek nagekomen
11
Tijdschema
Leerdoel
Start met doel:
Behaald in:
Beoordelingsmoment
1. Visite lopen
Week 7
Week 10
Week 10
2. Verpleegtechnische
handelingen
Week 4
Week 20
Week 20: Eindevaluatie
3. Advies over geven van
borstvoeding
Week 5
Week 9
Week 9
4. Schrijven van een
verpleegplan
Week 10
Week 16
Week 17
5. Coördinatie en
continuïteit zorgproces
Week 14
Week 18
Week 19
6. Sturen eigen leerproces
Week 4
Week 20
Week 20: Eindevaluatie
12
Overzicht per week
Kalenderweek
35
36
37
Stageweek
1
2
3
Leerdoel
Activiteiten
Kennismaking
Kennismaking
Verpleegtechnische
vaardigheden
Verpleegtechnische
vaardigheden
Introductie
Meelopen op de afdeling
Controles moeder en kind
38
4
39
5
Borstvoeding
40
6
Borstvoeding
41
7
Borstvoeding
Visite lopen
42
8
Visite lopen
43
9
Borstvoeding
Verpleegtechnische
vaardigheden
Borstvoeding geven
44
10
Visite lopen
Verpleegplan
45
11
Verpleegplan
46
12
Verpleegplan
47
48
13
14
49
15
50
16
Verpleegplan
Verpleegplan
Coördinatie zorg
Verpleegplan
Coördinatie zorg
Verpleegplan
Coördinatie zorg
51
52
1
2
3
17
Vakantie
18
19
20
Coördinatie zorg
Coördinatie zorg
Afronding
Afronding
Controles moeder en kind
Medicatie uitzetten/geven
Baby baden
Meekijken met lactatiekundige
Protocollen lezen
Uitzoeken hoe kolfapparaat werkt
Voor- en nadelen opzoeken
Informatie zoeken over bijvoeding
Onder begeleiding helpen aanleggen
Kolfinstructies geven onder begeleiding
Oefenen met verschillende aanleghoudingen
Informatiebijeenkomst bijwonen
Verslag over borstvoeding
Meelopen gehele visite
Bespreken met medestudenten
Bespreken welke patiënten
Meelopen gehele visite
Onder begeleiding helpen aanleggen
Fundusstand voelen
Baby voeden met monoject
Zelfstandig kolfinstructies geven
Zelfstanding helpen aanleggen
Verslag laten nakijken en evalueren
Zelfstandig visite lopen
Voorbereiding
Tijdschema maken
Patiënt kiezen
Voorbereiding
Benodigde hulpmiddelen uitzoeken
Start verpleegplan schrijven
Verpleegplan schrijven
Verpleegplan schrijven
Voorbereiding
Verpleegplan schrijven
Patiënt kiezen
Evaluatie verpleegplan
Planning maken
Anamnesegesprek
Schriftelijke onderdelen
Evaluatie coördinatie zorg
Ontbrekende onderdelen inhalen
Eindevaluatie
N.B. Gedurende mijn hele stage werk ik aan leerdoel 6: het sturen van mijn eigen leerproces.
13
Bijlage 1
STAGEOPDRACHT JAAR 2: VERPLEEGTECHNISCHE HANDELINGEN
Er is een scala aan verpleegtechnische handelingen die in de praktijk geleerd (‘behaald’) moeten
worden in jaar 2, zowel basisvaardigheden als meer complexe vaardigheden. Afhankelijk van je
stageplaats zal een deel van de vaardigheden niet uitvoerbaar zijn, omdat nu eenmaal niet alle
handelingen op elke stageplaats voorkomen. Zo is in de psychiatrie en de VGZ het leren van een
groot aantal van deze vaardigheden niet haalbaar. In dat geval kun je een aantal vaardigheden in jaar
3 halen. Deze handelingen moet je geautomatiseerd kunnen uitvoeren, terwijl je rekening houdt met
de omstandigheden van de zorgvrager. Het is dan ook belangrijk dat je zoveel mogelijk handelingen
oefent. Hiervoor gebruik je de oefenlijst (zie hieronder). Als je denkt dat je bekwaam bent in het
uitvoeren van een bepaalde handeling kun je deze handeling laten beoordelen. Hiervoor gebruik je de
beoordelingslijst.
De door jou uitgekozen handeling beschrijf je in de beoordelingslijst en laat je beoordelen op de
aspecten die op dat formulier staan. Elke keer als je een handeling laat beoordelen en deze is op alle
items met een voldoende beoordeeld, laat je deze aftekenen. Probeer de handeling(en) zoveel
mogelijk te verrichten bij verschillende zorgvragers in verschillende situaties.
Opdracht: Van de verplichte handelingen (op de oefenlijst staat aangegeven welke handelingen
verplicht zijn) dien je er minimaal één per eindterm uit te voeren. Probeer de handeling zoveel
mogelijk te verrichten bij verschillende zorgvragers in verschillende situaties.
Hierachter vind je
- de oefenlijst verpleegtechnische handelingen
- het overzicht van de eindtermen van de HBOV op het gebied van de verpleegtechnische
handelingen
14
Oefenlijst bij het oefenen van deelvaardigheden stageopdracht Verpleegtechnische
Handelingen
Handeling
Verzorgen U.P. stoma
Datum / Paraaf
Verzorgen A.P. stoma
Toedienen medicijnen per os
Toedienen medicijnen per injectie s.c.
Toedienen medicijnen per injectie i.m.
Toedienen medicijnen per injectie i.v.
Toedienen medicijnen per inhalatie
Zwachteltechnieken toepassen
Hechtingen verzorgen/verwijderen
Drains verzorgen
Drains verwijderen
Parenteraal toedienen van vloeistoffen per perifeer infuus
Parenteraal toedienen van vloeistoffen per centraal infuus
Parenteraal toedienen van vloeistoffen per perfusor
Transfussie
Blaascatheter inbrengen vrouw
Blaascatheter inbrengen man
Blaascatheter verzorgen
Maagsonde inbrengen
Maagsonde verzorgen
Sondevoeding toedienen
Verzorgen tracheacanule
15
Verzorgen tracheastoma
Toedienen van zuurstof
Uitzuigen mond- en keelholte
Reguleren lichaamstemperatuur
Koude behandeling
Warmte behandeling
Venapunctie verrichten
Hielprik verrichten
Reageren bij calamiteiten
Blaasspoeling uitvoeren
Maagspoeling uitvoeren
Vaginaspoeling uitvoeren
Stomaspoeling uitvoeren
Darmspoeling uitvoeren
Handelingen specifiek voor de kraamafdeling:
Handeling
Baby temperaturen, wegen en verschonen
Datum / Paraaf
Baby baden
Baby voeden met behulp van een monoject
Baby flesvoeding geven
De fundusstand voelen bij een kraamvrouw
Observeren van hoeveelheid vloeien bij een kraamvrouw
16
Bijlage 2
STAGEOPDRACHT JAAR 2: PLANNEN VAN ZORG
Het individuele verpleegplan kunnen ontwerpen, plannen, evalueren en bijstellen is de basis van een
methodische verpleegkundige zorgverlening. Een goed verpleegplan komt de zorgvrager ten goede
doordat de verpleegkundige zorgverlening op het individu toegesneden en continu is.
Opdracht
Maak een verpleegplan1 voor een zorgvrager die geen complexe zorg nodig heeft.
Voorbereiding
1.Maak aan de hand van onderstaande items een plan:
- Tijdstip waarop (delen van) de opdracht zal/zullen plaatsvinden en een planning van alle
relevante en haalbare onderdelen.
- Welke zorgvrager(s) (overleg met je begeleider) je gaat betrekken in de opdracht, voor welk
onderdeel.
- Concretisering van de manier waarop je het afleggen van de opdracht gaat aanpakken.
- Welke instrumenten en hulpmiddelen je gaat gebruiken.
- Theoretische en methodische onderbouwing.
Planning en uitvoering
1. Bespreek het plan met je werkbegeleider/praktijkopleider.
2. De stagiaire maakt duidelijk hoe de werkbegeleider/praktijkbegeleider de opdracht kan
beoordelen. Dit laatste doet de stagiaire door aan te geven welk deel van de uitvoering van de
opdracht de werkbegeleider kan observeren en welk deel beoordeeld kan worden aan de hand van
(schriftelijke) producten. Afhankelijk van de setting zal de opdracht binnen enkele dagen of
enkele weken uitgevoerd kunnen worden.
3. De stagiaire voert de opdracht uit.
Beoordeling en evaluatie
De werkbegeleider/praktijkopleider beoordeelt de opdrachtuitwerking. Alle aspecten
(voorbereiding, organisatie, planning, uitvoering) worden bij de beoordeling betrokken. De
werkbegeleider/praktijkopleider maakt daarbij gebruik van de beoordelingscriteria.
De beoordeling van de werkbegeleider/praktijkopleider wordt door de stagiaire en de
werkbegeleider/praktijkopleider samen besproken.
BEOORDELINGSCRITERIA
Algemeen
De stagiaire kan de betekenis en de beperkingen van het werken met een verpleegplan binnen de
werksetting verwoorden
Stappenplan: voorbereiding
- De stagiaire heeft de keuze voor de zorgvrager na overleg met de werkbegeleider/praktijkopleider
gemaakt.
Stappenplan: planning en uitvoering
1
Het verpleegplan moet opgesteld worden volgens de methode die in jaar 1 bij Klinisch Redeneren 1 en 2 is geleerd
17
-
-
-
Het plan dat de stagiaire heeft opgesteld is realistisch, zowel m.b.t. de gekozen doelen en
activiteiten, de tijdsplanning, als de voorgestelde beoordelingswijze door de
werkbegeleider/praktijkopleider.
De uitvoering van het plan is zo dat de beoordeling van de
werkbegeleider/praktijkopleider - mogelijk is aan de hand van observeerbaar gedrag van
de stagiaire of beoordeelbare (schriftelijke) producten die door de stagiaire gemaakt zijn.
Bij de uitvoering van de opdracht gebruikt de stagiaire het opgestelde plan als richtlijn,
maar hanteert dit plan flexibel door het aan te passen aan de situatie indien dit beter is.
Het verslag is tijdig bij de werkbegeleider/praktijkopleider ingeleverd (in dezelfde week
als het laatste onderdeel van de opdracht werd uitgevoerd).
Beroepshouding
De stagiaire heeft bij de uitvoering van de opdracht rekening gehouden met de volgende punten:
- De zorgbehoefte van de zorgvrager voor, tijdens en na de huidige situatie.
- De wensen en gewoonten van de zorgvrager.
- De leeftijd van de zorgvrager.
- De waarden en normen van de zorgvrager.
- De levensbeschouwelijke en culturele achtergrond van de zorgvrager.
- De privacy van de zorgvrager.
- De emoties en de gevoelens van de zorgvrager.
- De autonomie van de zorgvrager.
18
Bijlage 3
STAGEOPDRACHT JAAR 2: COÖRDINATIE EN CONTINUÏTEIT VAN
ZORG
Een Eerst Verantwoordelijke Verpleegkundige (Persoonlijk Begeleider, Casemanager,
Zorgcoördinator) draagt zorg voor de coördinatie en continuïteit van het zorgproces. De EVVer is
beter in staat goede zorg te bieden naarmate deze zorgverlening beter aansluit bij de zorgverlening
door andere disciplines en bij de voorafgaande en de erop volgende zorg. De
EVV-er zal als het ware in een zorgketen moeten denken en de huidige zorgverlening in die context
plaatsen.
Opdracht
Wees gedurende een bepaalde periode Eerst Verantwoordelijke Verpleegkundige voor één
zorgvrager. Breng hierbij de zorgketen in kaart en maak duidelijk wat jouw eigen activiteiten als
EVV-er zijn op het gebied van continuïteit en coördinatie.
Deze opdracht volgt logischerwijs op stageopdracht Plannen van verpleegkundige zorg.
Voorbereiding
Overleg met werkbegeleider welke/wat voor zorgvrager je kunt kiezen om tijdelijk EVV-er van te
worden. Er moet bij voorkeur sprake zijn van voor- en nazorg (in verband met zorgketen). Belangrijk
is dat je niet voor een te complexe zorgvrager kiest.
Planning en uitvoering
1. De stagiaire organiseert zelf de eigen uitvoering van de opdracht. Dat wil zeggen dat hij/zij
een plan maakt waarin hij/zij beschrijft hoe de uitvoering eruit gaat zien, de uitvoering
organiseert en een planning voor de uitvoering maakt. Tevens maakt de stagiaire duidelijk
hoe de werkbegeleider/praktijkbegeleider de uitvoering van de opdracht kan beoordelen. Dit
laatste doet de stagiaire door aan te geven welk deel van de uitvoering van de opdracht de
werkbegeleider kan observeren en welk deel beoordeeld kan worden aan de hand van
(schriftelijke) producten. De aard van deze opdracht is zodanig dat het voor de hand ligt dat
de uitvoering van de opdracht zich over meerdere dagen (of weken, afhankelijk van de
setting) zal uitstrekken.
2. De stagiaire voert de opdracht uit.
3. Anamnese gesprek voeren. Breng hierbij (indien mogelijk) in kaart welke zorg er
voorafgaande aan de huidige periode werd verleend. Breng ook de zorgverlening door andere
disciplines in kaart.
4. Diagnostisch en planningsproces uitvoeren.
Beoordeling en evaluatie
1. De werkbegeleider/praktijkopleider beoordeelt de opdrachtuitvoering. Alle aspecten
(voorbereiding, organisatie, planning, uitvoering, reflectie) worden bij de beoordeling
betrokken. De werkbegeleider/praktijkopleider maakt daarbij gebruik van de
beoordelingscriteria.
2. De beoordeling van de werkbegeleider/praktijkopleider wordt door de stagiaire en de
werkbegeleider/praktijkopleider samen besproken.
19
BEOORDELINGSCRITERIA
Algemeen
- De stagiaire kan verwoorden wat continuïteit en coördinatie inhouden binnen de werksetting en
het belang ervan in het kader van zorgketens kunnen uitleggen.
Stappenplan: voorbereiding
De stagiaire heeft de keuze voor de zorgvrager na overleg met de werkbegeleider/praktijkopleider
gemaakt.
Stappenplan: planning en uitvoering
- Het plan dat de stagiaire heeft opgesteld is realistisch, zowel met betrekking tot de gekozen
doelen en activiteiten, de tijdsplanning, als tot de voorgestelde beoordelingswijze door de
werkbegeleider/praktijkopleider.
- De uitvoering van het plan is zo, dat de beoordeling van de werkbegeleider/praktijkopleider
mogelijk is aan de hand van observeerbaar gedrag van de stagiaire of beoordeelbare
(schriftelijke) producten die door de stagiaire gemaakt zijn.
- Bij de uitvoering van de opdracht gebruikt de stagiaire het opgestelde plan als richtlijn, maar
hanteert dit plan flexibel door het aan te passen aan de situatie indien dit beter is.
- De stagiaire heeft de zorgvrager, teamgenoten en andere disciplines bij de zorguitvoering
betrokken.
- De stagiaire heeft tijdens het EVV-schap zichtbaar gemaakt dat de coördinatie en continuïteit
gewaarborgd zijn, bijvoorbeeld door:
- initiatieven nemen.
- voorkomende situaties aangrijpen.
- schriftelijke en mondelinge afhandeling van voorkomende zaken.
- bewaken van over- en onderbelasting van de zorgvrager.
- bewaken van de uitvoering van het verpleegplan door het team.
- De zorgvrager heeft zorg op maat ontvangen.
Beroepshouding
De stagiaire heeft bij de uitvoering van de opdracht rekening gehouden met de volgende punten:
- De zorgbehoefte van de zorgvrager voor, tijdens en na de huidige situatie.
- De wensen en gewoonten van de zorgvrager.
- De leeftijd van de zorgvrager.
- De waarden en normen van de zorgvrager.
- De levensbeschouwelijke en culturele achtergrond van de zorgvrager.
- De privacy van de zorgvrager.
- De emoties en de gevoelens van de zorgvrager.
- De afhankelijkheid van de zorgvrager.
- De autonomie van de zorgvrager
20
Bijlage 4
STAGEOPDRACHT JAAR 2: ORGANISEREN EN STUREN VAN STUDIE
Opdracht 1: Het organiseren/sturen van je studie (leergedrag)
Leren gebeurt zowel gericht (expliciet, bewust gestuurd) als ongericht (impliciet, zonder opzet
vooraf). Het effect van het leren is het grootst als je je bewust bent van wat je leert en hoe je leert.
Dat doe je door middel van reflectie. Dit kan vooraf (hoe ga ik het aanpakken?), tijdens
(hoe moet ik nu reageren?) en achteraf (wat had anders gemoeten?). Tijdens de stage wordt van je
verlangd dat je steeds meer je leerproces zelf gaat sturen (doelen stellen, plannen, criteria
vaststellen). Het gaat dan niet alleen om de inhoud (wat leer je) maar ook om het proces (op welke
manier leer je).
Opdracht: Je hebt in jaar 1 stage gelopen. Uiteraard heb je één en ander meegenomen uit die stage,
wat je in deze stage verder wilt ontwikkelen. Maak je een voorstelling van wat je op deze
stageafdeling denkt te leren. Houdt daarbij rekening met je ervaringen uit stage 1. Beschrijf de
manier van leren die jij het meest effectief vindt. Ook hierbij baseer je dit op je eerdere stageervaringen.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan wat er voor jou belangrijk is om je thuis te kunnen voelen op een
afdeling, welke ondersteuning je denkt nodig te hebben.
Houd tijdens de stage een logboek bij, waarin je elke week beschrijft wat je vorderingen zijn.
Beschrijf daarbij wat je leert (de inhoud en het resultaat) en hoe je dit geleerd hebt (het proces: (hoe
ging het, wat bevorderde het leren, wat belemmerde het leren, vond je het moeilijk, leuk, spannend,
onbevredigend, mee- of tegengevallen enzovoorts).
21