Ketensamenwerking door uitwisseling BIM

Download Report

Transcript Ketensamenwerking door uitwisseling BIM

Handleiding BIM samenwerking
t.b.v.
"Ketenintegratie met CRH Structural”
Toelichting Handleiding BIM samenwerking
In ieder BIM project is het van groot belang om de werkvoorbereiding en uitvoering gezamenlijk af te
stemmen. CRH Structural maakt graag afspraken op BIM gebied om de informatiestromen zo efficiënt
mogelijk te laten plaatsvinden op basis van OpenBIM. Onze insteek is: in 1x goed. Dat wil zeggen; Graag
ontvangen we een definitief ontwerpmodel in BIM (IFC2x3 formaat) waar alle relevante informatie in is
opgenomen. Uitgangspunt is dat de aangeboden modellen compleet zijn zodat deze zonder verdere
detailengineering rechtstreeks kunnen worden geïmporteerd. Ook kopersopties, leidingverloop,
sparingen, indeling kanaalplaatvloeren etc. kunnen al zijn uitgezocht alvorens dit
referentiemodel verder wordt uitgewerkt t/m de instortvoorzieningen.
Onder OpenBIM verstaan we: Een transparante aanpak waarmee alle
belanghebbenden elkaar informeren, o.a. met behulp van 3D objectmodellen met kenmerken, maar ook
met gebruikelijke data en resultaten, zonder de noodzaak of verplichting om voorgeschreven software
te gebruiken. Projectdeelnemers zijn dus vrij in hun keuze van de software. We beschikken over diverse
softwareapplicaties. Uitwisseling kan, indien we met de klant over dezelfde software beschikken, via
native bestandsformaat of anders via het bestandsformaat IFC.
Samengevat: Gezamenlijk Samenwerken aan BIM model!
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 1 van 13
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 2 van 13
TOELICHTING PROCESSCHEMA (PAGINA 2)
CRH kent 2 varianten qua aanlevering en afhandeling van het proces te weten:
1. Variant A: “traditioneel” BIM proces.
Model wordt aangeleverd o.b.v. modelvoorwaarden op LOD 300 niveau
(CRH brengt model van LOD 300 naar 350 en 400 niveau)
2. Variant B: Conceptbouwers BIM proces.
Model wordt aangeleverd o.b.v. modelvoorwaarden op LOD 350.
(CRH brengt model van LOD 350 naar LOD 400 niveau)
Toelichting LOD: (level of development, mate of informatieniveau)
CRH Structural hanteerd de LOD definities overeenkomstig de AIA E202 documenten.
(AIA E202 - 2008 BIM Protocol Exhibit’ www.aiacontractdocuments.org)
PROCESOMSCHRIJVING VARIANT A:
OVERDRACHTSMOMENT FASE 3 – FASE 4
MODELCHECKING
 Controle van model conform modelvoorwaarden, op uitvoerbaarheid en visuele
aandachtspunten door werkvoorbereider CRH.
 Als gereedschap voor deze controle gebruikt CRH Solibri Modelchecksoftware
 Terugkoppeling vindt plaats op basis van model, gecommuniceerd middels BCF of Solibri
bestand (*.smc)
ENGINEERING
 Importeren van IFC2x3 BIM model
 Verrijken van het model volgens CRH productspecificaties
 Resultaat: IFC2x3 BIM model van de CRH bouwdelen (wanden en vloeren)
OVERDRACHTSMOMENT FASE 4 – FASE 5
 Modelcheck moment door klant. Middels coördinatiesoftware (b.v. Solibri, Tekla BIMsight,
Navisworks) kan per co-maker het model worden getoetst, maar ook de samenhang met andere
co-makers modellen
 Constateringen en aandachtspunten kunnen worden gecommuniceerd middels BCF of Solibri
rapportage op een dusdanige manier dat het voor CRH duidelijk is om welke objecten het gaat
en waar zich deze bevinden.
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 3 van 13
OVERDRACHTSMOMENT FASE 5 – FASE 6
ENGINEERING
 De opmerkingen worden bij CRH door engineeringafdeling verwerkt in het BIM model
 De wapening wordt berekend en gemodelleerd
MODELCHECKING & GOEDKEURING DOOR KLANT
 Modelcheck moment door klant. Middels coördinatiesoftware (b.v. Solibri, Tekla BIMsight,
Navisworks) kan per co-maker het model worden getoetst, maar ook de samenhang met andere
co-makers modellen
 Goedkeuring door klant





PRODUCTIEGEREED MAKEN & LOGISTIEK
Model wordt productie gereed gemaakt
Resultaat: Productiemodel LOD400 als IFC2x3 BIM model van de door CRH te leveren
onderdelen
Leveringsvolgorde bepalen in overleg met de uitvoering
Productie
Levering wordt verzorgd
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 4 van 13
BIM GEDEELTE:
ALGEMENE SPECIFICATIES AANLEVERING BIM MODEL
(Zowel bij vloeren & wanden van toepassing, bij variant A+B; LOD300 en/of LOD350)
1. Verstrekking van het BIM model in IFC2x3 bestandsformaat (*.ifc)
2. Model moet opgezet zijn in metrisch stelsel waarbij 1 modeleenheid (drawing unit) = 1mm.
3. Het 0-punt dient duidelijk kenbaar te worden gemaakt, zodat bij export het 0-punt op zelfde locatie
kan worden aangehouden. Rotatie moet gelijk zijn aan 0. Voor Revit gebruikers heeft CRH eventueel
een memo beschikbaar met toelichting projectbasepoint, startup-point, project surveypoint.
4. Bij grondgebonden woningen dient het IFC model te worden aangeleverd als blok, zoals ook op de
bouwplaats wordt gebouwd. Dus niet per woning of per woningtype, maar als samengesteld blok
met betreffende woningen op de juiste locatie.
5. Verdiepingen dienen als “Levels”(Building Story) aanwezig te zijn.
a. Voorkeurbenamingen zijn, de benamingen overeenkomstig RGDbim norm

-2 kelder, -1 kelder, 00 begane grond, 01 eerste verdieping, etc.
of alleen de cijfers van de verdieping;

-2, -1, 00, 01 etc.
6. Wanden en vloeren dienen per component te worden aangeleverd
a. dus bij wanden; als apart IFC object voor binnenspouwblad en buitenspouwblad.
b. dus bij vloeren; als apart IFC object voor de constructieve vloer en als constructieve druklaag
(De afwerklaag – niet constructief- zal niet door CRH worden uitgewerkt)
7. Stramienen gemaatvoerd en in IFC meegeleverd als ifcGrid.
8. “Clashes” met CRH onderdelen (B.v. een trap die door wand steekt) dienen vooraf te worden
opgelost en juist verwerkt in het BIM model.
9. De naamgeving van de producten toegepast, overeenkomstig de CRH bibliotheek, zodat expliciet
vastligt:
- NL-SfB codering op 2 cijfers (b.v. 23)
- Dikte van product (b.v. 150mm)
- Materiaal (b.v. beton)
- Type (b.v. kanaalplaat geisoleerde vloer)
- Aanvullende omschrijving (b.v. RC2.5)
Enkele voorbeelden van CRH producten zijn:
23_150mm beton kanaalplaat geïsoleerde vloer K150-8 RC 8.0
22_214mm kalkzandsteen element CS12
21_260mm beton holle wand C35/45
23_220mm beton massieve vloer C28/35
23_350mm beton ribbenvloer 1200 RC 4.0
23_50mm beton breedplaatvloer C28/35
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 5 van 13
10. CRH wanden linksom modelleren en de wandverbindingen ontkoppelen (disallow join), zodanig
dat de wanden overeenkomstig gewenste aansluiting zijn gemodelleerd.
11. De hoofdconstructeur dient het model voor toezending naar CRH structural reeds gecontroleerd
te hebben op constructieve eisen en of het model overeenkomt met de berekeningen. Het
model dient consistent te zijn overeenkomstig “Taken en verantwoordelijkheden t.a.v.
Tekeningen en Berekeningen” Criteria 73 – Prefab Beton.
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 6 van 13
WANDSPECIFICATIES
VAN TOEPASSING BIJ LOD300(VARIANT A)
1. Wanden dienen te worden gemodelleerd overeenkomstig de werkelijkheid (dus bijvoorbeeld 1
wand niet in BIM model opslitsen in 3 afzonderlijke wanden)
2. Wanden dienen per verdieping te zijn gemodelleerd. Tenzij ze ook daadwerkelijk over meerdere
verdiepingen, zonder tussenvloer doorlopen, dan overeenkomstig richtlijnen.
3. De “ruwbouw” kopersopties dienen expliciet in het model te zijn verwerkt. Dus gemodelleerd zoals
kopersopties zijn gekozen, niet als nog te kiezen opties. Met “ruwbouw” kopersopties bedoelen we
de contour (geometrie) van de wanden, deze moet aangeleverd worden
4. Sparingen in wanden ten behoeve van installatievoorzieningen dienen als opening
(IfcOpeningElement) te worden verstrekt in het IFC model.
Door middel van een kenmerk (Pset_OpeningElementCommon kenmerk “Purpose”) svp het type
(soort) sparing aangeven ( bijv. deurkozijn, raamkozijn, vrije-opening, installatiesparing)
5. Dragende wanden dienen als Structural aangevinkt te zijn. Niet dragende wanden Structural
uitgevinkt waardoor deze Non-bearing worden.
6. Dragende wanden tot onderzijde vloer modelleren. Niet dragende wanden 10 mm vrij van
onderzijde vloer houden.
7. Stelruimte bij prefab betonwanden modelleren conform benodigde stelruimte.
8. Kimvoeg en kim bij kalkzandsteen wanden zijn onderdeel van de wand deze niet als apart object
modelleren, dit zal door CRH in LOD400 fase worden gemodelleerd.
VAN TOEPASSING BIJ LOD350(VARIANT B)
9. Item 1 t/m 8 LOD 300 (Variant A)
10. Bij prefabbetonwanden de instortvoorzieningen ten behoeve van installatie zoals wandcontactdoos,
deurbelvoorziening etc.
11. Inkassingen voor bijvoorbeeld wastafel of douche
12. Locatie van schroefhulzen ten behoeve van kapconstructie en kozijnen.
13. Isolatieplaten indien CRH deze moet meeleveren.
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 7 van 13
VLOERSPECIFICATIES
VAN TOEPASSING BIJ LOD300(VARIANT A)
1. Vloeren dienen per vloerveld te zijn gemodelleerd en overeenkomstig richtlijnen. De contour zal
worden aangehouden.
2. De vloerondersteunende onderdelen (als b.v. wanden, kolommen, liggers) dienen in het model
bekend te zijn.
3. Sparingen die van invloed zijn op de te maken vloerindeling (trapgatsparingen, kruipluik,
meterkastsparing, schachten etc.) dienen gemodelleerd te zijn.
4. Dragende vloeren dienen als Structural aangevinkt te zijn.
5. De overspanningsrichting dient duidelijk te zijn, consistent met (aan te leveren) constructieve
berekeningen. Waarbij tevens de gehanteerde belastingen, brandwerendheid, montage
uitgangspunten conform opgave hoofdconstructeur is aangegeven.
VAN TOEPASSING BIJ LOD350(VARIANT B)
6.
7.
8.
9.
Item 1 t/m 5 LOD 300 (Variant A)
Installatie sparingen dienen gemodelleerd te zijn.
Instortvoorzieningen voor E- + W-installatie
De exacte indeling van vloerelementen, afgestemd met CRH accountmanager en/of afdeling O&A
(Ontwerp & Advies)
10. Specifiek voor de breedplaatvloeren is de lijnbelastingen, stekkenbakken, geveldragers, voet- +
kopplaatankers (conform opgave hoofdconstructeur) aangegeven.
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 8 van 13
VOORBEELDEN
LOD300
LOD350
Bouwaanvraag gereed
Geschikt voor productievoorbereiding CRH
Structural
Voorbeeld: Wanden opgesplitst, terwijl het in de
bouw als 1 wand moet worden uitgevoerd.
Wanden als 1 (Wall) object, overeenkomstig
uitvoering.
Dit bv. door kopersopties, tekentechnische
voordelen etc.)
Voorbeeld: Wanden afgeschuind aan bovenzijde
Dit is mogelijk goed genoeg voor bouwaanvraag,
echter niet geschikt tbv. rechtstreekse import.
Voorbeeld: Sparingen, mogelijk nog niet alle
opgenomen in LOD300 model.
Versie 1.5
05-09-2014
Wand aan bovenzijde vlak, waarbij peilmaat
bovenzijde wand overeenkomt met de laagste
zijde van de afschuining.
Ook sparingen zoals kozijn sparingen, installatie
sparingen met juiste tolerantie opnemen.
Pagina 9 van 13
Algemeen
TOEZENDING BIM BESTANDEN.
Verstuur s.v.p. de bovengenoemde BIM bestanden IFC2x3 middels E-mail of bij omvangrijke bestanden
(>10mb) maak dan gebruik van https://www.wetransfer.com/
TOELICHTING MODELCHECK & RAPPORTAGE
CRH Structural controleert de binnengekomen informatie op bovengenoemde specificaties en visuele
check. CRH Structural gebruikt daarvoor Solibri Modelcheck software. Gesignaleerde constateringen
kunnen worden bekeken middels een gratis Solibri viewer, deze is te downloaden via
http://www.solibri.com/solibri-model-viewer.html
Impressie van modelcheck:
Impressie van LOD400 model, met betonwanden/vloeren en instortvoorzieningen.
Impressie Heembeton IFC- LOD400
Achtergrondinformatie: Definitie BIM zoals we hanteren
Om begripsverwarring te voorkomen spreken wij van de BIM-methodiek en een BIM-model.
Versie 1.5
05-09-2014
Pagina 10 van 13
BIM (Building Information Modeling), is een methodiek. De BIM-methodiek, bestaat uit efficiënt
samenwerken o.a. door heldere werkafspraken te maken over proces, uitwisseling van informatie en
juiste opbouw van BIM-model.
In een BIM-model wordt alle relevante informatie gedurende de hele levenscyclus van een bouwwerk
opgeslagen, (her-)gebruikt en beheerd. Alle partijen die betrokken zijn bij het bouwproces, werken met
dezelfde consistente informatie. De informatie is continu beschikbaar en altijd actueel. De informatie
heeft betrekking op vorm (geometrie) en het gedrag (object eigenschappen).
We streven ernaar om zo optimaal mogelijk de al opgebouwde digitale informatie te kunnen
hergebruiken en als verrijkte informatie, met kennis en ervaringen van onze producten en diensten, als
gedetailleerd BIM model retour te sturen. Dit door onder andere gebruik te maken van zogenoemde
"Model checks".
Contactinformatie:
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw CRH Structural accountmanager
CRH Structural
Einsteinstraat 5, 3846 BH Harderwijk
T: +31 (0) 341 464 000
[email protected]
http://www.crhstructural.nl/Bijlage 1: Toelichting LOD definities zoals CRH Structural hanteerd.
LOD
Rijpheid van model
NEN, STB toelichting
LOD 100.
Zodanig modellering van de bouwmassa, dat
deze een beeld geeft van de ruimtelijke
organisatie op het niveau van clusters van
gebruiksfuncties, het ruimtebeslag op het
terrein, het ruimtebeslag per verdieping, de
hoogte, het volume, de plaatsing op het terrein
en de oriëntatie.
NEN 2574: fase Structuurontwerp
STB 2009: fase Structuurontwerp
NEN 2660: Complex, Bouwwerk,
Ruimte
NEN 2634: Geheel bouwwerk of
ruimtelijke delen, Elementclusters
NL/SfB: Ruimten, Elementclusters
LOD 200
Ruimtelijke objecten (ruimten), gekoppeld aan
gebruiksfuncties, met globale afmetingen,
oriëntatie en onderlinge relaties. Materiële
objecten gemodelleerd als functionele
bouwelementen met globale afmetingen,
hoeveelheden, vorm, locatie en oriëntatie. Aan
de objecten kan niet-geometrisch informatie zijn
gekoppeld.
NEN 2574: fase Voorlopig Ontwerp
STB 2009: fase Voorontwerp
NEN 2660: Ruimte, Element
NEN 2634: Elementclusters,
Elementen
Nl/SfB: Elementen of eventueel
Variantelementgroepen
Versie 1.5
Impressie
05-09-2014
Pagina 11 van 13
LOD 300
Model met Ruimtelijke objecten (ruimten) met
exacte afmetingen en oriëntatie. Tevens dienen
objecten te zijn gematerialiseerd en accuraat in
termen van (afleidbare) hoeveelheden,
afmetingen, vorm, locatie en oriëntatie. Aan de
objecten is niet-geometrisch informatie
gekoppeld.
NEN2660: Bouwdelen
NEN 2574: fase Definitief Ontwerp
STB 2009: fasen Definitief Ontwerp
Referentie NEN 2634: Technische
oplossingen
Codering: STABU Element:
Bouwdelen
Het model bevat de principedetailleringen voor
karakteristieke en/of beeldbepalende
gebouwdelen, die samen een goed beeld geven
van de mogelijke technische uitwerking, c.q.
technische oplossingen. Op LOD300 niveau
hoeft het bouwwerk niet tot in de kleinste
onderdelen (zoals componenten) in 3D
gemodelleerd, maar de onderdelen die wel
worden gemodelleerd, moeten exact zijn qua
maatvoering.
LOD 350
Model met Ruimtelijke objecten (ruimten) met
exacte afmetingen en oriëntatie. Tevens dienen
objecten te zijn gematerialiseerd en accuraat in
termen van (afleidbare) hoeveelheden,
afmetingen, vorm, locatie en oriëntatie. Aan de
objecten is niet-geometrisch informatie
gekoppeld.
NEN2660: Bouwdelen
NEN 2574: fase: Bestek
STB 2009: fase: Technisch Ontwerp
Referentie NEN 2634: Technische
oplossingen
Codering: STABU Element:
Bouwdelen (met eventueel
componenten b.v. lateien,
raveelijzers etc.) , Besteksposten
Het model bevat vloeren en wanden met exacte
contour afmetingen in overeenstemming met de
principedetailleringen en volgens (in dit
document) CRH Structural instructies. Beoogd
wordt om de informatie te hergebruiken
(importeren) voor productievoorbereiding.
LOD 400
Versie 1.5
Objecten (bouwdelen en componenten) zijn
gematerialiseerd en accuraat in termen van
(afleidbare) hoeveelheden, afmetingen, vorm,
locatie en oriëntatie en bevatten volledige
informatie ten behoeve van de detaillering, de
fabricage van componenten in fabrieken en de
uitvoering/montage op de bouwplaats. Aan de
objecten is niet-geometrisch informatie
gekoppeld.
Model bevat de vloeren, prefabbetonwanden,
instortvoorzieningen, etc. Tevens zijn
hulpobjecten als stramien en
montageverbindingen aanwezig in het model.
05-09-2014
Het detailniveau van het BIM is
zodanig, dat hieruit werk- en
productietekeningen en
borderellen kunnen worden
gegenereerd.
NEN 2574: fasen
Werkvoorbereiding en Uitvoering
STB 2009: fase Uitvoering –
Uitvoeringsgereed Ontwerp
NEN 2660: Bouwdeel, Component,
Activiteit, Middel
NEN 2634: Technische oplossingen
Nl/SfB/STABU Element: Bouwdelen
met de Bouwdeelcomponenten,
Besteksposten
Pagina 12 van 13
LOD 500
Versie 1.5
Objecten zijn gemodelleerd zoals ze
daadwerkelijk zijn uitgevoerd, accuraat in
termen van afmetingen, vorm, locatie,
hoeveelheden en oriëntatie. Aan de objecten is
niet-geometrisch informatie gekoppeld.
Het BIM met het detailniveau DN 500 is een
model van het gebouw as built. Het model is
geschikt als virtuele gegevensbron voor
onderhoud en de werking van het gebouw.
Het model as built kan voor verschillende
doeleinden worden benut. Bij verbouwingen of
bij sloop wil men in beginsel kunnen beschikken
over alle gegevens uit het model. Voor
ondersteuning van het facilitair management
volstaat meestal een veel kleinere
gegevensverzameling. Daarvoor kan dan een
gestripte kopie van het model as built worden
gebruikt.
05-09-2014
NEN 2574: fasen Oplevering,
Beheer&gebruik
STB 2009: fasen Uitvoering –
Directievoering, Gebruik/exploitatie
NEN 2660: Bouwwerk, Ruimte,
Element, Bouwdeel, Component
NEN 2634: Technische oplossingen
Referentie NL/SfB/STABU Element:
Ruimten, Elementclusters,
Elementen,
Variantelementgroepen.
Bouwdelen, Componenten
Pagina 13 van 13