CAO Sport op weg naar 2015

Download Report

Transcript CAO Sport op weg naar 2015

MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
for web
#6 - OKTOBER 2014
S
Update:
CAO Sport op weg
naar 2015
OP KOERS
|I|N|L|E|I|D|I|N|G|
Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om u te
voorzien van wat koersinformatie. We zijn immers met
elkaar verbonden in een ambitieus meerjarenplan om
het werkgeverschap in de sport (nog) verder te professionaliseren. Aan de vooravond van een aantal belangrijke bijeenkomsten praten wij u bij over de stand van
zaken.
In 2011 zag de notitie ‘Visie op vernieuwing van de
CAO Sport’ het daglicht. Het Sociaal Contract – met een
looptijd van januari 2012 tot en met december 2015)
was daarvan de uitkomst. Op vijf thema’s maakten we
resultaatafspraken in dat contract. Het is prettig en
goed te constateren dat we op schema liggen; verderop
in dit nummer doen alle themagroepen verslag.
Nu staan wij aan de aftrap van nieuwe onderhandelingen voor de CAO Sport. Op 9 oktober ontmoeten
wij u graag tijdens een ledenraadpleging over de cao.
Maak gebruik van die kans om de onderhandelingsdelegatie met de juiste wedstrijdmentaliteit en –tactiek
de (onderhandelings)arena in te sturen.
Ondertussen loopt het eerste Sociaal Contract ten
einde. Nieuwe doelen zijn nodig vanaf 2016. Bovenaan
staat het verbeteren van de kwaliteit van het werkgeverschap in de sport. De sector sport en bewegen
welteverstaan. In zo breed mogelijke zin.
Verdergaande professionalisering sturen wij steeds
aan vanuit drie kerntaken. De WOS is er als kennisknooppunt; voor het behartigen van de werkgeversbelangen/lobby en; voor het ontwikkelen van
arbeidsvoorwaarden. Afgelopen voorjaar presenteerden
wij onze toekomstvisie ‘Koers Vooruit’, door de leden
voor akkoord getekend. Het ambitieniveau is hoog en
dat vraagt commitment. We kunnen dit alleen als we
onderweg in gezamenlijkheid slagvaardig optreden. Op
30 oktober gaan wij tijdens een strategiebijeenkomst
in gesprek met een ledendelegatie, om vervolgens de
uitkomsten om te zetten naar concrete acties. Dat is
onze koers.
Wordt vervolgd…
Anton Binnenmars
Directeur WOS
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
INHOUD
Update3
Versterking cao-tafel
4
Presteren en
ontwikkelen6
Slimmer werken
8
Loopbaan en
ontwikkeling10
Kort nieuws
Gezond en vitaal
Pensioen en fiscaliteit
Wet werk en zekerheid
Werkervaringsplaatsen
Europees Sociaal Fonds
11
11
12
12
12
Colofon13
2
|U|P|D|A|T|E|
RONALD VELDMAN,
REGIEVOERDER ONTWIKKELAGENDA CAO SPORT
‘DE BETROKKENHEID IS VEEL GROTER’
Bijna driekwart van de looptijd van het eerste Sociaal
Contract zit erop. Partijen raken warmgedraaid in het
werken met de Ontwikkelagenda. Ronald Veldman van de
WOS geeft een update.
Het eerste Sociaal Contract – een caoafspraak nieuwe stijl - stamt van eind
2011. Sociale partners namen vier jaar
de tijd om aan thema’s te werken, waarbij
de Ontwikkelagenda leidraad is. De CAO
Sport krijgt elk jaar een update, met de
bekrachtiging van afspraken uit dat jaar
en een nieuwe loonparagraaf.
Om de agenda te realiseren, is de wens
geuit van een sterkere regierol. Ronald
Veldman (WOS) voert deze namens caopartijen uit. Vanuit het CAOP voert Ineke
van Nes het secretariaat voor het Algemeen Overleg Sport en arbeidsmarktfonds Samen Presteren. Samen zien zij
erop toe dat belangrijke ontwikkelingen
geadresseerd worden en alle thema’s
goed draaien.
‘De betrokkenheid bij de CAO Sport is
enorm vergroot. Er wordt echt samengewerkt. Voor de onderhandelingen
beginnen, zijn er al voorstellen met draagvlak. Aan de cao-tafel kun je direct to the
point komen’, stelt Veldman.
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
En dat loont. ‘Je ziet heel duidelijk beweging ontstaan in de Sociale Dialoog. Was
2012 nog echt een opstartjaar, vanaf
2013 liep het vlotter. Dit jaar stevenen
wij af op resultaten binnen dossiers die
soms al jaren liepen.’ In elk van de vijf
themagroepen is een verantwoordelijke aangewezen die ook aan de caotafel woordvoerder is. Een projectleider
is verantwoordelijk voor de dagelijkse
gang van zaken. Die tandemfunctie werkt
goed. Veldman: ‘Het is fijn dat ook actuele
ontwikkelingen, zoals de gevolgen van
de Wet werk en zekerheid, nu direct de
juiste themagroep bereiken.’ Veldman
noemt successen op het gebied van de
werkkostenregeling, de overwerkregeling
en het instellen van het mobiliteitsfonds
en –centrum. Dit jaar zijn met name flinke
stappen gezet op het vlak van Presteren &
Ontwikkelen.
<<<
3
|I|N|T|E|R|V|I|E|W|
JAN KOSSEN (KNZB), VOORZITTER SAMEN PRESTEREN,
THEMAVERANTWOORDELIJK VERSTERKING CAO-TAFEL
‘WE ZOEKEN DE DIALOOG ECHT OP’
De CAO Sport maakt ondanks de crisis interessante ontwikkelingen en
zelfs verbeteringen door. Maar weten werkgevers en vooral werknemers
dat eigenlijk wel? Samen Presteren zoekt dit najaar de echte sociale
dialoog op.
Volgens Jan Kossen, directeur van de
zwembond en al lang betrokken bij
de CAO Sport, is er nog veel winst te
de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden) flink leuker te maken. ‘Dat komt
niet voldoende voor het voetlicht’, erkent
‘ZONDER DRAAGVLAK GEEN VERANDERING’
Jan Kossen
behalen in de sociale dialoog. Want het
afspreken en ontwikkelen van de cao
is voor veel mensen toch ‘een tamelijk
duffe aangelegenheid’, of eenvoudigweg
een jaarlijkse exercitie. En dat terwijl de
vertegenwoordigingen van werkgevers
en werknemers op een behoorlijk fitte
manier met elkaar aan de slag zijn om de
inhoud van de cao (naast het loon, dus
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
Kossen. En dat is jammer, want zonder
draagvlak is er ook geen daadwerkelijke verandering. ‘De sociale dialoog
mag veel breder plaatsvinden, ook op de
werkvloer. Het is belangrijk dat partijen
echt aangesloten raken bij de inspraak,
zodat ze meegenomen worden in de cao.
pagina 5 >>>
4
|I|N|T|E|R|V|I|E|W|
<<< pagina 4
Afspraken hebben pas echt effect als er
breed draagvlak voor is.’
Aan werkgeverszijde is de organisatiegraad hoog en de betrokkenheid redelijk goed, stelt Kossen. Werknemers zijn
minder gecommitteerd. Het in 2013
nieuw ingestelde arbeidsmarktfonds
Samen Presteren wil nadrukkelijk verbinding zoeken in de branche. In eerste
instantie met het optuigen van het mobiliteitscentrum en nu in het verbeteren
van de sociale dialoog. ‘En dat is goed en
nodig. Het fonds kreeg niet voor niets de
naam ‘Samen Presteren’. Goede arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden creeër
je samen’, aldus Kossen.
Samen Presteren is de opvolger van het
FAS. De uitvoering is in handen van een
bestuur waarin werkgevers- en werknemersvertegenwoordigingen zitting
hebben. Anders dan bij het FAS, dat overheidssubsidie kende, wordt Samen Presteren grotendeels gefinancierd door de
leden van de WOS. Waar mogelijk worden
bij projecten van het fonds externe
partijen gezocht voor co-productie en –
financiering.
Werken in de sport, een droombaan?
Voor heel veel mensen wel. De sportsector trekt mensen met hart en affiniteit voor de sport. Ze krijgen door hun
werk de kans mee te organiseren en
dicht op de competitie te staan. Mag
je dan ook nog kritiek hebben, klagen
over je werk? Ja, juist wel! Want de
sport(sector) is gebaat bij fitte en
enthousiaste werknemers, nu en op
de lange termijn. Voormalig topjudoka
Ruben Houkes en zijn bureau 2Basics
Breedtesport en Marketing, zijn goed
in een stevig robbertje discussiëren.
Zij organiseren op uitnodiging van
Samen Presteren dit najaar een tour
langs de velden: De Sport Recordings.
In een losse sfeer, maar niet vrijblijvend, en met de benen-op-tafel gaan
zij in gesprek met werknemers en
werkgevers, maar ook met experts en
prominenten. Is de sportsector wel de
sportetalage voor de rest van Nederland? En passen de huidige loopbaanperspectieven en werktijden nog wel bij
deze tijd? Een inspirerend event voor
het hele team!
Altijd al een keer je stem willen
laten horen? Geef uzelf en uw
medewerkers nu vrijblijvend op via
[email protected].
De eerste sessie vindt plaats op
3 november 2014. André Bolhuis
(NOC*NSF) is daarbij zeker van de partij.
<<<
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
5
|I|N|T|E|R|V|I|E|W|
ERIK DE WINTER, THEMAVERANTWOORDELIJK
PRESTEREN & ONTWIKKELEN:
‘HET PRESTATIEGESPREK LOONT’
De prestaties tot onderwerp maken op de werkvloer
– ook in de beloning – past bij modern werkgeverén werknemerschap, stelt Erik de Winter (NISB),
themaverantwoordelijk voor Presteren & Ontwikkelen. Dat
is de kern, stelt hij. Hoe? Dat is vraag twee.
Het werken met gemotiveerde en competente medewerkers is de belangrijkste
winst van een systeem van prestatiegericht
belonen en ontwikkelen. Wat dat is en wat
het kan opleveren, legt Erik de Winter uit.
Hij spreekt namens werkgevers en werknemers die met elkaar samenwerken in de
werkgroep Presteren & Ontwikkelen binnen
de Ontwikkelagenda van de CAO Sport.
Maar ook als leidinggevende in een organisatie die ver is op het gebied van competentieontwikkeling én slimmer werken.
Resultaatgericht belonen gaat voor hem
niet om cijfertjes en bonussen, maar om
gesprek en reflectie. Daar heb je overigens
wel een model met percentages en cijfers
Erik de Winter
voor nodig, haast hij zich te zeggen. ‘Als je
met elkaar afspreekt bij welk resultaat je
een bepaalde (hogere) beloning verdient,
moet je in gesprek over je functioneren, je
competenties en wat je wilt ontwikkelen.
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
Dat is de eigenlijke winst van dit systeem.
Werkgevers moeten helder hebben waar
een organisatie voor staat en naartoe wil
en welke competenties de medewerkers
al hebben of kunnen ontwikkelen.’ In een
pagina 7 >>>
6
|I|N|T|E|R|V|I|E|W|
<<< pagina 6
goed functionerings- en beoordelingssysteem – dat altijd onderdeel is van resultaatgericht belonen – worden mensen
gestimuleerd en geacht te weten wat ze
zelf willen, maar ook gevraagd feedback bij
anderen op te halen over hun werkwijze en
presteren.’
Het ontwikkelen van prestatiegericht
belonen is een afspraak uit het Sociaal
Contract (2012-2016) en wordt uitgevoerd
vanuit de Ontwikkelagenda. ‘Het eerste
jaar was opstarten en wennen. Sinds 2013
zijn we echt samen aan de slag. Met name
AWVN en De Unie hebben veel onderzoek
en branchevergelijking op zich genomen.
Omdat wij weten dat er tempoverschillen
bestaan, hebben we een voorstel gemaakt
VOORSTEL PRESTEREN & ONTWIKKELEN
Keuze 1 – Traditioneel belonen, volgens periodieken per schaal.
Stappen worden kleiner, van gemiddeld 3,2 naar 2,5 procent.
Keuze 2 – Resultaat belonen in drie stappen, 1 procent bij matig, 2,5 procent bij goed en 4 procent bij zeer goed/uitstekend
functioneren.
Keuze 3 – Een eigen beloningssysteem, met instemming van
de OR/PVT.
ARVID VAN SAANE VAN NOC*NSF:
‘Wij werken met een performancemanagementsysteem waarmee op drie componenten
wordt beoordeeld: reguliere activiteiten, competenties en werk- en ontwikkelafspraken.
Onze ervaringen zijn dat het enerzijds goed is om de (extra) bijdrage van onze medewerkers goed af te spreken en daarvoor extra beloning mogelijk te maken, anderzijds wordt
het systeem alleen gebruikt rond de drie geijkte momenten. Bovendien: een overall beoordelingscijfer wordt als te absoluut gezien en het lijkt wel alsof de (extra) beloning het
enige is dat ertoe doet. Vanuit ons functiehuis en de salarisschalen van de CAO Sport komt
de beperking ten aanzien van de procentuele salarisverhoging. Het is tijd om het beoordelings- en beloningssysteem te heroverwegen en mogelijk anders te gaan inrichten.’
met drie opties. Veel kleine en traditionele
bonden houden behoefte aan belonen
volgens de periodieken. Dat kan binnen dit
voorstel en de gedachte van een raamcao.
Al levert een periodiek wel minder op, van
3,2 naar 2,5 procent. Meer prestatiegericht
belonen kan ook, daarvoor is een tabel
uitgewerkt van nul naar 4 procent erbij in
vier stappen (van normaal tot uitstekend).
Een eigen beloningssysteem hanteren
kan ook. Dan is wel een dispensatieregeling nodig, beoordeeld door een daarvoor
toegeruste commissie.’
Het voorstel is begin september besproken
in het Arbeidsvoorwaarden Overleg Sport
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
en goed ontvangen. ‘Dat is echt een
voordeel van werken met een Ontwikkelagenda. Er is tijd en ruimte om samen
een thema te bespreken en uit te werken
zonder de emoties van de cao-tafel. Daar
kun je uiteindelijk spreken over hamerstukken, zoals de financiering. Werkgevers
komen iets duurder uit met dit voorstel –
0,6 tot 1 procent – en de gedachte is dat
uit de jaarlijkse 2% loonruimte te halen.
Anderzijds worden de periodieke stappen
kleiner, dat levert geld op. De bedoeling is
budgetneutraal te opereren. De echte winst
zit in het stimuleren van resultaat, zowel
<<<
voor werkgever als werknemer.’
7
|I|N|T|E|R|V|I|E|W|
SANDER WESDORP (FNV SPORT),
THEMAVERANTWOORDELIJK SLIMMER WERKEN:
‘VERLOFBUDGET VRAAGT
OM VERDIEPING’
Slimmer werken – de evolutie van Het Nieuwe Werken
– regelt de mogelijkheden waarop werkgevers
en werknemers in overleg het werk goed kunnen
indelen. Het Verlofbudget was een van de voorstellen.
Verschillende sportorganisaties gaan er in 2015 een
proef mee draaien.
Slimmer werken is een van de
hoofdthema’s op de Ontwikkelagenda.
Werkgevers en werknemers werken
daarin samen aan de uitvoering van
het onderwerp. Ook drie jaar geleden
al leefde de behoefte om het werk zo
efficiënt mogelijk te doen, rekening
houdend met een goede balans tussen
werk en thuis. De 9-tot-5 mentaliteit
wordt daarmee tegen het licht gehouden
en er wordt gekeken naar manieren om
goed te werken, waar en wanneer dat
dan ook is. ‘Het gaat veel meer om het
Sander Wesdorp
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
pagina 9 >>>
8
|I|N|T|E|R|V|I|E|W|
<<< pagina 8
werk wat je doet en de kwaliteit ervan,
en minder om starre omstandigheden. Zo
valt de mogelijkheid om thuis te werken
onder Slimmer Werken, maar ook een
technische oplossing die overal werken
mogelijk maakt’, legt Sander Wesdorp
van FNV Sport uit. Hij is binnen de
Ontwikkelagenda themaverantwoordelijk
voor Slimmer Werken.
Binnen de werkgroep is volgens hem de
afgelopen jaren in goede harmonie – maar
ook voldoende kritisch – gewerkt aan het
thema. ‘Het gaat er af en toe echt wel
pittig aan toe, maar wel met de houding
om verder te komen. En dat betekent dat
je soms over je eigen schaduw heen moet
kunnen kijken.’ Zo lukte het de partijen
om een overwerkregeling te ontwerpen
die veel simpeler en helderder is dan de
bestaande. De introductie van het plan
voor een Verlofbudget is er nog niet door.
Er zijn nog te veel vragen over de behoefte
en werkwijze in de praktijk.
Het Verlofbudget is eigenlijk een verzamelpot van verschillende bovenwettelijke
verlofuren, dus bovenop de 20 wettelijke vakantiedagen per jaar. Nu zijn er
verschillende extra verlofuren in de cao
en in de sector. Te denken valt aan boven-
wettelijke vakantiedagen, Goede Vrijdag,
bijzonder verlof en seniorendagen. Het
idee is om van al die uren één budget te
maken, niet langer geoormerkt aan een
bepaalde regeling. Op die manier kunnen
werknemers zelf bepalen waarvoor en
wanneer zij extra uren willen inzetten.
Deze regeling zou de flexibiliteit vergroten
en minder discriminerend werken.
Tijdens het overleg bleken er nog veel
vragen te zijn en waren er zeker niet
alleen maar voorstanders. Want is er wel
behoefte aan zo’n ongedefinieerde poule
of een opleiding te volgen. Om dit idee
een kans te geven, is besloten tot een
pilot. Een aantal leden van de WOS gaat
in 2015 aan de slag met zo’n budget.
En dat betekent ook dat werkgevers en
werknemers met elkaar het gesprek
moeten aangaan. Zo’n regeling voer je
niet even zomaar in. Je moet van elkaar
weten wat er speelt. Waar de organisatie
naartoe beweegt, maar ook wat de
individuele medewerkers beweegt.’ Het
is een prima oplossing, vindt Wesdorp.
‘Werken met de Ontwikkelagenda en
‘MET EEN VERLOFBUDGET HEBBEN
WERKNEMERS MEER MOGELIJKHEDEN OM
ZICH PERSOONLIJK TE ONTWIKKELEN’
aan uren? En levert het niet een nieuw
stuwmeer aan vrije dagen op, juist nu de
sector een einde maakt aan het overschot
aan opgespaarde uren. Toch is er ook veel
te zeggen voor een Verlofbudget, vindt
Wesdorp. ‘Mensen hebben dan meer
mogelijkheden en vrijheid om een tijdje
een sabbatical te nemen, tegelijk met
de kinderen vakantie te kunnen vieren
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
lange termijnambities in een Sociaal
Contract, impliceert ook dat we verbinding
willen maken met de sector. Niet het
zoveelste instrument over de sector
uitgooien, maar echt samen kiezen voor
de beste afspraken en regelingen.’
<<<
9
|L|O|O|P|B|A|A|N|
MOBILITEITSCENTRUM
IN TRANSITIE
Op het gebied van loopbaanontwikkeling is er de afgelopen tijd veel gebeurd in
de sport. André Preijde van het Huis van de Sport – namens de sociale partners
projectleider Loopbaan en Ontwikkelen – spreekt er met een tevreden gevoel over.
‘We zitten momenteel in een overgangsfase waarin niet alleen herplaatsingen
binnen en buiten de sport centraal staan,
maar de focus meer gericht wordt op
loopbaanontwikkeling en mobiliteit. De
instroom van medewerkers naar het mobiliteitscentrum loopt geleidelijk terug en
dat is natuurlijk een goede ontwikkeling.
We hebben intussen de nodige successen
geboekt, hoewel het aanbod nog gering is
en er dus ook collega’s zijn die nog op
zoek zijn naar een nieuw perspectief.’
Voor de hele sector
Binnenkort merkt iedereen in de sector
iets van de cao-afspraken over loopbaanontwikkeling. Het mobiliteitscentrum
zal op korte termijn een kenniscentrum
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
worden voor loopbaanontwikkeling en
mobiliteit. Preijde: ‘Wij gaan het loopbaanbeleid concreet maken door ons te richten
op alle medewerkers en leidinggevenden.’
Alle werknemers krijgen toegang tot een
een e-portal op www.werkenindesport.nl.
Daar kan hij of zij een persoonlijk portfolio
inrichten, er achter komen via tests over
welke competenties hij beschikt en waar
behoefte bestaat om zijn talenten verder
te ontwikkelen.
De ondersteuning die het portal de werknemers biedt is gericht op 3 thema’s: de
loopbaan binnen de sport, de loopbaan
buiten de sport en beter worden binnen de
huidige functie. Voor de leidinggevenden
in de sport gaan wij een workshop ontwikkelen met als onderwerp het voeren
van loopbaangesprekken. De workshop
zal onder begeleiding van een externe
deskundige door medewerkers uit de
sport zelf worden gegeven aan leidinggevenden. Het is de bedoeling dat volgend
jaar de eerste loopbaangesprekken
tussen medewerkers en leidinggevenden
gaan plaatsvinden.
Meer informatie: www.werkenindesport.nl
<<<
10
|K|O|R|T|
GEZOND EN VITAAL
BLIJFT SPEERPUNT
Gezondheid & vitaliteit blijft een van de speerpunten van de WOS. De eerste nieuwe initiatieven zijn gedaan. Lobke Mentrop: ‘De WOS wil
een voortrekkersrol innemen in het uitdragen van
het belang van gezondheid en vitaliteit. We deden
daarvoor eind vorig jaar onderzoek naar de gehele
sector.’ De uitkomsten worden gebruikt voor
verdere beleidsontwikkeling en ondersteuning
van de leden. Zo lopen er momenteel gesprekken
voor het optimaliseren van het aanvullende ziektekostenpakket waarvoor medewerkers in de
sport een maandelijkse vergoeding krijgen. Plan
is in de nieuwe cao de voorwaarde te stellen dat
het aanvullende pakket fysiotherapie, sportmedisch onderzoek en blessureconsults bij sportartsen bevat Dit zal bijdragen aan de vitaliteit en
inzetbaarheid van medewerkers. Verder wordt op
11 december de ledenvergadering van de WOS
gecombineerd met een congres rond gezond en
goed werkgeverschap.
THEMAGROEP PENSIOEN & FISCALITEITEN:
WACHTEN OP DE WETGEVER
Rond pensioenen is veel veranderd. Maar wat de betekenis van die veranderingen zal zijn,
is nog niet duidelijk. ‘Het wachten is op besluiten van de wetgever en op duidelijkheid
van PFZW’, zegt Karin van Willigen van de KNHB en themaverantwoordelijke binnen de
cao-werkgroep. Een van de veranderingen is dat boven een inkomen van 100.000 euro geen
verplicht pensioen meer is. ‘In zijn algemeenheid kun je zeggen dat het steeds meer gaat om
flexibiliteit. Werknemers willen kunnen kiezen. In hoeverre het die kant op gaat is afwachten.’
De staatssecretaris heeft gekozen voor het voeren van de nationale pensioendialoog om
verschillende standpunten met elkaar te delen.
Rond de de werkkostenregeling (wkr) is meer duidelijkheid gekomen. Zo zijn werkgevers
vanaf 1 januari 2015 verplicht aan deze regeling, waarmee een deel van de onkosten van
werknemers belastingvrij kan worden uitgekeerd, mee te doen. Tegelijkertijd is de regeling
aanzienlijk vereenvoudigd. ‘Zo hoef je niet meer maandelijks of per kwartaal je administratie
bij te werken, maar kan dat één keer per jaar. Dat scheelt veel werk’, zegt Van Willigen.
Daarnaast vindt Van Willigen de aanpassingen in het noodzakelijkheidscriterium van belang.
‘Als werkgever moest je bijvoorbeeld aantonen dat een laptop van de zaak voor 90 procent
zakelijk wordt gebruikt. In de praktijk ondoenlijk’, zegt Van Willigen. Die eis gaat van tafel,
als werkgever hoef je niet langer te bewijzen dat materialen in voldoende mate zakelijk
worden gebruikt. Meer informatie: www.sportwerkgever.nl. Hulp van een fiscalist via:
www.samenpresteren.nu
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
11
|K|O|R|T|
WET
WERK & ZEKERHEID
De Wet werk & zekerheid die gefaseerd ingaat: fase 1 per 1 januari en
fase 2 per 1 juli 2015 beperkt de mogelijkheid om werknemers meerdere
contracten voor bepaalde tijd aan te bieden: niet meer maximaal drie
contracten in drie jaar tijd, maar drie contracten in twee jaar tijd. Voor
de CAO Sport wordt gewerkt aan het behouden van nu al bestaande van
de wet afwijkende afspraken. Zo mag nu met bondstrainers en technisch
directeuren een onbeperkt aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde
tijd worden afgesloten en die uitzondering proberen we te behouden. Deze
functies moeten daarvoor in een ministeriële regeling worden opgenomen.
Sociale partners hebben daartoe inmiddels een verzoek ingediend.
Daarnaast is het voor projectmedewerkers de bedoeling dat ze maximaal
zes contracten in vier jaar tijd mogen krijgen. Cao-partijen kijken ook naar
twee groepen werknemers die niet vallen onder de werkingssfeer van de
CAO Sport: trainers/coaches bij sportverenigingen en topsporters met een
arbeidsovereenkomst. Mogelijk kunnen deze functies ook in de ministeriële
regeling opgenomen worden, zodat de gewenste flexibiliteit die juist bij dit
type functies goed past, gegarandeerd blijft.
De WOS organiseerde inmiddels een succesvolle ontbijt- en lunchsessie
waarin leden geïnformeerd zijn over de aankomende wetswijziging. Een
document met veelgestelde vragen en antwoorden is rondgestuurd, en via
de WOS nog opvraagbaar.
WM SMALL – #6 – OKTOBER 2014 – DIGITAAL MAGAZINE VAN DE WERKGEVERS IN DE SPORT
WERKERVARINGSPLAATSEN
Binnen dit thema wordt op dit moment onderzocht of in de cao afspraken
gemaakt kunnen worden over werkervaringsplaatsen. Ook wordt gekeken
wat de sportsector meer kan doen om mensen met een handicap een werkplek aan te bieden. In de sportsector doen veel mensen met een beperking
aan sport. In dat licht zou het normaal moeten zijn dat zij meer in de sport
werken. Op dit moment wordt met AWVN besproken hoe de sport hier op
een goede manier invulling aan kan geven en ondersteunt bij kan worden.
EUROPEES
SOCIAAL FONDS
De oprichting van arbeidsmarktfonds Samen Presteren geeft de sportsector de mogelijkheid subsidie aan te vragen bij het Europees Sociaal
Fonds. Dit jaar zijn voor het eerst gelden beschikbaar gekomen. Met dat
geld gaat een project draaien waarin belangrijke informatie verzameld
wordt over de sector. Zo is het de bedoeling om data van verschillende
sportorganisaties via het salarissysteem AFAS en PFZW te koppelen. Een
beter zicht op de sector zorgt op termijn ook voor ontwikkeling van beter
beleid. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een project dataverzameling op
Europees niveau.
12
COLOFON
WM Small is een digitale uitgave van
Werkgevers in de Sport (WOS).
www.werkgeversindesport.nl
Concept: Renske Schriemer
(Mateloos Los Journalisten & Bladenmakers, Hilversum)
Redactie: Suzanne Dijkstra, Cor-Peter Pasma, Renske Schriemer
Fotografie: Norbert Voskens
Ontwerp & Vormgeving: Nic. Ammerlaan bno