Transcript Nieuwsbrief Pensioen oktober 2014PDF

Nieuwsbrief Pensioen
Vakmensen
Oktober 2014 | editie 3 |
Pensioenplan kabinet klap voor economie
Het pensioenplan van het kabinet Rutte is bedoeld om de buffers bij pensioenfondsen te vergroten. Het nieuwe financieel toetsingskader (FTK) is bedoeld om deelnemers meer zekerheid over pensioenopbrengst te bieden. Rutte c.s. kiezen daarmee voor zekerheid.
Maar daarmee óók – vrijwel zeker - voor vertraagd herstel van de economische groei in Nederland.
Het kabinet wil de buffers met circa 5
procent verruimen, zo wordt duidelijk
uit het nieuwe financiële toetsingskader
(nFTK). Dit komt erop neer dat pensioenfondsen op het totale pensioenvermogen
van pakweg 1.000 miljard euro ongeveer
50 miljard euro extra in kas moeten
houden; dit als buffer ‘voor slechtere
tijden’. Even ter vergelijk: die opdracht
tot zuinigheid aan de Nederlandse pensioenfondsen is daarmee drie keer zo
hoog is als de bezuiningingsdoelstelling
in de rijksbegroting. En die was met zo’n
16 miljard al niet mals.
Premies omhoog
Het creëren van die enorme extra buffer
kan alleen worden bereikt door premiestijgingen. En door langdurig pensioenrechten niet te indexeren. De koopkracht
van zowel werknemers als gepensio-
neerden blijft daardoor flink achter de
komende jaren. Ook jongeren profiteren
niet of nauwelijks van deze buffer. Het
geld blijft in de fondsen zitten en wordt
niet uitgekeerd.
Het kabinet kiest met deze extra zekerheid voor nog meer sparen in plaats van
ontsparen. Het herstel van de economische groei in Nederland is hierbij niet
gebaat.
Of opbrengst wellicht omlaag?
Ons idee: het zou beter zijn de illusie los
te laten dat Nederlandse pensioenen
tegen elke financiële crisis moeten kunnen. Want bij een volgende crisis komt
ook deze enorme buffer gewoon onder
druk te staan.
Het is daarom verstandiger om pensioenfondsen de ruimte te bieden voor een
pensioenstelsel dat in financiële crises
niet louter zekerheid biedt, maar juist
meer mee ademt met de economische
omstandigheden.
En economie ‘omhoog’?
Als het kabinet die keuze maakt, dan
kunnen die 50 miljard euro’s in de portemonnees van de werknemer blijven. In
plaats van meer premie te betalen – en
dus minder geld in het handje – krijgen
werknemers meer, of hetzelfde, nettoloon per maand. En dus de mogelijkheid
om meer uit te geven. Investeringen die
de economische motor weer aanzwengelen.
Daarmee is de B.V. Nederland meer gebaat dan nóg grotere pensioenpotten.
Nieuwe pensioenregeling
voor techniek
De pensioenfondsen PMT (metaaltechniek) en PME (metalektro) hebben
een gezamenlijke pensioenregeling afgesproken voor alle 540.000 werknemers. Van baan veranderen binnen de sector techniek met behoud van
pensioenafspraken is daarmee een bereikt feit.
Peter de Jong en Marco Hietkamp - bestuurders van CNV Vakmensen en
actief in beide grote bedrijfstakken - zijn ingenomen met de gemaakte
afspraken. “Deze regeling zorgt ervoor dat de komende vijf jaar 540.000
werknemers en 34.000 werkgevers mogen uitgaan van vaste afspraken
rondom pensioen”, stelt Peter de Jong.
“De premie blijft stabiel. Tegelijkertijd wordt stapsgewijs de franchise verlaagd. Het inkomensdeel waarover je pensioen opbouwt wordt daardoor
groter zodat je per saldo meer pensioen opbouwt. Dat is gunstig voor de
werknemers met de lagere inkomens in de techniekbranche. Dat biedt hen
op termijn ook een reëel pensioen.”
Wouter de Jong
Aart van den Brink
Peter de Jong
Marco Hietkamp
Puntzakpensioen gebakken in BP-olie
‘De België-route’ wordt een bekend gezegde in pensioenland. Steeds meer internationale ondernemingen zijn aan het onderzoeken of zij alle
pensioenregelingen in Europa niet beter kunnen concentreren in België. De regels in België zijn anders, de verplichtingen voor de werkgever zijn
zeker niet minder dan die in Nederland.
de regelingen en daarmee ook kostenbesparingen.
BP Raffinaderij en
Er komt één centrale board voor alle regelingen samen. Wel blijven de
BP Nederland zijn al
diverse potten met geld gelabeld. Ieder land krijgt een Local Manageeen aantal maanden
ment Committee (LMC). De voorgestelde samenstelling van het LMC is
bezig met dit onderhet huidige bestuur van het BP-pensioenfonds in Nederland.
zoek.
CNV Vakmensen is
BP is bereid om op alle voorwaarden van bonden in te gaan over de inals cao-partij
houd van de regeling. Dat zorgt voor een prima middelloonregeling met
betrokonvoorwaardelijke indexatie én bijstortverplichting voor werkgever.
ken bij de
pensioenAls het fonds in Nederland blijft dan ligt een heel ander voorstel op
regeling van
tafel op basis van onder meer eindloon en lage opbouw.
BP Raffinaderij.
Knelpunt
De reden
Het knelpunt zit is de zeggenschap over de regeling nu en naar de toevoor BP is
komst.
centralisatie
van
c
Op dit moment bepalen cao-partijen de inhoud van de regeling en heeft
de ondernemingsraad instemmingsrecht. Daarnaast is er een verantwoordingsorgaan. Dit orgaan staat buitenspel op het moment dat er
voor de België-route wordt gekozen.
Bonden en or willen doortimmerde afspraken over de regeling en over
de zeggenschap naar de toekomst. BP NL is bereid op dit vlak veel met
ons af te willen spreken, het belang voor BP is dus groot om deze stap
te zetten.
Als bestuurder worden wij inhoudelijk ondersteund door pensioendeskundigen van de eigen bond en ook de or heeft externe deskundigheid
ingehuurd.
Piet Verburg
LAATSTE NIEUWS • LAATSTE NIEUWS • LAATSTE NIEUWS • LAATSTE NIEUWS •
Debat Flex-AOW alweer vertraagd.
Lees blog Limmen op www.cnv.nl
Nationale Pensioendialoog:
een zaal vol meningen
Nederland heeft een goed pensioenstelsel. Het kabinet pleegt nu onderhoud
voor de korte termijn. Staatssecretaris
Jetta Klijnsma heeft met de nationale
pensioendialoog de zoektocht gestart
naar een op langere termijn houdbaar
stelsel. 2 oktober was er zo’n dialoog
in Eindhoven. Pensioenbestuurders
Lex Raadgever en Henk Wuijten gingen
kijken.
Vooral veel gepensioneerden en deskundigen hier en enkele jongeren. Gepensioneerden voelen zich neergezet als de
verwende en rijke generatie, terwijl er
heel veel zijn met een karig inkomen.
Velen wantrouwen de overheid en benadrukken dat pensioen uitgesteld loon
is waarover werkgever en werknemers
gaan.
Niet van iedereen kan worden gesteld
1 biljoen....
En we hebben ruim 1 biljoen pensioen! Alsof je bij de slager staat die zegt:
“Het is iets meer, mág dat?” De Nederlandse Bank meldde in zijn statistieken dat het Nederlands pensioenvermogen in het tweede kwartaal de
magische grens van € 1.000 miljard doorkliefde.
dat er van jongs af aan voor de oude dag
zal worden, of is gespaard. Verplichte
deelname om tot minstens een basispensioenvoorziening te komen vinden velen
daarom noodzakelijk, ook voor ZZP-ers.
pensioenregeling moet goed uitlegbaar
zijn. Over hoe om te gaan met de doorsneepremie (jong-oud), hoge en lage inkomens binnen één regeling en de zware
beroepen wordt uiteenlopend gedacht.
Sommige aanwezigen willen af van het
doolhof van pensioenfondsen, het liefst
naar één groot fonds. Enkelen willen
meer ruimte voor individueel maatwerk,
zoals pensioengeld aanwenden voor aflossing van de hypotheek of studieschuld
of zelf de hoogte van de premie bepalen.
Anderen vinden dat gevaarlijk.
De staatssecretaris zegde toe om waarschijnlijk in mei met een hoofdlijnennotitie te komen over het toekomstige
pensioenstelsel, op basis van de dialoog.
Solidariteit door samen risico’s te delen
moet in de toekomst blijven, maar het
moet wel duidelijk zijn wat die solidariteit
inhoudt en met wie. Bij voorkeur moet
dat worden vormgegeven binnen een
homogene groep van deelnemers. De
Henk Wuijten
Lex Raadgever
Burgers en deskundigen kunnen nu
allemaal meepraten:
(www.denationalepensioendialoog.nl).
De beleggingen voor risico van de pensioenfondsen stegen van 994 miljard
(eerste kwartaal) naar 1.049 miljard in het tweede kwartaal. Eind vorig jaar
stond de teller nog op 951 miljard. Die 98 miljard groei komt vooral uit beleggingen. De premieopbrengst bedroeg maar 17 miljard.
En dan gaat het nog alleen
maar over geld dat in pensioenfondsen zit. Nog eens
pakweg 50 miljard hebben
werknemers zelf gestald bij
verzekeraars en in andere
beleggingsvormen.
Al dat pensioenpoen komt neer
op €65.220,36 voor elke Nederlander - man, vrouw en kind.
Bruto dan hè?
Wouter de Jong
Nieuwsbrief Pensioen
Vakmensen
Oktober 2014 | editie 3 |
Pijnbank of sofa; je mag niet meer kiezen van DNB
Pensioenbestuurders geslaagd
voor DNB-examen
Voor bestuurlijk werk in de pensioenfondsen gelden steeds hogere eisen van deskundig- en beschikbaarheid. Die eisen stelt De Nederlandsche Bank (DNB), die toezicht
houdt op de pensioensector. DNB kwalificeert banken, verzekeraars en pensioenfondsen alle als financiële instelling. Het toezicht is aanmerkelijk verscherpt na de kredietcrisis in alle drie sectoren. De lessen zijn getrokken uit de kredietcrisis over bonusculturen en verkeerd leiderschap in de bankensector.
Zoals gesteld, de focus kwam dus ook
te liggen op de pensioensector. Niet
omdat daar zoveel mis zou zijn, of mis is
gegaan, maar omdat DNB geen onderscheid maakt tussen de verschillende
in toenemende mate om eisen richting
integriteit en leiderschap en andere
competenties die vallen onder de noemer van soft skills.
<|>
weging van alle argumenten, of is er een
ander proces gaande waarop besluiten
worden genomen?’ Kortom, bij DNB lig je
niet alleen op de pijnbank maar ook op de
sofa van de psycholoog.
”Vindt de besluitvorming op je juiste wijze plaats?”
instellingen. DNB stelt eisen aan de
personen die zitting hebben in besturen,
Raden van Commissarissen en Raden
van Toezicht. Daarbij gaat het behalve
om deskundigheid en beschikbare tijd
Daarbij roept vragen op als ‘Hoe ga je in
een groep met elkaar om?’, ‘Ben jij je bewust van patronen en rollen in die groep
en van je eigen rol?’, en ‘Vindt de besluitvorming op de juiste wijze plaats met
Wissels nodig op de bank
De pensioenafdeling van CNV Vakmensen als geheel is DNB-bestendig. Elders in
deze nieuwsbrief kon je dat al lezen. Dat is goed nieuws. En toch zit in de samenstelling van de afdeling een risico; meerdere zelfs. Dat gaat onder meer over de
vraag of de samenleving goed wordt weerspiegeld.
DNB vindt, en CNV en CNV Vakmensen
vonden dat al veel langer, dat sleutelposities in organisaties een weerspiegeling moeten zijn van de samenleving.
Die moet herkenbaar zijn in de top van
organisaties.
Wit en oud
En hoewel de afdeling vindt dat er sprake is van grote diversiteit (collega’s zijn
bij CNV Dienstenbond begonnen, bij de
vakcentrale, bij CNV Hout en Bouw of
zelfs bij CNV Industrie en voedingsbond;
sommigen zijn opgeleid als onderwijzer
en anderen als leraar, dus hoe divers wil
je zijn?) is er toch een kenmerk dat hen
eender maakt: blanke mannen die bijna
allemaal ouder zijn dan 50.
DNB legt de lat hoger ten aanzien van
diversiteit. Dat houdt in dat mogelijk in
de toekomst een bestuurskandidaat van
ons wordt geweigerd omdat dit haaks
staat op de vergroting van diversiteit in
een fondsbestuur. Alleen op dat element
faalt de kandidaat dan terwijl aan alle
overige eisen best kan zijn voldaan.
Fris en fruitig
Een tweede belangrijke risico is dat DNB
de pensioenfondsbesturen zal houden
aan de afspraak dat niemand langer dan
drie termijnen in een fondsbestuur mag
zitten. Tijd voor fris bloed. Een lange
carrière als pensioenfondsbestuurder is
dus allerminst vanzelfsprekend – zeker
niet bij een en hetzelfde fonds. De pensioenfondsbestuurder moet na een aantal
jaren een andere loopbaan bewandelen.
Hierover moet CNV Vakmensen dus
nadenken in het kader van strategische
personeelsplanning en opvolgingsstrategie. Successionplanning noemen ze dat
in het jargon.
Gezien de kandidaatseisen van DNB is
het niet mogelijk om iemand zó maar
voor te dragen en te beloven dat de pensioenopleiding later wel volgt. DNB geeft
de voorkeur aan aspirant-bestuursleden
die al een jaar lang werken aan zowel
scholing als vorming van de bestuurlijke competenties voordat de voordracht
volgt voor een bestuurszetel.
Dat legt uiteraard nogal een druk op
voordragende organisaties zoals de
onze. Die moeten die opleiding financieren zonder enige vergoeding. Maar we
hebben ‘wisselspelers’ terdege nodig.
Marcel Hulsegge
Bijblijven
Dat betekent dat van de bestuurders van
pensioenfondsen jaarlijks zowel permanente scholing en nascholing wordt gevraagd. Maar ook zelfevaluatie, intervisie
en - waar nodig - ook selfassessments op
harde en zachte competenties. Daarover
is soms een rapport aan de DNB noodzakelijk.
Daarnaast verwacht DNB dat er scherp
wordt gelet op het risico van belangenverstrengeling bij bestuurders. Dit omdat
DNB geen blind vertrouwen heeft in de
vanzelfsprekendheid van persoonlijke integriteit. Ook daarover moet verantwoording worden afgelegd. Let wel, tot op het
niveau van partner en eventueel kinderen
van een bestuurslid. Plat gezegd, de
mate van omkoopbaarheid wordt grondig
gecheckt.
“Doe maar niet”
In dit klimaat leidden veel DNB-toetsingsgesprekken met kandidaten voor
pensioenfondsbesturen tot de slotsom dat
het beter is dat de betreffende persoon
zijn of haar kandidatuur intrekt. “Doe
maar niet. Of kies voor nog een periode
als aspirant-lid van een bestuur.”
Vlag en wimpel
Ook de collega’s van onze eigen pensioenafdeling zijn in de afgelopen jaren nog
regelmatig onder de loep genomen door
DNB. Tot nu toe is de uitkomst dat iedereen de toets met vlag en wimpel heeft
doorstaan. Dat is des te meer een prestatie, omdat het merendeel van de collega’s
zitting heeft in beleggingsadviescommissies en risicocommissies. Daarvoor legt
DNB de lat zelfs nóg wat hoger.
Marcel Hulsegge
Sparen voor bijstand geen lumineus idee
CNV-voorzitter Maurice Limmen was de tweede dinsdag van september
bepaald niet blij. Enschede wilde zijn burgers die een bijstandsuitkering
aanvragen eerst het eigen pensioengeld laten opeten. Limmen’s protest –
en dat van anderen - maakte dat het plan al vóór de derde dinsdag in september weer was ingetrokken.
Goed nieuws dus voor de pensioengerechtigden-die-het-effe-krap-hebben
in Enschede.
De gemeente, die immers ook wordt
geconfronteerd met rijksbezuinigingen, wilde de eigen begroting ontzien
door de greep in de bijstandskas fors
te verminderen.
Maurice Limmen: “Het was een
volstrekt onzalig plan. Pensioengeld
sparen mensen als extra bovenop
de AOW-uitkering. Die twee samen
leveren enige financiële armslag op na
pensioendatum. Daar moeten gemeenten afblijven. Zo wordt immers
goed gedrag bestraft? Als je keurig
spaart moet je over dat geld ook kunnen beschikken op termijn. We hebben
daarover afspraken gemaakt in Nederland. De lokale overheid moet die
nakomen en zich betrouwbaar tonen”,
zegt Limmen.
Volgens hem waren de Enschedese
plannen juridisch amper houdbaar:
“De Wet Werk en Bijstand stelt via de
loonstrook gespaard pensioen bui-
ten de zogenaamde vermogenstoets.
Omdat mensen er immers nog niet
over kunnen beschikken. Pensioen is
uitgesteld loon en dus heel anders dan
spaargeld”.
Enschede liet het plan varen nadat ook
staatssecretaris Jetta Klijnsma haar
twijfels over wenselijkheid had geuit.
Uit de kwestie blijkt wel zonneklaar
dat vakbonden als bestuurder van
pensioenfondsen voortdurend de
vinger aan de pols moeten houden. De
miljarden lonken voor elke partij die
iets krapper bij kas zit.
Wouter de Jong
Quitte spelen
De pensioenafdeling van CNV Vakmensen heeft in het
voorbije jaar hard gewerkt om in alle besturen de
vergoeding te ontvangen op het niveau zoals dat is
afgesproken door de Pensioenfederatie. Nodig, want
alleen dan kan de afdeling kostenneutraal functioneren.
In 2014 zijn voor dit financiële deel van ons pensioenwerk
goede stappen gezet. Ook de komende jaren houden we
de vinger aan de pols voor wat betreft de hoogte van vergoedingen voor geleverd werk. We zijn nog niet kostendekkend, maar gaan met de pensioenfondsen bespreken
welke vergoedingen nodig zijn om onze inzet wel budgetneutraal – voor onze begroting dan - te laten zijn.
Opleiden kost ook geld
In de pensioenfederatie volgt straks de discussie of de
opleidingskosten van kandidaat-bestuursleden deels
kunnen worden gedekt door de pensioenfondsen. Daarmee wordt het eenvoudiger om tijdig te voldoen aan de
door DNB gevraagde diversiteit.
Te duur
Boze tongen beweren dat DNB uiteindelijk alsnog alleen
maar professionele pensioenfondsbestuurders wil, louter
opgeleid (en opgelijnd) voor dat ene beroep. DNB zou dit
willen bereiken door de specialisatie ‘pensioenfondsbestuurder’ voor alle andere partijen een te dure ‘hobby’ te
maken.
CNV Vakmensen is en blijft van mening dat wij als werknemersvertegenwoordigers een rol moeten hebben en
houden in ons pensioenstelsel. En ook dat wij als vakbond
daarin dus willen blijven investeren. Maar wij vinden ook
dat de prijs voor kwaliteit niet alleen bij de aanleverende
organisaties kan worden neergelegd.
Het lijkt op voorhand duidelijk dat deze discussie vooralsnog niet is afgerond.
Marcel Hulsegge
Nieuwsbrief Pensioen
Vakmensen
Oktober 2014 | editie 3 |
Willem Jelle Berg over pensioenrisico’s en financieel toetsingskader:
“Talenten moet je inzetten en niet begraven”
“De Nederlandse overheid wil niet dat pensioenfondsen met vuur spelen, noch gokken
met het geld van anderen. Terecht. Maar hét casinopensioen, zoals dat een tijd terug
werd verkondigd, bestaat helemaal niet wat mij betreft. Als CNV Vakcentrale-bestuurder draag ik van harte de pensioenformule uit waarbij het geld van werknemers
verantwoord en tegelijkertijd weloverwogen wordt belegd. Niet alles op ‘zwart 17’.
Natuurlijk niet. Geen gokken, geen casino, maar een secuur gespreide beleggingsportefeuille.”
Willem Jelle Berg heeft er zelfs – hoe
kan het ook anders - een bijbelse uitleg
bij: “Mijn opvoeding leerde mij talenten
in te zetten en niet te begraven. Zodat er
sprake was van een opbrengst en niet
alleen behoud. Zo zou het nieuwe financieel toetsingskader (nFTK) het beheer
van pensioengeld ook moeten omlijsten,
mijns inziens.
Want als je alleen mikt op zekerheid dan
kijk je louter naar de korte termijn. Dan
gun je niemand enig rendement. Want
van het immer zeker beleggen in Nederlandse en Duitse staatsobligaties weet
je als pensioenfondsbestuurder op voorhand: indexeren kun je dan wel vergeten. Dat zorgt ervoor dat pensioendeelnemers op termijn gewoon inleveren
en de kostprijs van producten steeds
verder zien weglopen van de waarde van
hun maandelijks pensioen.”
Contract versus product
Volgens Berg gaat het er vooral om dat
de pensioenregeling wordt gezien als
langdurig contract tussen sociale part-
ners. “Als werkgevers en werknemers,
over en weer en binnen de eigen groepering, spreek je zo met elkaar af dat je
een financiële zekerheid opbouwt voor
later; of voor onvoorziene omstandigheden als plotseling-nabestaande-zijn
of arbeidsongeschiktheid. Doordat je
die lasten samen draagt kun je er enige
opbrengst van verwachten. Als je tevens
met elkaar afspreekt dat je er enig rendement voor mag zoeken.
De overheid zet met het nieuwe FTK
pensioen veel meer neer als financieel
product, en minder als arbeidsvoorwaarde. Met een vast begin en een net
zo vast eind. Hoe? Door pensioenfondsen te verplichten een extra buffer op te
bouwen én vast te houden. Een kassaldo
van 110 procent maar liefst, in plaats
van 105 procent. Niemand profiteert,
want die buffer wordt nooit uitgekeerd
en blijft in kas.
Sterker nog, de overheid wil zelfs regelen dat het volledig aanpassen van
pensioenen op de inflatie alleen gebeurt
Spanning rondom
‘koninklijk’ pensioen
Koninklijke Olie, beter bekend als Shell weet aller ogen op zich gericht.
Het concern wil de pensioenregels oprekken om oude pensioentoezeggingen in stand te houden. “Als Shell dit lukt, dan proberen we dit uiteraard
ook bij andere pensioenfondsen”, zegt Willem Jelle Berg, bestuurder
pensioenen van de CNV Vakcentrale.
Shell wil een uitzondering op de per 2015 geldende strengere regels voor
de pensioenopbouw. In plaats van de dan toegestane 1,875 procent pensioenopbouw wil Shell 2,05 procent mogelijk maken. In ruil daarvoor wil het
bedrijf met werknemers afspreken dat bonussen niet langer meetellen voor
pensioenopbouw. Shell denkt dat het Ministerie van Financiën wel mee wil in
deze oplossing.
De aandacht van vele bedrijven is zo groot omdat met deze oplossing pensioenen veel minder krimpen dan wanneer er louter met bijna 1,9 procent
van het salaris aan opbouw mag worden gedaan.
Het CNV staat positief tegenover het Shell-plan. “Wij
hebben zelf indertijd steeds
aangedrongen op in ieder
geval 2 procent als premiegrondslag”, stelt Willem Jelle
Berg. Hij verwacht echter
niet zonder meer succes: “De
overheid heeft de bijbehorende bezuiniging van 2,8 miljard
in 2017 al ingeboekt.”
Wouter de Jong
als de ‘kaspositie’ 135 procent van het
minimum vereiste vermogen is. Die
oplopende schaal is goed voor jongeren
en te verdedigen. Maar indexeren met
terugwerkende kracht, als je die 135
ruim hebt bereikt, lijkt helemaal uit den
boze! Hoe wil je dan bereiken dat jouw
burgers, jouw werknemers nog enig
vertrouwen houden in het pensioenstelsel?”
Vertrouwen = spenderen
Terwijl vertrouwen aan de basis staat
van een gezonde economie, volgens
Willem Jelle Berg. “Als jij je nu geen
grote zorgen hoeft te maken over een
passend inkomen – een goed pensioen - op latere leeftijd, dan durf je nú
jouw beschikbare geld te besteden. Dat
is goed voor de economie. En met dat
passend pensioen kun je ook dan nog
geld besteden. Dus de economie blijft
‘im Schwung’. Dat is voor die economie
beter dan al dat voorzichtige oppotten
van nu.”
Er zitten ook goede punten in het nFTK.
Bijvoorbeeld het uitsmeren van indexatie en het uitsmeren van afstempelen.
Juist dat zorgt voor stabiliteit en vertrouwen. Dat is wat nodig is. Maar het
buffer-op-bufferelement, en de druk
naar veiliger beleggen draagt daar niet
aan bij.
Berg heeft een sluitende verklaring voor
zijn inzicht, zo beweert hij: “Iedereen die
mij wil verwijten dat ik te optimistisch
ben - en té onvoorzichtig wellicht - wijs
ik graag op de rendementen die pensioenfondsen in de voorbije periode behaalden. Pakweg 7,2 procent! Let wel, in
Goed om te weten, waar onze pensioenbestuurder hun vinger in de pap hebben en in welke melk ze nu precies iets te brokken hebben.
Aart van den Brink:
pensioenfondsen Bouw, Woningcorporaties, Waterbouw, Bitumineuze
en Kunstof Dakbedekkingsbedrijven
(BIKUDAK), Zeevisserij;
Jan Wevers:
Spoorwegpensioenfonds (SPF), pensioenfondsen Openbaar Vervoer, Vlees,
Vleeswaren, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (VLEP)
Harm Roeten:
pensioenfondsen Kunststof en Rubber,
Schoonmaak, Orsima, Tandtechniek,
Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw.
Henk Wuijten:
pensioenfondsen meubelindustrie en
meubileringsbedrijven, Betonproducten, Schilders.
René Lahoye:
pensioenfondsen Kappers, Dranken,
Zoetwaren en Bakkers.
Rob Vlietman:
pensioenfondsen Slagers, Baksteenindustrie, Rijn en Binnenvaart, Vlakglas.
John Koudijs:
pensioenfondsen Landbouw, Molenaars, Sigaren, Groente en Fruit.
Marco van Straten:
pensioenfondsen Bakkers, Horeca en
Catering, Recreatie.
een tijd dat we een bankencrisis hadden,
een Europese crisis en dientengevolge
een economische crisis van ongekende
omvang. Dat zegt volgens mij voldoende
over de uiteindelijke robuustheid van
ons pensioenstelsel. Beetje aan tornen,
niet teveel. Daarom: alle buffers om de
buffers uit het nieuwe FTK alsjeblieft.
En, overigens, mensen kunnen gerust
zijn. Pensioenfondsen rekenen niet met
7,2 procent, dat zou opportunistisch
wezen. Vertrouwen en stabiliteit zijn van
belang.”
Wouter de Jong
Geheugensteun
Theo Katerberg:
pensioenfonds Mode Interieur, Tapijt en Textiel (MITT), Textielverzorging, pensioenfonds Schoenmakerij,
Schoen- Leder- en Lederwarenindustrie (PSL).
Lex Raadgever:
pensioenfondsen Metalectro, Houthandel.
Marcel Hulsegge:
pensioenfonds Metaal en Techniek.
Buiten de pensioenafdeling bemoeit
Frans van de Veen zich met het pensioenfonds Slagers, Wyb Kusters met het
pensioenfonds Beroepsgoederenvervoer en is Arend van Wijngaarden onze
vertegenwoordiger in de Pensioenfederatie.
Colofon
Samenstelling en redactie:
r
Wo
Wouter
outer
ut de
e Jong | B
Bijdragen
Bijdragen:
n: de p
pensi
pensioenioenbestuurders
Fotoredactie:
Bernadine
bestuu
tuurders | Fotore
tuu
redactie: Be
ernadine
rn
e de Mooij / Wouter
er de Jong
J
Vormgeving:
Vormgevin
Vorm
ormgevin
rmgeving: Bernadine
dine de Moo
Mooij
oi | Oktober
ber 2014
Tiberdreef
Tiberdree
eef
e 4 / 3561 GG Utrech
Utrechtt | Postbuss 2525 / 350
3500 GM Utrecht
T 030 75 11
1 007
07 | e-mail
ail redact
redactie [email protected]
www.cnvvakmensen.nl
website
e www.cnvv
www.cnv
ww
ww.c
w. vvakmensen.nll