Longembolie - EKOS Corporation

Download Report

Transcript Longembolie - EKOS Corporation

EKOS Corporation
11911 North Creek Parkway South
Bothell, WA 98011 (Verenigde Staten)
EkoSonic® MACH4 Endovasculair Instrument
(en EkoSonic® Endovasculair Instrument)1
Gebruiksinstructies bij
Tel : +1 425-415-3100
Fax : +1 425-415-3102
E-mail: [email protected]
Longembolie
Onderdeelnr.: 6193-002 Rev B
Beoogd gebruik
Bestemd voor de behandeling van patiënten met longembolie met ≥ 50 % klontering in een
of beide longslagaderen of lobaire longaderen, en op basis van rechtszijdige hartdruk (druk
in longslagader ≥ 25 mmHg) of echocardiografisch onderzoek aangetoonde rechtszijdige
hartdisfunctie.
Geautoriseerd vertegenwoordiger:
KRAUTH medical KG (GmbH & Co.)
Wandsbeker Königstrasse 27- 29
22041 Hamburg, Duitsland
Gesteriliseerd met ethyleenoxide
Slechts voor éénmalig gebruik.
Niet Opnieuw Steriliseren.
Lees alle gebruiksaanwijzingen voor gebruik door.
Te gebruiken voor: De katheter mag niet worden gebruikt na
afloop van de aangegeven maand.
Dit systeem wordt beschermd door en/of gefabriceerd onder één of meer van de volgende
octrooien: US patentnummers 6.723.063, 6.585.678, 6.001.069, 7.220.239, 7.727.178,
6.979.293 en 7.828.762 en Europese octrooinummers. EP 1091699B1 en EP 1.453.425.
Andere US en buitenlandse octrooien in aanvraag.
Contra-indicaties
Dit systeem heeft een contra-indicatie wanneer een dergelijke ingreep, naar medisch oordeel
van de arts, de conditie van de patiënt in gevaar kan brengen.
Het gaat onder meer om de volgende aandoeningen:

Gecompliceerde vasculaire anatomie die veilig inbrengen van endovasculaire
instrumenten in de weg staat

Aandoeningen die in verband worden gebracht met een verhoogd risico op
bloedingen, zoals:
Reeds bekend siginficant risico op bloedingen
Actieve bloeding
Reeds bekende hemorragische diathese
Reeds bekende coagulatiestoornis (met vitamine K antagonisten en aantal
bloedplaatjes < 100.000/mm3)
Voorgeschiedenis van intracranieel of intraspinaal operatief ingrijpen of
trauma of intracraniële/intraspinale bloedingen
Intracranieel neoplasma, arterioveneuze misvorming of aneurysma
Recente (< 3 maanden) gastro-intestinale bloeding.
Recente (< 3 maanden) inwendige oogoperatie of hemorragische
retinopathie; recente (< 10 dagen) grote operatie, cataractextractie, trauma,
natuurlijke bevalling of andere invasieve ingreep
Ernstige hypertensie bij herhaalde metingen (systolisch > 180 mmHg of
diastolisch > 105 mmHg).
Voorzorgsmaatregelen

Krachtens de federale wetgeving (in de Verenigde Staten) mag dit apparaat uitsluitend
door of in opdracht van een arts worden gebruikt.

Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voorafgaand aan gebruik. Neem kennis
van alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen die in deze instructies zijn
vermeld. Het achterwege laten hiervan kan leiden tot complicaties.

Alleen artsen met een grondige kennis van angiografie en percutane interventionele
ingrepen mogen het EkoSonic endovasculair instrument gebruiken.

Dit instrument is ontwikkeld voor eenmalig gebruik.

Dit instrument is steriel en niet-pyrogeen verpakt. Voor gebruik dient de unit zorgvuldig
onderzocht te worden om na te gaan of de steriele verpakking en de inhoud ervan
tijdens verzending niet beschadigd zijn. Niet gebruiken wanneer verpakking geopend
of beschadigd is, of wanneer de afsluiting verbroken is; mogelijk is de inhoud niet
steriel en dit kan infecties veroorzaken bij de patiënt.

Voor inbrenging dient de IDDC doorgespoeld te worden.

Niet vooruitbewegen wanneer tegenstand gevoeld wordt zonder eerst de oorzaak van
de weerstand onder fluoroscopie vast te stellen en noodzakelijke herstelmaatregelen
te treffen. Overmatige druk tegen weerstand kan leiden tot beschadiging van het
instrument of de vasculatuur.
1
Het EkoSonic MACH4 endovasculaire instrument en EkoSonic endovasculaire instrument
onderscheiden zich van elkaar door de snelle pulsmodulatie-software; voor het gemak en de
leesbaarheid van deze gebruiksaanwijzing worden beide instrumenten aangeduid als de
EkoSonic endovasculaire instrumenten.
-8-
-1-



Als stroming door de IDDC beperkt wordt, probeer dan niet het instrument vrij te
maken door hoge druk-infusie. Raadplaag de door de fabrikant van de infusiepomp
verstrekte bedieningshandleiding voor instructies voor de bediening van de pomp.
Als geen stroming op gang kan worden gebracht, verwijder dan de IDDC (en MSD,
indien aanwezig) om de oorzaak van de obstructie vast te stellen en weg te nemen
of vervang de IDDC door een nieuw exemplaar van hetzelfde model.
De voerdraad moet door het te behandelen gebied heen gebracht zijn voordat wordt
geprobeerd op het instrument te plaatsen.
De cumulatieve ultrasone behandelduur dient beperkt te worden tot 24 uur per instrument.
Waarschuwingen

Controleer altijd of BEIDE elektrische connectoren van een koppel van MicroSonic
instrument (MSD) en Intelligent medicatieafgiftekatheter (IDDC) zijn verbonden aan
DEZELFDE Connectorinterfacekabel (CIC). Het niet correct verbinden van beide
elektrische connectoren van een MSD-IDDC-koppel aan dezelfde CIC kan leiden tot
bediening van het MSD bij een te hoge temperatuur, met mogelijke schade aan de
vasculatuur van de patiënt als gevolg.

Slechts voor éénmalig gebruik. Niet hergebruiken, opnieuw verwerken of opnieuw
steriliseren. Hergebruik, opnieuw verwerken of opnieuw steriliseren kan de structurele
integriteit van het instrument in gevaar brengen en/of resulteren in storing in het
instrument, wat weer kan leiden tot letsel voor patiënt, ziekte of overlijden. Hergebruik,
opnieuw verwerken of opnieuw steriliseren kan ook een risico van besmetting van het
instrument vormen en/of infectie of kruisinfectie van patiënt veroorzaken, inclusief maar
niet beperkt tot het overdragen van besmettelijke ziekte(n) van één patiënt op een andere.

Als het product beschadigd is of op enigerlei wijze onbruikbaar is, bewaar het product
dan en stel EKOS Corporation direct op de hoogte.

Haal nooit bloed terug in geneesmiddel-lumina; de lumina en openingen voor het
geneesmiddel kunnen verstopt raken.

Verbind de IDDC “Drug”- of “Coolant”-infusiepoorten niet aan een stroomvoeding.
Overschrijd per infusiepoort de 200 psi (1379 kPa) niet.

Breng nooit ultrasone energie over op de IDDC of MSD met het instrument in de lucht.

Activeer de ultrasone energieafgifte naar IDDC of MSD alleen als dit instrument in het
lichaam van de patiënt is geplaatst, de oplossing door het geneesmiddel-lumen
stroomt en de koelvloeistof door het koelvloeistoflumen stroomt. SCHAKEL DE
ULTRASONE ENERGIEAFGIFTE ALTIJD UIT ALVORENS HET MSD UIT DE IDDC
TE VERWIJDEREN. Doet u dit niet, dan kan oververhitting optreden, waardoor er
schade aan het MSD kan ontstaan en/of de behandeling kan worden onderbroken.
ALS EEN MSD OP DEZE MANIER WORDT BESCHADIGD EN ER VERVOLGENS
WORDT GEPROBEERD OM DE BEHANDELING MET HET MSD VOORT TE
ZETTEN, DAN KAN DIT RESULTEREN IN VAATLETSEL.

Tijdens normaal gebruik kan ultrasone trillingsenergie een temperatuurverhoging in het
behandelgebied veroorzaken. De oppervlaktetemperatuur van de katheter is begrensd
tot 43 °C.

Als een IDDC of MSD geknikt of anderszins beschadigd wordt tijdens gebruik, stop
dan met het gebruik en vervang het instrument.

Gebruik het MSD nooit met een ander katheter dan de IDDC.

Breng het MSD nooit bij een patiënt in zonder tevoren de IDDC te plaatsen.

Dompel de elektrische connectoren nooit onder in vloeistof.
Mogelijke complicaties

Vaatperforatie of ruptuur

Distale embolisatie van bloedklonters

Vaatkramp

Hemorragie

Hematoom

Pijn en gevoeligheid

Sepsis/Infectie

Tromboflebitis

Schade aan tricuspidalis- en longklep

Longinfarct door migratie van de tip en
spontane beknelling, luchtembolie
en/of trombo-embolie

Rechter bundeltakblok en volledig
hartblok











-2-
Infusieprocedure
De patiënt kan nu worden verplaatst naar de juiste zorgafdeling van het ziekenhuis en
volgens de gebruikelijke ziekenhuisnorm voor zorg onder toezicht worden gehouden.
Ter voorbereiding op het verplaatsen van de patiënt ontkoppelt u het instrument en beveiligt
u het voor het transport samen met de patiënt. Zodra de patiënt de afdeling bereikt waar de
patiënt tijdens de behandeling zal verblijven, zet u de controle-unit aan.
OPMERKING: Als er geen EKOS controlesysteemkaart beschikbaar is, druk dan de
oranje “Stop”-knop in op de controle-unit. Ontkoppel het instrument en beveilig het
voor het transport samen met de patiënt. Zodra de patiënt de afdeling bereikt waar de
patiënt tijdens de behandeling zal verblijven, sluit u de stroom aan en zet u de
controle-unit aan. De controle-unit zal opneiuw een zelftest uitvoeren en de timer van
de behandeling resetten. Druk op de groene “Stop”-knop om ultrasone overdracht te
herstarten.
Tijdens de behandeling kan de ultrasone trilling ieder moment worden onderbroken door op
de oranje “Stop”-knop te drukken. Om de ultrasone overdracht te herstarten drukt u op de
groene “Start”-knop.
Als de hoeveelheid koelvloeistof bijna is opgebruikt, onderbreek dan de behandeling met
ultrasone trilling voordat u de toevoer van koelvloeistof stopt om de zak koelvloeistof te
vervangen. De behandeling met ultrasone trilling mag worden hervat nadat de aanvoer van
koelvloeistof weer op gang is gebracht.
Vervolg
Wanneer de infusie-ingreep is afgerond, dient het EkoSonic endovasculair instrument onder
fluoroscopische geleiding verwijderd te worden.
1.
2.
3.
4.
5.
Ter voorbereiding op het verplaatsen van de patiënt drukt u op de oranje “Stop”-knop,
maakt u MSD en IDDC los van de CIC, ontkoppelt u de controle-unit en beveiligt u
deze voor transport samen met de patiënt.
Nadat de patiënt op de fluoroscopische tafel is gelegd, desinfecteert u MSD en IDDC
en verwijdert u het MSD.
Hierbij mag gebruik worden gemaakt van angiografie om toegang te verschaffen tot de
behandelzone.
Breng de voerdraad door de IDDC en verwijder dan zowel IDDC als de voerdraad;
mocht vaststaan dat vasculair ingrijpen noodzakelijk is, dan laat u de voerdraad op zijn
plaats voor de plaatsing van instrumenten voor die ingreep.
Na de ingreep dienen het verwijderen van de introducerschacht, bereiken van
hemostase en ontslag van patiënt volgens de geldende ziekenhuisstandaard voor zorg
te worden uitgevoerd.
Intimale disruptie
Arteriële dissectie
Vasculaire trombose
Bijwerkingen
Allergische reactie op contrastvloeistof
Arterioveneus fistel
Trombo-embolische episoden
Amputatie
Pneumothorax
Perforatie van de longslagader.
Hartritmestoornissen - deze komen
het meest voor tijdens het plaatsen,
verwijderen of volgend op
verplaatsing in het rechter ventrikel.
-7-
15.
16.
17.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Sluit de IV-lijn van de infusiepomp met infusievloeistof aan op de plugkraan aan de
fitting met het etiket “DRUG”. Draai de plugkraan om de IV-lijn te openen naar de lucht
en spoel de oplossing vanuit de infusiepomp door de plugkraan om alle lucht uit de lijn
te verwijderen. Draai de plugkraan om de IV-lijn aan te sluiten op het geneesmiddellumen. Stel de stroomsnelheid van de oplossing in (minimaal 5 ml/u - maximaal
35 ml/u) en zet de infusiepomp aan.
Sluit de IV-lijn van de infusiepomp met zoutoplossing aan op de plugkraan aan de
fitting met het etiket “Coolant”. Draai de plugkraan om de IV-lijn te openen naar de
lucht en spoel de zoutoplossing vanuit de infusiepomp door de plugkraan om alle lucht
uit de lijn te verwijderen. Draai de plugkraan om de IV-lijn aan te sluiten op het
koelvloeistoflumen. Stel de infusiesnelheid in op het maximum van 150 ml/u, tenzij de
patiënt dit vloeistofvolume niet kan verdragen, dan kan genoegen worden genomen
met een lager volume.Er dient echter wel minimaal een stroomsnelheid van 35 ml/u
worden aangehouden. Hoe hoger de infusiesnelheid van de koelvloeistof, hoe beter
het MSD wordt gekoeld. Het vermogen van de patiënt tot het verdragen van
vloeistoftoevoer dient de maximale hoeveelheid in de koelvloeistofstroom te bepalen.
Zet de koelvloeistofinfusiepomp aan.
Werking van het instrument
Plaats de controle-unit op een stevig oppervlak binnen 1,6 m (5 feet) van de patiënt.
Sluit de stroom op de unit aan volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing van de
controle-unit.
Schakel de stroom in. De controle-unit zal een zelftest doorlopen en dan
overschakelen op de “Ready Modus”.
Sluit de CIC aan op de controle-unit.
Sluit de IDDC-connector aan op de juiste connector op de CIC en beveilig die door de
IDDC-connector in de CIC-clip te drukken.
Sluit de MSD-connector aan op de juiste connector op de CIC en beveilig die door de
MSD-connector in de CIC-clip te drukken. De controle-unit zal automatisch een
elektrische controle van het MSD uitvoeren. Voor aanvullende informatie raadpleegt u
de gebruiksaanwijzing voor de controle-unit.
Druk op de groene “Start”-knop op de controle-unit. De gele “Ultrasone golven Aan”indicator zal langzaam gaan knipperen, net als de flitsende golven van het EKOS-logo
op het voorpaneelvan het instrument, en dit zal blijven knipperen zo lang de ultrasone
trilling aanstaat. De timer op de display start om de behandelduur bij te houden,
WAARSCHUWING: CONTROLEER ALTIJD OF BEIDE ELEKTRISCHE
CONNECTOREN VAN EEN MSD-IDDC-KOPPEL ZIJN VERBONDEN AAN
DEZELFDE CONNECTORINTERFACEKABEL (CIC). HET NIET CORRECT
VERBINDEN VAN BEIDE ELEKTRISCHE CONNECTOREN VAN EEN MSD-IDDCKOPPEL AAN DEZELFDE CIC KAN LEIDEN TOT BEDIENING VAN HET MSD BIJ
EEN TE HOGE TEMPERATUUR, MET MOGELIJKE SCHADE AAN DE
VASCULATUUR VAN DE PATIËNT ALS GEVOLG.
WAARSCHUWING: ACTIVEER DE ULTRASONE ENERGIEAFGIFTE NAAR HET
MSD-IDDC-KOPPEL ALLEEN ALS DIT INSTRUMENT IN HET LICHAAM VAN DE
PATIËNT IS GEPLAATST, DE OPLOSSING DOOR HET GENEESMIDDEL-LUMINA
STROOMT EN DE KOELVLOEISTOF DOOR HET KOELVLOEISTOFLUMEN
STROOMT. SCHAKEL DE ULTRASONE ENERGIEAFGIFTE ALTIJD UIT
ALVORENS HET MSD UIT DE IDDC TE VERWIJDEREN. DOET U DIT NIET, DAN
KAN OVERVERHITTING OPTREDEN, WAARDOOR ER SCHADE AAN HET MSD
KAN ONTSTAAN EN/OF DE BEHANDELING KAN WORDEN ONDERBROKEN.
ALS EEN MSD OP DEZE MANIER WORDT BESCHADIGD EN ER VERVOLGENS
WORDT GEPROBEERD OM DE BEHANDELING MET HET MSD VOORT TE
ZETTEN, DAN KAN DIT RESULTEREN IN VAATLETSEL.
WAARSCHUWING: ALS EEN IDDC OF MSD GEKNIKT OF ANDERSZINS
BESCHADIGD WORDT TIJDENS GEBRUIK, STOP DAN MET HET GEBRUIK EN
VERVANG HET INSTRUMENT.
WAARSCHUWING: GEBRUIK HET MSD NOOIT MET EEN ANDER KATHETER
DAN DE IDDC.
WAARSCHUWING: BRENG HET MSD NOOIT BIJ EEN PATIËNT IN ZONDER
TEVOREN DE IDDC TE PLAATSEN.
8.
Bevestig het MSD-IDDC-koppel met CIC veilig aan de patiënt met behulp van
standaardziekenhuistechnieken.
-6-
Levering/opslag

Inhoud: een EkoSonic endovasculair instrument, bestaande uit een Intelligent
medicatieafgiftekatheter (IDDC) en een MicroSonic instrument (MSD).

Zie etiket op verpakking voor specifieke productkenmerken (zoals werklengte,
voerdraad, introducerschacht en maat behandelzone).

Opslaan bij gecontroleerde kamertemperatuur.

Niet blootstellen aan organische oplosmiddelen, ioniserende straling of ultraviolet licht.

Gebruiken voorafgaand aan de uiterste gebruiksdatum op het etiket op de verpakking.
Beschrijving instrument
Het EkoSonic endovasculair instrument werkt op hoge frequentie (2-3 MHz) en laag
ultrasoon vermogen om het afleveren van trombolytica in de longembolie te faciliteren.
Het EkoSonic endovasculair instrument (figuur 1) bestaat uit een Intelligent
medicatieafgiftekatheter (IDDC) en een MicroSonic instrument (MSD) voor eenmalig gebruik
en een herbruikbare EkoSonic controle-unit of PT-3B controle-unit (hierna controle-unit
genoemd). Het instrument brengt de trombolytica en ultrasone trilling over op de
behandellocatie.De herbruikbare controle-unit voorziet het instrument van stroom en
functioneert als gebruikersinterface voor procesbeheer. Een herbruikbare, niet-steriele CIC
verbindt de controle-unit met het MSD en de IDDC.
Behandelzone
EkoSonic endovasculair
instrumentndovasculair
(MicroSonic instrument in een
Intelligent medicatieafgiftekatheter)
EkoSonic
Controle-unit
Connector
Interface
Kabel (CIC)
Figuur 1: EkoSonic endovasculair instrument en EkoSonic controle-unit (of PT-3B).
Werkingsprincipes
Het systeem genereert ultrasone energiegolven binnen het behandelgebied door middel van
de piëzo-elektrische geleiding van radiofrequente (RF) energie, die wordt gegenereerd door de
controle-unit. De ultrasone energie wordt straalsgewijs afgegeven vanuit het behandelgebied
in en door bloed, trombus of weefsel rondom het behandelgebied, binnen de longembolie van
de patiënt. De ultrasone energie werkt lokaal om de verspreiding van de toegediende
oplossing in het behandelgebied te vergroten.
Intelligent medicatieafgiftekatheter
De IDDC (figuur 2) is een multi-lumen catheter van 1,75 mm (5,3F) met een aansluitsysteem.
Raadpleeg de etiketten op de verpakking voor de werklengte en de maat van de behandelzone.
De schacht van de IDDC is opgebouwd uit drie kleine lumina die radiaal om een koelvloeistoflumen zijn gerangschikt voor het afleveren van trombolytica. Het koelvloeistof-lumen wordt
gebruikt voor het inbrengen van een voerdraad om toegang te krijgen tot de infusieplaats.
De voerdraad wordt dan uit het koelvloeistof-lumen verwijderd en vervangen door het MSD.
Het koelvloeistof-lumen kan worden gebruikt voor het injecteren van contrastvloeistof wanneer
de voerdraad of MSD niet is ingebracht. In de geneesmiddel-lumina zijn verstevigingsdraden
aangebracht om de IDDC en ingekapselde thermokoppels, die continu de temperatuur meten
in de behandelzone, er beter door te kunnen duwen en trekken.
De distale lengte van de IDDC, gemarkeerd met een radio-opaque merkteken aan zowel het
distale als proximale uiteinde, is de 'behandelzone'. Binnen de behandelzone zijn de
buitenwanden van de geneesmiddel-lumina geperforeerd met gaatjes die zijn vormgegeven
om trombolytica langs en om de te behandelen lengte af te leveren. De geneesmiddellumina zijn aan het distale uiteinde van het infusiegebied gesloten.
-3-
Het proximale uiteinde van de IDDC is een aansluitstuk. Twee luer-connectoren zijn gemerkt
met gekleurde etiketten om onderscheid te maken tussen het geneesmiddel-lumen (“DRUG”
in rode letters) en het koelvloeistoflumen (“COOLANT” in blauwe letters). Een luer voor het
koelvloeistoflumen maakt het mogelijk om een voerdraad of het MSD door het
koelvloeistoflumen te voeren, of om een injectiespuit voor contrastvloeistof aan te sluiten.
Een elektrische connector heeft een grijze kleurcode voor aansluiting op de controle-unit.
Koelvloeistoflumen
Vasculaire toegang
1.
Maak twee infusiepompen gereed volgens de gebruiksinstructies van de fabrikant.
Prepareer een pomp met gehepariniseerde zoutoplossing. Prepareer de tweede pomp
volgens de instructies van de fabrikant met de oplossing die moet worden geïnfuseerd.
Voor een correcte infusie en om de kans op alarm bij de infusiepompen zo klein
mogelijk te houden, dient de infusiedruk op de pompen op de hoogste waarde te
worden ingesteld die binnen het ziekenhuisbeleid is toegestaan.
WAARSCHUWING: SLUIT DE IDDC “DRUG”- OF “COOLANT”-INFUSIEPOORTEN
NIET AAN OP EEN STROOMVOEDING. OVERSCHRIJD PER INFUSIEPOORT DE
200 PSI (1379 kPa) NIET.
Behandelzone
2.
Koelvloeistofpoort
Geneesmiddel
Infusiepoort
Elektrische
Connector
Figuur 2: Intelligent medicatieafgiftekatheter (IDDC).
MicroSonic instrument
Het MicroSonic instrument (figuur 3) bevat tot dertig volledig ingekapselde, radio-opaque,
piezo-elektrische, keramische ultrasoon-transductoren langs de distale langte van de
schacht. De transductoren stralen ultrasone energie uit langs de as van de behandelzone.
Verkrijg veneuze toegang en plaats een 2,0 mm (6F) of grotere schacht in of door het
rechteratrium via uw standaardwerkwijze.
Prepareren en plaatsen van IDDC en MSD
3.
Bepaal de lengte van de te behandelen trombus met fluoroscopie, angiografie of zorg
vooraf voor computerbewerkingen van tomografie-afbeeldingen. Kies dan een instrument
met een behandelzone die even lang of ongeveer even lang is. Met andere woorden als
de trombus 6 cm lang is, gebruikt u een katheter met een behandelzone van 6 cm.
4.
Haal de zajes uit de doos en plaats de inhoud van de zakjes met een steriel techniek
op het steriele veld.
5.
Haal de IDDC van de beschermende rol.
6.
Bevestig plugkranen in de luerfittingen met de markering “Coolant” en “Drug”.
7.
Bevestig een injectiespuit met heparine aan de plugkraan op het geneesmiddel-lumen
en spoel het lumen door. Het primair volume van de geneesmiddel-lumina is:
106 cm = 0,6 ml, 135 cm = 0,75 ml. Zorg ervoor dat er vloeistof komt uit de meeste
distale gaatjes in de katheter vlakbij radio-opaque markering. Sluit de plugkraan om de
heparine “op te sluiten” in de katheter en verwijder de injectiespuit.
WAARSCHUWING: HAAL NOOIT BLOED TERUG IN GENEESMIDDEL-LUMINA.
Elektrische
connector
8.
Behandelzone
Bevestig een injectiespuit met gehepariniseerde zoutoplossing aan de plugkraan op het
koelvloeistoflumen. Injecteer zoutoplossing tot er zoutoplossing uit de koelvloeistoflumenluer stroomt. Leg een vinger op de koelvloeistoflumen-luer en injecteer zoutoplossing tot
er zoutoplossing uit het distale uiteinde van de IDDC komt. Zorg ervoor dat er geen
luchtbellen achterblijven in de IDDC door de plugkraan op de IDDC te sluiten.
WAARSCHUWING: SLUIT DE IDDC “DRUG”- OF “COOLANT”-INFUSIEPOORTEN
NIET AAN OP EEN STROOMVOEDING. OVERSCHRIJD PER INFUSIEPOORT DE
200 PSI (1379 kPa) NIET.
Aansluiting MSD
op IDDC
9.
Figuur 3: MicroSonic instrument (MSD).
Het MSD bevat zowel verstevigingsdraad om beter te kunnen duwen en trekken door de
IDDC als elektrische contactpunten die de transductoren verbinden met een connector aan
het proximale uiteinde. Deze connector is verbonden aan de CIC, die weer verbonden is met
de controle-unit.
EkoSonic controle-unit (of PT-3B controle-unit)
De controle-unit levert elektrisch vermogen aan de gebruikersinterface en zorgt voor
monitoring van het instrument via de niet weg te werpen CIC. Voor aanvullende informatie
raadpleegt u de gebruiksaanwijzing voor de controle-unit.
Ingreep
Voor u met de ingreep begint, controleert u of de volgende componenten van het systeem
aanwezig zijn:

Controle-unit

Connectorinterfacekabel (CIC)

MicroSonic instrument (MSD).

Intelligent medicatieafgiftekatheter (IDDC)
10.
11.
12.
WAARSCHUWING: DOMPEL DE ELEKTRISCHE CONNECTOREN NOOIT ONDER
IN VLOEISTOF.
13.
14.
-4-
Breng een standaardlengte voerdraad met een maximum diameter van 0,89 mm
(0,035 inch) in de IDDC of haal de IDDC terug over een lengte van de voerdraad die al
op de juiste plek door de behandelzone loopt.
Breng de IDDC onder fluoroscopische geleiding in positie door de behandelzone.
De distale radio-opaque markering bevindt zich nabij de distale tip van de IDDC.
De proximale radio-opaque markering bevindt zich nabij het proximale uiteinde van de
behandelzone. Wanneer de IDDC met succes is geplaatst kan de voerdaad voorzichtig
uit de IDDC verwijderd worden.
Bevestig een 10 ml injectiespuit met gehepariniseerde zoutoplossing aan de plugkraan
op het koelvloeistoflumen. Zuig vloeistof op tot er bloed verschijnt om er zeker van te
zijn dat het koelvloeistoflumen geen bellen bevat. Spoel met zoutoplossing. Het
primaire volume van het koelvloeistoflumen is: 106 cm = 1,5 ml, 135 cm = 1,9 ml. Draai
de plugkraan om de IV-lijn van de koelvloeistof aan te sluiten op het koelvloeistoflumen
en verwijder de injectiespuit.
Haal het MSD van de beschermende rol en bevochtig de buitenzijde van het MSD met
gehepariniseerde zoutoplossing; ga behoedzaam te werk om knikken in het instrument
te voorkomen.
Breng het MSD in het koelvloeistoflumen van de IDDC en zorg ervoor dat het MSD niet
wordt geknikt als het vooruit wordt geschoven.
Wanneer het MSD volledig in de IDDC is geschoven, sluit dan de luerconnector van
het MSD aan op de luerfitting van de IDDC.
-5-