LM leraren info_museumles_prehistorie en romeinse

Download Report

Transcript LM leraren info_museumles_prehistorie en romeinse

Prehistorie en Romeinse tijd
UITVINDINGEN UIT HET
VERRE VERLEDEN
Museumles Uitvindingen uit het verre verleden
Informatie voor leerkrachten
basisonderwijs groepen 5 en 6
WWW.LIMBURGSMUSEUM.NL
WAT JE ZIET, BEN JE ZELF
Algemene
informatie
GROEP 5 EN 6
MUSEUMLES – UITVINDINGEN UIT HET
VERRE VERLEDEN
1 Algemene informatie
Doelgroepen
Basisschool groepen 5 en 6
Doelen museumles
De leerlingen
1. maken kennis met originele objecten uit de prehistorie en Romeinse tijd in Limburg;
2.leren dat de mensen in de prehistorie afhankelijk waren van de natuur;
3.leren dat de Romeinse cultuur veranderingen in de boerensamenleving bracht;
4.kunnen aangeven dat een aantal ontdekkingen direct invloed had op het dagelijks leven van de groepen;
5.kunnen aangeven dat de bevolkingsgroepen in de prehistorie én in de Ro
meinse tijd een andere levenswijze hadden;
6.maken kennis met de wetenschap archeologie.
Kerndoelen
Oriëntatie op jezelf en de wereld – Tijd
Kerndoel 51: De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze
leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Kerndoel 52: De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken:
Jagers en boeren; Grieken en Romeinen.
Kerndoel 53: De leerlingen leren over de belangrijkste historische personen en gebeurtenissen
uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
Kunstzinnige oriëntatie
Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten
van cultureel erfgoed.
Opzet en inhoud
De leerlingen worden door de educatief medewerker ontvangen. Na een korte oriëntatie volgt
een rondleiding door de twee tijdvakken. Vervolgens maken de leerlingen in groepjes een doeen ontdekkingstocht met spelelementen waarin de uitvindingen centraal staan. Na afloop volgt
de evaluatie; zijn ze geslaagd als uitvinder?
|2
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
Omvang groep, begeleiding en duur
• Duur: ± 2 uur.
• Groepsgrootte: maximaal 35 leerlingen.
• De leerlingen zijn door u al in acht groepen verdeeld, met elke een eigen rol.
• Om het bezoek goed te laten verlopen, kan het handig zijn dat elk groepje wordt begeleid door een volwassene.
Samenvatting van de presentaties
Prehistorie in Limburg 250.000 – 58 v. Chr.
In deze museumzaal komen de verschillende samenlevingen in de prehistorie aan bod. Die lange periode wordt in chronologische volgorde verdeeld: vroege steentijd, late steentijd, bronstijd
en ijzertijd.
Romeinen in Limburg 58 v. Chr. – 400 na Chr.
Door de komst van de Romeinen verandert de eeuwenoude boerensamenleving die gericht was
op zelfvoorziening. Er worden grote boerderijen gebouwd om de soldaten aan de grens van
voedsel te voorzien en er ontstaat een infrastructuur. Er komen verschillende sociaal-maatschappelijke groepen zoals de ambachtslieden, de (inheemse) boeren, de militairen, de burgers
en de villaeigenaren. De inheemse bevolking neemt gebruiken over van de Romeinen
(romanisering) en de Romeinen maken gebruik van inheemse goden.
Verdelen in groepen
In aansluiting op de thema’s in de museumzalen worden de leerlingen tijdens de museumles
verdeeld in de volgende acht groepen. Het thema is voor iedere groep uitvindingen.
Groep 1 Jagers/voedselverzamelaars uit de vroege steentijd (250.000-5300 v. Chr.)
Stenen notenkraker.
Groep 2 Eerste boeren uit de late steentijd (5300-2000 v. Chr.)
Maalsteen.
Groep 3 Boeren uit de bronstijd (2000-800 v. Chr.)
Bronzen bijl.
Groep 4 Boeren uit de ijzertijd (800-58 v. Chr.)
IJzeren zwaard.
Groep 5 Boeren uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 na Chr.)
Fibula (Romeinse kledingspeld).
Groep 6 Ambachtslieden / handelaren uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 na Chr.)
Draaischijf.
Groep 7 Militairen uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 na Chr.)
Maliënkolder.
Groep 8 Burgers/villabewoners uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 na Chr.)
Vloerverwarming.
|3
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
2 Achtergrond
In dit hoofdstuk vindt u de nadere uitwerking van de onderdelen in de tentoonstelling, waaraan
de verdeling in acht groepen gekoppeld is, compleet met specifieke leerdoelen tijdens de museumles en bronnen in de tentoonstelling.
Uitwerking van de groepen
Inleiding
De verschillen tussen de samenlevingen hebben we vereenvoudigd. Dit doen we door voor
iedere hoofdgroep een nieuw typisch gebruiksvoorwerp (een uitvinding) centraal te stellen.
• Een uitvinding brengt immers verandering in de samenleving. Denk aan de computer. Ook de blaasbalg heeft een verandering teweeggebracht. Toen pas konden hogere temperaturen verkregen worden, waardoor bijvoorbeeld ijzererts kon smelten en het smeden van een ijzeren zwaard mogelijk was.
• De meeste voorwerpen worden echter niet op één moment uitgevonden, maar zijn het gevolg van een langzame ontwikkeling in de samenleving. Tijdens de evolutie van de mens zijn we ooit twee stenen als een notenkraker gaan gebruiken. Ook de bronzen bijl is niet plotseling uitgevonden. De ontwikkeling van brons als een legering van tin en koper zal vooraf gegaan zijn door een experimenteerperiode.
• Bovendien namen groepen mensen door onderlinge contacten elkaars uitvindingen over. De boeren uit het oosten, die zich tijdens de late steentijd in het Maasland vestigden, gebruikten een maalsteen. De inheemse jagers pasten zich aan. En de fibula (broche), draaischijf, maliën
kolder en vloerverwarming kwamen voort uit de Romeinse cultuur.
Groep 1 Jagers/voedselverzamelaars uit de vroege steentijd (250.000 – 5300 v. Chr.)
In de vroege steentijd verandert het landschap sterk onder invloed van de ijstijden. Vanaf
250.000 jaar geleden trekken groepen jagers en voedselverzamelaars rond. Hun trekroute wordt
bepaald door de nabijheid van water en jachtwild. Aan het einde van de oude steentijd legt men
zich steeds meer toe op de rendierjacht. Dit wijst op specialisatie. In de midden steentijd wordt
het verzamelen van knollen en vruchten steeds belangrijker. De contacten over lange afstand
nemen toe. Dit is van wezenlijk belang om toegang te krijgen tot andere gebieden in tijden van
voedselschaarste. De rondtrekkende groepen bestaan uit 25 personen. Ze maken deel uit van
grotere gemeenschappen van ongeveer vijfhonderd mensen met wie ze verwant zijn.
Stenen notenkraker
Men gebruikt veel vuursteen, bijvoorbeeld om noten mee te kraken. De vuursteen is te vinden
op de Maasoevers. De midden steentijd wordt gekenmerkt door de opkomst van een nieuwe
techniek van vuursteenbewerking. Door op een vuursteenknol te slaan, krijgt men afslagen die
als krabbers of stekers gebruikt worden. Bij de nieuwe techniek speelt het toeval een kleinere
rol. Vuursteen wordt veel bewuster gevormd tot een werktuig. Men kan klingen maken die
groter, dunner en scherper zijn. Deze klingen worden gevat in hertshoorn of hout en worden
gebruikt als messen.
Leerdoelen museumles
De leerlingen
- ervaren dat men met stenen een noot kan kraken en van vuurstenen werktuigen gemaakt
werden;
- leren dat de eerste mensen afhankelijk waren van de natuur en kunnen hier voorbeelden van
geven, zoals tijdens de seizoenen met de rendieren mee trekken en een gedood rendier helemaal
gebruiken voor voedsel, kleding en werktuigen.
|4
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
Groep 2 Eerste boeren uit de late steentijd (5300 – 2000 v. Chr.)
Maalsteen
Boeren uit het oosten vestigen zich op de vruchtbare lössgronden in Zuid-Limburg als kolonisten. Ze brengen een aantal nieuwe technieken mee: het bewerken van akkers, het bouwen van
houten boerderijen en het houden van vee. Verder maken ze aardewerk met versieringsmotieven in horizontale banden (bandkeramiek), hakwerktuigen en maalstenen die volledig onbekend waren bij de inheemse jagersbevolking. De jagers in het Maasdal passen zich snel aan de
bandkeramiekers aan.
De vuursteenmijnen van Rijckholt
In de omgeving van Rijckholt is vanaf ongeveer 3950 v. Chr. op grote schaal vuursteen gewonnen. Dit gebeurt in dagbouw en mijnbouw. Men vermoedt dat er in Rijckholt ongeveer
drieduizend schachten zijn gegraven. Enkele van deze gangen zijn onderzocht en het blijkt
dat deze gegraven zijn met vuurstenen hakken, houwelen en hertshoornen koevoeten. In
totaal zijn in de mijnschachten meer dan vijftienduizend hakken en houwelen gevonden. De
beste vuursteenknollen worden bovengronds bewerkt tot halffabrikaten van bijlen. Na ruil of
schenking worden deze dan verder geslepen en vervolgens geschacht in hout of hertshoorn. Uit
berekeningen blijkt dat gedurende de nieuwe steentijd miljoenen bijlen zijn vervaardigd uit de
Rijckholt-vuursteen.
Leerdoelen museumles
De leerlingen
- kunnen aangeven dat mensen in de loop van de tijd het akkerland bewerkten en zelf vee hielden om aan voedsel te komen;
- ervaren hoe de eerste boeren graan maalden;
- leven zich in hoe je in een vuursteenmijn moest werken;
- kunnen aangeven dat doden grafgiften meekregen.
Groep 3 Boeren uit de bronstijd (2000 – 800 v. Chr.)
Bronzen bijl
Ongeveer 4000 jaar geleden komt de import van koper en brons uit Groot-Brittannië en midden-Europa op gang. Brons, een legering van koper en tin, is een schaars en veelgevraagd metaal. Steeds meer sieraden, gebruiksvoorwerpen en wapens worden echter uitgevoerd in brons.
Lokale hoofdmannen is er alles aan gelegen om de import ervan onder controle te krijgen. Vanaf het moment dat de import van brons op gang komt, worden bijlen, pijlpunten en sikkels in
brons uitgevoerd. Er ontstaan ook nieuwe voorwerpen zoals zwaarden, naalden en armbanden.
Tijdens de late bronstijd is meer brons beschikbaar. Er ontstaat een lokale bronsindustrie in het
Nederrijngebied. Er worden kokerbijlen gemaakt, die soms zo dunwandig zijn dat ze nooit als
bijl gebruikt kunnen zijn. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze gemaakt als prestigeobject om te offeren.
Leerdoelen museumles
De leerlingen
- kunnen aangeven, dat brons een legering van koper en tin is, die niet lokaal aanwezig waren;
- leren, dat brons gieten in verschillende stadia gebeurt;
- kunnen aangeven dat er rondtrekkende bronssmeden waren;
- maken kennis met originele bronzen voorwerpen;
- kunnen zich voorstellen dat mensen niet alleen begraven werden maar ook gecremeerd en dat
een urn werd bijgezet in een grafheuvel.
Groep 4 Boeren uit de ijzertijd (800 – 58 v. Chr.)
IJzeren zwaard
IJzer wordt gewonnen uit lokaal aanwezig ijzeroer. Dit erts wordt samen met houtskool gestookt. Het vuur wordt met blaasbalgen opgestookt. Na verloop van tijd smelt het zand en
begint als lava de oven uit te lopen. Het ijzer blijft achter in de oven. Experimenten hebben
aangetoond dat van elke kilo ijzererts ongeveer 350 gram ijzer kan worden gewonnen. Deze
ovens worden bij archeologisch onderzoek niet teruggevonden omdat ze bovengronds werden
|5
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
gebouwd en ook meteen weer werden afgebroken om het ijzer eruit te halen.
Evenals in de bronstijd zien we de gewoonte om wapens en sieraden te offeren in rivieren en
vennen. Bij de monding van de Roer is zo’n cultusplaats geweest. Hier zijn zwaarden uit de late
ijzertijd, een Romeinse ketel en een Romeinse wijsteen opgebaggerd.
Leerdoelen museumles
De leerlingen
- kunnen aangeven hoe ijzererts gesmolten werd;
- leren dat ijzererts lokaal aanwezig was;
- maken kennis met originele ijzeren voorwerpen;
- kunnen zich voorstellen dat ijzertijdboeren zwaarden offerden voor bijvoorbeeld een goede
oogst;
- ontdekken dat slingerkogels werden gebruikt als lange afstandswapens;
- leren dat urnen verschillende versieringen hebben.
Groep 5 Boeren uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 n. Chr.)
Romanisering
Binnen de plattelandssamenleving in het Limburgse Maasdal verandert veel met de komst
van de Romeinen. In de eerste eeuw zijn de contacten tussen de Romeinse overheersers en de
inheemse boeren nog sporadisch. Later worden de gevolgen voor de boerengemeenschappen
groter. Veel boerenzonen worden opgeroepen voor het Romeinse leger, er moet belasting worden betaald en de landbouw wordt steeds grootschaliger door de villabedrijven.
In het dagelijks leven worden Romeinse gebruiken overgenomen. Dit maatschappelijke proces
heet romanisering.
Fibula
Ook op het gebied van de kleding neemt de inheemse bevolking Romeinse gebruiken over.
Als ze het zich kunnen veroorloven draagt vooral de vrouwelijke Romeinse elite felgekleurde
kleding. Ze dragen ook sieraden, zoals ringen, haarspelden, oorbellen en halskettingen. Mannen en vrouwen hebben broches en sierspelden (fibula’s) nodig om hun wijde kleding bijeen te
houden. Bij de boerenbevolking zijn Romeinse sieraden eveneens populair.
In de boerengehuchten blijft echter ook veel hetzelfde. Men blijft in houten boerderijen wonen
onder één dak met het vee. Nog steeds combineert men veehouderij met akkerbouw. De ruilhandel (zonder muntgeld) tussen de boeren onderling blijft gebruikelijk.
Leerdoelen museumles
De leerlingen
- leren dat door de komst van de Romeinen de boerensamenleving te maken kreeg met de
aanwezigheid van militairen, de vestiging van ambachtslieden in dorpen en Romeinse burgers;
- ontdekken dat boeren als vanouds onder één dak leefden met het vee;
- kunnen zich voorstellen dat de boeren Romeinse gebruiken in het dagelijks leven overnamen.
Ze kunnen daar enkele voorbeelden (fibula, wrijfschaal) van geven.
Groep 6 Ambachtslieden uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 n. Chr.)
Draaischijf
De aardewerkproductie verandert door de introductie van de draaischijf. Door de aanwezigheid
van duizenden Romeinse militairen ontstaat vraag naar kruiken, wrijfschalen, borden en voorraadvaten.
Handel
De militairen betalen in muntgeld en laten wijn en vissauzen importeren. De handel concentreert zich in de grote steden en de vele kleine dorpen die ontstaan langs de Romeinse wegen.
In Limburg liggen geen grote Romeinse steden, wel zijn er veel zogenaamde wegdorpen:
Heerlen (Coriovallum), Maastricht, Venlo, Melick (Mederiacum), Heel (Catualium) en Blerick
(Blariacum). In die dorpen wonen ambachtslieden die als smid, timmerman of pottenbakker
|6
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
werken. Verder is in de dorpen regelmatig een markt waar boeren uit de streek en handelaren
uit de stad hun producten kopen en verkopen.
Leerdoel museumles
De leerlingen
- leren dat door de ontdekking van de draaischijf een pottenbakker meer en andere potten kon
bakken;
- weten dat ambachtslieden zich vestigden op knooppunten van wegen;
- maken kennis met originele Romeinse munten.
Groep 7 Militairen uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 n. Chr.)
Het Maasdal is in de vroeg-Romeinse tijd een belangrijke verbindingsroute tussen Tongeren en
de legerkampen in Nijmegen en Xanten. Er worden pogingen ondernomen om het Germaanse
gebied tot aan de rivier de Elbe te veroveren. Nadat drie Romeinse legioenen (achttienduizend
man) in een hinderlaag zijn gelopen, besluit keizer Claudius de Rijn als rijksgrens te nemen.
Maliënkolder
Op diverse plaatsen in het Maasdal zijn voorwerpen van militairen gevonden: delen van hun
wapenuitrusting, paardentuig en bepaalde kledingspelden. Romeinse soldaten dragen speciaal
ontworpen helmen. Behalve de hoofdbedekking hebben ze een halsbeschermer en wangkleppen. Ze dragen ook een pantser, gemaakt van metalen platen met scharnieren of van maliën
(metalen ringetjes), de maliënkolder. Een soldaat wordt beschermd door zijn schild. Deze
bestaat uit dunne reepjes hout die aan elkaar gelijmd zijn. Op de houtlaag wordt vilt of leer geplakt. Het belangrijkste wapen van een Romeinse soldaat is een kort zwaard met een kling van
ongeveer vijftig centimeter. Verder draagt hij ook een dolk en lansen.
Leerdoelen museumles
De leerlingen
- weten dat de rivier de Rijn de grens vormde van het grote Romeinse rijk;
- weten dat op knooppunten van wegen militaire wachtposten waren;
- kunnen zich voorstellen welke uitrusting een soldaat had;
- maken kennis met voorwerpen met een Romeins opschrift.
Groep 8 Burgers / villabewoners uit de Romeinse tijd (58 v. Chr. – 400 n. Chr.)
Vloerverwarming
Burgers kunnen stemmen voor de gemeenteraad van de hoofdplaats, bijvoorbeeld Xanten.
Rijke Romeinse burgers bezitten een villa. Een villa is een boerderij die deel uitmaakt van het
Romeinse sociaal-economische systeem. Het zijn grootschalige, marktgerichte landbouwbedrijven. Een villa bestaat uit een hoofdgebouw dat bewoond wordt en bedrijfsgebouwen. In de
tweede eeuw voert men het hoofdgebouw uit in natuursteen en is het voorzien van dakpannen,
muurschilderingen en een badkamer met een ondergrondse centrale verwarming (hypocaustum). Hete lucht uit een oven wordt daarbij onder de verhoogde vloer en achter de muren van
de ruimten geblazen.
Leerdoelen museumles
De leerlingen
- leren dat door de ontdekking van vloerverwarming het woongenot groter werd;
- weten dat burgers bezitters waren van grote landbouwbedrijven;
- kunnen zich voorstellen hoe een villa eruit zag;
- weten dat mannelijke burgers soms een toga droegen;
- ervaren hoe een toga gedragen werd;
- kunnen een voorbeeld geven van de Romeinse religieuze beleving.
|7
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
3.Voorbereiding / verwerking op school
Inleiding
De museumles kent een optimaal leereffect wanneer op school een degelijke voorbereiding en
verwerking plaatsvinden. In dit hoofdstuk willen we u enkele activiteiten in de vorm van een
lessencyclus aanbieden.
Hoewel u vrij bent om een selectie te maken, worden als minimale voorbereiding activiteit 4
aanbevolen. De leerlingen worden daarbij verdeeld over acht verschillende hoofdgroepen.
De verschillen tussen de samenlevingen hebben we voor de leerlingen vereenvoudigd. Dit doen
we door voor iedere hoofdgroep een nieuw typisch gebruiksvoorwerp (een uitvinding) centraal te
stellen. Zie hiervoor ook hoofdstuk 2.
Activiteiten
1 Elke leerling krijgt een rol (werkblad 4)
Ter minimale voorbereiding:
U kunt het werkblad gebruiken bij het verdelen van de verschillende rollen.
Belangrijk is dat alle acht hoofdgroepen vertegenwoordigd zijn en dat de leerlingen evenredig
verdeeld worden.
Kopieer eventueel werkblad 4 voor elke leerling. Dit is een kennismaking met de verschillende
rollen voor de museumles. Laat ze elk tijdsvlak (5 periodes. Romeinen als een tijdsvlak gerekend) een andere kleur geven (zie suggestie 3).
2 Uitvindingen nu (werkblad 1) Dit werkblad afdrukken als A3
Suggestie ter voorbereiding:
Benodigdheden: voor elke leerling een blaadje, een kopie van werkblad 1 en een potlood/pen.
Houd een leergesprek over uitvindingen. Veel voorwerpen om ons heen bestonden vroeger
niet. Ze zijn ooit uitgevonden. Bijvoorbeeld het bordkrijt. Laat de leerlingen uitvindingen
aanwezig in het klaslokaal op hun blaadje schrijven. In een afsluitend klassikaal gesprek wordt
duidelijk hoeveel voorwerpen ooit zijn uitgevonden. Welke voorwerp zou je niet meer willen
missen? Teken dat in het hokje bij het jaar 2000 van de tijdbalk op werkblad 1.
3Uitvindingen uit het verre verleden (werkbladen 1 en 2)
Suggestie ter voorbereiding:
Benodigdheden: voor elke leerling een kopie van werkbladen 1 en 2, kleurpotloden, een schaar
en plaksel.
Bespreek de tijdbalk op werkblad 1. Laat elke periode inkleuren. Deze kleuren komen terug
tijdens de museumles.
Vroege steentijd bruin
Late steentijd
grijs
Bronstijdrood
IJzertijdblauw
Romeinse tijd
groen
Hoe zou men over vijfhonderd jaar onze tijd noemen? Computertijd? Laat de leerlingen onze
tijd ook een naam geven. De indeling en benaming van de andere tijdvakken is ook pas later
door de mensen gegeven! Waarom hebben we die vroegere periodes zo genoemd?
Vertel kort iets over elke periode (zie achtergrondinformatie hoofdstuk 2). Betrek de genoemde
mensen uit de ballonnetjes erbij. Geef elk ballonnetje dezelfde kleur als van de tijdbalk. Wat
zouden de mensen uit elke periode hebben uitgevonden? Ook heel veel. Van elke periode geeft
werkblad 2 één voorbeeld. Van de Romeinse tijd staan echter vier voorbeelden afgebeeld. Er
|8
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
waren toen verschillende gespecialiseerde beroepsgroepen binnen de samenleving. Laat de
leerlingen als verwerking de uitvindingen van werkblad 2 uitknippen en op de goede plaats op
werkblad 1 plakken.
4 Meer informatie uit het verre verleden (werkbladen 1, 2 en 3)
Suggestie ter voorbereiding:
Benodigdheden: voor elke leerling de verwerkte werkbladen 1 en 2 (van suggestie 2), een kopie
van werkbladen 3a en 3b en een pen.
De acht verhaaltjes op werkblad 3 corresponderen met de acht uitvindingen op werkbladen 1
en 2. Ze staan echter door elkaar. Laat de leerlingen klassikaal, in groepjes of individueel een
verhaaltje lezen. Bij welke uitvinding / periode van werkblad 1 hoort dit verhaal? Schrijf de
letter die vóór het verhaaltje staat in het rondje bij de corresponderende uitvinding / periode
van werkblad 1. Enzovoorts.
Schrijf tenslotte de gevonden letters op werkblad 1 nogmaals in dezelfde volgorde in het gedachtenwolkje van de uitvinder op werkblad 1 (goed idee!).
5 Teken je eigen uitvinding
Suggestie als verwerking:
Benodigdheden: voor elke leerling (groep) papier, potlood en kleurpotloden (verf, wasco).
Geef bijvoorbeeld de volgende opdracht: welke uitvinding van jouw groep vond je heel slim?
Teken die uitvinding en vergeet ook niet de mensen erbij. En misschien zie je jouw huis ook op
de tekening. Je kunt er kort iets bijschrijven.
6 Potten versieren (werkblad 5)
Suggestie als verwerking:
Benodigdheden: elke leerling een kopie van werkblad 6, naar keuze klei met stokjes en scherpe
steentjes of een potlood.
De leerlingen kunnen een pot kleien met een keuze uit versieringen, zoals aangegeven op werkblad 5. Of ze kunnen met potlood de illustratie van werkblad 5 versieren.
|9
Informatie voor leerkrachten | Museumles Uitvindingen uit het verre verleden | © Limburgs Museum
stenennot
enkraker
Afdrukken als A3
boeren,…
Kopieerbladen bij de opdrachten in de klas
fibula
maalsteen
,
boeren,mijnwerkers
pottenbakkers,…
latesteentijd
en,…
bronstijd
… ambachtslied
draaischijf
© 2014Limburgs Museum
bronzenbijl
n,
0
0
20
boeren,bronssmede
pottenbakkers,…
Uitvindingen uit het verre verleden, van rendierjagers tot Romeinen … en nu
00
53
vroegesteentijd
,
zamelaars
oedselver
v
s,
er
ag
rj
rendie
smeden,…
vuursteen
Werkblad 1 0
00
0.
25
58
ijzerenzwaard
en
or
Romeinse
tijd
ist
hr
C
0
eb
lder
maliënko
,…
… militairen
boeren,ijzersmeden,
pottenbakkers,…
ijzertijd
0
80
g
us
Naam
0
40
ming
vloerverwar
en
… burgers, ers …
villabewon
boeren,piloten,
leraren,…
0
0
20
Werkblad 2
Uitvindingen uit het verre
verleden
Naam




Kopieerbladen bij de opdrachten in de klas © 2014 Limburgs Museum
Werkblad 3a
Uitvindingen uit het verre
verleden
e
d
i
g
Naam
DevadervanMikoisboer.Mikozelfwildegeenboerworden.Zijngrote
wenswasmilitairtewordeninhetRomeinseleger.Endatisgelukt.Hijishulp­
soldaat.Vanzijnbaasmoethijdebrugoverderivierbewaken.Zijnbaasnoem
jeeencenturion,datiseenRomeinswoordvoorhonderdman.Eenhonderd­
manisbaasoverhonderdmannen!NuMikohulpsoldaatis,draagthijook
militairekleding.Daarishijheeltrotsop.Vooralopzijnglanzendehelmende
prachtigemaliënkolder.Datvestisgemaaktvanduizendenijzerenringetjes.
Daardoorishetheelzwaar.Maarhetgeeftookveelbescherming.Eentegen­
standerkangelukkignietmeteenscherpmesdoordemaliënkoldersteken.
Poekaisijzeraanhetwinnen.Hijsmelthetijzerertsindeheteoven.Meteen
blaasbalglaathijdekolenindeovennogmeergloeien.Alshetijzerertsis
gesmolten,kanPoekaeenzwaardsmeden.Hetwordteenbelangrijkzwaard
voorRondi.DefamilievanRondizalhetzwaardofferenaandegodvande
oogst.Vanavondlooptdehelefamilienaarderivier.Poekagooitdanhet
zwaardinhetwateralsgeschenk.Defamiliehooptzodatdegodvanderegen
henzalhelpen.Misschienhebbenzevolgendjaarweleengoedeoogst.
Kasjaschriktwakker.Zekijktomzichheenenteltdevarkens.Eénvarkenis
weg!Kasjarentweg.Opzoeknaarhetvarken.Oei,haarjurkblijfthangen
achtereentakvaneenstruik.Wateengrotescheur.Alszevanavondthuis­
komt,zalmoederwelbooszijn.Inslaapvallentijdenshetvarkenshoeden!
Moederheeftveelwerkgehadaandejurk.Eerstdewolgesponnen,toende
wolinprachtigekleurengeverfdentenslotteergrotelappenvangeweven.
ZouKasjanutochnogdiemooiekledingspeldkrijgen?Moedermoetmorgen
weeropdegrotevillawerken.Enzezoualsbeloningeenspeldvragen.De
villabewonersnoemenzo’nspeldeenfibula.Kasjahooptdatmoedernietalte
booswordt.Andersblijftdefibulaeendroom.
Gisterenhebbendemanneneenjongemammoetgevangen.Toenzeterug­
kwamenvandejachtslepenzedevuurstenenmessenextrascherp.Vandaag
gaandevrouwendemammoetverwerken.Oesjasnijdthetdieropenmeteen
scherpmesje.Zehaaltalleingewandeneruit.DaarnasnijdtOesjadehuidvan
hetbeestaf.Deanderenschrapendelaatsterestjesvleesmetkrabbersvande
huiden.Laternaaienzedehuidenaanelkaar.Oesjamaaktnieuweschoenen
voorhaarzoontjeKer.Hijmagnognietmethetscherpevuurstenenmes
snijden.Datisveeltegevaarlijk.Kerheefteenlekkerenootgevonden.Meteen
steenkraakthijdenooteneetzelekkerop.
Kopieerbladen bij de opdrachten in de klas © 2014 Limburgs Museum
Werkblad 3b
Uitvindingen uit het verre
verleden
e
e
1
2
Titusgaatmetzijnvadernaarhetbadhuis.Devloerisallekkerverwarmd.
DaarheeftTargusvoorgezorgd.Vanmorgenstooktehijdeovenindekelder.
Dewarmeluchtuitdeovengaatdandoordegatenvandestenenvloeren
muur.Titusenzijnvaderkledenzichuitindekleedruimte.Hierkomenzede
villaheertegen.Gezelligpratendgaanzenaareenruimtewaarzezich
insmerenmetolie.Daarnagaanzenaarhetzweetkamertje.Hetiserheel
heet,maardatisgoedvoorjelichaam,danwordthetgoedschoon.Nahet
zweetkamertjeschrapenzedeolieenhetvuilvanhunhuid.Titusvaderwil
nogeenmassageenTitusgaatnogwatdobbelenmeteenvriend.
Vandaagisheteenspannendedaginhetkamp.Demannenhebbengehoord
dateenbronssmidopwegisnaarhunkamp.Alsallesgoedgaat,komthijvan­
daag.Bronssmedenismoeilijk.Gelukkig,daarisdebronssmid.Eerstmaakthij
devormvaneenbijlinbijenwas(tekening1).Daaromheenkneedthijeendikke
laagklei(2).Ditwordtboveneenvuurgebakken.Doordewarmtewordtde
kleihard.Maardewasindekleismeltdoordehitteenstroomteruit.Zoont­
staateenvormvaneenbijlindeklei.Ditiseenmal(3).Indezemalwordtheet
bronsgegoten.Hetbronswordtweerhardzodrahetisafgekoeld(4).Tenslotte
slaatdebronssmiddekleieraf.Zohoudthijeennieuwebijlover(5).
3
o
d
Naam
4
5
Tinokoogsthetgraan.Ditiseenzwaarwerkje.Allegraankorrelsdiegeoogst
zijn,geefthijaanOska.Zijmaaltdegraankorrelstussentweemaalstenen.
Zemoetdegladderondestenenhardoverelkaarwrijven.Vanhetmeelkan
broodgebakkenworden.Hetbrooddatzeerdadelijkvangaatbakkenislekker.
Vooralalshetnogwarmis.Degraankorrelsdienognietgebruiktworden,
bewaartzeinaardewerkenpotten.Zokunnenzeookindewinterbrood
bakken.
Arcusvoetenbewegensneldegroteschijf.Daardoordraaitdekleiopderonde
tafelookhardinhetrond.HetlijktalsofArcusvingersvandehompkleieen
pottoveren.Maardatisnietzo.Arcusheeftlangmoetenoefenenopdedraai­
schijf.Zijnvaderheefthemhetpottenbakkersvakgeleerd.Arcusmoetvandaag
hardwerken,wantmorgenishetmarktinhetdorplangsdeweg.Hijhoopt
enkelepottentekunnenruilenofmisschienwelteverkopen.Zijnmooie
beursmagwelweergevuldwordenmetechtemunten.
Kopieerbladen bij de opdrachten in de klas © 2014 Limburgs Museum
Werkblad 4
Uitvindingen uit het verre
verleden
Naam
Vroegesteentijd
Vroegesteentijd
Vroegesteentijd
Vroegesteentijd
Vroegesteentijd
Latesteentijd
Latesteentijd
Latesteentijd
Latesteentijd
Latesteentijd
Bronstijd
Bronstijd
Bronstijd
Bronstijd
Bronstijd
IJzertijd
IJzertijd
IJzertijd
IJzertijd
IJzertijd
Romeinsetijd
Boeren
Romeinsetijd
Boeren
Romeinsetijd
Boeren
Romeinsetijd
Boeren
Romeinsetijd
Ambachts­
lieden
Romeinsetijd
Ambachts­
lieden
Romeinsetijd
Ambachts­
lieden
Romeinsetijd
Ambachts­
lieden
Romeinsetijd
Militairen
Romeinsetijd
Militairen
Romeinsetijd
Militairen
Romeinsetijd
Militairen
Romeinsetijd
Burgers
Romeinsetijd
Burgers
Romeinsetijd
Burgers
Romeinsetijd
Burgers
Kopieerbladen bij de opdrachten in de klas © 2014 Limburgs Museum
Werkblad 5
…
…
…
…
Versierjijdezepot?
Misschiendoejehetwel,zoalsde…
eerste boeren
Zijversierdenvaakdehelepotmet
rondomeensoortbanden.
Bijvoorbeeldzoalsfiguur1.
Zewerktenmetstokjes,scherpe
steentjesofdeeigenvingernagel.
bronstijdboeren
Zijversierdenmeestalalleende
bovenkantvandepot.
ijzertijdboeren
Familiesversierdendeurnenmet
hetzelfdepatroon.Bijvoorbeeldmet
ruitenzoalsfiguur2ofmetzigzaggen
zoalsfiguur3.
Romeinen
Zijversierdendepottenvaakopde
draaischijf.Daardoorkrijgjehele
rechtegroevenrondomdepot.
Bijvoorbeeldzoalsfiguur4.
Uitvindingen uit het verre
verleden
Naam
2
3
1
4
Kopieerbladen bij de opdrachten in de klas © 2014 Limburgs Museum