Jaarbericht 2014 - Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland

Download Report

Transcript Jaarbericht 2014 - Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland

Stichting Pensioenfonds
Wolters Kluwer Nederland
Jaarbericht juli 2014
PENSIOENLAND
IN BEWEGING
VOORWOORD
DE PENSIOENREGELING VERANDERT
U kunt bijna geen krant openslaan of de TV
aanzetten zonder nieuws over pensioen te
lezen of te horen. De ontwikkelingen in pensioenland volgen elkaar snel op. Zo werd in
2013 voor het eerst sinds de invoering van de
AOW in 1956, de AOW-leeftijd verhoogd.
Dit jaar en volgend jaar zijn de pensioenen
die via de werkgever opgebouwd worden aan
de beurt. Aanpassingen die nodig zijn om de
kwaliteit van ons pensioenstelsel te behouden, maar veranderingen die uitdrukkelijk
ook voor een groot deel het gevolg zijn van
besparingsmaatregelen van de overheid en
de vergrijzing van de bevolking.
De overheid werkt hard aan de veranderingen in de wet- en
regelgeving rondom pensioenen. In 2013 zijn de eerste stappen
gezet: de gedurende ruim een halve eeuw niet gewijzigde
AOW-leeftijd van 65 jaar is verhoogd. In 2014 volgden, opnieuw
als gevolg van overheidsmaatregelen, de aanpassingen voor het
pensioen dat via de werkgever wordt opgebouwd. In 2015 staat
ons een verdere versobering van de pensioenen te wachten.
Deze pensioenveranderingen hebben ook
gevolgen voor u en uw pensioen bij Stichting
Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland
(hierna “ pensioenfonds WKNL”). In deze
pensioenkrant leest u, naast o.a. het verkorte
jaarverslag 2013, over de op handen zijnde
wijzigingen. In deze tijden is het extra belangrijk dat u tijdig stilstaat bij uw pensioen. U wilt
straks niet voor onaangename verrassingen
komen te staan. Houd daarom een vinger
aan de pols en blijf uw pensioen volgen.
Alleen dan weet u of u actie moet ondernemen.
En hoe u dat doet? Ook dat leest u in deze
pensioenkrant!
Waarom verandert de overheid
zoveel in pensioenland?
Een belangrijke reden is het op orde brengen
van de overheidsfinanciën. Daarnaast zijn de
veranderingen nodig, omdat ons huidige
pensioenstelsel simpelweg onhoudbaar is
geworden. We worden gemiddeld steeds
ouder en genieten dus ook langer van ons
pensioen. Het pensioen wordt immers uitge-
keerd totdat u en uw (eventuele) partner
komen te overlijden, ongeacht hoe oud u beiden
wordt. Omdat de levensverwachting sneller is
gestegen dan we allemaal dachten, is hier
geen rekening mee gehouden en is er dus in
het verleden geen of onvoldoende pensioenpremie voor betaald. Om de pensioenen ook
in de toekomst veilig te stellen, is besloten dat
>>
er een aantal zaken moet veranderen.
2 | Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland | Jaarbericht juli 2014
VERANDERINGEN
IN DE AOW
BENIEUWD NAAR DE ERVARINGEN VAN UW
ELINE VAN DER VIS (38), TEAMLEIDER CUSTOMER SERVICE,
VINDT PENSIOEN IETS DAT NOG VER VAN HAAR AFSTAAT.
“IK GENIET ECHT VOL VAN HET LEVEN, VAN HET NU. TOT MIJN
PENSIOEN ZAL IK WAARSCHIJNLIJK NOG 30 JAAR WERKEN. IK HEB
EEN HEERLIJKE BAAN, DUS NU DENK IK: DIE RESTERENDE TIJD TOT
MIJN PENSIOEN DOE IK WEL EVEN. HIERDOOR BEN IK MISSCHIEN
MINDER MET HET ONDERWERP PENSIOEN BEZIG, MAAR IK BEN
WEL HET TYPE DAT GRAAG EEN VINGER AAN DE POLS HOUDT:
HOE STA IK ERVOOR?”
Verhoging van de AOW-leeftijd
Nederlanders krijgen van de overheid een
basispensioen: de AOW-uitkering. De AOW
krijgt u vanaf uw AOW-leeftijd. Tot 2013 was
de AOW-leeftijd 65 jaar. Omdat we gemiddeld
steeds ouder worden én omdat de kosten
van de AOW niet mogen stijgen, gaat sinds
2013 de AOW-leeftijd stapsgewijs omhoog
naar 67 jaar in 2023. Welke AOW-leeftijd
voor u geldt, is afhankelijk van uw geboortedatum. U kunt via de website van de Sociale
Verzekeringsbank www.svb.nl bekijken wanneer u de AOW-leeftijd bereikt. Let wel: er
ligt een wetsvoorstel om de AOW-leeftijd
nog sneller te verhogen. Als dit doorgaat is
de AOW-leeftijd in 2021 al 67 jaar.
AOW-uitkering en een
partnertoeslag
De partnertoeslag is bedoeld voor
AOW’ers met een jongere partner,
die nog geen AOW ontvangt. Uw
partner mag niet te veel verdienen.
Ontvangt u al een partnertoeslag?
Dan wordt deze toeslag de komende
drie jaren afgebouwd. Houd er
rekening mee dat uw gezamenlijk
inkomen misschien lager wordt dan
waar u op rekende. Als u op 1 april
2015 of later voor het eerst een
AOW-uitkering krijgt, ontvangt u
helemaal geen toeslag meer voor uw
jongere partner.
Meer informatie vindt u op www.svb.nl
Op koers zijn
Of ik veel met pensioen bezig ben?
Tien jaar geleden heb ik een lijfrente­
polis gestart, met het idee ‘dan is dat
ook geregeld’. Ook heb ik al een aantal keren een analyse laten maken:
hoe sta ik ervoor en moet ik actie
ondernemen? Om de zoveel tijd probeer ik er dus zeker bij stil te staan.
Daarom vind ik het fijn dat ik via
“Op Koers” op een heel toegankelijke
manier kan opzoeken hoe ik ervoor
sta. Het is lekker laagdrempelig. Dat
het je zo makkelijk gemaakt wordt,
vind ik heel prettig. Ik heb ingesteld
dat ik ieder jaar een herinnering krijg
om naar “Op Koers” te gaan. Het is
op deze manier een echte trigger om
te kijken hoe ik er dan voorsta.
Alles is zo weer anders
“Mijn moeder is al op leeftijd en zit
in een tehuis. Deze situatie zorgt
VERANDERINGEN BIJ UW PENSIOENFONDS
Alle veranderingen in pensioenland maken het meer en meer
duidelijk dat een goed pensioen steeds meer een zaak van uzelf
wordt. Uw pensioenregeling bij WKNL is een belangrijk onderdeel
van uw pensioen. Deze regeling is door uw werkgever voor u
getroffen. Het pensioenfonds is slechts de uitvoerder van deze
regeling. Het pensioenfonds moet ervoor zorgen dat de pensioen­
regeling voldoet aan de (fiscale) wetgeving. Dit betekent dat
omdat de wet wordt aangepast, ook onze pensioenregeling moet
worden aangepast.
ervoor dat het onderwerp ouder
worden wel dichterbij komt. Niet
in de zin dat ik er extra geld voor
opzij wil zetten, maar juist wel dat
ik me afvraag: doe je alles wel nu,
leef je wel genoeg? Daarnaast heb
ik jonge kinderen en die zijn mijn
prioriteit. Mijn zoontje is heel ziek
geweest, hij is nu gelukkig weer
gezond maar dat zet zaken wel in
een ander licht: lekker belangrijk
dat pensioen. Morgen kan alles
weer anders zijn, daarom word ik
ook niet bang van de berichtgeving
rondom pensioen in de media.
Alles verandert, niet alleen in de
pensioenwetgeving. Hoe ik nu
woon en leef kan over vijf jaar
ook weer anders zijn. Ik heb mijn
maatregelen getroffen, blijf via
“Op Koers” op de hoogte van mijn
pensioensituatie en verder probeer
ik vooral in het nu te leven!
De pensioenrichtleeftijd
De pensioenrichtleeftijd is de leeftijd op
basis waarvan pensioenberekeningen worden
gemaakt. Bij pensioenfonds WKNL bouwt u
op dit moment pensioen op met een pensioen­
richtleeftijd van 65 jaar. Dit betekent dat er
in de pensioenberekeningen vanuit wordt
gegaan dat u nog met 65 jaar met pensioen
gaat. Vanaf 1 januari 2015 wordt deze leeftijd
– in lijn met de Wet verhoging pensioen- en
AOW-leeftijd – verhoogd naar 67 jaar. Maar
het pensioen dat u tot en met 2014 opbouwt,
gaat onveranderd in als u 65 jaar wordt.
Jaarbericht juli 2014 | Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland | 3
COLLEGA’S?
HENK VAN DE BUNT (57), MANAGER FINANCE & PROCUREMENT, WERKT AL SINDS 1982 MET VEEL PLEZIER BIJ WOLTERS
KLUWER. HOEWEL DE PENSIOENDATUM IN ZICHT KOMT, DENKT
HIJ NOG LANG NIET AAN STOPPEN MET WERKEN. “MIJN VROUW
EN IK HADDEN ALTIJD HET PLAN DAT WE OP MIJN 63e MET
PENSIOEN ZOUDEN GAAN. HIER HEBBEN WE OOK BEREKENINGEN
VOOR LATEN MAKEN EN ALTIJD NAAR TOE GELEEFD. MAAR NU
DIE LEEFTIJD IN ZICHT KOMT, MERKEN WE DAT WE ALLEBEI NOG
TE VEEL PLEZIER HEBBEN IN ONS WERK.”
Bewustwording
Met pensioen was ik nooit veel
bezig. Pas toen ik ging kijken wat er
financieel geregeld is voor mijn
vrouw en kinderen als ik zou komen
te overlijden, raakte ik meer bewust
van mijn pensioen. Ook bij het
kopen van mijn huis stond ik er niet
heel erg bij stil, maar mijn vrouw en
ik zagen het wel als een investering
voor later. Vandaar dat we veel
geïnvesteerd hebben in het huis; de
overwaarde van de woning zie ik als
een stukje pensioen. Na mijn 50e
werd ik trouwens wel pensioen­
bewuster. Zo ging ik mijn UPO bijvoorbeeld goed bekijken, wat staat
daar nou eigenlijk op? Dus toen ik
de mail over “Op Koers” binnenkreeg, had ik mijn pensioensituatie
nog geen uur later berekend! Ik
moet zeggen dat ik onder de indruk
ben, vooral van de mooie techniek
waarmee je gegevens worden ingeladen. Heel plezierig! Ik ga het zeker
op kwartaalbasis blijven bekijken
en met mijn vrouw de diverse
mogelijkheden bespreken aan de
hand van de resultaten.”
Jongeren & pensioen
“Zo lang ik fysiek in orde blijf en lol
houd in mijn werk wil ik zo lang
mogelijk door blijven gaan. In één
keer stoppen, lukt me sowieso niet.
Ik denk niet dat ik daar blij van
word, ik ga het proberen rustig af te
bouwen. Of ik me nu meer bezig
houd met de pensioendiscussie in
de media? Die volg ik met veel
interesse. Ik zit in de Sociale Pensioencommissie en houd me vooral
bezig met de pensioenopbouw.
Mijn generatie heeft jarenlang
kunnen profiteren van een goede
pensioenopbouw. Jongeren daarentegen niet, de risico’s voor hen
worden steeds groter. Zeker als
je veel van baan wisselt! Dus ik
wil jongeren oproepen minimaal
één keer in het jaar “Op Koers”
te bekijken, om te voorkomen
dat je voor verrassingen komt
te staan.
Als gevolg hiervan zou u daarom een deel
van uw pensioen ontvangen vanaf uw 65e en
een deel vanaf uw 67e. Een voor iedereen erg
lastige situatie. Daarom gaat pensioenfonds
WKNL alle pensioenen omrekenen naar een
pensioen dat standaard ingaat als u 67 jaar
wordt. We doen dit met zogenaamde actuarieel neutrale rekenregels. Ingewikkelde
rekensommen. Belangrijk voor u is dat de
‘waarde’ van het pensioen dat u tot en met
2014 heeft opgebouwd, op het moment van
omrekenen actuarieel precies gelijk is.
Omdat we de tot en met 2014 door u opge-
bouwde pensioenaanspraak twee jaar later
uitkeren, wordt uw pensioen ongeveer 13%
hoger. Het blijft wel gewoon mogelijk om
het pensioen te vervroegen naar een jongere
leeftijd dan 67 jaar, maar dan wordt het
pensioenbedrag gemiddeld met ongeveer
6,5% verlaagd voor ieder jaar dat u eerder
met pensioen wilt.
De datum waarop u daadwerkelijk met pensioen gaat is niet per se 67 jaar. De officiële
datum van uitdiensttreding bij de werkgever
is de AOW-leeftijd, op dat moment houdt de
pensioenopbouw op en gaat u met pensioen.
Verlaging van het opbouw
percentage
Hoeveel pensioen u jaarlijks opbouwt, is
afhankelijk van uw pensioengrondslag en het
opbouwpercentage. De pensioengrondslag is
afhankelijk van uw salaris. In het pensioen­
reglement is vastgelegd welk percentage van
de pensioengrondslag u opbouwt als pensioen.
In de wet is vastgelegd wat het fiscaal maximale opbouwpercentage is. Er zijn strenge
regels over het opbouwpercentage, omdat u
belastingvrij pensioen opbouwt. In 2014 is
het maximaal toegestane opbouwpercentage
verlaagd. Voor de pensioenregeling van
pensioenfonds WKNL, met een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar, geldt in 2014 een
maximaal opbouwpercentage van 1,84%.
In 2013 was het opbouwpercentage nog
1,95%. Hierdoor bouwt u sinds 2014 minder
pensioen op, maar hoeft u ook minder pensioen­
premie te betalen. In 2015 wordt het fiscaal
maximale opbouwpercentage door de overheid verder verlaagd naar 1,875% uitgaande
van een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar.
Een opbouwpercentage van 1,875% bij een
pensioenrichtleeftijd van 67 jaar is ongeveer
gelijk aan 1,61% bij 65 jaar.
Wat verandert er voor u?
De veranderingen in de pensioenregeling
hebben gevolgen voor iedereen die nog
pensioen opbouwt bij pensioenfonds WKNL.
1. U kunt langer doorwerken, namelijk
tot de AOW-leeftijd. Uiteraard kunt u
nog steeds kiezen om eerder dan de
AOW-leeftijd met pensioen te gaan.
2. Door de verlaging van het opbouw­
percentage bouwt u elk jaar iets minder
pensioen op. U kunt dit gedeeltelijk
compenseren door langer door te werken,
>>
4 | Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland | Jaarbericht juli 2014
VERVOLG
VERANDERINGEN BIJ
UW PENSIOENFONDS
>>
3.
maar u zult rekening moeten houden
met een per saldo lager pensioen.
Let op: een lager (te bereiken) pensioen,
betekent ook een lagere uitkering voor
uw partner en kinderen als u voor uw
pensioendatum komt te overlijden.
ANW-hiaatverzekering
Indien u voor uw pensioendatum komt
te overlijden, kan dit vervelende financiële
gevolgen hebben voor uw nabestaanden.
De Nederlandse overheid biedt in sommige gevallen financiële ondersteuning
met de Algemene nabestaandenwet
(ANW): een uitkering voor uw nabestaanden wanneer u overlijdt. Deze uitkering vanuit de overheid is een aanvulling op het partnerpensioen dat uw
partner krijgt vanuit het pensioenfonds
wanneer u overlijdt. Helaas zijn de
voorwaarden erg streng en kunnen er
tegenwoordig steeds minder mensen een
beroep doen op deze wettelijke nabestaandenuitkering, met als mogelijk
gevolg dat uw nabestaanden te maken
krijgen met een flinke inkomstenterugval. Uw inkomen valt immers weg, en
het partnerpensioen is lager dan het
inkomen wat u verdiende. Om dit inkomensgat op te vangen kunt u een ANWhiaatverzekering afsluiten via Wolters
Kluwer Nederland en voorkomt u dat
uw nabestaanden voor financiële verrassingen komen te staan als u tijdens uw
dienstverband overlijdt.
Meer informatie over de ANW-hiaat­
verzekering van Wolters Kluwer
Nederland kunt u vinden op onze
website www.pensioen-wk.nl en
de HR portal, of kunt u via de mail
aanvragen bij het pensioenfonds
[email protected].
WANNEER MOET IK IN
ACTIE KOMEN?
Als u met pensioen gaat, krijgt u geen salaris meer.
In plaats van uw salaris krijgt u AOW en een pensioen­
uitkering van pensioenfonds WKNL en wellicht nog
andere pensioenuitkeringen van eerdere werkgevers.
Wat niet verandert is dat u nog steeds uitgaven heeft
en net zoals nu moet u ervoor zorgen dat u uw uitgaven
kunt betalen. De vraag is natuurlijk: krijgt u later genoeg
pensioen om uw uitgaven te kunnen blijven betalen?
Het antwoord op die vraag is niet klip
en klaar. Het is namelijk afhankelijk
van een heleboel factoren. Hoeveel
AOW en pensioen krijgt u? Hoeveel
heeft u nodig? En wat het helemaal
lastig maakt is dat er, voordat u met
pensioen gaat, ook nog van alles kan
veranderen. Stel u gaat minder werken,
dan gaat u ook minder pensioen
opbouwen. En wat als u gaat scheiden
en een deel van uw pensioen naar uw
ex-partner gaat? Pensioenfonds WKNL
en uw werkgever willen u graag helpen
om inzicht te krijgen en houden in uw
pensioensituatie. De online tool “Op
Koers” wordt hierbij als hulpmiddel
aangeboden aan de premiebetalende
deelnemers aan de pensioenregeling
van Wolters Kluwer in Nederland. Een
link naar deze tool is te vinden op
www.pensioen-wk.nl.
Omdat uw pensioensituatie kan veranderen is het verstandig om minimaal
één keer per jaar “Op Koers” te bezoeken.
In de tool kunt u een herinnering
instellen. U krijgt dan op de datum die
u opgeeft via e-mail een uitnodiging
om “Op Koers” weer te bezoeken. Zo
kunt u gemakkelijk uw pensioensituatie
blijven volgen!
In “Op Koers” berekent u in tien minuten
hoeveel pensioen u later nodig heeft
op basis van uw persoonlijke uitgaven.
Hiervoor doorloopt u een aantal stappen.
In de tool wordt elke stap uitgelegd en
geven we u tips en handvatten om uw
pensioensituatie goed in beeld te krijgen.
Omdat we niet in de toekomst kunnen
kijken, gaan we uit van het ‘nu’. We kijken wat u nu aan pensioen moet hebben
opgebouwd en nog moet opbouwen,
om later het pensioen te krijgen dat u
nodig heeft.
Wolters Kluwer Nederland
heeft voor haar personeel een
speciaal gereduceerd tarief
afgesproken met EBC en FPC
Nederland, waar u financieel
onafhankelijk advies in kunt
winnen. De kosten van dit
advies komen voor uw eigen
rekening. De contactgegevens
van EBC en FPC Nederland zijn te
vinden op www.pensioen-wk.nl.
Financieel advies
nodig?
Als uw pensioen te laag is, zijn
wellicht aanvullende maat­
regelen nodig. Denk daarbij aan
zelf extra sparen, het afsluiten
van een lijfrente of uw hypotheek (gedeeltelijk) aflossen.
Heeft u een financieel advies
nodig?
Jaarbericht juli 2014 | Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland | 5
MYTHES OVER PENSIOEN
Over pensioen bestaan een heleboel
misverstanden. Drie pensioen-mythes:
waarom deze verhalen niet waar zijn.
Mythe 1: Het pensioen is 70% van uw
laatstverdiende salaris
U bouwt op dit moment pensioen op via een middelloonregeling.
Dat betekent dat uw uiteindelijke pensioen is gebaseerd op uw
gemiddelde salaris tijdens uw loopbaan. U bouwt elk jaar een stukje
van uw pensioen op. Als u meer gaat verdienen, bouwt u vanaf dat
moment ook meer pensioen op. Maar het pensioen dat u al heeft
opgebouwd wordt niet met terugwerkende kracht verhoogd.
Uw uiteindelijke pensioen is dus niet gebaseerd op uw laatst­
verdiende salaris. Tot 2005 werd er pensioen opgebouwd via een
(gedeeltelijke) eindloonregeling. Het doel van deze regeling was
wel ongeveer 70% van uw laatstverdiende salaris.
Mythe 2: De pensioenpot raakt op
Pensioenfondsen moeten voor iedereen – jong en oud – pensioen
reserveren. Als u over 30 jaar pensioen krijgt, moet het geld nu al
in kas zijn. Zo wordt er voor gezorgd dat de pensioenpot niet leeg
raakt. Natuurlijk had de financiële crisis, met de lage rente en de
matige beleggingsresultaten, invloed op onze financiële situatie.
En ook de stijgende levensverwachting zorgt voor extra kosten.
Hier wordt rekening mee gehouden door de pensioenen bijvoorbeeld
niet aan te passen aan de prijsstijgingen. En ook de veranderingen
in de pensioenregeling zorgen ervoor dat onze pensioenpot niet op
raakt. De angst van veel jongeren dat er voor hen straks geen pensioen
meer is, is dan ook niet terecht.
UITSLAG VERKIEZINGEN
VERANTWOORDINGSORGAAN
Bij de verkiezingen van het verantwoor­dings­
orgaan zijn zowel bij de kiesgroep deelnemers
als bij de kiesgroep gepensioneerden geen
tegenkandidaten gesteld. Daarmee zijn conform
het reglement voor het verantwoordingsorgaan
de door het bestuur voorgedragen kandidaten
gekozen als leden respectievelijk reserveleden
van het verantwoordingsorgaan, in de volgorde
waarin zij op de kandidatenlijst stonden.
Leden kiesgroep deelnemers:
De heer F.G. (Ciske) Visser
Wolters Kluwer
Alphen aan den Rijn
Mevrouw B. (Linda) Damen
Kluwer Law International
Reserveleden kiesgroep deelnemers:
De heer C.W.J. (Cor) Wellenberg
Kluwer Deventer
De heer J.H.M. (René) Timmerman
Kluwer Deventer
Leden kiesgroep gepensioneerden:
De heer J. (Jaap) van Dijk
Kluwer Deventer
De heer N.W.J. (Nico) van der Kleij
Kluwer Alphen aan den Rijn
Mythe 3: Toeslagverlening is niet belangrijk
De heer J. (Jan) Kamminga
Wolters-Noordhoff Groningen
Geld wordt elk jaar minder waard. Dat komt doordat de prijzen stijgen.
Dit noemen we inflatie. Stel nu dat de prijzen elk jaar met 2% stijgen.
Dan kunt u na 10 jaar voor hetzelfde geld ruim 20% minder kopen.
Dit geldt ook voor uw pensioen. Om ervoor te zorgen dat u met uw
pensioen evenveel kunt blijven kopen, heeft pensioenfonds WKNL
de ambitie elk jaar de pensioenen aan te passen aan de prijsstijgingen.
Dit noemen we toeslagverlening. De afgelopen jaren heeft pensioen­
fonds WKNL helaas geen toeslag kunnen verlenen. Onze financiële
situatie was daarvoor niet goed genoeg. Uw pensioen is hierdoor
minder waard geworden. Toeslagverlening is dus belangrijk om uw
pensioen op peil te houden! U heeft echter niet automatisch recht
op toeslagverlening en heeft hier ook nooit premie voor betaald.
Toeslagverlening moet gefinancierd worden uit het rendement dat
behaald wordt op de beleggingen. Het bestuur van het pensioenfonds
WKNL bepaalt jaarlijks of de financiële middelen toereikend zijn.
Mevrouw A. (Anneke) van
Rhijn-van der Veer
Wolters-Noordhoff Groningen
De heer G.J. (Gé) Gijzenij
Kluwer Deventer
Reserveleden kiesgroep gepensioneerden:
Mevrouw S.C. (Fieke) Verburg
Kluwer Deventer
De heer G.J. (Gerard) Vork
Wolters Kluwer Amsterdam
De heer W.J.M. (Wim) van der Hoorn
Samsom Alphen aan den Rijn
Mevrouw J.A.M. (José)
van der Meer-van der Zwet
Kluwer Alphen aan den Rijn
De heer H.J.A.D. (Huub Derk)
van der Staak
Kluwer Deventer
De heer H. (Henny) van Buren
Wolters Kluwer Italië
6 | Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland | Jaarbericht juli 2014
KORT VERSLAG VAN HET BESTUUR
EIND 2013 GEEN DEKKINGSTEKORT MEER
De dekkingsgraad is in 2013 gestegen. De belangrijkste oorzaak was de opgelopen rente,
maar ook de economische groei trok iets aan. Dit laatste zorgde voor een goed
rendement op aandelen. Omdat er eind 2013 geen dekkingstekort meer was, waren
aanvullende maatregelen niet nodig.
Financiële resultaten 2013
In 2013 werd een rendement op de beleggingen
behaald van 1,7%. In 2012 bedroeg het rende­
ment nog 15,0%. Het 5-jaarsgemiddelde
rendement bedraagt 9,1%. De belangrijkste
oorzaak van het lage rendement in 2013 was
het negatieve rendement op obligaties door
de stijging van de marktrente. Door de stijging
van de rente daalde echter ook de voorziening
pensioenverplichtingen, wat positief is voor
de dekkingsgraad. Door deze daling van de
voorziening en het goede rendement op
aandelen steeg de dekkingsgraad in 2013
van 103,4% naar 107,4%. Dit is boven het
minimaal vereiste niveau van 104,2%.
Evaluatie herstelplan: verlaging
van pensioenen niet nodig
Vanwege de lage dekkingsgraad eind 2008
moest in maart 2009 een herstelplan worden
opgesteld. Met name door de gestegen
levensverwachting in de afgelopen jaren, is ten
opzichte van dit oorspronkelijke herstelplan
een achterstand opgelopen (zie de grafiek op
deze pagina). Eind 2013 was echter wel een
herstel boven het eerder genoemde minimum
van 104,2% gerealiseerd. Op dat moment
waren er dus geen aanvullende maatregelen
nodig, zoals een bijstorting door de werkgever
Afdekken risico’s
In het beleggingsbeleid worden risico’s genomen om een rendement te halen dat
hoger is dan het zogenaamde risicovrije rendement (bijvoorbeeld het rendement op
Nederlandse staatsobligaties). Daarom wordt onder andere belegd in aandelen en
vastgoed. Een aantal risico’s waarvan op lange termijn geen extra rendement wordt
verwacht, wordt geheel of gedeeltelijk afgedekt. Dit geldt voor het valutarisico en het
renterisico. Volledige afdekking van het risico is echter vrijwel niet mogelijk.
of het verlagen van de pensioenen. Er is echter
per 31 december 2013 nog wel een reservetekort. Daarvoor moet de dekkingsgraad
stijgen tot boven vereiste niveau van 113,3%.
Tot en met mei 2014 steeg de dekkingsgraad
naar 110,7%. Volledig herstel is mogelijk in
één of twee jaar, maar is erg afhankelijk van
het rendement en een eventueel verdere
stijging van de levensverwachting.
(zie het kader “afdekken risico’s” op deze
pagina). Zonder het nemen van enig beleggingsrisico wordt het rendement te laag. Dit
rendement is nodig voor de geambieerde
toeslagverlening. Het bestuur maakt steeds
een zorgvuldige afweging tussen rendement
en risico.
Beleggingsbeleid
Gezien de nog steeds te lage dekkingsgraad
zal er de komende jaren niet of slechts in
beperkte mate toeslagverlening kunnen
plaatsvinden. Op basis van een uitgevoerde
continuïteitsanalyse mag bij de huidige dekkingsgraad slechts worden gerekend op een
gemiddelde toeslagverlening van ongeveer
50% van de ambitie over een periode van
15 jaar. Dit betekent een daling van de koopkracht in 15 jaar met 14%. In de slechtste
scenario’s kan de koopkracht in 15 jaar zelfs
met 32% dalen. Dit zal nog slechter uitpakken als de buffereisen voor pensioenfondsen
worden verhoogd, zoals in de pensioen­
plannen van de regering is opgenomen. In de
betere scenario’s wordt volledige toeslag­
verlening weer mogelijk.
Het bestuur voert een beheerst beleggingsbeleid. Zie voor de samenstelling van de
beleggingen per eind 2013 de grafiek hiernaast. Ten opzichte van het lange termijn
beleid wordt, in de periode dat het herstelplan van toepassing is, aanzienlijk minder
risico genomen bij de beleggingen. Niet alle
risico’s kunnen echter worden afgedekt
Ontwikkeling dekkingsgraad 2008-2018
150
140
Dekkingsgraad
130
120
110
104,2
100
90
80
70
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Herstelplan Feitelijk Minimum VerwachtBandbreedte
Verwachte toeslagverlening
(indexatie)
Uitvoeringskosten en kosten
vermogensbeheer
In het jaarverslag 2013 wordt inzicht gegeven
in de kosten van de uitvoering van de pensioen­
regeling en de vermogensbeheerkosten.
In de tabel hiernaast zijn de kosten kort
weergegeven. In vergelijking met andere
pensioenfondsen vallen de kosten van
pensioenfonds WKNL relatief gunstig uit.
Jaarbericht juli 2014 | Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland | 7
Kosten pensioenfonds 2013
Uitvoeringskosten
- per participant (in €)
- per participant exclusief
gewezen deelnemers (in €)
- in % van het gemiddeld
belegd vermogen
102
235
KERNGETALLEN UIT HET
JAARVERSLAG 2013
0,09%
(bedragen in € miljoen)
Kosten vermogensbeheer
(incl. transactiekosten)
- in € 1.000
- in % van het gemiddeld
belegd vermogen
2013
2012
2011
2010
2009
Aantal participanten
4.244
0,50%
- deelnemers
987
1.081
1.198
1.316
1.407
- gewezen deelnemers
4.354
4.555
4.599
4.668
4.767
- pensioengerechtigden
2.358
2.270
2.129
2.004
1.905
Totaal participanten
7.699
7.906
7.926
7.988
8.079
Premiepercentage
25,7%
25,7%
26,5%
26,0%
24,0%
Ontvangen premie
9,2
9,9
11,0
11,8
11,4
Kostendekkende premie (FTK)
9,2
10,2
11,2
10,8
11,0
27,6
26,6
25,3
24,1
22,9
- deelnemers
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
- gewezen deelnemers en
pensioengerechtigden
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,38%
Fondsvermogen
854,7
860,0
764,9
720,7
675,0
Voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening
795,8
831,4
782,1
686,8
606,8
58,9
28,6
-17,1
33,9
68,2
Nominale dekkingsgraad
107,4%
103,4%
97,8%
104,9%
111,2%
Minimaal vereiste dekkingsgraad
104,2%
104,2%
104,2%
105,0%
105,0%
Vereiste dekkingsgraad
113,3%
113,3%
112,5%
114,6%
115,9%
76,9%
70,1%
63,0%
72,9%
73,6%
2,7%
2,4%
2,7%
3,5%
3,9%
Benchmark
1,3%
12,7%
7,8%
7,7%
11,5%
Totaal jaarrendement
1,7%
15,0%
8,5%
8,8%
11,7%
3-jaarsgemiddelde
8,3%
10,7%
9,6%
1,8%
-0,6%
5-jaarsgemiddelde
9,1%
5,7%
3,0%
2,9%
3,5%
Samenstelling beleggingen 2013
Premies en uitkeringen
6%
32%
Pensioenuitkeringen
Toeslagverlening
62%
vastrentend
vastgoed
aandelen
Solvabiliteit
Duurzaam beleggingsbeleid
Pensioenfonds WKNL hecht veel waarde
aan een duurzaam beleggingsbeleid.
Daarbij wordt rekening gehouden met
het milieu, sociale aspecten en goed
ondernemingsbestuur. De externe
vermogensbeheerders is opgedragen
een actief beleid te voeren in het beïnvloeden van ondernemingen door ze te
wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. Dit heeft al geleid tot
veranderingen op het gebied van duurzaamheid bij ondernemingen. Een ander
element van dit beleid is de uitsluiting
van ondernemingen die controversiële
wapens produceren.
Meer informatie over dit onderwerp
vindt u op de website van het pensioenfonds www.pensioen-wk.nl en in het
jaar­verslag 2013.
Garantievermogen
Reële dekkingsgraad
Gemiddelde rente RTS
Rendement
8 | Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland | Jaarbericht juli 2014
KORT VERSLAG VAN
DE DEELNEMERSRAAD
De deelnemersraad heeft ook in 2013 geregeld overleg gehad met
het bestuur en het pensioenbureau. Het onderwerp ‘dekkingsgraad’
stond hierbij vaak centraal, mede omdat 31 december 2013 een
peildatum was voor de financiële situatie van het fonds en een
besluit over de hiervan af te leiden maatregelen. De deelnemers­
raad is voortdurend en goed op de hoogte gehouden van alle
ontwikkelingen en kon steeds over alle relevante stukken beschikken.
Ook in het afgelopen jaar is weer geparticipeerd in alle commissies van het pensioenfonds. Verder is een bijdrage geleverd
aan de definitieve samenstelling van de vragenlijst voor de
enquête risicobereidheid en pensioenbewustzijn, bestemd voor
alle participanten aan de pensioenregeling en was de deelnemers­
raad actief betrokken bij de evaluatie van de onderzoeksresultaten
en de communicatie. De juridische commissie van de deel­
nemersraad heeft de wijzigingen in de statuten en ook die in de
huishoudelijke reglementen van het fonds beoordeeld en een
positief advies uitgebracht.
Deskundigheidsbevordering
In het kader van de deskundigheidsbevordering zijn voor de leden
van de deelnemersraad sessies gehouden op het gebied van risico­
monitoring en over het nieuwe Pensioenakkoord. Aan de nieuwe
leden van de deelnemersraad werd de bestuursmap (met daarin
o.a. informatie over het pensioenfonds, fondsstukken en alle
commissies) ter beschikking gesteld en uitgelegd. Tevens hebben
de nieuwe leden de e-learning module compliancy en integriteit
van het Nederlands Compliance Instituut gevolgd. Ook de
reserveleden zijn hierbij steeds actief betrokken. Bij twee in de
loop van 2013 ontstane vacatures kon daardoor probleemloos
ingestroomd worden.
Communicatie naar de achterban
Het onderwerp pensioencommunicatie staat hoog op de agenda
van het pensioenfonds. Dit blijkt ook uit het rapport van de
­visitatiecommissie 2013-2014. Alle middelen die mogelijk zijn,
worden ingezet om met ‘de klant’ in contact te komen. Uit de grote
respons op de enquête risicobereidheid en pensioenbewustzijn
blijkt dat mensen steeds meer interesse krijgen in het ‘pensioen­
onderwerp’, mede omdat ze door de goede communicatie steeds
meer het (eigen) belang zien. De deelnemersraad is dan ook positief
gestemd over de communicatie uitingen van het pensioenfonds.
Deelnemersraad wordt
verantwoordingsorgaan
In de nieuwe bestuursstructuur die voortkomt uit (nieuwe) wetgeving, wordt de deelnemersraad per 1 juli 2014 omgevormd tot
het verantwoordingsorgaan. Hiervoor zijn inmiddels verkiezingen
geweest. De uitslag van deze verkiezingen heeft u kunnen lezen
op pagina 5.
Vragen?
Wilt u vragen richten aan de leden van het verantwoordings­
orgaan? Op de website van het pensioenfonds www.pensioen-wk.nl
vindt u de contactgegevens.
Heeft u uw pensioenoverzicht al bekeken?
Uw pensioenoverzicht is helemaal niet zo ingewikkeld als u denkt. U kunt
erop terugvinden hoeveel pensioen u al heeft opgebouwd en hoeveel
pensioen u bij uw pensionering zult ontvangen.
In mei 2014 heeft u, als u nu in dienst bent van Wolters Kluwer, uw Uniform
Pensioenoverzicht (UPO) ontvangen. Op dit overzicht vindt u onder het
kopje ‘Welk pensioen kunt u verwachten’ uw te bereiken pensioen en
uw opgebouwd pensioen.
Het staat er allemaal heel duidelijk, zodat u weet waar u straks op kunt
rekenen. En als u het niet begrijpt dan beantwoorden de medewerkers
van het pensioenbureau graag uw vragen (tel 0570-648081).
Nationaal Pensioenregister
Op de website www.mijnpensioenoverzicht.nl kunt u de belangrijkste
gegevens van uw UPO terugvinden, naast de voor u geldende bedragen
voor de AOW en eventuele pensioenaanspraken bij vorige werkgevers.
De site geeft ook een indicatie van de bruto-netto bedragen.
Pensioenspreekuur
Indien u vragen heeft over uw pensioen
kan het prettig zijn deze in een
persoonlijk gesprek te bespreken.
De collega’s in Deventer kunnen hiervoor
op elk gewenst moment binnenlopen
bij het pensioenbureau. Voor de collega’s
in Alphen aan den Rijn organiseren wij
regelmatig een zogenaamd pensioenspreekuur. Voor 2014 staan nog pensioen­
spreekuren gepland op donderdag 11
september en woensdag 3 december.
U kunt u hiervoor aanmelden bij het
pensioenbureau. Ongeveer een week
van tevoren zult u de aankondiging van
het pensioenspreekuur ook via uw mail
ontvangen.
U kunt natuurlijk ook terecht op
onze website www.pensioen-wk.nl
of bellen of mailen met het
pensioenbureau (0570-648081 of
[email protected]).
U bent ook van harte welkom om
langs te komen in Deventer
(Staverenstraat 15, kamer B0.15).
JAARVERSLAG
2013
Eind juni 2014 is het
jaarverslag 2013 van het
pensioenfonds gepubliceerd.
U kunt het jaarverslag
vinden op de website
van het pensioenfonds
(www.pensioen-wk.nl).
U kunt het jaarverslag ook
aanvragen: telefonisch
(0570-648084),
e-mail: (pensioenfonds@
wolterskluwer.nl) of
schriftelijk: Stichting
Pensioenfonds WKNL
Postbus 23
7400 GA Deventer