THUISKOMST Dat thuiskomen is erg , o God. “Mijn kind zeg Mij al je

Download Report

Transcript THUISKOMST Dat thuiskomen is erg , o God. “Mijn kind zeg Mij al je

1
THUISKOMST
Dat thuiskomen is erg , o God.
Mijn huis lijkt zo verlaten.
Steek ik de sleutel in het slot,
dan kan ik de stilte haten.
“Mijn kind zeg Mij al je verdriet
Ik heb Mij niet vergist.
Echt Ik negeer je tranen niet,
Ik weet dat je hem mist.
Ik was op visite deze dag,
ze hebben me verwend.
Ik voel dat ik niet klagen mag,
het verdriet is U bekend.
Steek je de sleutel in het slot
denk dan, ik bén niet alleen.
De eerste die mij groet is God,
want Hij ging nimmer heen.
Maar steeds dat lege huis
waar hij mij niet meer wacht.
Ja, elk mens heeft zijn eigen kruis,
elk mens zijn eigen klacht.
Eens kom je thuis,waar hij óók is
Ik zelf kom je dan halen.
Dat thuiskomen kent geen gemis,
thuis in mijn hemelse zalen.”
2