Lierse ziekenhuisbrief augustus 2014 - H.
Download
Report
Transcript Lierse ziekenhuisbrief augustus 2014 - H.
Uitbreiding
een hart
voor zorg
medisch korps
Nr. 47 - Augustus 2014 - Lierse Ziekenhuisbrief
Tijd van de dweil
en groene zeep
is lang verleden
dr. Ann Schmid,
gynaecoloog
bedienen en makkelijker inspelen
op de noodwendigheden van de
ingrepen. Voor sommige operaties
is het nodig de temperatuur wat te
verlagen, voor andere operaties
moet het dan weer wat warmer
zijn. We kunnen dat voortaan op
een veel energievriendelijker
manier oplossen", besluit Dirk
Van der Wee.
▪
Dat het H.-Hartziekenhuis er
steeds proper en netjes bijligt,
hebben patiënten, zorgverstrekkers en bezoekers te
danken aan de schoonmaakploeg. Met meer dan honderd
zijn ze om het ziekenhuis
kraaknet te houden.
Wist je dat?
colofon
Deze nieuwsbrief wil informatie verstrekken en
communicatie bevorderen binnen en buiten het
H.-Hartziekenhuis.
Redactiecomité
Filip Ceulemans
Annik De Langh
Tom Feyt
Tom Michielsens
Anne-Mie Van den Bossche
Dirk Van der Auwermeulen
Kurt Vandepitte
Fotografie
Annik De Langh
Redactieadres
H.-Hartziekenhuis vzw
Mechelsestraat 24
2500 LIER
Tel. 03 491 20 60
Fax 03 491 20 19
www.hhzhlier.be
Verantwoordelijke uitgever
Anne-Mie Van den Bossche
Mechelsestraat 24
2500 LIER
Alle rechten voorbehouden.
De informatie is afkomstig van
bronnen welke wij als betrouwbaar beschouwen.
De inhoud van een artikel blijft
echter de verantwoordelijkheid
van de betrokken auteur.
Raadpleeg voor individuele
vragen of problemen uw arts.
Er kan derhalve geen
aansprakelijkheid worden opgeëist.
8 | een hart voor zorg
Elk jaar op 14 juni World Blood
Donor Day (WBDD) gevierd
wordt?
Dat is een dag waarop nationaal
en internationaal alle bloedinstellingen hun bloeddonoren bedanken voor hun vrijwillige bloeddonaties.
Daarnaast wordt er ook wereldwijd in de media aandacht gevraagd voor het belang van bloedtransfusie.
Jaarlijks wordt één specifiek en
internationaal actueel thema
belicht.
Dit jaar was het thema “Safe
blood for saving mothers”, waarbij
de aandacht werd gevraagd voor
de nood aan veilige bloedproducten voor moeders bij de bevalling,
overal ter wereld.
Op 14 juni zette het Rode Kruis de
deuren open van de 10 donorcentra. Daarnaast deelden Rode
Kruisvrijwilligers zakjes doopsuiker uit in deelnemende
Vlaamse materniteiten, samen
met een korte boodschap naar alle
mama’s.
Op die manier ontvingen moeders
in heel Vlaanderen gelukwensen,
maar tevens werd er gewezen op
de vaak minder goede omstandigheden waarin mama’s in
andere delen van de wereld hun
kinderen op de wereld zetten.
"De schoonmaakploeg bestaat uit
106 mensen en staat in voor de
schoonmaak, het linnen, het
ophalen van het afval, de verdeling van drank, enz.", steekt Petra
De Rydt, hoofd van de schoonmaak- en linnendienst, van wal.
"De grootste groep is de schoonmaak- en linnenploeg, zo'n negentig personeelsleden sterk. De
ochtendploeg poetst voor dag en
dauw de inkomhal, de centrale
gangen, de bureaus en andere
Niet overal is veilige bloedtransfusie voor iedereen toegankelijk.
Ook het H.-Hartziekenhuis kreeg
bezoek van Rode Kruisvrijwilligers
en hielp zo de “World Blood Donor
Day” in de kijker te zetten!
Ook in dit nummer
▪
3
Reuma sneller detecteren
5
Vallen of niet vallen,
dat is de vraag
7
Nieuwe technische zolder
maakt operatiekwartier
nog bedrijfszekerder
8
Uitbreiding medisch korps
8
Wist je dat?
plaatsen die gedurende de hele
dag gebruikt worden zoals bijvoorbeeld de polikliniek en de radiologie. Zij beginnen om zes uur
's ochtends. De ploeg die werkt
met daguren, houdt zich vooral
bezig met het reinigen van bezette
kamers. Deze kamers worden dagelijks gereinigd - uitgezonderd
zondag- terwijl de patiënt er aanwezig is. Medewerkers die werken
in de late namiddag of de avond,
reinigen de kamers waarvan de
patiënt die dag naar huis is gegaan. Een beetje zoals in een
hotel: de kamer krijgt dan een
grondige poetsbeurt, het linnen
wordt vervangen, enz. Wanneer
een kamer gepoetst is, kijken we
een aantal zaken na. Werkt het
belletje nog? Zijn er geen lampen
stuk? Is er iets defect, dan signaleren we dat aan de technische
dienst. Ook de zorg voor gebouwen behoort immers tot ons
takenpakket."
Enkele dames van de schoonmaakploeg
een hart voor zorg | 1
"Wanneer we de kamers reinigen,
gebruiken we daar industriële
reinigingsmethoden voor", vult
adjunct-diensthoofd Lizette
Peeters aan. "De tijd dat we een
dweil en groene zeep gebruikten,
ligt ver achter ons. We poetsen
met het Swep-systeem, een
wetenschappelijk onderbouwd
systeem om bijvoorbeeld ziekenhuizen grondig te poetsen. Voor
het klamvochtig reinigen van
harde waterbestendige vloeren is
de microvezelmethode van Swep
een van de meest innovatieve en
complete mopsystemen, afkomstig
uit Finland. Het voordeel is dat de
moppen dagelijks gewassen en
geïmpregneerd worden. Voor elke
kamer gebruiken we een nieuwe
mop. De kamers worden op een
specifieke manier, in achtvorm,
gereinigd. Dit is momenteel de
meest geavanceerde manier om
een ziekenhuiskamer grondig te
reinigen. Verder gebruiken we een
schrobzuigmachine: elke week
worden de patiëntenafdelingen
geschuurd. Deze machines zijn
nodig als je weet dat het ziekenhuis een oppervlakte van 43.000
m² heeft. Die wordt minstens wekelijks, vaak zelfs dagelijks gereinigd." Een voorbeeld van veelvuldig reinigen is het operatiekwartier. "Elke avond wordt dat
grondig gereinigd, maar overdag
al vinden er verschillende tussenreinigingen plaats. Na elke operatie wordt de schoonmaakploeg
opgeroepen om de net gebruikte
OK-zaal snel te reinigen. De procedures hiervoor worden uitgewerkt in overleg met het team
ziekenhuishygiëne."
Naast de dagelijkse opdrachten
zijn er ook een aantal periodieke
opdrachten. "Tweemaandelijks
worden de ramen gelapt en we
proberen elke ruimte jaarlijks ook
een extra grondige poetsbeurt te
geven. Ook de opkuis na verbouwingswerken behoort tot onze
periodieke taken. Op zich zijn dat
leuke taken waarbij je het verschil
voor en na duidelijk ziet", merkt
Petra De Rydt op.
In tegenstelling tot het poetsen
van de kamers en de gemeenschappelijke ruimten, besteedt het
ziekenhuis het wassen van het
linnen grotendeels uit. "Vroeger
2 | een hart voor zorg
Monique Rymenants met schrobzuigmachine
werd het linnen niet alleen gewassen in het ziekenhuis, maar er ook
gemaakt en hersteld. Maar dat is
lang verleden tijd. Het wassen van
de kleding wordt - omwille van de
hoge hygiënevereisten - uitbesteed
aan een externe firma.Voor de
kleding van het personeel werken
we met een kleding-uitgifte-automaat (KUA). Met hun badge kunnen personeelsleden daar aangeven welke kledingstukken ze
nodig hebben. De automaat geeft
hen vervolgens de gevraagde
kleding. Dat systeem geldt voor
alle kledinggebruikers: verpleegkundigen, schoonmakers, keukenpersoneel, logistiek personeel,
enz. In de kleding zit een chip
zodat we we- ten wie welk kledingstuk in zijn bezit heeft. Is de
kledij vuil dan wordt die naar de
KIA (kleding-ingifte-automaat)
gebracht en kan men een nieuw
stuk kleding halen. Er zijn
ongeveer 800 kledinggebruikers."
Wanneer iemand in dienst treedt
bij de schoonmaakploeg, dan
wordt die niet meteen voor de
leeuwen geworpen. "We schenken
veel aandacht aan nieuwkomers.
Zij worden gedurende een week
opgeleid door Lizette. Dat is noodzakelijk omdat poetsen tegenwoordig een specifieke aanpak
vraagt. Elke afdeling heeft zijn
specifieke kenmerken inzake
hygiënemaatregelen. Wanneer een
patiënt om medische redenen
geïsoleerd wordt, vereist dat een
andere aanpak dan bij een andere
patiënt. Ook de timing van het
schoonmaken kan verschillen.
Dialysepatiënten verblijven van 's
ochtends tot ongeveer 18 uur voor
hun behandeling in het ziekenhuis
en dus kan die afdeling in die
periode niet gepoetst worden. Per
afdeling hebben we een werkmap
met instructies die door de
medewerkers gevolgd worden. We
hebben een vaste schoonmaakster
per afde-ling. Het is een meerwaarde voor de patiënten en de
verpleegkundigen om steeds
hetzelfde vertrouwde gezicht te
zien. Alle medewerkers van de
schoonmaakploeg krijgen
eveneens jaarlijks een opleiding.
Dat kan ook bijvoorbeeld gaan
over rugpreventie en rugsparend
werken of bestaan uit een informatiesessie over brandpreventie.
Samen met onze ploegleidsters
streven we naar een optimale
kwaliteitsbewaking. Daarom
zorgen we dagelijks voor opvolging en bijsturing. We kijken aan
de hand van een checklist na of er
goed gepoetst is. Is er iets vergeten, dan roepen we de betrokken
schoonmaakster erbij."
Van L naar R: Lizette Peeters, Ilse Loodts en Petra De Rydt
huishoudelijk departement. "We
krijgen vooral veel positieve reacties van patiënten die het erg
appreciëren om in een nette
kamer te kunnen verblijven. Met
de opmerkingen kunnen we aan
de slag. Dit leidt wel eens tot een
verandering in werkwijze wat
vervolgens de kwaliteit ten goede
komt."
De schoonmaakploeg is een
buitenbeentje in het ziekenhuis.
"Onze multiculturele groep bestaat
uit medewerkers van veertien
nationaliteiten. Soms geven we
ook gemotiveerde mensen die de
Nederlandse taal beperkt spreken
de kans om aan de slag te gaan.
Zij kunnen weliswaar niet onmiddellijk patiëntenkamers poetsen
omwille van de beperkte communicatiemogelijkheden, maar worden op andere plaatsen ingeschakeld ", besluit Ilse Loodts.
Deze multiculturele samenstelling
heeft nog een ander positief
neveneffect: medewerkers uit een
andere cultuur zijn vaak bereid om
als tolk te fungeren en ze kunnen
duiding geven bij cultureel bepaalde aspecten. Onlangs was er
bijvoorbeeld een patiënt uit
Georgië die geen Nederlands
sprak. Een lid van de schoonmaakploeg was meteen bereid om
te tolken.
▪
Reuma sneller detecteren
Marie Brenier met Swep
Enkele maanden geleden
versterkte dr. Annemie
Schuerwegh het reumatologieteam van het
H.-Hartziekenhuis. Samen met
dr. Luc Francx en de rest van
het reumatologieteam wil
dr. Schuerwegh werk maken
van EARC, wat staat voor Early
Arthritis Recognition Clinic
ofwel het vroegtijdig herkennen van een nieuwe nietseptische artritis.
"Sinds enkele jaren vragen we
feedback aan de patiënt. De patiënt kan indien gewenst opmerkingen en klachten noteren op het
algemeen evaluatieformulier of op
het document dat men op de
kamer terugvindt, waarop staat
wie de kamer gepoetst heeft",
zegt Ilse Loodts, directrice
Reuma is een aandoening die bij
veel mensen een belletje doet
rinkelen. Maar vaak dekt de vlag
de lading niet helemaal. De term
reuma is eigenlijk een verzamelnaam voor een tweehonderdtal
reumatische aandoeningen
waarbij ontstekingen van spieren,
pezen, gewrichten, botten en/of
inwendige organen opduiken. De
reumatische aandoeningen worden onderverdeeld in vier groepen: artritis, artrose, weke delen
reuma en bindweefsel- en systeemziekten. Artritis is een gewrichtsontsteking. Voorbeelden
hiervan zijn jicht en reumatoïde
artritis. Is er sprake van gewrichtsslijtage die het gevolg is
van kapot of afgesleten kraakbeen
dat de uiteinden van de botten
bekleedt, dan spreken we van
artrose. Tot de weke delen reuma
behoren reumatische aandoeningen van pezen, slijmbeurzen en
spieren. Een gekend voorbeeld
hiervan is de tenniselleboog. Ten
slotte zijn er de bindweefsel- of
systeemziekten. Dat zijn ontstekingen van ogen, bloedvaten,
de huid en/of interne organen.
"99 % van de bevolking gaat
vroeg of laat artrose krijgen, terwijl slechts 1 % artritis zal krijgen. Sommige systeemziekten
komen voor bij één op duizend,
andere systeemziekten bij één op
tienduizend. Ook weke delen
reuma komt frequent en vaak
meermaals bij dezelfde persoon
voor", schetst dr. Schuerwegh het
belang van reumatische
aandoeningen.
EARC, het project dat zij in het
H.-Hartziekenhuis op poten zet,
richt zich op artritis, en meer
bepaald op reumatoïde artritis,
psoriasis artritis en spondylartritis.
"Het is belangrijk dat patiënten
met een nieuwe artritis snel, dat
wil zeggen zeker binnen de twaalf
weken, naar de reumatoloog
gaan. Momenteel komt een
patiënt gemiddeld zes weken na
de eerste klachten bij de huisarts
en gemiddeld twaalf weken later
bij de reumatoloog. Er bestaan
wel grote verschillen tussen de
types reumatische aandoeningen.
Patiënten met reactieve artritis,
sarcoïdose en jicht gaan relatief
snel naar een arts omdat ze met
erg acute pijn te kampen hebben.
Nochtans zullen zij relatief weinig
een hart voor zorg | 3
blijvende schade ondervinden.
Patiënten met reumatoïde artritis
en psoriasis artritis gaan dan weer
veel later een arts opzoeken.
Recent onderzoek toont aan dat
patiënten met een nieuwe artritis
waar de uiteindelijke diagnose
reumatoïde artritis blijkt te zijn,
gemiddeld pas achttien weken na
de eerste klachten bij de reumatoloog op raadpleging komen. En
net bij hen kan een laattijdige
diagnose meer gewrichtsschade
veroorzaken. Patiënten die binnen
de twaalf weken na de eerste
klacht bij de reumatoloog aankloppen, lopen bijna tweemaal
minder gewrichtsschade op dan
patiënten die later dan twaalf
weken komen. Zoals blijkt uit
enkele studies is de gewrichtsschade op langere termijn, zeven
jaar na de diagnose, afhankelijk
van de tijd tussen het eerste
symptoom en de diagnose.
Momenteel komt slechts 31 % van
de patiënten met reumatoïde
artritis binnen de twaalf weken
bij de reumatoloog", stelt dr.
Schuerwegh vast.
Doorverwijzing
Net dat laattijdig bij de reumatoloog toekomen - met daaraan
gekoppeld een laattijdige diagnose
- wil men voorkomen met EARC.
"Elke dinsdag kunnen patiënten
zich zonder afspraak, maar wel op
doorverwijzing van de huisarts,
van 11 tot 12 uur melden op het
inloopspreekuur in de polikliniek
reumatologie. Patiënten kunnen
dus niet op eigen initiatief naar
deze raadpleging komen. De
boodschap die we de huisartsen
willen meegeven is duidelijk:
twijfel je of er sprake is van
artritis, stuur de patiënt dan door.
De reumatoloog neemt een beperkte anamnese af en doet een
gewrichtsonderzoek. Dat gewrichtsonderzoek is erg belangrijk. In een vroeg stadium is
artritis van de kleine hand- en
voetgewrichten immers moeilijk
vast te stellen. De herkenning
door palpatie vereist heel wat
ervaring. Stel ik vast dat er geen
sprake is van artritis dan wordt de
patiënt met een korte brief
terugverwezen naar de huisarts.
Is de diagnose toch artritis dan
ondergaat de patiënt nog diezelfde dag onderzoeken in het
laboratorium en de medische
beeldvorming. Bovendien krijgt de
patiënt op korte termijn een afspraak op de raadpleging reumatologie voor een verdere bespreking van de diagnose en de behandeling. Op deze manier hopen
we de gevolgen van de aandoening sneller en dus beter onder
controle te krijgen. Deze inloopraadpleging is belangrijk omdat er
wachtlijsten zijn indien men via de
'normale' weg een afspraak
maakt", besluit dr. Schuerwegh.
Vallen of niet vallen,
dat is de vraag
dr. Annemie Schuerwegh
▪
Meer informatie: www.hhzhlier.be
dr. Luc Francx
VERKLAREND WOORDENBOEK
•
•
•
•
Artritis: gewrichtsontsteking.
Niet-septische artritis: artritis die niet het gevolg is van een infectie.
Psoriasis artritis: vorm van ontstekingsreuma waarbij de gewrichten van psoriasispatiënten ontsteken.
Reactieve artritis: gewrichtsontsteking als reactie op een infectie in de darmen, urinewegen of geslachtsorganen.
• Reumatoïde artritis: auto-immuunziekte die gewrichtsontstekingen veroorzaakt. Het afweersysteem keert
zich hierbij tegen het eigen lichaam.
• Sarcoïdose: ook wel ziekte van Besnier-Boeck of de ziekte van Besnier-Boeck-Schaumann genoemd.
Er ontstaan ontstekingen in verschillende delen van het lichaam door ophoping van witte bloedcellen. Deze
ophopingen worden granulomen genoemd.
• Spondylartritis: ook wel ziekte van Bechterew genoemd. Reumatische aandoening waarbij vooral de
gewrichten van bekken, nek, rug, heupen en knieën ontstoken raken.
4 | een hart voor zorg
Eind april organiseerde het
H.-Hartziekenhuis tijdens de
Week van de Valpreventie een
symposium met als titel
"To fall or not to fall. Een Liers
symposium over vallen en opstaan". Een thema dat al te
vaak onderbelicht blijft,
vindt geriater dr. Francis
Krekelbergh. "Nochtans kan
hier met beperkte middelen
heel wat geld uitgespaard en
vooral levenskwaliteit gewonnen worden."
De week van de valpreventie
(21-27 april) is voor het multidisciplinaire team van het
H.-Hartziekenhuis (artsen, verpleegkundigen, ergotherapeuten,
kinesitherapeuten, logopedisten
en psychologen) telkens weer een
uitgelezen gelegenheid om deze
problematiek onder de aandacht
te brengen. Dat was dit jaar niet
anders. "Als ziekenhuis met drie
geriatrische afdelingen proberen
we daar elk jaar rond te sensibiliseren. En dit jaar zagen we het
wat groter met een symposium
waarop we alle disciplines samenbrachten. De sprekers waren een
huisarts, een kinesitherapeut,
geriaters, een hoofdverpleegkundige geriatrie, een arts fysische
geneeskunde en revalidatie en een
ergotherapeut", geeft zorgcoördinator Leen Degol het belang en
het opzet van het symposium aan.
Een symposium over valpreventie
en alle mogelijke aspecten die
daarbij komen kijken, is volgens
geriater dr. Francis Krekelbergh
alles behalve een overbodige luxe.
"Mobiliteit bij bejaarden is een
enorm belangrijk gegeven. Bovendien is het een onderwerp dat
zowel in de opleiding als bij de
Van L naar R: Leen Degol en dr. Francis Krekelbergh
publieke opinie te weinig aan bod
komt. De media berichten dikwijls
over technologische hoogstandjes
die veel geld kosten en vaak
slechts voor een beperkt aantal
patiënten van toepassing zijn. Men
vergeet echter dat ouderen meestal in problemen komen door onvoldoende mobiliteit. De belangrijkste reden om ouderen in een
instelling te plaatsen is niet - wat
vaak wordt aangenomen - dementie, maar wel een gebrek aan
mobiliteit. Dat is de belangrijkste
oorzaak van functie- of onafhankelijkheidsverlies", aldus dr.
Krekelbergh.
Valpreventie
Met een boutade stelt de geriater
dat er geen enkele medische
interventie is die meer impact
heeft dan het verbeteren van de
mobiliteit. "En binnen mobiliteit is
osteoporose een van de belangrijkste topics. Hoe komt een bejaarde in de problemen: hij valt en
loopt een heupfractuur op. En wie
breekt een heup? Mensen die
vallen op broze botten.
Voorkomen is erg belangrijk.
Vandaar het belang van valpreventie: we moeten mensen leren
beter te stappen indien mogelijk,
geschikt schoeisel te dragen en
hulpmiddelen correct te gebruiken.
Maar we kunnen niet voorkomen
dat er toch nog steeds mensen
vallen. Niet elke val is te vermijden en er blijft steeds een fractuurrisico bestaan. En zo komen
we bij letselpreventie en osteoporose terecht. Een vaak voorkomend probleem dat niettemin
vaak onderbelicht blijft."
Dr. Krekelbergh benadrukt dat
osteoporose te behandelen valt.
"De richtlijnen stellen dat elke
menopauzale vrouw gescreend
moet worden, met extra aandacht
voor vrouwen met een hoog risico
(vrouwen met een heupfractuur of
polsfractuur). De behandeling van
een gebroken heup hoeft niet te
stoppen bij een operatie. We kunnen mensen met osteoporose
aanraden om calcium en vitamine
D te nemen. De kostprijs van de
een hart voor zorg | 5
behandeling van osteoporose is
veel lager dan die van vele andere
aandoeningen, terwijl de impact
op de levenskwaliteit van de
patiënt erg groot is. Iemand van
85 jaar met een hoge cholesterol
ondervindt daar niet meteen
nadeel van. Iemand van dezelfde
leeftijd met een beperkte mobiliteit boet wel zwaar aan levenskwaliteit in. Bovendien zou het
ook beter zijn voor de maatschappij: wanneer mensen langer in de
thuissituatie kunnen blijven,
scheelt dat de samenleving een
flink pak geld."
Ook een mannenziekte
Osteoporose stond tot voor kort
bekend als een vrouwenziekte.
"Bij mannen kwam de ziekte
zogezegd niet voor en werd ze dan
ook niet bestudeerd. Nu blijkt
echter dat ook mannen wel degelijk aan osteoporose kunnen lijden.
Ze krijgen er wel later mee af te
rekenen omdat ze sterkere botten
hebben dan vrouwen. Bovendien
hebben mannen geen menopauze.
Neem daar nog bij dat mannen
globaal vroeger sterven dan vrouwen, en we hebben de verklaring
waarom osteoporose vaak miskend werd bij mannen. De veroudering van de (mannelijke) bevolking zorgt ervoor dat nu ook
mannen osteoporose krijgen.
Recente studies tonen aan dat
medicatie zowel bij mannen als bij
vrouwen werkt. Andere studies
leren ons dat mannen minder frequent osteoporose hebben, maar
dat ze bij een fractuur sneller
zullen sterven. De mortaliteit van
een heupfractuur ligt hoger bij een
man dan bij een vrouw. Zijn daar
verklaringen voor? Onder meer
dat mannen op hogere leeftijd
minder mobiel zijn dan vrouwen.
6 | een hart voor zorg
Nieuwe technische zolder
maakt operatiekwartier
nog bedrijfszekerder
En dat mannen minder zorg
dragen voor hun gezondheid dan
vrouwen", zegt dr. Krekelbergh.
Het symposium van eind april lokte zowel verpleegkundigen, huisartsen als andere specialisten. Een
150-tal in totaal. Dat er veel verpleegkundigen aanwezig waren,
doet dr. Krekelbergh plezier. "Zij
hebben een belangrijke rol te
spelen: verpleegkundigen kunnen
artsen erop wijzen wanneer er een
probleem is."
"De aanpak van valpreventie is
multidisciplinair", voegt Leen
Degol er meteen aan toe. "Zo is er
een belangrijke rol weggelegd
voor de verpleegkundige, de
kinesitherapeut en de ergotherapeut. Zij observeren de patiënten,
evalueren het gangpatroon en de
mobiliteit en bepalen het valrisico.
De arts van zijn kant gaat na of er
sprake is van een bijkomende
pathologie zoals bijvoorbeeld de
ziekte van Parkinson. Vaak is de
val van een patiënt veroorzaakt
door een onderliggende pathologie
(infectie, verwardheid, tumor,
enz.): vallen als symptoom. Vallen
kent diverse oorzaken die ruimer
zijn dan alleen een slechte mobiliteit. Door de onderliggende
oorzaak op te sporen en te behandelen, kan recidief voorkomen
worden."
Meer informatie over valpreventie
is te vinden op
www.valpreventie.be. "Op deze
website vind je onder andere de
activiteitenpiramide terug, die
werd opgemaakt naar analogie
met de meer gekende voedingspiramide. De belangrijkste boodschap die we kunnen geven is:
bewegen, bewegen en nog eens
bewegen. Wat je zeker niet mag
doen, is de hele dag tv kijken,
boekjes lezen en niet buiten komen. Daarom hebben we deze
activiteitenpiramide op al onze
afdelingen verspreid. Dat sluit
nauw aan bij de boodschap die we
onze oudere patiënten willen meegeven en bij het valpreventiebeleid dat we in het ziekenhuis
voeren (zie ook Lierse Ziekenhuisbrief nr. 43, juli 2013)", besluit
Leen Degol.
▪
De technische zolder van het
H.-Hartziekenhuis kreeg de
afgelopen maanden een ander
uitzicht. En ook de luchtgroepen die er staan, worden binnenkort vervangen. Dat alles
heeft vooral invloed op de
bedrijfszekerheid van het
operatiekwartier.
Bovenop het dak van de achterbouw van het ziekenhuis (blok C
met de medisch-technische
diensten) prijkt sinds kort een
extra verdieping. Die vervangt de
vorige constructie, een zolder in de
vorm van een puntdak. "In februari 2012 kenden we problemen
met de luchtgroep van het operatiekwartier (OK). De extreme
koude
Van L naar R: Wim Dens en Dirk Van der Wee
zorgde voor een bevroren verwarmingsbatterij. Daardoor kwam het
hele operatiekwartier stil te liggen.
Door de constructie van de tech-
nische zolder (het puntdak) was
het zeer moeilijk om herstellingen
uit te voeren. Enkel in het midden
van de zolder kon men rechtop
staan. Daarom beslisten we om dit
puntdak te vervangen door een
volwaardige verdieping met een
plat dak", zegt Dirk Van der Wee,
technisch directeur van het
H.-Hartziekenhuis. "Eens de
nieuwe verdieping klaar is, kunnen
we beginnen met de afbraak van
het oude, schuine dak. Dat wordt
een delicaat werkje, al was het
maar omwille van de vele draden
en leidingen die eraan bevestigd
zijn. We schatten dat dit zo'n twee
maanden in beslag zal nemen."
Op de technische zolder staat
onder meer de luchtgroep voor het
OK. “Er zijn verschillende goede
redenen om die ene luchtgroep te
vervangen door een aantal kleinere luchtgroepen die niet het
volledige OK, maar slechts één of
twee operatiezalen bedienen",
weet Wim Dens, ingenieur van de
technische dienst. "Een luchtgroep
zorgt voor de ventilatie in een
operatiekwartier. Het aantal luchtverversingen per uur is wettelijk
geregeld. Bedoeling hiervan is het
aantal vervuilende deeltjes weg te
zuigen uit de lucht. Dat doen we
door de hoeveelheid lucht in het
OK zo'n twintig à vijfentwintig keer
per uur te wisselen. De vervuilende deeltjes blijven achter in zogenaamde HEPA-filters (High
Efficiency Particulate Air). De
luchtgroep heeft niet alleen een
filterfunctie. Ze zorgt ook voor
koeling (in de zomer wanneer er
warme buitenlucht gebruikt wordt)
of opwarming (in de winter) van
de lucht."
"De primaire bedoeling van de
nieuwe luchtgroep is om zaal per
zaal te kunnen werken. Wanneer
er slechts één operatiezaal in
gebruik is, moet er slechts één
luchtgroep gebruikt worden. Het
gebruik van verschillende kleine
luchtgroepen in plaats van één
grote luchtgroep is ook veel economischer en milieuvriendelijker.
Je moet dan immers minder koelen of opwarmen en dus minder
energie gebruiken. En dat is
tegenwoordig toch wel meegenomen", voegt Dirk Van der Wee
er aan toe. Over financiën gesproken: het hele project kost
ongeveer 1 à 1,2 miljoen euro.
Maar het belangrijkste is toch dat
de installatie van de nieuwe
luchtgroepen ervoor zorgt dat het
operatiekwartier nog bedrijfszekerder wordt dan het al was. Eens
de vervanging doorgevoerd is,
kunnen we de zalen afzonderlijk
een hart voor zorg | 7