Nieuwsbrief SWVAM 5 def.indd

Download Report

Transcript Nieuwsbrief SWVAM 5 def.indd

NIeUWS UIt De oPr

Wat is het gemakkelijk dat we inmiddels niet meer

uit hoeven te leggen wat de OPR is! Toch blijft goed informeren een aandachtspunt.

Uit een eerste onderzoek vanuit de onder wijsinspectie blijkt dat te veel ouders, leer lingen en mensen in het onderwijs niet goed op de hoogte zijn van de gevolgen van passend onderwijs. En dat terwijl we per 1 augustus van dit jaar zijn begonnen! Dan lijkt het vreemd dat wij in de OPR heb ben besloten om de eerder aangekondigde informatieavonden voor ouders van de agenda te halen. Dat is zeker niet omdat we denken dat alles wel bekend is. Tijdens de voorbereidingen van deze avonden raakten wij er steeds meer van overtuigd dat deze eerste informatierondes vanuit de scholen en besturen moet worden georganiseerd. Natuurlijk willen wij daar vanuit de OPR een bijdrage aan leveren, maar de bal ligt nu even bij de schooldirecties.

De OPR is een afvaardiging, dan is het onontkoombaar dat er mensen komen en gaan. Bijvoorbeeld als personeelsleden van school wisselen of als de kinderen van de oudergeleding hun diploma behalen en de school verlaten. Voor die laatste groep betekent dat dat zij de OPR moeten verlaten. Zo ook bij OPR-lid Petra Veraar, afgevaardigde van het Amstelveen College. Wij danken haar hartelijk voor haar constructieve bijdrage van het afgelopen startjaar. Nieuwe afgevaardigden zijn er gelukkig ook: Sandra Wagenaar (Altra) en Raymond Spruijt (Panta Rhei) komen de OPR versterken. Wij hebben onze leden weer hard nodig dit jaar. We willen aller eerst het voorzitterschap en het secretariaat van de OPR vormgeven. Ook het opstellen van een verkiezingsreglement staat op de agenda. Dit reglement moet wat ons betreft niet alleen aan de formele eisen voldoen, maar ook de goedkeuring wegdragen van alle betrokkenen. En de onderwijsinspectie heeft van zich laten horen. Op 27 november staat een bezoek aan het samenwerkingsverband gepland. Onderdeel van dit bezoek is een gesprek met een vertegenwoordiging van de OPR. Genoeg werk aan onze winkel dus. En onze winkel is natuurlijk ook die van u. Want de wet passend onderwijs raakt ons allemaal. Laten we er met elkaar iets goeds van maken!

Jan Kion Voorzitter OPR

ProFeSSIoNaLISerING met eIGeN ProFeSSIoNaLS

Nelleke Pedroli is schoolleider op het Alkwin College en verantwoordelijk voor de scholingsplannen van het personeel. De professiona lisering van docenten staat dagelijks op haar agenda. Logisch dus dat zij plaatsnam in de projectgroep Leernet werk Passend Onderwijs van het samenwerkingsverband.

Deze projectgroep kwam voor de zomervakantie voor het eerst bij elkaar om een advies voor te bereiden voor de professionalisering door het samen werkingsverband. Nelleke: “Hier op school kijk ik altijd eerst wat onze speerpunten zijn. Dat zet ik af tegen wat docenten zelf willen om vervolgens te zoeken naar de match. Dat is voor het samenwerkingsverband niet heel anders, we moeten eerst duidelijk hebben wat we belangrijk vinden en inventariseren wat scholen belangrijk vinden en daar het aanbod op afstemmen. We moeten dus goed kijken wat onze visie is, hoe ziet passend onderwijs er idealiter uit in 2020. Van daaruit moeten we kijken wat we nu nodig hebben.” De projectgroep ziet een duidelijke verantwoordelijkheid voor de scholen en voor het samenwerkingsverband met betrekking tot professionalisering. Nelleke: “We zetten in het samenwerkingsverband niet in op de basisvaardigheden, dat is aan de scholen zelf. Aandachtspunten voor het samenwerkingsverband zijn de extra vaardigheden, die je nodig hebt voor leerlingen die echt meer zorg nodig hebben of voor leerlingen met problematisch gedrag. Ook vaardigheden om tijdig te signaleren hebben prioriteit. We moeten vroegtijdig kunnen zien wat er aan de hand is, waarom een leerling niet verder kan of wil.” Nelleke vindt het belangrijk om eerst te kijken wat er al in huis is aan exper tise, zodat er niet onnodig mensen van buiten worden ingezet. “We hebben natuurlijk de kennis van het Regioloket, die we zeker inzetten als het gaat om professionalisering. Maar ook iedere school heeft zo zijn expertise. Die expertise moeten we bij elkaar halen, zodat we kennis kunnen uitwisselen en elkaar kunnen versterken. Naast het

Anneke Pedroli

formuleren van een visie, gaan we ook daar zeker mee verder met de project groep, want ik ben ervan overtuigd dat we heel veel professionals in huis hebben.”

SAMENWERKINGSVERBAND AMSTELLAND EN DE MEERLANDEN

NIeUWSbrIeF

JAARGANG 2 NummeR 1

oktober 2014

CoLoFoN

Uitvoering: Excellent Officemanagement Redactie: Communicatie- en Co de Custer Ellen de Jong Mul Vormgeving: Druk: Krasfrielink Drukkerij Jubels BV Contact: Website: [email protected]

www.swvam.nl

Sinds 1 augustus 2014 is de wet op passend onderwijs van kracht. Stichting VO Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden werkt hard om van passend onderwijs een succes te maken op alle aangesloten scholen. Communicatie speelt daarbij een belangrijke rol. Met deze nieuwsbrief willen we u op de hoogte brengen van de ontwikkelingen binnen het SWV en laten zien wat de invoering van passend onderwijs voor u betekent. De nieuwsbrief verschijnt 4x per jaar en is ook terug te lezen op www.swvam.nl.

vaN De voorzItter

We zijn begonnen aan het eerste schooljaar met passend onderwijs. Het was, net als andere jaren, een spannende start voor een groep nieuwe leerlingen. Een groep die met enthousiasme aan de brugklas is begonnen, met dezelfde onzekerheden en met dezelfde bravoure. Kortom net zulke leerlingen als ieder jaar. Dat de start voor het samenwerkingsverband goed verliep heeft onder meer te maken met de inzet van het Regioloket. In deze nieuwsbrief leest u wat zij zoal tegenkomen in hun dagelijkse praktijk.

Ik verwacht dat de komende jaren vooral een uitdaging worden voor onze docenten. Zij zijn degenen die passend onderwijs vorm moeten geven. Gelukkig kunnen zij met hun vragen terecht bij de trajectvoorziening. De ervaringen met de pilottrajectvoorzieningen, zoals die op het Amstelveen College, hebben ons veel geleerd. Zo leest u in deze nieuwsbrief dat er nu meer met visie wordt gewerkt en met verschillende vormen van begeleiding. En ook het samenwerkingsverband kijkt hoe zij haar docenten kan helpen, bijvoorbeeld op het gebied van professionalisering. Nelleke Pedroli vertelt daar meer over.

Waar we ook nog aan werken is de nieuwe samenwerking met de gemeente en jeugdzorg. In deze nieuwsbrief vertelt Marga Drewes van de gemeente Haarlemmermeer hoe dat er uit gaat zien. We zijn nog in een beginstadium, maar onze uitgangspunten zijn in ieder geval hetzelfde: we willen zorg zoveel mogelijk bieden op de plek waar leerlingen zijn: op de scholen.

Mark Manders Voorzitter SWV Amstelland en de Meerlanden

aGeNDa

02 okt:

bijeenkomst netwerk zorgcoördinatoren

07 okt:

werkbijeenkomst SWVAM

09 okt:

ambtelijk afstemmingsoverleg

04 nov:

vergadering dagelijks bestuur

04 nov:

KP studiemiddag PO-VO

13 nov:

directieberaad

17 nov:

vergadering adviesgroep Kernprocedure

25 nov:

vergadering algemeen bestuur

27 nov:

kwaliteitsonderzoek onderwijsinspectie

04 dec:

bijeenkomst netwerk zorgcoördinatoren

het Regio loket: leRen on the job

Ook het Regioloket is weer van start gegaan. Tonny Luyckx, de coördinator van het loket, ziet goede ontwik kelingen in de aanvragen van zorgcoördinatoren. Maar er is ook ruimte voor verbetering. Dat doen ze bij het Regioloket het liefst ‘on the job’, aan de hand van een casus.

Tonny: “Ik zie dat scholen het afgelopen jaar hebben geleerd om tijdig bij ons aan te kloppen, dat voorkomt dat problemen te hoog oplopen. De meeste zorgcoördinatoren weten ook dat ze vroeg aan de bel kunnen trekken. We praten daar over in het casusoverleg. Ik kan aan de hand van de praktijk goed laten zien wat de routing is en op welk moment het een goed idee is om het Regioloket in te schakelen. En ik blijf het zeggen: gewoon komen, dan kijken we wat we kunnen doen.” Dat betekent natuurlijk niet dat het Regio loket alles honoreert. Iedere aanvraag wordt kritisch bekeken. “We sturen niemand met een kluitje in het riet”, zegt Tonny, “maar we moeten wel afbakenen, duidelijk maken waar we wel en niet voor zijn. We zijn er voor zorgcoördinatoren met een leerling met een ondersteuningsvraag.” De afspraak van het samenwerkings- verband is om zoveel mogelijk onder- steuning te bieden op de scholen zelf. Pas als het de grenzen van de basisonder steuning op school overschrijdt, komt het Regioloket in beeld. Bij de aanvraag moet de school een ontwikkelingsperspectief plan (OPP) overleggen. Dat is nieuw voor de scholen. Tonny: “In het OPP geeft de school aan wat ze zelf kunnen en geven ze aan wat ze gaan doen. Dat is ontzettend belangrijke informatie voor ouders. Ik zie nog wel dat er soms informatie mist in het OPP, dan gaan we in gesprek. Het OPP is ontzettend belangrijk, het is de onder bouwing voor je aanvraag!” In het OPP is het contact met de ouders en de leerling zelf heel belangrijk. Tonny: “Het moet voor ouders duidelijk zijn wat er aan de hand is en wat de geboden oplossingen zijn. Het kost natuurlijk tijd om al die infor matie inzichtelijk te maken, maar het maakt het uiteindelijk gemakkelijker als ouders begrijpen welke route er is gelopen en wat het vooruitzicht is. Door hen mee te nemen, maak je ze echt partners en zijn ze betrok ken bij de oplossing. Uiteindelijk scheelt het juist veel tijd als ze kunnen meedenken, als ze hun weerstand laten varen.” Omdat het belang zo groot is, staat het Regioloket in het zorgcoördinatorenoverleg regelmatig stil bij de routing: Wanneer maak je een OPP? Hoe vul je dat in? De uitleg gaat het beste aan de hand van een casus. Tonny: “Dan komen de vragen. We begeleiden graag werkenderwijs als het moment daar is. Mensen zeggen weleens: het is niet duidelijk wat ik wanneer moet doen. Dat is soms ook zo, we moeten wat we bedacht hebben toetsen aan de praktijk. We staan daarom open voor kritiek: vertel ons waar je tegenaan loopt, dan kijken wij naar een oplossing. Ook dat doen we ‘on the job’.”

Dichtbij en op maat

Hoe verloopt de samenwerking tussen het samenwerkings verband en de gemeente? En waar gaat die samenwerking vooral over? We vroegen het aan Marga Drewes, project leider transitie jeugdzorg voor de gemeente Haarlemmermeer.

“Met de komst van passend onderwijs is er voor de gemeente en de scholen veel veranderd. Het is niet meer zo dat als je voldoet aan voorwaarde A, B en C dan krijg je voorziening X. We bieden nu maatwerk. Scholen bieden veel vormen van onderwijszorg. Maar als de problematiek met een jongere verder gaat dan school, dan trekken de gemeente en het samen- werkingsverband samen op. En dat doen we vanuit dezelfde filosofie: Oplossingen zo snel mogelijk, dichtbij en op maat.” Daarbij kijkt de gemeente Haarlemmermeer goed naar wat er al is in de scholen van het samenwerkingsverband aan (onderwijs) zorg, wat zij dan kan bijdragen en hoe zij dat kan organiseren. “Als gemeente willen we een optimale aansluiting tussen school en jeugdzorg, waarbij we goed gebruik maken van elkaars competenties. Bijvoorbeeld in de trajectvoorziening. Het is heel goed denkbaar dat we jeugdhulp daaraan koppelen, op de locatie van de trajectvoorziening, als de oplossingen en interventies van de trajectbegeleider en de jeugdhulpzorgverlener elkaar versterken.” “De belangrijkste ontwikkeling is dat we zowel op de scholen als in de jeugdzorg niet meer

over

mensen, maar

met

mensen gaan praten. We gaan goed luisteren

Marga Drewes

naar de direct betrokkenen en kijken wat er dichtbij kan worden geregeld. En ook wat de eigen rol van die betrokkenen is. Wat zij zelf kunnen bijdragen. Ik hoop dat zowel de scholen als de gemeente straks kunnen zeggen dat signalen gezamenlijk, snel en goed worden opgepakt en dat leerlingen, ouders en docenten zelf ook vinden dat zij goed geholpen zijn.”

Wat VeRWachten oUDeRs?

Vorig schooljaar (2013/2014) organiseerde het Netwerk Ouderinitiatieven zeven bijeenkomsten met lokale ouder- organisaties, om te achterhalen wat ouders verwachten van passend onderwijs. Uit de bijeenkomsten blijkt dat ouders blij zijn dat meer leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen in hun eigen omgeving. Natuurlijk zijn er ook vragen, bijvoorbeeld over hoe de inspraak van ouders is geregeld nu de zorgplicht bij de scholen ligt en waar ouders terecht kunnen met vragen over hulp en ondersteuning. De uitkomsten zijn gebundeld in het rapport: ‘Wat verwachten ouders van passend onderwijs?’. Belangrijkste aanbeveling uit het rapport is: Zorg voor heldere en toegankelijke informatie vanuit de school. Het volledige rapport kunt u lezen op de website van het samenwerkingsverband, www.swvam.nl

Van topUUR naaR tRaject VooRZiening

De trajectvoorziening van het Amstelveen College is er één van het eerste uur. Al een jaar voor de pilot van het samenwerkingsverband, opende hier het zogenaamde ‘Topuur’.

Zestien uur per week konden leerlingen en docenten terecht bij Evelien Plasmans, de Topuur-begeleider. Daarna ging het snel, vertelt afdelingsmanager Alijn van Hoorn: “De trajectvoorziening gaat nu het derde jaar in. Evelien is inmiddels fulltime in dienst en wordt twee dagen ondersteund door Jim Pieplenbosch van Altra. Ook de zorgcoördinator, Ida Cranendonk, is nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling.” Het verschil met het eerste jaar is groot, zegt Evelien: “In het begin was het vooral zoeken: wie is een geschikte kandidaat voor de trajectvoorziening? We werken vanuit de visie van de school: “Haal het beste uit jezelf en uit elkaar”, wat onder meer betekent dat iedereen een diploma moet kunnen halen op zijn of haar niveau. Om dat voor elkaar te krijgen moeten we onze leerlingen zo goed mogelijk begeleiden, in de school en met alle betrokken partijen.” Er worden nu 23 leerlingen begeleid. Dit jaar wil Evelien kijken of ze niet alleen individueel, maar ook in groepjes leerlingen kan begeleiden. Er wordt gewerkt volgens een tijdpad en met een einddoel. Deze worden in overleg met alle betrokkenen opgesteld. De leerlingen komen naar de trajectvoorziening volgens een rooster, afhankelijk van hun ondersteuningsbehoefte. Evelien: “We werken daarin echt op maat, de ene leerling is hier wekelijks, de andere één keer per maand. Er wordt hier door leerlingen gewerkt en we gaan natuurlijk met ze in gesprek. We geven advies over hoe ze met situaties om kunnen gaan. Belangrijk is dat we leerlingen een spiegel voor willen houden, ze laten zien wat ze zelf een volgende keer anders kunnen doen, wat hun eigen rol is in de klas of in de verhouding met de docent.” Natuurlijk is de trajectvoorziening er ook voor docenten. Evelien: “Een signaal van een mentor of docent is altijd tweeledig. Het is een hulpvraag over een leerling, maar ook een hulpvraag van de mentor of de docent zelf. Die heeft ook handvatten nodig om met die leerling om te gaan. Docenten lopen hier regelmatig binnen met

Evelien Plasmans (l), ida Cranendonk (m) en Alijn van Hoorn (r)

vragen over hoe ze iets aan kunnen pakken. Daar zijn we ook voor. Daarnaast verzorg ik op studiedagen workshops en is er een docentenspreekuur. Ik merk dat dat werkt, er is echt een omslag gemaakt. Vroeger was het nog weleens van: Hier is de leerling, zorg maar dat het goed komt. Docenten zijn zich nu veel meer bewust van hun eigen rol en tonen meer belangstelling.” In het samenwerkingsverband is er grote belangstelling voor de trajectvoorziening van het Amstelveen College. Juist omdat ze al zo ver zijn. Evelien: “We hebben een periode gehad dat er bijna iedere week een zorgcoördinator van een andere school kwam kijken. We kregen dan vooral veel vragen over de indeling en onze visie. Die uitwisseling is ook voor ons interessant. Ik denk dat we in het samenwerkingsverband veel van elkaar kunnen leren. Ik hoop dat er in de toekomst een ingepland overleg komt voor alle begeleiders van de trajectvoorzieningen in het samenwerkingsverband.” Ida Cranendonk en Evelien brengen veel informatie naar het samenwerkingsverband, maar kunnen er ook veel halen. “We wisselen ideeën en stukken uit in het zorgcoordinatoren overleg. Bijvoorbeeld het nieuwe ontwikkelingsperspectief plan (OPP), daar werken we nu mee. Dat gaat heel prettig, je kunt daarin duidelijk de ontwikkeling vastleggen. Mentoren werken nu nog met een handelingsplan, we kijken of dat ook kan worden vervangen door het OPP. Ik vind het een mooi document.” De trajectvoorziening op het Amstelveen College is duidelijk een succes. Dat wordt ook beaamd door Alijn: “Natuurlijk is er soms wat weerstand, maar het is juist mooi om daar aan te werken. De succesverhalen werken dan natuurlijk mee. Docenten zijn soms verrast door de oplossingen die we bieden. Kinderen die het anders niet zouden redden, blijven nu binnenboord. Docenten werken meer samen en zijn zich bewust van hun eigen rol. Dat is een enorme groei vergeleken met drie jaar geleden!”

boekentip

Andrew Solomon “Ver van de Boom”

In Ver van de boom van Andrew Solomon komen gezinnen aan het woord met kinderen die ‘anders’ zijn. Die doof of dwerg zijn, het syndroom van Down hebben, autisme, schizofrenie of meervoudige ernstige handicaps. Andrew Solomon schetst de problemen waar de ouders van deze kinderen voor komen te staan. De kracht van ouderliefde, zo laten al deze verhalen zien, is groot en in staat een hoop ellende en tegenslagen te overwinnen. Maar net zo goed is te lezen dat deze kracht op gespannen voet kan komen te staan met de wens het afwijkende kind te laten verdwijnen. De kracht van het boek zit in de nuance. Zonder te oordelen laat Andrew Solomon zien hoe ouders tot totaal verschillende keuzes komen. Ver van de boom is daar mee een indrukwekkende verzameling verhalen, met drama’s, vreugde, uitputting, veerkracht, schaamte en liefde. Verhalen die zich afspelen achter de voordeuren van gezinnen met een kind dat ‘anders’ is.

Uitgeverij Nieuw Amsterdam ISBN 9789046815656