Studiegids - Con Amore

Download Report

Transcript Studiegids - Con Amore

Studiegids

Studiegids - Medische Basiskennis September 2014 V1.4 Con Amore Opleidingen

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Studiegids September 2014 1 van 18

Index

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

12.

13.

1.

Inleiding ........................................................................................................... 3 2.

2.1.

Curriculum ....................................................................................................... 3

Verplichte Literatuur ................................................................................................ 3

2.2. Docenten ................................................................................................................. 4

3.

3.1.

Modulen ........................................................................................................... 4

Module 1: Algemene Basiskennis ............................................................................ 4

3.2.

3.3.

Module 2: Medische Basiskennis ............................................................................ 6

Module 3: Psychosociale Basiskennis ....................................................................12

Toetsen .......................................................................................................... 14 Diploma-eisen ............................................................................................... 14 Opbouw lesdag ............................................................................................. 14 Locaties ......................................................................................................... 14

Aanwezigheidsverplichting .......................................................................... 15 Efficiënt studeren ......................................................................................... 15

De studievragen ............................................................................................ 16 Huiswerk ........................................................................................................ 16

Fraude ............................................................................................................ 17 Tips naar aanleiding van de lesdagen ........................................................ 17

Studiegids September 2014 2 van 18

1.

Inleiding

Welkom bij de opleiding medische basiskennis van Con Amore. Hoewel het compacte karakter en het Hbo-niveau garant staan voor een pittige studie, kan iedere student met een goede motivatie en discipline deze opleiding met succes afronden. Con Amore is een Italiaanse muziekterm, die wordt gebruikt als een componist wil benadrukken dat een muziekstuk met liefdevolle aandacht dient te worden gespeeld. Met deze instelling gaan we samen aan de slag, en het resultaat staat daarmee vast: het wordt een feest en een groot succes. Wij zullen er alles aan doen om je te begeleiden, je relevante tips te geven vóór en tijdens de opleiding en je te inspireren en te stimuleren om niet alleen je kennis, maar ook je wijsheid en je liefdevolle intentie in het leven te bekrachtigen en te verspreiden. Deze studiegids bevat naast algemene informatie en aanwijzingen hoe je het meest effectief de stof je eigen kunt maken ook honderden studievragen, die je helpen om je focus te richten op de essentie van het omvangrijke lesmateriaal. Deze studievragen zijn kenmerkend voor de werkwijze van Con Amore. Vriendelijk verzoeken we je dan ook om deze studiegids met vragen niet verder te verspreiden.

2.

Curriculum

Het curriculum bestaat uit 12 lesdagen, waarvan één dag een bezoek aan de snijzaal wordt gebracht. De lesdagen duren van 9 tot 17 uur.

2.1.

Verplichte Literatuur

Met verzendboekhandel Merlijn, gerund door een jonge en enthousiaste ondernemer, hebben we een overeenkomst gesloten dat je met korting boeken kunt aanschaffen, als je de kortingscode ‘amore’ invult. Voor het bestellen van je lesboeken kun je de volgende link gebruiken: http://www.merlijnboekhandel.nl/onderwijs/83/188/254/Con-Amore/ • Zelman e.a., (2014, 7 de herziene druk),

Pathologie

, Amsterdam: Pearson • • • • ISBN 9789043028721. Grégoire, L., Straaten-Huygen, A. Van., Trompert, R., (2007)

Anatomie en fysiologie van de mens

, Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhof. 3 e Druk.

ISBN 9789006950953 Zimbardo, P.G., Johnson, R.L., en McCann, V. (2013)

Psychologie, een inleiding

, Amsterdam: Pearson. ISBN 9789043021678 Van der Does, W., (2013, 13 de geheel herziene druk)

Zo ben ik nu eenmaal

, Scriptum Pschychologie ISBN 9789055942619 Syllabus Con Amore: Hoofdstuk 1: Pathologie (uit: Jüngen, I., en Zaagman-van Buuren, M. (2006) Pathologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum.) Studiegids September 2014 3 van 18

Hoofdstuk 2: (uit: Jüngen, I., en Zaagman-van Buuren, M. (2006) Pathologie, Houten: Bohn Stafleu van Loghum, en uit Merck Manual, Medische Handboe.) Syllabus Con Amore: Hoofdstuk 3: Organisatie van de Gezondheidszorg (uit: Boot, J.M.D. (2010) Organisatie van de gezondheidszorg, Assen: Van Gorcum.) Hoofdstuk 4: Ethiek (uit: Beaufort, I. de, et al. (2011) De Kwestie, Den Haag: Boom Lemma.) Hoofdstuk 5: Geïntrigeerde Geneeskunde (uit: Aakster, C.W., Wijk, R. Van, en Nieuwenhuize, O. Van. (2009) Jaarboek integrale geneeskunde, Harderwijk: Stichting TIG) Praktische Gespreksvoering (uit: Donders, W. (2013) Praktische gespreksvoering, Den Haag: Boom Lemma uitgevers.)

2.2.

Docenten

• Drs. Albert Jansen, voormalig huisarts, antroprosofisch arts, Journeytherapeut, full-time docent MBK bij Con Amore. • • Drs. Els Pieterse, arts, bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige. Drs. Eran Erlich, arts, fulltime docent medische basiskennis bij diverse opleidingen. • Drs. Nadia Bertelli, arts, docente masterfase geneeskunde (VUmc), docente communicatie en attitude (UMCU). • • Drs. Robin de Wit, arts, bedrijfsarts en psychiater in opleiding. Drs. Rose Jansen, psycholoog en bedrijfspsycholoog, met eigen bedrijf in coaching en consultancy.

3.

Modulen 3.1.

Module 1: Algemene Basiskennis

Deze module is de inleiding tot de medische basiskennis. Onderwerpen als anatomie, fysiologie, pathologie, organisatie van de gezondheidszorg, wetgeving en gezondheidsethiek, geïntegreerde geneeskunde, informatie-vaardigheden, grenzen van eigen vakgebied, en gezondheidsgedrag van mensen wordt geïntegreerd behandeld. Leerdoelen van de Module 1: Algemene basiskennis

LES 1

Leerdoelen: • BASISBEGRIPPEN: De student heeft kennis van de basisbegrippen van de gezondheidszorg en kan termen als gezondheid en ziekte, preventie, curatie, palliatie, symptomen, infectie, klachten en besmetting reproduceren. • DIAGNOSTISCH PROCES: Studiegids September 2014 4 van 18

• De student is bekend met het diagnostisch proces binnen de geneeskunde en kan een theoretische onderbouwing van het medisch algemeen lichamelijk onderzoek weergeven en regulier medische en psychosociale behandelwijzen noemen. ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG: De student heeft inzicht in de samenwerking van de organisatie binnen de Nederlandse gezondheidszorg en kan dit toepassen in samenwerking met andere zorgverleners. • • WETTEN IN DE GEZONDHEIDSZORG: De student heeft kennis van de verschillende wetten in de gezondheidszorg en kan deze toepassen in de praktijk. Hij kan ethische vraagstukken en handelingsopties beargumenteren en kan beoordelen welke consequentie dit heeft voor zijn handelen. INFORMATIEVAARDIGHEDEN: De student is in staat informatie op te zoeken op online databases en via vaktijdschriften en te beoordelen op relevantie. • • GRENZEN VAN EIGEN VAKGEBIED: De student kent de grenzen van eigen deskundigheid en vakgebied en kan deze beargumenteren. De student is zich bewust van zijn eigen beperkingen en kan zo nodig doorverwijzen naar deskundige collegae. ALGEMENE FARMACOLOGIE: De student is bekend met de algemene farmacologie en kan farmacokinetiek en kan begrippen als resorptie, distributie, transformatie, excretie, therapeutische breedte, halfwaardetijd en klaring benoemen. De student heeft kennis van de hoofdgroepen van geneesmiddelen en vaccinaties en heeft inzicht in de werking, bijwerking, interacties en veranderde werking van geneesmiddelen en kan deze onderbouwen. De student is bekend met, analgetica, antibacteriële middelen, antimycotica, antivirale middelen, antithrombotica, psychofarmaca (antipsychotica, antidepressiva, hypnotica/anxiolytica, overige psychofarmaca), hormonale middelen, antihistaminica, bloeddrukregulerende medicijnen, maagzuurremmers en maagbeschermers, cholesterolverlagers, Insuline, cytostatica, vaccinaties en kan hun werking beschrijven.

LES 2

Leerdoelen: • ANATOMIE: De student heeft kennis van de orgaanstelsels en de ligging van de organen. • FYSIOLOGIE: De student heeft kennis van de basisbegrippen van de fysiologie en kan deze definiëren en beschrijven. • PATHOLOGIE: De student heeft kennis van de pathologie en heeft inzicht in diverse oorzaken van ziekte en reacties van het lichaam en kan deze uitleggen. • GEÏNTEGREERDE GENEESKUNDE: De student heeft kennis van geïntegreerde geneeskunde, begrijpt het verband tussen fysieke, psychosociale en sociale factoren en kan deze toepassen in de praktijk. • GEZONDHEIDSGEDRAG: Studiegids September 2014 5 van 18

• • • De student is bekend met het gezondheidsgedrag van mensen en kan dit toepassen bij het over-en onder rapporteren van klachten. De student heeft kennis van gezondheidsbevorderend en gezondheidsbelemmerend gedrag, is bekend met de context factoren die van invloed zijn op welbevinden, ziekten en ziektebeleving en kan deze kennis toepassen. CELLEN EN WEEFSELS: De student heeft kennis van de anatomie en fysiologie van verschillende cellen en weefsels en kan deze reproduceren. De student heeft kennis van de bouw van een menselijke cel, de verschillende weefselgroepen en kan deze reproduceren. De student begrijpt de functie, transport, celdeling, en differentiatie van de cellen en kan deze beschrijven. De student heeft inzicht in aangeboren, genetische bepaalde aandoeningen, ontstekingen en infecties, kanker en tumoren en kan deze kennis toepassen. AFWEER EN LYMFESTELSEL: De student kan een definitie geven van immuniteit en kent het verschil tussen aspecifieke en specifieke afweer. De student kan de anatomie en de fysiologie van het lymfestelsel beschrijven, de vier typen allergische reacties benoemen, en het verschil uitleggen tussen actieve en passieve immuniteit. De student kan de begrippen auto-immuniteit en auto-antilichamen toelichten, kent diverse auto-immuunziekten zoals lupus erythematodes, sclerodermie, polymyositis, polymyalgia reumatica en verder pollinose, anafylactische shock, HIV en Aids. ONDERZOEKSTECHNIEKEN: De student is bekend met de meest gangbare (medische) onderzoekstechnieken zoals: laboratoriumonderzoek, cholesterol, leverfunctie, bloedsuikerregulatie, anemie, ontstekingsmarkers en is in staat deze beschrijven

3.2.

Module 2: Medische Basiskennis

Deze module gaat dieper in op de medische basiskennis en omvat specifieke kennis over de onderwerpen anatomie, fysiologie, pathologie. Deze onderwerpen worden geïntegreerd behandeld en zullen dus niet los aan bod komen. Dat betekent dat bij de behandeling van de casussen alle drie de onderwerpen geïntegreerd behandeld zullen worden. Ook organisatie van de gezondheidszorg, wetgeving en gezondheidsethiek, grenzen van eigen vakgebied, en gezondheidsgedrag van mensen komen in deze module weer aan bod tijdens de bespreking van de casussen, zodat De student in staat is de theorie toe te passen. Leerlingen worden geacht thuis de stof te leren, en passen hun kennis toe in de besprekingen van de casussen en oefeningen tijdens de les. Leerdoelen van de module 2: medische basiskennis

LES 3

Leerdoelen: Studiegids September 2014 6 van 18

• HART EN VAATSTELSEL: De student heeft inzicht in de anatomie en fysiologie van het hart en vaatstelsel en de kan de onderliggende verbanden benoemen. De student begrijpt de grote en kleine bloedsomloop, anatomie en werking van het hart, reguliere arteriële bloeddruk, kenmerken van systolische druk, diastolische druk en pols druk en kan deze beschrijven. De student begrijpt de ziekten van hart en vaatstelsel als angina pectoris, dreigend hartinfarct en hartinfarct, decompensatio cordis, hartritmestoornissen, hypertensie en hypotensie, atherosclerose, claudicatio intermittens, hoog cholesterol, trombose en embolie, varices, oedeem en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen

: De student herkent de volgende alarm signalen: hyperhydrosis; hartkloppingen waarbij de hartslag irregulair en inequaal is; wanneer iemand in rust een hartslag heeft van meer dan honderd slagen per minuut; krampachtige spierpijnen over de borstkas; acute schouderpijn (vnl. links) met zweten; pijn in één arm, eventueel met bleek zien, zweten en een klamme huid; acute dyspnoe; algehele zwelling van het buikgebied; een onverklaarbare droge mond; gezwollen enkel aan één zijde en gezwollen enkels aan beide zijden; plotselinge duizeligheid en/of flauwte; pijn op de borst; onbegrepen moeheid; onbegrepen koorts en kan hier adequaat op reageren.

LES 4

• Leerdoelen: BLOED: De student heeft inzicht in samenstelling en functie van het bloed , de verschillende bloedgroepen en bloedtransfusieschema en kan deze kennis reproduceren. De student is bekend met hematocriet, de werking van erytrocyten, functie en plaats van vorming van leukocyten, bezinkingssnelheid, bloedstelping en kan deze beschrijven. De student heeft inzicht in de ontstaanswijze, diagnostiek en behandeling van ziekten van het bloed en de bloedvormende organen, zoals vormen van anemie, carcinomen, leukemie, maligne lymfoom & Hodgkin, multipel myeloom en kan deze kennis toepassen. • ADEMHALINGSSTELSEL: De student is bekend met de fysiologie en anatomie van het ademhalingsstelsel en kan deze reproduceren. De student is bekend met de bouw van het ademhalingsstelsel, indeling longen in kwabben en segmenten, de ademhalings- en hulpademhalingsspieren en ademhalingsbewegingen en kan deze kennis reproduceren. De student heeft begrip van; de functies van de neus- en mondademhaling, productieve en niet productieve hoest, gaswisseling, principes van regulering van de ademhaling, reflexen als hoesten, braken, niezen, geeuwen, hikken en slikken, en begrippen als ademvolume, expiratoire reserve volume, inspiratoire reserve volume, residulucht, vitale capaciteit en totale capaciteit en kan deze uitleggen. Studiegids September 2014 7 van 18

De student heeft inzicht in de ziekten van het ademhalingsstelsel als stridor, dyspnoe d'effort en dyspnoe de repos, Kussmaul ademhaling, hyperventilatie, Cheyne-Stokes ademhaling, cyanose (centraal en perifeer), bradypnoe, en tachypnoe, afwijkingen in sputum, astma en COPD, hyperventilatiesyndroom, pneumothorax, pneumonie, longkanker, longembolie en longinfarct, sarcoïdose en Besnier Boeck en kan deze beschrijven. Ook heeft de student kennis van bronchitis, zowel acuut als chronisch, en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen

: De student herkent de volgende alarm signalen: acute dyspnoe; hemoptoë; onverklaarbare heesheid en stemverlies; pijn op de borst en kan hier adequaat op reageren.

LES 5

Leerdoelen: • SPIJSVERTERINGSSTELSEL: De student is bekend met de anatomie en fysiologie van het spijsverteringsstel en kan deze beschrijven. De student heeft kennis van functies van de mondholte, ligging speekselklieren, samenstelling van het melkgebit en volwassene gebit, slikbeweging, functie van de nervus vagus, de samenstelling van normale feces, de samenstelling en de belangrijkste functie van gal, en kan deze kennis reproduceren. De student heeft inzicht in functies en samenstelling van speeksel, de bouw, functie en werking van de slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm en alvleesklier en lever, de samenstelling en functies van maagsap, wijze van ontlediging van de maag, proces van resorptie van voedingsstoffen, de samenstelling en functies van alvleeskliersap, bouw en functie van galblaas en galwegen, verloop normale bilirubinestofwisseling en kan dit inzicht toepassen. De student begrijpt ziekten die van toepassing zijn op het spijsverteringsstelsel als prehepatische/hepatische en posthepatische icterus, en braakreflex, projectiel, retentie en fecaal braken, afwijkingen in geur, kleur en samenstelling van braaksel en ontlasting, carcinomen, hernia diafragmatica, ontstekingen, slokdarmklachten, ulcus pepticum, maagbloeding, maagperforatie, malabsorptie syndroom, coeliakie, ziekte van Crohn, IBS, hemorroïden, diarree en obstipatie, hepatitis A en B, galstenen, hernia inguinalis, voedselallergie en voedselintolerantie, diabetes type 1 en 2, overgewicht/obesitas, non fatty acid liver disease, leverdysfunctie, diverticulitis, colitis ulcerosa en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen:

De student herkent de volgende alarm signalen: braken en diarree in het algemeen, in de zwangerschap en bij zuigelingen en jonge kinderen; obstipatie zonder duidelijke oorzaak; (nieuw of oud ) bloed bij de ontlasting; gewichtsverlies; acute (nieuwe) buikpijn in het algemeen en in het bijzonder bij kinderen; herhaalde buikklachten; algehele zwelling van het buikgebied; mogelijke gezondheidsrisico ’s van dysfagie en kan hier adequaat op reageren.

LES 6

Studiegids September 2014 8 van 18

Leerdoelen: • URINEWEGSTELSEL: De student heeft inzicht in de anatomie en fysiologie van de blaas en nieren en kan deze beschrijven. De student heeft kennis van de bouw en functie van een nefron, en de urinebuis van de man en de vrouw en kan deze kennis reproduceren. De student heeft begrip van de ligging bouw en functies van de nieren, urineleiders en de blaas en heeft inzicht in ultrafiltratie, filtratiedruk, terug resorptie en excretie, functies van aldosteron, A.D.H. en renine, nieren bloeddrukregulatie, de functies van erytropoëtine, de functie van de uitwendige en inwendige sluitspier, ontstaan en verloop van mictie reflex, de samenstelling van normale urine, en ziekten die bij de blaas en nieren horen. De student begrijpt de verschillende ziekten die bij de blaas en nieren horen als afwijkingen in urine samenstelling, verschillende soorten pijnklachten bij aandoeningen van nieren en urinewegen, cystitis, pyelonefritis, glomerulonefritis, nierstenen, incontinentie, nierinsufficiëntie en chronische nierinsufficiëntie, terminale nierinsufficiëntie, nefrotisch syndroom en nefritis en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen:

De student herkent de volgende alarm signalen: acute (nieuwe) buikpijn in het algemeen en in het bijzonder bij kinderen; hematurie en kan hier adequaat op reageren. • GENITAAL STELSEL: De student is bekend met de anatomie en fysiologie van het genitaal stelsel. De student heeft kennis van de menstruatiecyclus, primaire en de secundaire geslachtskenmerken van de man en de vrouw, de bouw en de functies van de eierstok en eileider, onderdelen van de penis en de werking van de zwellichamen, de samenstelling van sperma en kan deze kennis reproduceren. De student begrijpt bouw en functie van de baarmoeder en baarmoederwand, bouw en de functie van de vagina, bouw, de ligging en de functies van de zaadballen, de functie van de cellen van Sertoli en de cellen van Leydig, de ligging en functie van de zaadblaasjes, de bouw, de ligging en de functies van de prostaat en kan hun functies beschrijven. De student begrijpt de ziekten die van toepassing zijn op het genitaal stelsel als carcinomen, infecties en soa ’s, ovariumcyste, menstruatieklachten, het climacterium en de menopauze, mastitis, polycysteusovarieel syndroom myoom, endometriosis, verzakking, infertiliteit, prostaatklachten, erectiestoornissen, zwangerschaps-klachten, abortus, graviditeit, bekkeninstabiliteit/symfysiolyse en kan deze kennis toepassen.

LES 7

• Leerdoelen: ENDOCRIENE SYSTEEM: De student is bekend met de anatomie en fysiologie van het hormoonstelsel. De student heeft kennis van de werkingsprincipe van hormonen, de werking en de plaats van productie van mannelijke en vrouwelijke hormonen, de ligging en de bouw van de bijnieren en kan deze kennis reproduceren. Studiegids September 2014 9 van 18

• De student heeft inzicht in de ligging en de (hormonale) functie van de hypofyse en hypothalamus, de ligging en functie van de schildklier(hormonen), de ligging en functie van de bijschildklieren (hormonen), functies hormoongroepen van de bijnierschors, functies hormonen bijniermerg en kan hun functies beschrijven. De student begrijpt de ziekten die van toepassing zijn op het hormoonstelsel als diabetes mellitus, hypoglycaemie en hyperglycaemie, hyperthyreoïdie en hypothyreoïdie, Cushing, Addison, hypopituïtarisme, hyperparathyreoïdie en hypoparathyreoïdie, vitamine D deficiëntie, osteoporose, obesitas en metabool syndroom en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen:

hier adequaat op reageren. De student herkent de volgende alarm signalen: onverklaarbaar veel dorst; onverklaarbaar heel veel plassen en kan PEDIATRIE: De student is bekend met ziekten die van toepassing zijn op de pediatrie als koorts en vlekken, geslachtsafwijkingen, spina bifida, hydrocephalus, aangeboren afwijkingen van hart- en bloedsomloop, pervasieve stoornissen, pylorusstenose, atresie / stenose in het maagdarmkanaal, congenitale hernia diafragmatica, congenitale heupluxatie, afwijkingen van de ledematen, meningitis, encephalitis, chronische sereuze otitis media, acute dyspneu bij kinderen, constitutioneel eczeem, vergiftigingen, rode hond, waterpokken, bof, mazelen, acute lymfatische leukemie, buikpijn en de ziekten die van toepassing zijn op veroudering/sterven als ouderdomsproblematiek, dementie, rouwproblematiek en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen:

De student herkent de volgende alarm signalen: braken en diarree bij zuigelingen en jonge kinderen acute (nieuwe) buikpijn in het bijzonder bij kinderen; zwellingen in de nek bij zuigelingen en kinderen; loopproblemen (mank lopen, kreupel zijn, pijn bij lopen en niet willen lopen) bij kinderen en kan hier adequaat op reageren.

LES 8

• Leerdoelen: ZENUWSTELSEL EN NEUROLOGIE: De student heeft kennis van de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel. De student is bekend met onderdelen en functies van een zenuwcel, typen zenuwcellen, de belangrijkste hersenzenuwen (I, II, V, VII, X), bouw en locatie ventrikelsysteem van de hersenen en de bloed-hersenbarrière en kan deze kennis reproduceren. De student heeft inzicht in functies van het zenuwstelsel, werking prikkelgeleiding en overdracht, bouw, functies en werking van de grote hersenen, bouw, functies en werking van de kleine hersenen, ligging en werking van de thalamus en de hypothalamus, de ligging, bouw en functie van het ruggenmerg, bouw en werking perifere zenuwstelsel (incl. reflexen), indeling en functie motorische systeem, ligging en functies vliezen rond het zenuwstelsel, functies, samenstelling, ligging van liquor cerebro spinalis, animale en het vegetatieve zenuwstelsel, de bloedvoorziening van de hersenen en kan hun werking beschrijven. Studiegids September 2014 10 van 18

De student is bekend met de ziekten van het zenuwstel als carcinomen, infecties, Transient Ischemic Attack en Cerebrovasculair Accident, Bell ’s paralyse, carpaal tunnelsyndroom, perifere neuropathie, syndroom van Guillain-Barré, verschillende vormen van hoofdpijn, epilepsie, ziekte van Parkinson, multiple sclerose en trauma ’s en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen:

De student herkent de volgende alarm signalen: een pijnlijke en/of stijve nek; tintelingen en/of tastverlies; tremoren; pijn in het gezicht; afasie; rugpijn eventueel met uitstralingspijn(been); bewustzijnsveranderingen en kan hier adequaat op reageren. • ZINTUIGEN EN SENSORISCH SYSTEEM: De student heeft kennis van de anatomie en fysiologie van de zintuigen en het sensorisch systeem. De student is bekend met de eigenschappen en functies van het sensorisch systeem, de bouw van het oog, de bouw van het oor, de bouw van het evenwichtsorgaan, en kan deze kennis reproduceren. De student heeft inzicht in de werking van smaakvorming, het proces van beeldvorming, het proces van geluidsvorming en het proces van evenwichtsvorming en kan deze uitleggen. De student begrijpt ziekten die van toepassing zijn op de zintuigen en het sensorisch systeem als carcinomen, infecties van mond, neus, oor en oog, eczeem, psoriasis, ulcus cruris, cataract, glaucoom, refractieafwijkingen, slechthorendheid, ziekte van Menière, tinnitus, en maculadegeneratie en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen:

adequaat op reageren. De student herkent de volgende alarm signalen: een acute visus stoornis; pijn in en/of rondom het oog en kan hier

LES 9

• Leerdoelen: MOTORISCH STELSEL: De student begrijpt de anatomie en fysiologie van het bewegingsstelsel en kan deze kennis beargumenteren. De student heeft kennis van bouw van bot(typen), de driedeling van een pijpbeen, benaming en indeling schedelbeenderen, opbouw van de wervelkolom, opbouw van het thoraxskelet, opbouw van het skelet van de schoudergordel, opbouw van de bekkengordel, de beenderen van de onderste en bovenste extremiteiten, botverbindingen en gewrichtstypen en kan deze kennis reproduceren. De student begrijpt de functies van het skelet, botvorming, bouw en functie onderdelen van gewrichten, functies van het spierstelsel, bouw en functies van spieren en pezen, ligging en functie van de grote en kleine spiergroepen en begrippen als extensoren, flexoren, adductoren, abductoren, agonisten, antagonisten, contractie en spierfascie. De student heeft inzicht in de ziekten van het bewegingsstelsel als afwijkende standen van de wervelkolom , spieratrofie en hypertrofie, polyarteriïtis nodosa (PAN), reumatoïde artritis, acuut reuma, artrose, bacteriële of infectieuze reuma, jicht, (morbus) Bechterew, rugpijn en rug aandoeningen (hernia nuclei Studiegids September 2014 11 van 18

• pulposi; ziekte van Scheuermann), fibromyositis, tendinitis, bursitis, botbreuken, post traumatische dystrofie, acuut trauma, verzwikking, verstuiking, zwelling en kan deze kennis toepassen. HUID: De student is bekend met de functies van de huid, bouw en functie van de: haren, nagels, zweet-, talg en melkklieren. De student begrijpt ziekten die van toepassing zijn op de huid zoals carcinomen, infectieziekten en uitingen van atopie en auto-immuunziekten.

3.3.

Module 3: Psychosociale Basiskennis

Deze module gaat dieper in op de kennis van de psychosociale basiskennis en behandelt onderwerpen als psychologie, psychopathologie, psychiatrie, psychofarmacologie, gespreksvaardigheden en therapeutische basisvaardigheden. Leerlingen worden geacht thuis de stof te leren, en passen hun kennis toe in de besprekingen van de casussen en oefeningen tijdens de les. DOCENTEN: Drs. Albert Jansen, voormalig huisarts, antroposofisch arts, Journeytherapeut, full time docent MBK Drs. Els Pieterse, arts; bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundige. Drs. Rose Jansen, psycholoog en bedrijfspsycholoog – eigen bedrijf in coaching en consultancy. Drs. Peter Baggelaar, psychotherapeut Drs. Eran Erlich, arts; fulltime docent medische basiskennis. Drs. Nadia Bertelli, arts; docente masterfase geneeskunde (VUmc), docente communicatie en attitude (UMCU). Drs. Robin de Wit, arts; bedrijfsarts en psychiater in opleiding. Leerdoelen van de Module 3: Psychosociale basiskennis

LES 10

Leerdoelen: • PSYCHOLOGIE: De student is bekend met de deelgebieden van de psychologie en heeft kennis van de biologische benadering, leertheoretische benadering, humanistische benadering, systeem theoretische benadering en kan deze beschrijven. De student is bekend met de toegepaste (ontwikkelings-)psychologie en klinische psychologie en heeft kennis van persoonlijkheidsontwikkeling, leeftijdsfasen en bijbehorende ontwikkelingstaken, psychopathologie en maatschappij en kan deze kennis in eigen woorden uitleggen. • GESPREKSVAARDIGHEDEN: De student begrijpt termen als non verbaal gedrag, verbaal volgen, gebruik stiltes, samenvatten, feedback, doorvragen, reflecteren, concretiseren, interpretatie, confrontatie, eigen voorbeelden geven, terugkoppelen naar Studiegids September 2014 12 van 18

• doelen, situatie verduidelijken, afsluiten van gesprek en kan deze kennis toepassen in de praktijk. THERAPEUTISCHE BASIVAARDIGHEDEN: De student begrijpt termen als empathie, congruentie, onvoorwaardelijke acceptatie, attitude van de therapeut en kan deze termen in eigen woorden uitleggen.

LES 11

• Leerdoelen: PSYCHOPATHOLOGIE: De student heeft kennis van de psychopathologie en is bekend met het DSM IV en V systeem en verschillen daartussen, de algemene kenmerken psychopathologie, het diagnostisch proces psychopathologie, en Kan deze kennis reproduceren. De student heeft inzicht in de volgende stoornissen die van toepassing zijn op de psychologie als schizofrenie en andere psychotische stoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, somatoforme stoornissen, eetstoornissen, slaap/waakstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, autismespectrum-stoornissen, aandachts- en gedragsstoornissen, verslavingsproblematiek, aanpassingsstoornissen, psycho-organische stoornissen en kan deze kennis toepassen.

Rode vragen/alarmsymptomen:

De student herkent de volgende alarm signalen gewichtsverlies; onbegrepen moeheid; zeer somber en lusteloos gedrag; waanbeelden wanen/hallucinaties; angsten; slaap / waakstoornissen; verwardheid; hallucinaties; UHR-psychose symptomen (moeite met het contact, vreemde gedachtegangen); agressie en impulscontrole leidend tot problemen in de dagelijkse omgang; chaos: moeite met plannen, komt afspraken niet na; levensbedreigende doodswens; hulpverlener snapt patiënt niet, en kan hier adequaat op reageren. • PSYCHIATRISCHE BEHANDELINGEN: De student is bekend met psychotherapie in grote lijnen, cognitieve attributies, therapietrouw bij gebruik van psychofarmaca, psycho-educatie en kan deze kennis reproduceren. • PSYCHOFARMACA: De student heeft kennis van psychofarmaca als antidepressiva (de klassieke, MAO-remmers en SSRI ’s), antipsychotica (de klassieke en de atypische), stemmingsstabilisatoren (Lithium, anti-epileptica), psychostimulantia (Ritalin, Concerta, Stratera), Benzodiazepinen en kan deze reproduceren.

LES (12) snijzaal

Bezoek snijzaal. De planning van deze lesdag, in het curriculum, wordt bekend gemaakt in het eerste half jaar en is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van de snijzaal. Leerdoelen: • DE EFFECTEN VAN PATHOLOGIE OP HET LICHAAM: De student heeft inzicht in de effecten van verschillende ziekten en verouderingsprocessen op het lichaam en kan deze uitleggen. Studiegids September 2014 13 van 18

De student verwerft kennis van de anatomie en de verhoudingen van de verschillende orgaanstelsels ter opzichte van elkaar kan deze reproduceren. De student heeft inzicht in de effecten van gezondheidsbelemmerend gedrag op diverse orgaanstelsels en kan dit inzicht toepassen (preventie).

4.

Toetsen

Aan het eind van iedere lesdag wordt er een normatieve toets afgenomen (multiple choice-, waar/onwaar- en evt. open endvragen) die in de les wordt nagekeken, becijferd en nabesproken. Ook zijn er regelmatig werkstukken of casuspresentaties die beoordeeld worden. Het gemiddelde cijfer van de diverse toetsen en casuspresentaties bepaalt of iemand al dan niet geslaagd is en of het een gewoon diploma betreft of ‘cum laude’.

5.

Diploma-eisen

De student zal het diploma ontvangen als hij aan de volgende voorwaarden heeft voldaan: Alle studievragen zijn volledig beantwoord en voor de aanvang van de desbetreffende les ingeleverd. • De student is bij alle lessen aanwezig geweest en heeft ten minste 100 contacturen. • De student heeft een positieve beoordeling voor zijn casuspresentaties en heeft de diverse toetsingen met een voldoende afgerond. Bij een gemiddelde lager dan 5,5 heeft de student recht op een herexamen (de kosten hiervan €100,- zijn niet inbegrepen in de opleidingsprijs). Als aan deze eisen zijn voldaan ontvangt de student een Con Amore diploma met 100 contacturen, 1137 sbu, 40,6 EC ’s

6.

Opbouw lesdag

Iedere lesdag wordt opgebouwd rond relevante casussen (patiëntenvoorbeelden) uit de praktijk. Deze zijn zo gekozen dat ze de belangrijkste en meest voorkomende ziektebeelden uit de betrokken hoofdstukken illustreren. Tevens zal, waar mogelijk en zinvol, de anatomie aan de hand van anatomische preparaten en beeldmateriaal worden verduidelijkt. Vanzelfsprekend komen in de discussies rondom deze casussen de

rode vragen/alarmsymptomen,

medisch-ethische problemen, professionele attitude, valkuilen in de praktijk en eventueel verwijsbeleid uitgebreid aan de orde. Meestal werk je in steeds wisselende tweetallen aan de vragen die bij de casus horen en probeer je deze te beantwoorden, aanvankelijk zonder je boek of schrift te raadplegen. Onduidelijkheden en problemen worden klassikaal besproken. De lesdag wordt afgesloten met een normatieve toets (zie Toetsen).

7.

Locaties

De opleiding vindt op meerdere locaties plaats, raadpleeg hiervoor onze website. Op elke locatie is de opleiding identiek. Indien plaats beschikbaar kun je, na overleg met Studiegids September 2014 14 van 18

de docent, ook tussendoor een keer switchen naar een andere locatie, bijvoorbeeld om een les in te halen als je een keer niet kan komen.

8.

Aanwezigheidsverplichting

Aanwezigheid bij elke les is verplicht. Kun je een lesdag niet aanwezig zijn, dan dien je hiervan Con Amore tevoren per mail op de hoogte te stellen. Gemiste lesdagen kun je op een andere locatie inhalen. Overleg hierover met je docent.

9.

Efficiënt studeren

De lesstof is veel en tamelijk complex. Onderschat dit niet! Vooral de grote hoeveelheid onbekende medische termen doet je in het begin vaak duizelen. Gelukkig went dat snel en zal je merken dat termen steeds weer terugkomen en dat zaken herhaald worden in nieuwe verbanden, zodat je inzicht geleidelijk aan toeneemt. Alle reden dus om tot een goed besluit te komen en meteen een gedegen plan van aanpak voor jezelf te maken. Begin ruim voor aanvang van de lessen met studeren! • Wat je nodig hebt is discipline en een goed ritme van studeren. Sluit vriendschap met de studieboeken, i.p.v. er tegenop te zien of ervan te balen, dat scheelt enorm! De met zorg uitgekozen boeken worden jouw metgezel komend jaar, jouw maatjes die je op een logische en ordelijke wijze loodsen door het complexe web van de medische wetenschap. Sla ze regelmatig open, daar zijn ze namelijk voor bedoeld. • • • Zoek een ‘studiebuddy’ uit je lesgroep (iemand bij je in de buurt) om samen te studeren; dat werkt stimulerend en veel effectiever. Hiervoor ontvang je voorafgaand aan de eerste lesdag een deelnemerslijst. Het is essentieel dat je de stof van een lesdag geheel en grondig hebt bestudeerd, voorafgaand aan de lesdag! Dat verhoogt namelijk enorm de effectiviteit van de lesdag. Anders kun je niet discussiëren over de patiëntencasussen en loop je steeds achter de feiten aan. Vervelend voor jou, storend voor je medestudenten met wie je de casus gaat bespreken. Daarom is het wijs om op tijd een begin te maken met je studie. Door vroeg te beginnen, verlaag je de studielast per week. Zorg voor orde: bewaar alle relevante mails betreffende de opleiding in een apart mapje. • • • Lees ieder hoofdstuk eerst aandachtig door voor je met de studievragen begint. Maak aantekeningen van moeilijke begrippen in je werkschrift. Probeer vervolgens de betreffende vragen bij het hoofdstuk in een werkschrift te beantwoorden. Zodra de nieuwe website gereed is krijg je bericht en kun je je antwoorden online invullen (je krijgt een individuele inlogcode). Sommigen slaan het stadium van het werkschrift over, ook goed. Het gaat om het begrip van de stof: hoe zit de anatomie in elkaar, hoe functioneert het orgaan dan, wat gebeurt er als er iets mis gaat? Als je een vraag niet begrijpt kun je daarover in de klas vragen stellen. Wellicht leven die vragen ook bij anderen. Dan bespreken we het klassikaal en kan iedereen met het antwoord zijn voordeel doen. Probeer vooral kort en trefzeker te antwoorden. Studiegids September 2014 15 van 18

10.

De studievragen

De studievragen zijn kenmerkend voor de lesmethode van Con Amore. Ze helpen je met studeren en vooral met focussen op wat essentieel is. Ze loodsen je door elk hoofdstuk van het lesboek en zorgen dat jij je de stof echt kunt eigen maken. Misschien wel het meest wezenlijke van de studievragen: het onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Bij de studievragen worden hoofdzaken in oranje weergegeven, bijzaken in

zwart

. De alarmsymptomen, die volgens de Plato normen aan ons doorgegeven zijn, zijn

dikgedrukt

. Aan deze

alarmsymptomen

wordt extra belang gehecht!. Dikgedrukte oranje vragen zijn inzichtvragen betreffende alarmsymptomen uit de praktijk. De antwoorden zijn dus niet in de lesboeken op te zoeken!

MBK is een zeer uitgebreid vak, zoals je wel gemerkt hebt of spoedig zult merken. Daarom is het handig om de hoofdzaken van de bijzaken te kunnen onderscheiden. Onze uitgangspunten hiervoor zijn: • dat je therapeut bent (of in opleiding daarvoor) en geen arts; • dat je geen diagnose hoeft te stellen; • • dat je basiskennis verwerft van ziektebeelden die samen de hoofdzaken vormen en adequaat weet te handelen. Wat zijn die hoofdzaken? de meest algemeen voorkomende ziektebeelden; • de ernstige en zogenaamde ‘grote’ ziektebeelden die (urgent) medisch ingrijpen vereisen, inclusief de symptomen die alle alarmbellen moeten doen rinkelen, de

alarmsymptomen

. Wat bijzaken betreft: het kan handig zijn als je termen herkent, enigszins weet waar het over gaat als een patiënt bijv. meldt dat ze het syndroom van Wolff-Parkinson White heeft. Dan is het goed te weten dat het niet om de ziekte van Parkinson gaat. Daarom slaan we niet zomaar over wat je niet elke dag in je praktijk zult zien, maar is het wijs om sommige zaken toch te bestuderen. Hierdoor zie je ook beter het verband tussen al die feitjes en weetjes. Echt zeldzame aandoeningen slaan we meestal over; ze kunnen waanzinnig interessant zijn, maar je kunt ze ook opzoeken in een naslagwerk zoals de Merck Manual medische handboek.

11.

Huiswerk

Je kunt je antwoorden online op de website van Con Amore invullen, zodra je bent ingelogd met je eigen inlogcode. Wanneer je een lesblok af hebt, ontvang je automatisch de juiste antwoorden, zodat je deze kunt vergelijken met je eigen antwoorden. Op die manier kun je jezelf goed corrigeren. Daar leer je het meeste van en zo blijft de stof goed hangen. Voorafgaand aan iedere les is het verstandig om nogmaals de rode vragen met de juiste antwoorden grondig te bestuderen. Op die manier ben je het beste voorbereid op de casussen tijdens de lessen en slaag je met glans voor de toets aan het eind van elke lesdag.

Studiegids September 2014 16 van 18

12.

Fraude

Eigenlijk zou dit niet onderwerp niet in deze studiegids moeten staan, maar ervaring heeft ons geleerd dat we fraude in de opleiding serieus moeten nemen. Vandaar de volgende waarschuwing: als je betrapt wordt op fraude met huiswerk, leidt dat tot uitsluiting van de betreffende les, waardoor je geen toets kan doen. Fraude tijdens een toets leidt automatisch tot een 0, waardoor je het examen moet overdoen, kosten €100.

Let op:

als je niet jouw antwoorden voorafgaand aan de les online hebt ingevuld, dan gaan wij er vanuit dat je de lesstof niet grondig hebt voorbereid. Op die manier kun je niet actief betrokken zijn en participeren aan de patiëntencasussen. In dat geval krijg je géén toegang tot de les, kun je niet deelnemen aan de toets en moet je later de les inhalen, inclusief de toets! Een stok achter de deur dus.

Mocht je om dwingende redenen niet in staat zijn om tijdig je antwoorden af te hebben, dan dien je dit tijdig met je docent te communiceren, zodat hiervoor naar een oplossing gezocht kan worden.

We wensen je veel studieplezier en een fantastisch opleidingsjaar toe namens het Con Amore-team. De directie, Albert Jansen en Rinske Zielstra

13.

Tips naar aanleiding van de lesdagen

• daarvoor naar je beroepsvereniging. • (soms) niet eens met visie/behandelwijze etc. • • Zet de algemene voorwaarden voor jouw praktijk op je website of verwijs Laat je niet negatief uit over de reguliere geneeskunde, ook al ben je het Laat je niet verleiden om tegen een cliënt te zeggen wat jíj zou doen in een zijn of haar situatie, als leidraad voor de cliënt. Zorg voor een behandelovereenkomst die door de cliënt wordt ondertekend. • Er bestaat een zgn. Boekenpoef, een soort lichtgewicht zitzakje dat ideaal is als boekensteun voor je lesboek. In diverse hippe kleurtjes bij Brunawinkels, de betere (kantoor)boekhandel of via internet (bookseat) te koop €25. • • • • Over EHBO-opleiding: Op de Qing Bai academie wordt een EHBO cursus gegeven in twee dagen, en per jaar 1 terugkomdag. Deze academie heeft verschillende locaties. Deze academie is door zo'n beetje alle beroepsverenigingen erkend. Je kunt het hele menselijke lichaam in aparte onderdelen ontleden op www.bodybrowser.googlelabs.com Het boek van de mens ‘Leer als een speer’ bevat veel handige tools en tips om snel en efficiënt te studeren. Bewezen effectief en erg leuk vorm gegeven. Op www.schooltv.nl staan een paar leuke en leerzame filmpjes over het DNA Studiegids September 2014 17 van 18

• verhelderend: http://www.gezondheidsnet.nl/medisch/videos. • • Een website met duidelijke animatiefilmpjes over allerlei ziektebeelden, zeer Een andere website om online mindmaps te maken, handig bij het ordenen van al die ziektebeelden rondom bijv. het hart of de longen: http://www.handigewebsite.nl/hoe-maak-ik-online-een-mindmap/ Een site om het menselijk lichaam te verkennen: www.zygotebody.com Studiegids September 2014 18 van 18