Open Brief 2012-2

Download Report

Transcript Open Brief 2012-2

Open Brief
van het Gezondheidscentrum Schalkwijk
zevenendertigste jaargang, nummer twee 2012
Briandlaan 11 - 13, 2037 XE Haarlem
2 – Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee
Inleiding
Het is niet de eerste keer dat in de Open Brief aandacht wordt besteed aan stervensbegeleiding
en aan euthanasie. In 1995 en in 2001 schreven wij er ook over. Maar we zijn nu 11 jaar verder
en we merken dat veel patiënten vragen hoe ons standpunt is. Wij vinden het erg belangrijk dat
onze patiënten goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden die er zijn om de laatste levensfase
zo goed mogelijk door te komen. Er zijn veel misverstanden en onduidelijkheden met betrekking
tot dit onderwerp. Wij hopen dat, na het lezen van deze Open Brief, het voor iedereen duidelijker
is geworden. Uiteraard is het altijd mogelijk om in een persoonlijk gesprek met uw huisarts één
een ander verder te bespreken. Over dit onderwerp zijn er bijdragen van Martin Mensink, Sabine
Vuister, Dick Arentz en van mijzelf. Rianne Quik schrijft over de BTH, de bijna-thuis-huizen, of
ook wel hospices.
Zoals iedereen zal weten en misschien ook zal hebben gemerkt, heeft de (voormalige!) regering
drastische bezuinigingen doorgevoerd die ook merkbaar zijn in ons Gezondheidscentrum. Veel
medicijnen worden niet meer vergoed. De diëtisten hebben het erg zwaar en ook bij de psychologen is er gekort. Toch zijn er nu enkele lichtpuntjes te melden. Isabella Branderhorst, diëtist,
schrijft erover.
Ook door de bezuinigingen heeft apotheek Meerwijk zich aangesloten bij de keten van Mediq.
Gelukkig nog dezelfde mensen!
Van een heel andere orde is het verslag van de Surinamereis. Ik was daar in maart/april in een
bijzonder spannende tijd. Erg leuk dat Amina Tarrass, doktersassistente, ook meeging naar Suriname. Zij heeft nuttig werk kunnen doen.
Eddy Loonstijn, onze psycholoog van ‘het eerste uur’ (hij is al 39 jaar psycholoog!) gaat een sabbaticalreis maken met een catamaran. Lees zijn verhaal!
Wouter van Kempen, huisarts
Dokter, zo kan het niet
langer er moet iets
gebeuren…
Over stervensbegeleiding
Wouter
van
Kempen, huisarts
Vaak is het de familie van een
ernstig zieke patiënt die wanhopig om hulp vraagt. Vader,
moeder of de partner is er
slecht aan toe en heeft vreselijk veel pijn. Het kan ons
ooit allemaal eens overkomen.
Zo’n noodkreet is niet zelden
in de avond of in het weekend.
Soms wordt dan de dienstdoende huisarts gebeld. En
dat is jammer, deze kent de
familie immers niet en kan op
zo’n moment vaak alleen maar
een ‘noodverband’ aanleggen.
Veel beter is het om bij een
ernstige ziekte tijdig met de
eigen huisarts te overleggen.
Wat weet de patiënt van zijn
of haar ziekte? Wat zijn de eigen verwachtingen? Veel mensen zijn angstig, bang voor
wat komen gaat. Bang voor de
pijn, bang om te stikken, bang
voor de dood. Het geloof kan
ook een rol spelen. Het is ook
zeer realistisch: er kan inderdaad van alles gebeuren. Er
wordt vaak gezegd dat men
tegenwoordig geen pijn hoeft
te lijden. Dat is maar ten dele
waar. Natuurlijk zijn er goede
pijnstillers, maar deze hebben ook nadelen. Men kan er
suf van worden of misselijk of
duizelig. Heel vaak krijgt men
obstipatie (verstopping). Het
begeleiden van een ernstig
zieke patiënt is vakwerk. Het
is intensief. Soms komen wij
dagelijks langs. Soms moeten
er injecties gegeven worden.
Soms een infuus aangebracht
worden. Tegenwoordig wordt
nogal eens gebruik gemaakt
van pompjes waarmee bijvoorbeeld heel langzaam morfine
wordt toegediend. Ook kunnen
we een maagsonde inbrengen
wanneer de patiënt niet meer
kan slikken. Gelukkig hoeft de
huisarts dit niet allemaal alleen
te doen. Een belangrijke partner is de thuiszorg en soms
de gespecialiseerde thuiszorg,
die verstand heeft van de apparatuur. De huisarts kan ook
een beroep doen op het ‘consultteam palliatieve zorg’. Dit
team heeft veel ervaring met
uiteenlopende situaties en kan
ook aan huis komen om te adviseren en te begeleiden. Wanneer de patiënt nog enigszins
mobiel is, wordt soms de fy-
siotherapeut ingeschakeld om
te adviseren bij het lopen met
krukken of een rollator of om
bepaalde oefeningen te doen.
In de gesprekken met de patiënt en de familie zal op een
bepaald moment toch ook gesproken moeten worden over
wat men wil als het echt niet
meer gaat. Als de pijn onhoudbaar is, of als het lijden als
ondraaglijk wordt ervaren. De
meeste mensen ervaren een
schroom om er over te beginnen. Toch merken wij dikwijls
dat het een hele opluchting
kan zijn als dit onderwerp ter
sprake is geweest. De artsen
van het Gezondheidscentrum
hebben er allemaal ervaring
mee. Het verzoek om euthanasie komt geregeld voor.
Wij gaan die vraag niet uit de
weg. Wij zullen te allen tijde
trachten een zo goed mogelijke oplossing te vinden voor
de patiënt die om euthanasie
vraagt. Dat wil niet zeggen dat
wij ieder verzoek ook zullen
inwilligen. Het is iedere keer
weer anders. Iedere patiënt is
uniek. Sommige patiënten zijn
juist bang voor euthanasie. Zij
willen dat juist helemaal niet
en zijn opgelucht als zij horen
dat het anders kan. Slechts in
een klein percentage van de
Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee – 3
gevallen komt het uiteindelijk
daadwerkelijk tot euthanasie!
Collega Mensink gaat daar in
zijn artikel ook uitvoerig op
in. Mijn boodschap aan iedereen: bespreek dit soort moeilijke zaken op tijd met elkaar.
Het is ook goed om eventuele
wensen schriftelijk vast te leggen. Collega Vuister gaat hier
ook nog verder op in.
Palliatieve zorg en
palliatieve sedatie
Martin Mensink, huisarts
Deze Open Brief gaat over
euthanasie. Als ik aan euthanasie denk, denk ik ook aan
palliatieve zorg en palliatieve
sedatie. ‘Palliatie’ betekent
verzachting of verlichting.
Palliatieve zorg is de zorg
voor patiënten in de laatste
fase van hun leven. Voor patiënten die een levensbedreigende en ongeneeslijke ziekte
hebben. Zorg die niet gericht
is op genezing van de patiënt
maar op kwaliteit van leven in
de laatste fase van het leven.
Zorg die gericht is op het voorkómen en verlichten van pijn
en andere ongemakken in de
laatste levensfase. Palliatieve
sedatie is het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van
patiënten in de laatste levensfase, met als doel om onbehandelbaar lijden te verlichten
(en dus niet te verkorten zoals bij euthanasie) door middel van het verlagen van het
bewustzijn, door iemand dus
‘onder zeil’, in slaap te brengen.
Ik vind het als huisarts heel
erg belangrijk dat patiënten
en familieleden die te maken
hebben met een levensbedreigende en ongeneeslijke aandoening goed op de hoogte
zijn van de manieren waarop
iemand kan overlijden. Euthanasie is er één van. Maar
ik merk in de stervensbegeleiding dat patiënten nogal eens
bepaalde handelingen en begrippen door elkaar halen. Ik
hoor vaak genoeg dat er bij
een familielid in het verle-
den euthanasie gedaan is door
middel van het ophogen van
de morfine. In dit stuk probeer ik uit te leggen dat dát
bijvoorbeeld niets met euthanasie te maken heeft. Ik maak
ook regelmatig mee dat als ik
patiënten die euthanasie overwegen uitleg wat palliatieve
zorg en palliatieve sedatie is,
ze tegen mij zeggen: ‘dokter,
dát is wat ik eigenlijk voor
ogen heb’.
Tijdens de stervensbegeleiding praat ik met patiënten
over hoe zij de laatste fase van
hun leven voor zich zien. Vaak
heeft men daar nog geen beeld
van. Meestal is wel duidelijk
dat men geen ongemakken
wil ondergaan. Meestal is men
bang voor pijn of benauwdheid, of zelfs stikken. Allemaal
begrijpelijke angsten. Als ik
met patiënten hierover praat
zijn er patiënten die zeggen
dat ze euthanasie overwegen.
Dan begint voor mij het gesprek. Ik probeer er allereerst
achter te komen wat de patiënt al weet over euthanasie.
Over wat euthanasie wél en
wat het níet is. Het is wél levensbeëindiging op een van te
voren bepaald moment, met
min of meer een overdosis van
bepaalde middelen. Het is níet
het ophogen van medicijnen
om bepaalde klachten te bestrijden, bijvoorbeeld het ophogen van morfine tegen pijn
of benauwdheid. Het is níet
iemand in slaap brengen én
houden als er klachten zijn die
niet op een andere manier zijn
op te lossen. Palliatieve zorg
en sedatie gaat om het bestrijden van klachten en problemen bij patiënten in de laatste
fase van het leven, waarbij de
dood het gevolg kan zijn.
In de palliatieve zorg kan het
gebeuren dat er problemen
ontstaan die de huisarts niet
kan verhelpen. Op dat moment kan er besloten worden
om over te gaan tot palliatieve sedatie. Daarbij brengt
de huisarts de patiënt in slaap
met medicijnen. Op dat moment moet wel duidelijk zijn
dat de patiënt niet langer te
leven zal hebben dan 1 tot 2
weken. De overeenkomst van
sedatie en euthanasie is lijdensverlichting. Het grote verschil is dat sedatie niet als doel
heeft het leven te bekorten en
euthanasie wel. Een ander belangrijk verschil is dat sedatie
‘normaal’ medisch handelen is
en euthanasie ‘bijzonder’ medisch handelen. Dit betekent
ook dat iedere patiënt ‘recht’
heeft op sedatie, maar niet op
euthanasie. Als de patiënt nog
bij bewustzijn is en wilsbekwaam, dan moet de patiënt
bij sedatie instemmen. Maar
als er een situatie ontstaat
waarbij de patiënt niet meer
wilsbekwaam is (bijvoorbeeld
als een patiënt helemaal in de
war raakt en de huisarts kan
dit niet op een andere manier verhelpen) dan kan de
arts en familie besluiten om
de patiënt te sederen, in slaap
4 – Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee
te brengen. Bij euthanasie
daarentegen moet de patiënt
wilsbekwaam zijn. Het moet
immers een weloverwogen
besluit van de patiënt zijn. Bij
sedatie sterft de patiënt een
natuurlijke dood. Bij euthanasie moet een niet-natuurlijke
dood afgegeven worden en
komt er na het overlijden een
gemeentelijke lijkschouwer.
Je hoort wel eens dat palliatieve sedatie een ‘langzame’ euthanasie zou zijn. Maar niets
is minder waar. Euthanasie is
bedoeld voor mensen met ondraaglijk en uitzichtloos lijden
die niet verder willen leven.
Palliatieve sedatie is bedoeld
voor situaties waarbij mensen
lijden aan een ongeneeslijke
en levensbedreigende aandoening, die in de allerlaatste fase
van hun leven zijn, waarbij er
klachten of verschijnselen zijn
die niet op een andere manier
zijn op te lossen.
Als patiënten tijdens de gesprekken over het naderende
einde hun voorkeur voor euthanasie aan mij bekend maken, probeer ik erachter te
komen wat maakt dat zij deze
gedachte hebben. Als blijkt
dat deze gedachte met name
voortkomt uit angst voor onbehandelbare klachten, voel
ik me verplicht uitleg te geven over de mogelijkheden die
naast euthanasie bestaan.
Ik denk dat het goed is dat dit
onderwerp in een vroeg stadium van de ziekte besproken
wordt. Ik denk ook dat het
goed is dat er over dit onderwerp gesproken en nagedacht
wordt door mensen die nog
helemaal niet te maken hebben met een levensbedreigende en ongeneeslijke ziekte.
Daarom is het zo belangrijk
dat dit in deze Open Brief beschreven wordt.
Palliatieve sedatie is zo
gek nog niet
Wouter
van
Kempen, huisarts
Nog nooit heb ik zo’n kleurrijke en originele rouwkaart
ontvangen van een patiënt.
Ja, mevrouw W was erg
creatief. Eén van haar
schilderijen sierde de
voorkant van de kaart.
Ze is 83 jaar geworden
en stierf na een liefdevol afscheid te midden
van haar dierbaren. Op
de kaart stond een klein
gedichtje en dat vond ik
ook heel toepasselijk:
‘Treur niet om mij, want
ik ben tevreden. Treur
niet om mij, want ik heb
het goed. Treur om mij,
omdat we niet meer samen zijn. Hou me vast
in gedachten, maar laat
me nu maar gaan.’
Mevrouw W kende ik
vanaf het begin van
mijn loopbaan als huisarts, toen bijna 35 jaar
dus! We hebben al die
jaren een zeer goed contact
gehad. Ik blijf dat toch bijzonder vinden van ons vak. Dat
je zoveel meemaakt in een
gezin, de hoogtepunten en de
dieptepunten. Belangrijk was
het overlijden van haar man,
zo’n vijftien jaar geleden. Ik
zie hem nog zitten aan de eettafel. Hij rolde zijn shag nadat
bij hem longkanker was geconstateerd. ‘Dat is toch iets
gezonder dan die sigaretten,
vind je ook niet doc?’ Ik sprak
het niet tegen, het was toch al
te laat. Toen hij zeer benauwd
werd en zijn bed niet meer uit
kwam, moest ik beloven hem
niet te laten stikken. Nee, euthanasie wilde hij niet, maar
een spuitje zodat hij lekker
kon slapen, dat leek hem wel
wat. Op een bepaald moment
was het zover. Hij had de hele
familie laten komen en rekende op ‘het spuitje’. Ik besprak
nog eens de mogelijkheid van
euthanasie, maar daar voelde
hij toch niet voor. Ik besloot
hem een cocktail te geven
van valium en morfine. Hij
ging inderdaad lekker slapen
en overleed de volgende dag.
Niet vreemd voor iemand die
zó verzwakt was. Zijn vrouw
en kinderen waren erg blij met
de manier waarop dit gegaan
was. Zo’n gedeelde ervaring
verstevigt de band nog meer.
Al gauw kreeg ik een schil-
derijtje van haar voor mijn
spreekkamer. Het hangt al jaren boven de onderzoekbank.
Ook breide ze een trui voor
me. Ze had de wol speciaal bij
een schapenhouderij in NoordHolland gehaald. Toen één van
haar zoons aan kanker overleed was ze erg down. In die
moeilijke tijd bezocht ik haar
regelmatig. Inmiddels had ze
zelf ernstig COPD gekregen.
Ziekenhuis in, ziekenhuis uit.
Ze werd steeds benauwder en
kreeg ook veel pijn. Ze verzwakte enorm, maar steeds
wist zij zich weer op te krikken.
In het ziekenhuisbed maakte ze plannen voor later. Hoe
zwak ook, zodra ze weer thuis
was, begon ze te werken aan
haar schilderijen of keramiek.
Ze had nog zoveel ideeën! Bij
de laatste opname werd echter longkanker geconstateerd.
En toen brak er iets in haar. Ze
vroeg of ik wilde komen en in
het bijzijn van haar kinderen
gaf ze heel duidelijk aan dat ze
wilde inslapen, ‘net als bij haar
man’. Ook met haar besprak ik
de mogelijkheden. Ik vertelde
over euthanasie door middel
van een spuitje of een drankje.
Maar ook vertelde ik over de
mogelijkheid van palliatieve
sedatie. Ze vond het nogal ingewikkeld maar koos daar uiteindelijk toch voor. Weer thuis
had ze even een opleving. Ze
speelde nog eventjes piano,
Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee – 5
probeerde te schilderen, maar
moest dat toch snel opgeven.
Het ging echt niet meer. Samen met mijn aios bezocht ik
haar iedere dag. Met hulp van
de technische thuiszorg kreeg
ze eerst een morfinepompje
en toen was het zover. We
spraken op een avond af. De
kamer zat vol familie. De sfeer
was ontspannen. Er werden
herinneringen opgehaald. Er
kwamen foto’s tevoorschijn.
Mevrouw W. was glashelder
en had veel humor. Ze nam
van iedereen afscheid op een
heel persoonlijke manier. Ook
van de aios en tenslotte van
mij. Ze bedankte mij voor de
goede zorgen en ‘onze vriendschap’. Daarna moesten we
aan het werk. Volgens het protocol kreeg ze eerst een bolus
met 10 mg midazolam. Daar
zou ze wel van in slaap vallen,
verklaarde ik. Maar na een uur
was ze nog even helder. Daarop sloten we de pomp aan met
daarin een flinke hoeveelheid
midazolam. We vertrokken.
De familie bleef achter. Na drie
uur kwam ik nog even kijken.
Ze was nu wel in diepe slaap,
maar had nog ruim twee uur
verhalen verteld. De volgende
ochtend hoorde ik dat ze in de
nacht toch nog af en toe één
oog had geopend met de woorden: ‘ik ben er nog hoor’. In de
loop van de middag is ze rustig ingeslapen. Ik heb behoorlijk veel ervaring opgedaan
met euthanasie in de loop der
jaren en vond palliatieve sedatie eigenlijk een beetje ‘tweederangs’, een methode voor
dokters met ‘zwakke knieën’.
Maar na deze ervaring kijk ik
er heel anders tegen aan. Wat
mij betreft krijgt het een vaste
plaats naast de vele mogelijkheden die we al hebben om
het sterfbed te vergemakkelijken.
De SCEN arts
Sabine Vuister, huisarts
Als u uw huisarts vraagt om
euthanasie of hulp bij zelfdoding, krijgt u te maken met
het bezoek van een tweede
onafhankelijke arts. Deze arts
is meestal/bij voorkeur een
SCEN arts. SCEN staat voor
Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland. SCEN
artsen hebben een opleiding
tot SCEN arts gevolgd bij de
KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) en hebben daarnaast werkzaamheden in een eigen praktijk, als
huisarts, medisch specialist
of als specialist ouderengeneeskunde. De SCEN artsen in
een regio hebben samen een
dienstregeling. De huisarts
die een consultatie vraagt van
de SCEN arts krijgt de dienstdoende SCEN arts toegewezen. De huisarts kan dus geen
SCEN arts uitkiezen. Deze regeling is om een optimale onafhankelijkheid van de SCEN
arts te waarborgen.
Waarom een tweede
onafhankelijke arts?
De huisarts, die te maken
krijgt met een verzoek van
zijn patiënt om euthanasie of
hulp bij zelfdoding, moet zich
houden aan de ‘Wet toetsing
levensbeëindiging op verzoek
en hulp bij zelfdoding’. Euthanasie is namelijk geen gewoon
medisch handelen. Het is een
uiterst middel in die gevallen
waarin patiënt én arts voor
hun gevoel met de rug tegen
de muur staan en het lijden
van de patiënt op geen enkele andere aanvaardbare wijze
kan worden verholpen of verlicht.
De wet, kortweg de Euthanasiewet, schrijft voor dat de
behandelend arts zorgvuldig
moet handelen door ten minste één andere onafhankelijke
arts te raadplegen. Deze andere arts moet de patiënt zien
en spreken en schriftelijk zijn
oordeel geven of uw huisarts
volgens de zorgvuldigheidseisen van de wet heeft gehandeld.
Wat zijn die
Zorgvuldigheidseisen?
De Euthanasiewet schrijft voor
dat Euthanasie mag plaatsvinden als aan een aantal eisen
voldaan is. Die eisen zijn:
Er moet bij de patiënt sprake
zijn van een vrijwillig en weloverwogen verzoek tot euthanasie. Het verzoek mag niet
door druk van anderen tot
stand gekomen zijn.
De patiënt moet wilsbekwaam
zijn. Er mogen geen omstandigheden zijn die de wilsbekwaamheid beïnvloeden zoals
bijvoorbeeld een depressie of
een psychose.
Er moet sprake zijn van on-
6 – Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee
draaglijk en uitzichtloos lijden. Dit wordt bepaald door
de diagnose en de prognose.
De patiënt moet voor de huisarts en SCEN arts aannemelijk
maken dat zijn/haar lijden ondraaglijk is.
De patiënt moet een goed
beeld hebben van zijn ziekte
en medische situatie, de behandelingen en eventuele alternatieven om het lijden te
verlichten. De huisarts moet
de patiënt goed voorgelicht
hebben. Zijn er nog redelijke
andere oplossingen voor de
situatie waarin de patiënt zich
bevindt?
De SCEN arts zal u bezoeken
en willen spreken. Dat gesprek
moet (in ieder geval deels)
onder vier ogen plaatsvinden.
Daarnaast zal de SCEN arts
soms willen spreken met uw
naasten en soms andere betrokkenen, zoals verpleegkundigen of verzorgenden.
De SCEN arts spreekt geen
oordeel uit. Noch geeft hij/zij
goedkeuring voor de euthanasie. De SCEN arts komt om te
beoordelen of huisarts en patiënt aan de zorgvuldigheidseisen voldaan hebben. De SCEN
arts maakt een schriftelijk verslag en geeft daarin aan of er
wel of (nog) niet aan die zorgvuldigheidseisen is voldaan.
Het is een advies aan uw huisarts. De huisarts is niet verplicht het advies van de SCEN
arts te volgen. Ook is de huisarts niet verplicht de euthanasie uit te voeren. De huisarts
bespreekt het advies van de
SCEN arts met u en beslist hoe
het verder gaat. Het is belangrijk dat u en uw behandelend
arts (meestal de huisarts) tijdig met elkaar spreken over
uw laatste levensfase. Dat uw
huisarts weet hoe u uw naderende levenseinde ziet. Op zijn
beurt zal de huisarts aan uw
kenbaar moeten maken wat
de mogelijkheden of onmogelijkheden zijn in algemene zin
en in uw specifieke geval. Als
uw behandelend arts bijvoorbeeld gewetensbezwaard is
t.a.v. euthanasie is het prettig dat hij voor u een collega
zoekt die dat niet is. De arts
is hier juridisch niet toe verplicht, moreel wel.
De SCEN arts mag geen behandelend arts zijn en mag
nooit de euthanasie of hulp
bij zelfdoding overnemen. De
SCEN arts is ook niet verantwoordelijk voor het wel of niet
plaatsvinden van de euthanasie of hulp bij zelfdoding. Dat
blijft de verantwoordelijkheid
van uw behandelend arts.
De uiteindelijke beoordeling
van het voldoen aan de zorgvuldigheidseisen wordt gedaan door de regionale toetsingscommissie, nadat de euthanasie of hulp bij zelfdoding
heeft plaatsgevonden.
Tot slot de schriftelijke wilsverklaring. Het is niet verplicht
een schriftelijke wilsverklaring
te overleggen als u om euthanasie of hulp bij zelfdoding vraagt. Wel is het zo dat
een schriftelijk verzoek een
belangrijk
bewijsdocument
is voor de arts en de regionale toetsingscommissie. Het
is daarom raadzaam een geschreven euthanasieverzoek
aan uw behandelend arts te
overleggen. Een zelfgeformuleerde verklaring heeft de
voorkeur boven een standaard
verklaring. Dat is authentieker
en overtuigender. Het hoeft
geen ingewikkelde verklaring te zijn. U kunt in uw eigen woorden aangeven welk
lijden u ervaart, waarom dat
ondraaglijk voor u is en dat u
daarom om euthanasie vraagt.
Zet er altijd een datum en een
handtekening onder.
De Wet staat toe dat een
schriftelijk verzoek het mondelinge verzoek vervangt als
de patiënt niet meer in staat is
zich te uiten. Maar als de patiënt de eigen wil niet zelf meer
kan uiten, dan zal het vaststellen van de vrijwilligheid
en weloverwogenheid vrijwel
onmogelijk zijn. Dat geldt dan
ook voor de beoordeling van
de ondraaglijkheid van het lijden. Het is daarom van belang
dat arts en patiënt tijdig en
helder met elkaar spreken, dat
de arts dit vastlegt in het pa-
tiëntendossier en dat de arts
daarbij aan de patiënt de beperkte waarde van een euthanasieverklaring aangeeft.
Over de
levenseindekliniek
Dick Arentz, huisarts np
Onlangs vertelde Wouter van
Kempen dat het volgende
nummer van de Open Brief
zou gaan over euthanasie. Tegelijk vroeg hij of ik hierin ook
wat kon schrijven over mijn
nieuwe functie als arts van de
Levenseindekliniek. Dat doe ik
graag omdat ik er heel interessant werk doe.
De kliniek bestaat nog maar
heel kort en veel valt er dus
nog niet te vertellen, maar dat
het nuttig en boeiend werk is,
is al heel zeker. Daarom zal ik
een korte schets geven.
In de eerst plaats is de naam
kliniek verkeerd: De meeste
mensen die het betreft willen
thuis sterven en wij komen
voornamelijk dus aan huis. De
kliniek is vooral het gebouw
waar de telefoniste en de
manager werken en waar we
soms vergaderen of scholing
krijgen. In de toekomst zullen er ook bedden komen voor
mensen die geen geschikte
thuissituatie hebben om euthanasie of hulp bij zelfdoding
te krijgen. Het gaat dan dus
om een situatie die het meest
te vergelijken is met een hospice. Maar hoe vaak we zo’n
situatie tegen zullen komen
weten we nog niet.
In de tweede plaats gaat het
om mensen die gevraagd hebben om euthanasie of hulp bij
zelfdoding aan hun eigen arts
maar die op een weigering zijn
Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee – 7
gestuit. Dit kan komen omdat
de arts principiële bezwaren
heeft, maar het kan ook zo
zijn dat de arts twijfelt of het
wel binnen de termen van de
wet valt of dat hij zelf euthanasie een stap te ver vindt om
persoonlijke redenen. Een arts
kan bij twijfel een SCEN-arts
raadplegen, maar om deze
reden zijn er al verschillende
mensen bij de levenseindekliniek beland. Bekende moeilijke situaties zijn bijvoorbeeld
patiënten met een psychiatrisch ziektebeeld of dementie. Ook mensen die ‘klaar met
leven’ zijn is een moeilijke categorie. Klaar met leven is namelijk een categorie waarvoor
de euthanasiewet niet bedoeld
is. Maar in de praktijk blijkt
het vaak te gaan om mensen
die van alles mankeren, zodat
ze meestal wel binnen de termen van de wet blijken te vallen. Ook deze mensen hebben
zich al vaak gemeld.
Inmiddels hebben zich al meer
dan tweehonderd mensen
aangemeld. Ongeveer de helft
betreft mensen met lichamelijke klachten, een derde heeft
psychiatrische klachten, een
kwart is klaar met leven, en
een kleine 10 % heeft (beginnende) dementie.
De eerste drie patiënten zijn in
goede harmonie met de eigen
arts geholpen. In één een geval
nam de huisarts het weer over
na advies bij ons ingewonnen
te hebben. In een ander geval
werd de euthanasie door een
levenseindearts gegeven maar
was de eigen huisarts erbij en
heeft ‘de kunst afgekeken’;
een volgende maal zal hij het
zelf in een vergelijkbaar geval
kunnen doen. In het derde geval zal de hulp bij zelfdoding
waarschijnlijk door ons gegeven worden in overleg met de
eigen huisarts.
Het ziet er naar uit dat de levenseindekliniek in een leemte
voorziet. Overigens is de behoefte niet overal even groot.
Ik denk dat in Haarlem het
SCEN-team goed functioneert
en dat de weigerende artsen
meestal wel weten naar wie
ze kunnen verwijzen. Elders is
dat niet altijd even goed geregeld.
In ieder geval waren de patiënten, de familie en ook wel de
artsen erg blij met ons. Doordat wij als buitenstaanders
met een nieuwe blik konden
kijken, de situatie nog eens
konden herformuleren en konden bemiddelen tussen patiënt en arts bleek de euthanasie of hulp bij zelfdoding toch
mogelijk te zijn. Dat zal niet in
alle gevallen lukken, maar dan
is er in ieder geval een tweede
mening geweest voor de patiënt. De toekomst zal leren hoe
vaak wij tot ieders tevredenheid kunnen opereren.
De gewone sterveling
zorgt voor de stervende
Rianne Quik, praktijkondersteuner huisartsen
In het laatste stadium van het
leven (terminale fase) hebben
mensen vaak dag en nacht intensieve zorg nodig. Veel mensen willen het liefst thuis sterven, maar vaak is het zwaar
om deze fase zonder hulp of
ondersteuning te doorlopen.
De medische en verpleegkundige zorg wordt in deze periode verleend door de huisarts
en de wijkverpleegkundige. De
verdere zorg, de zogenaamde
mantelzorg, komt echter voor
rekening van de partner, familie of vrienden. Dit is vaak
moeilijk vol te houden. De
stichting Hospice Groep Haarlem e.o. kan daarbij een helpende hand bieden.
Van Ziekenhuis naar Thuis,
Bijna Thuis Huis/Hospice
In de vorige eeuw overleden
veel mensen in een ziekenhuis
of verpleeghuis. De medische
behandeling, verpleging en
verzorging van mensen in hun
laatste levensfase was in handen van beroepsmatige hulpverleners en specialisten. Het
neveneffect was dat veel mensen in eenzaamheid stierven,
geïsoleerd van alles wat hen
vertrouwd was.
Het besef kwam terug dat de
verzorging van mensen op
weg naar het einde niet uit-
sluitend het werk hoeft te zijn
van medisch specialisten. Iedereen uit de directe omgeving kan helpen om het leven
waardig af te sluiten. De zorgverlening van mens tot mens
is van onschatbare waarde en
onvervangbaar.
Vrijwilligers
bieden die bijzondere vorm
van terminale zorg.
Stichting Hospice Groep
Haarlem e.o.
Als mensen uit Schalkwijk e.o.
in de terminale fase verkeren
kunnen ze een beroep doen
op de Stichting Hospice Groep
Haarlem e.o.
Zij bieden ondersteuning aan
terminaal zieke mensen en
hun mantelzorgers.
Deze ondersteuning bieden ze
op twee manieren:
• Bij de zieke mens thuis.
• Als het thuis niet (meer)
gaat in één van de Bijna
Thuis Huizen (BTH’s).
Er is een Bijna Thuis Huis in
de Gierstraat in Haarlem en
op de Heemsteedse Dreef in
Heemstede.
Vrijwilligers vormen ‘het kapitaal’ van de stichting. Zij worden speciaal getraind en kunnen ten alle tijde overleggen
met de coördinatoren en een
beroep doen op de thuiszorg.
De zorg bij mensen thuis
Speciaal opgeleide vrijwilligers
kunnen thuis ondersteuning
bieden. Zij kunnen aanvulling
geven op de mantelzorg in de
thuissituatie. Er kan bijvoorbeeld ondersteuning gegeven
worden bij de dagelijkse verzorging, gewaakt worden bij
de zieke, luisteren naar en praten met de zieke en de naastbetrokkenen en aanwezig zijn
als mantelzorgers even weg
moeten.
Zij kunnen deze hulp bieden
op doordeweekse dagen en in
het weekend: overdag en ’s
avonds. De nachtzorg, medische en verpleegkundige zorg
blijft in handen van de huisarts
en de wijkverpleging. Mocht
het om welke reden dan ook
thuis te zwaar zijn of worden
dan is opname in het Bijna
8 – Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee
Thuis Huis ook mogelijk
Wat is nu precies een Bijna
Thuis Huis ?
Een BTH is een huis, bijna zoals thuis. Gewone huizen in
een gewone straat waar gekookt wordt, familie en vrienden van de gasten in- en uit
lopen, geen bezoekuren zijn
en de eigen huisarts van de
zieke langskomt. Elke gast
heeft zijn eigen kamer. Verder
is er een woonkamer/keuken
en een aangepaste badkamer/toilet en logeermogelijkheid. De huizen hebben ook
een tuin. De vrijwilligers bieden dezelfde ondersteuning
als in de thuissituatie. Zoals
de mantelzorger thuis de rest
van de dag de zorg voor zijn
of haar naaste heeft, zo heeft
in het BTH steeds een vrijwilliger de zorg voor de gasten die
aanwezig zijn op dat moment.
De mantelzorger mag natuurlijk ook in het BTH een bijdrage blijven leveren aan de zorg
voor zijn naaste.
Stichting Hospice Groep Haarlem kiest heel bewust voor
deze manier van werken, want
ze medicaliseren het stervensproces niet maar benaderen
de dood doodgewoon. En ze
zetten goed opgeleide en begeleide vrijwilligers in voor de
zorg, omdat zij werken vanuit
een intrinsieke motivatie met
een hele eigen betrokkenheid
in de zorg voor de gasten. Zo
zorgt de gewone sterveling
voor de stervende!
Wat is er technisch-verpleegkundig allemaal mogelijk in het Bijna Thuis
Huis?
Net als thuis kan er een beroep gedaan worden op zeer
ervaren wijkverpleegkundigen
en daarnaast op een technologisch verpleegkundig team.
Op het gebied van medisch
technisch handelen kunnen zij
ontzettend veel. Denk daarbij
aan bijvoorbeeld het infuus.
Samenvattend: wat kan je
verwachten in het Bijna Thuis
Huis?
1. Elke dag vrijwilligers die
van 0.700 – 23.00 uur
klaar staan voor de zieke
gasten
2. Wijkverpleegkundigen die
dagelijks zo vaak als nodig de zieke gasten komen
verzorgen of verplegen
3. Nachtzorg van 23.00-0.700
door een verpleegkundige
4. Volgen van de wensen en
verlangens van de gasten wat betreft euthanasie
(uiteraard binnen het wettelijk kader)
Wat is het verschil tussen
een Bijna Thuis Huis en
andere soorten Hospices?
Het verschil van een BTH met
bijvoorbeeld een High Care
Hospice zit hem in de beroepsmatige achtergrond van de
mensen die er zorg verlenen.
In een High Care Hospice is er
vierentwintig uur per dag een
verpleegkundige in het pand
aanwezig en er is meestal een
eigen arts in dienst van dat
Hospice. De High Care hospice
is ook groter en heeft gemiddeld 10 bedden. De indicatie
om hier opgenomen te worden/de doelgroep is hetzelfde
als in het BTH. ‘Het Bardo’ in
Hoofddorp en ‘Kuria’ in Amsterdam zijn voorbeelden van
een High Care Hospice.
Hoe ervaren de zieke
gasten en hun naasten het
Bijna Thuis Huis?
In het BTH kunnen partners
weer eventjes gewoon partner
zijn, en niet de hulpverlener
die zij de laatste tijd waren.
De zieke gasten voelen zich er
veilig en met liefde omringd.
Het volgende citaat uit een
gastenboek van een BTH geeft
dit goed weer:
‘Zorgzaam, respectvol, warm
en liefdevol zijn de woorden
die ik vind passen bij de vrijwilligers en coördinatoren.
De manier waarop zij ruim 3
weken voor mijn broer hebben gezorgd is onnavolgbaar.
Hoe moeilijk het ook was om
het laatste hoofdstuk van zijn
jonge leven open te slaan, jullie belangeloosheid maakte de
zware tijd lichter. Niets was
jullie te veel. De poes op bed,
warme moltons, een douchebrancard,
een
slaapplekje
voor mijn schoonzus. Echt geweldig. Mijn broer zei dat hij
gast was in de ‘royal wing’, en
zo was het maar net. Het Bijna Thuis Huis heeft op mij een
diepe indruk achtergelaten.
Waarvoor dank!’
Wie krijgt zorg thuis of in
het BTH?
De stichting Hospice Groep
Haarlem heeft een neutrale
achtergrond. Iedereen van
welk ras, geloof of gezindte
is welkom. Ze respecteren ieders achtergrond en houden
zo goed mogelijk rekening
met wensen, verlangens en
rituelen die daarmee samenhangen. Om voor het BTH in
aanmerking te komen moet
iemand terminaal zijn. Het is
moeilijk te bepalen of iemand
terminaal is of niet. Als regel
geldt dat de opname zes weken mag zijn met een verlenging van nogmaals zes weken.
Als iemand na 3 maanden nog
niet overleden is zal er in goed
overleg met de gast, familie,
huisarts en wijkverpleging gekeken worden wat de beste
plek voor hem of haar is. Terug naar huis met extra zorg,
ondersteuning van vrijwilligers
thuis, naar een verpleeghuis?
Of toch blijven omdat iedereen ziet dat de hij of zij echt
achteruit gaat. Geen makkelijk, wel een eerlijk en open
proces. Want in een BTH geven ze terminale zorg, geen
verpleeghuiszorg. Voor de ondersteuning thuis door vrijwilligers geldt overigens niet de
tijdlimiet van 3 maanden.
Wat kost het?
Ondersteuning thuis door de
vrijwilligers kost niets. Voor
opname in het BTH betaal je
een dagvergoeding (circa 15
euro) waarmee een deel van
de dagelijkse kosten gedekt
wordt (eten, electra etc). De
kosten kunnen overigens nooit
een belemmering voor opname zijn! De verpleegkundige
zorg in het BTH wordt bekostigd uit de AWBZ. Net als in de
thuissituatie wordt hiervoor
een inkomensafhankelijke bijdrage gevraagd.
Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee – 9
Hoe vraag je zorg aan?
Iedereen die op welke wijze
dan ook betrokken is bij de
zorg voor een terminaal ziek
mens kan ondersteuning thuis
of opname in een BTH aanvragen. Denk bij ‘iedereen’
aan de zieke zelf, zijn naasten maar ook de huisarts, de
wijkverpleging, het ziekenhuis
etc. Een van de coördinatoren
maakt dan een afspraak om
op huis/ziekenhuisbezoek te
komen voor kennismakingsgesprek.
Contact gegevens
i. www.hospicehaarlemeo.nl
[email protected]
t. 023 5320030 en 023
5477617
Voor de inhoud van dit stuk is
gebruik gemaakt van artikelen
uit de nieuwsbrief en de folder van de Stichting Hospice
Groep Haarlem e.o., de folder van Vrijwilligers Palliatieve
Terminale Zorg (VPTZ) en gesprekken met een vrijwilliger,
coördinator en wijkverpleegkundige van een Bijna Thuis
Huis.
Diëtisten uit het
basispakket, maar ook
goed nieuws!
Judith
en
Isabella, diëtist
Zoals u wellicht heeft vernomen, is met ingang van 1 januari 2012 dieetadvisering uit
de basisverzekering verdwenen en wordt dit niet langer
voor iedereen vanzelfsprekend vergoed. Als diëtisten
hebben we ons de afgelopen
periode ingezet om de politiek
duidelijk te maken dat dit een
slechte maatregel is, waar u
de dupe van bent. Dit heeft de
minister helaas niet van mening doen veranderen. Hoe
gaat het nu? De huidige 4 behandeluren worden in overleg
met de diëtist ingevuld. Voor
deze 4 behandeluren krijgt u
in onze praktijk een intakegesprek (inclusief opstellen
behandelplan en persoonlijk voedingsadvies) en circa
5 – 10 vervolgconsulten (het
aantal vervolgconsulten is afhankelijk van de tijdsduur).
Dit geldt voor de meest voorkomende voedingsgerelateerde problemen en ziektes, bij
sommige ziektebeelden (zoals
bijvoorbeeld voedselallergie)
wordt de behandeltijd anders
ingevuld.
Sommige verzekeringen hebben de dieetadvisering voor
een klein deel en in een duur
pakket opgenomen. Helaas de
meeste niet. Dat betekent dat
u vaak uw consult zelf moet
betalen.
Maar, er is nu ook goed nieuws!
Van af 1 mei kunnen een aantal cliënten wel vanuit de Basisverzekering worden vergoed. De minister heeft een
uitzondering gemaakt voor
mensen met Diabetes (suikerziekte), met COPD (chronische
longaandoeningen) en met (C)
VRM (hart- en vaatziektes). U
kunt met uw huisarts overleggen of u bij een van deze
groepen hoort.
Zo ja, dan kunt u zich dus
naar een diëtist laten verwijzen door de huisarts of de POH
(praktijkondersteuner)
en
worden uw consulten vergoed.
De diëtisten blijven voor u
klaarstaan!
Apotheek Meerwijk
wordt MEDIQ
Het team van Mediq apotheek
Meerwijk
Misschien hebt u het al gezien, apotheek Meerwijk ziet
er sinds eind april iets anders
uit! Een nieuw jasje voor de
apotheek én medewerkers!
Wij zijn nog steeds dezelfde
apotheek met dezelfde mensen, maar nu aangesloten bij
de Mediq formule. Wij geloven
in de uitstraling en de kwaliteit van de Mediq formule. De
kwaliteit die door extra scholing en ondersteunende diensten wordt bereikt.
Tot nu toe hebben we steeds
goede zorg aan u kunnen ver-
lenen. Door de maatregelen
van de overheid en de daardoor wijzigende vergoedingsregels en door de eisen van
de zorgverzekeraars
kwam
die zorg onder druk. Door ons
aan te sluiten bij de Mediq formule denken we het niveau te
kunnen handhaven en zelfs op
een hoger niveau te brengen.
Ons doel is om u naast de medicijnen de beste service en
zorg te leveren.
Kom kijken! U bent van harte
welkom.
Een poosje uitblazen:
naar de Carieb
Eddy Loonstijn, psycholoog
Per 1 juli a.s. ga ik mij na ruim
39 jaar psychologenwerk voor
de tijd van 7 maanden bezighouden met het weer, de wind
en de kompaskoers. Ik ga namelijk een ‘Sabbatical’-pauze
houden op reis met mijn zeilcatamaran van Nederland via
Engeland, Golf van Biskaje,
Spanje, Portugal, Marokko en
Canarische eilanden naar de
Caribische wateren aan de andere kant van de Atlantische
oceaan. En zoals het een echte pauze betaamt doe ik dat
op mijn gemak.
Op 1 februari 2013 hoop ik
weer in blakende gezondheid
en heftig opgefrist terug te
zijn in Schalkwijk om daar tijdens mijn 65-ste levensjaar
verder te gaan met mijn psychologenarbeid.
Wat betekent dit nu voor
de cliënten waar ik nu al/
nog mee werk?
Niet zo veel, want in bijna alle
gevallen is er tijd genoeg tussen nu en 1 juli om de gaande
behandeling naar behoren af
te sluiten. Er zijn ook al mensen die reeds gereserveerd
hebben voor februari 2013
wanneer ik weer terug ben en
de tussenliggende psycholoogloze tijd zien als een testcase
van hun eigen zelfstandige
ontwikkeling.
Voor nieuwe mensen, die van
mijn diensten gebruik willen
10 – Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee
maken? Die kunnen tot half
mei voor een intake terecht;
dan is er nog anderhalve
maand de tijd om een aantal
sessies te hebben. Kort zou je
zeggen; dat is ook zo, maar de
regering heeft de psychologische hulp in de basisverzekering per 1 januari 2012 toch al
ingekort van 8 tot 5 sessies,
waarbij ook nog eens - voor
niet bij Achmea aanvullend
verzekerden - 20 euro eigen
bijdrage moet worden betaald
per sessie. Dus na anderhalve maand is voor de meeste
mensen de koek toch al op.
(De aanvullende verzekering
levert voor sommigen nog wat
extra sessies op) Ja, we moeten heden ten dage met weinig veel bereiken.
En als een nieuwe cliënt
meer of langduriger begeleiding nodig heeft, wat
zijn dan de mogelijkheden?
Dan is er de mogelijkheid van
de
tweede-lijnspsychologie,
maar daar is dan wel door de
minister dit jaar voor het eerst
een drempel van maximaal
200 euro eigen bijdrage voor
de eerste sessies neergelegd;
daarna is er de mogelijkheid
van veel meer sessies, voor
zover nodig bevonden natuurlijk. Gerard van der Wees,
vrijgevestigd tweede-lijnspsycholoog, heeft zich bereid verklaard een aantal dagdelen in
het Gezondheidscentrum mijn
plek over te nemen.
Bovendien werk ik als psycholoog alhier in deze eerste
lijn samen met Gezondheidszorg-psycholoog (specialisatie
kinder- en jeugdpsychologie)
Semra van Leeuwen, die ten
behoeve van de invulling van
de plek die ik open laat ook
enige tijd alhier extra zal gaan
werken. Zij wordt net als ikzelf
betaald vanuit de basisverzekering.
Tenslotte is er nog in de discipline Psychologie van het Gezondheidscentrum Nelly van
Berkel, die als lichaamsgericht
werkend therapeut ook werkzaam is. Nelly wordt betaald
vanuit sommige aanvullende
verzekeringen als vakthera-
peut Psycho-Motorische Therapie (PMT).
Kortom, een hopelijk redelijk deel van mijn afwezigheid
wordt opgevangen door een
aantal collega’s.
Sorry, voor een dergelijk
kleurrijk avontuur als waar ik
me in stort is het een nogal
droge opsomming van feiten
geworden, maar voor sommige lezers van de Open Brief
wel belangrijk om te weten.
Weer een reis naar
Suriname
Wouter
van
Kempen, huisarts
Van 21 maart t/m 7 april was
ik weer in Suriname. Het was
al de zesde achtereenvolgende keer dat ik daar een grote
nascholing organiseerde voor
artsen uit Suriname en artsen
uit Nederland. Het is goed om
te merken dat het zeer gewaardeerd wordt. Bijzonder
aan deze nascholingen is dat
zowel de Surinaamse als de
Nederlandse collega’s een actieve bijdrage leveren aan het
programma. Belangrijke onderwerpen waren onder andere: kindermishandeling en
huiselijk geweld. Overal in de
wereld is dit een probleem,
ook in Nederland en ook in
Suriname. Het is de bedoeling
dat er in Suriname, net als bij
ons, een meldpunt huiselijk
geweld en kindermishandeling
wordt geïnstalleerd. Mede door
de publiciteit die onze nascholing met zich meebracht, is dit
hopelijk een stapje dichterbij
gekomen.
Een ander onderwerp ging over
het oprichten van een huisartsopleiding. Ik ben al jaren bezig
om in Suriname zoiets van de
grond te krijgen. Er is in Suriname een medische faculteit,
al meer dan 100 jaar. Men kan
de hele studie tot arts in Suriname doen. Specialiseren kan
echter niet in Suriname en tot
nu toe hoeft dat ook niet voor
diegenen die huisarts willen
worden. Met een huisartsopleiding zou men echter beter
voorbereid zijn op dat vak. De
huisarts in Suriname zou dan
ook meer aanzien krijgen en
meer taken toebedeeld krijgen. Nu zijn het toch vooral
de medisch specialisten in de
ziekenhuizen die de dienst uitmaken. Ik heb het idee dat er
meer draagvlak is gekomen
voor zo’n huisartsopleiding.
Hopelijk kan er volgend jaar
mee gestart worden.
Verder waren er diverse workshops met onderwerpen als:
‘Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten= SOLK’.
Een interessant onderwerp.
Wat moeten artsen doen met
Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee – 11
hun patiënten die alsmaar
klachten houden, denk aan
buikpijn, hoofdpijn, moeheid,
maar bij wie nooit iets gevonden wordt?
Een ander onderwerp was
‘Tijdig praten over het overlijden’ . Dat is wel kenmerkend
voor de Surinaamse cultuur.
Als iemand ernstig ziek is, kan
het zomaar zijn dat de familie
dit wel weet, maar de betrokken patiënt zelf niet! Hierdoor
kan men zich ook niet goed
voorbereiden op de naderende
dood. Toevallig besteden we
in dit nummer van de Open
Brief daar ook aandacht aan.
In Suriname is men vaak veel
voorzichtiger, bang om de patiënt te verontrusten. Het was
daarom extra goed dat Nederlandse artsen hun ervaringen
kunnen delen met hun Surinaamse collega’s. Uitgebreid
aandacht werd ook besteed
aan onderwerpen op het gebied van de maag, darm en
lever. Met de hulp van Nederlandse MDL artsen zijn er nu
ook in Suriname goede mogelijkheden voor endoscopie (het
kijken in maag en darmen).
Bijzonder trots was ik op de
bijdrage van Amina Tarrass,
één van mijn doktersassistentes. Zij was meegekomen naar
Suriname. Zij was natuurlijk nieuwsgierig geworden
door mijn verhalen, maar zij
had ook daadwerkelijk iets te
vertellen. Zij heeft eerst een
training verzorgd voor medewerkers van verschillende
huisartspraktijken. Het onderwerp was ‘Triage’. Dat is hetgeen wat de assistentes in Nederland veelal doen, wanneer
een patiënt de praktijk belt.
Met behulp van een goede triage is het niet alleen mogelijk
onderscheid te maken tussen
‘spoed’ en ‘niet spoed’, maar
ook is het mogelijk om soms
zelfstandig advies te geven.
Hierdoor wordt de huisarts
ontlast en heeft deze weer
meer tijd voor mensen die ernstige klachten hebben. In Suriname staat triage nog geheel
in de kinderschoenen, maar er
was veel belangstelling voor.
Later heeft ze op de grote nascholing voor de artsen ook
nog een verhaal hierover gehouden. Petje af voor Amina.
Die is vast niet voor het laatst
in Suriname geweest….
Wat is dat toch met Suriname,
waarom trekt het zo? In mijn
geval is het nog makkelijk te
verklaren. Ik was er immers
al eens bijna een jaar voor
mijn coschappen in 1973/74.
Als je als jongeman zo’n avontuur meemaakt, dan werkt dat
door in je verdere leven. Maar
ik merk het ook aan heel veel
andere mensen, die Suriname
voor het eerst bezoeken, zoals
nu ook Amina. Het is natuurlijk lekker warm, de natuur is
mooi, maar dat is het niet alleen. Bijzonder is wel dat vrijwel iedereen (goed) Nederlands spreekt. Het is vooral de
sfeer, de manier waarop mensen met elkaar omgaan. De
hartelijkheid en de vermenging van de verschillende culturen. Naast de oorspronkelijk
bewoners van Suriname, de
Indianen, zijn er de creolen,
afstammelingen van de slaven
die de Nederlanders tot 1863
naar Suriname haalden. In het
binnenland (oerwoud) leven
de boslandcreolen (marrons;
zij zijn weer afstammelingen
van gevluchte slaven). Na de
afschaffing van de slavernij
werden arbeiders gehaald uit
India (Hindoestanen) en later
uit Indonesië (Javanen). Ver-
der zijn er erg veel Chinezen,
die vooral de supermarkten
in hun bezit hebben. En dan
zijn er natuurlijk nog talloze
Nederlanders die er een bestaan hebben opgebouwd en
alle mengvormen… Een echte
‘smeltkroes’, waar ik me goed
bij thuis voel.
Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn in
het Suriname van de huidige
president Bouterse. Om te
beginnen is het natuurlijk al
heel merkwaardig dat hij tot
president verkozen is, terwijl
hij een strafblad heeft i.v.m.
drugssmokkel. Erger is dat hij
hoofdverdachte is in de zaak
van de 8 decembermoorden.
Ruim 5 jaar geleden is dan
eindelijk (het speelde zich af
in 1982!) een strafzaak begonnen om de waarheid over
deze moorden boven water te
krijgen. Men was dichtbij de
ontknoping. Maar wat gebeurt
er? Onder grote druk van Bouterse en zijn aanhangers heeft
het Surinaamse parlement
een zogenaamde amnestiewet
aangenomen, waardoor de
misdadigers niet gestraft kunnen worden! Onbegrijpelijk
en beschamend, vind ik. Alle
hoop was toen gevestigd op de
openbare aanklager van het
strafproces, maar op 13 april
heeft hij het niet aangedurfd
om het proces tegen Bouterse
en andere verdachten te heropenen. Onduidelijk is op dit
moment hoe het nu verder zal
gaan. Ik hoop toch echt dat
uiteindelijk ‘gerechtigheid zal
zegevieren’.
Moet ik nu maar mijn activiteiten in Suriname staken? Ik
vind het wel een dilemma. Ik
heb er veel vrienden, ik heb
al vele jaren aan verschillende
projecten gewerkt. De huisartsen daar bemoeien zich in
het algemeen niet met de politiek. Zij kunnen er ook niets
aan doen. Ik ga toch maar
door om de gezondheidszorg
in Suriname te verbeteren.
Wat denkt u als lezer ervan?
Laat het me weten!
12 – Open Brief, zevenendertigste jaargang, nummer twee
GEZONDHEIDSCENTRUM SCHALKWIJK
Bezoekadres: Briandlaan 11 2037 XE Haarlem
Postadres: Postbus 4090, 2003 EB Haarlem
Website: www.gcschalkwijk.nl
DIRECTEUR (1e etage)
Marjolein Adriaanse T 536 35 77
OFFICEMANAGER (1e etage)
Inge Paap T 533 67 92
HUISARTSEN (2e etage)
Wouter van Kempen / Margot Smit (donderdag)
T 533 78 33
Martin Mensink / Ninetta d’Onofrio (donderdag)
T 545 20 27
Dolores Wijs & Sabine Vuister T 533 68 30
HUISARTSEN (3e etage))
Robert Hijnens/Margot Smit (vrijdag) T 533 03 84
Arianne Baak & Carla Sneek T 540 30 90
Maarten Hamming / Ninetta d’Onofrio (vrijdag) T 533
35 36
SPOEDGEVALLEN avond, nacht en weekend
Avond en nacht tussen 17.00 en 08.00 uur én de gehele
zaterdag en zondag T (023) 545 32 00
De huisartsen doen dienst vanuit de spoedpost
SPOEDGEVALLEN overdag
Overdag maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 uur en
17.00 uur
Alléén bij spoedgevallen overdag, indien de telefoon van
uw huisarts bezet is T 533 32 22
TELEFONISCH SPREEKUUR
Voor het telefonisch spreekuur huisartsen (voor korte
vragen) kunt u een afspraak maken via de assistente
tussen 08.00-17.00 uur. Uw huisarts belt u dan terug tussen
11.15 en 13.00 uur of een ander gewenst tijdstip.
AFSPRAKEN MAKEN, VISITES AANVRAGEN,
ENZ
Maandag t/m vrijdag tussen 08.00-17.00 uur. Spreekuur
volgens afspraak. Spoedgevallen kunnen natuurlijk altijd
tussendoor!
RECEPTEN BESTELLEN Herhaalrecepten kunt u ook buiten kantooruren bestellen
via het telefoonnummer van uw huisarts. Spreek dan
duidelijk uw naam en geboortedatum in en het medicijn
dat u nodig heeft.
De volgende werkdag na 15.00 uur ligt het medicijn klaar
bij uw apotheek. Het kan echter ook met lege doosjes in
de brievenbus van de apotheek of via internet. Raadpleeg
daarvoor onze website!
SPREEKUUR CENTRUMASSISTENTEN
(2e en 3e etage)
Voor een afspraak kunt u bellen tussen 08.00-17.00 uur.
O.a. voor bloeddruk meten, bloedsuiker meten, oren
uitspuiten, hechtingen verwijderen.
UITSTRIJKJES
Voor het laten maken van een uitstrijkje bij de
centrumassistente of de huisarts, kunt u een afspraak
maken ma t/m vrijdag 08.00-17.00 uur via de praktijk van
uw huisarts.
URINEONDERZOEK
Na overleg met assistente brengen tussen 08.00-17.00 uur.
WRATTENSPREEKUUR (BG)
De eerste vrijdag van de maand tussen 12.15-12.30 uur.
CENTRUMASSISTENTEN (2e en 3e etage)
Loes Dietz, Emmy van de Lagemaat, Rianne Lammertink,
Marianne Langendijk, Sümeyye Özdogan, Marion
Rotteveel, Annemieke Schellenberg, Roza Schaefers,
Amina Tarrass, Eveline Valent, Miranda Wassenaar
POH-S (somatiek) PRAKTIJK
ONDERSTEUNER HUISARTSEN (4e etage)
Lidwien Heeremans, Rianne Quik, Anneke Bloemert.
Telefonisch spreekuur maandag t/m donderdag tussen
11.15-12.00 uur T 536 79 78.
POH-GGZ (geestelijke gez.zorg) PRAKTIJK
ONDERSTEUNER HUISARTSEN (begane grond)
Voor een afspraak of informatie wordt u verzocht contact
op te nemen met de assistente van uw huisarts.
LABORATORIUM (BG)
Met een verwijzing via uw huisarts kunt u voor onderzoek
(o.a. bloed en urine) dagelijks 08.15-11.00 uur terecht bij
het laboratorium.
ARTS in OPLEIDING tot SPECIALIST (AIOS)
(2e en 3e etage)
Regelmatig werkt er in de praktijk een AIOS. Dit is een
afgestudeerde arts, die zich specialiseert tot huisarts. Op
het moment werkzaam in praktijk Baak/Hamming: Meile
Page. In de praktijk Wijs&Vuister: Siri Visser. In praktijk
Mensink: Maayke Schilstra. In praktijk van Kempen:
Halima Tisoudali.
APOTHEEK (BG)
Apothekers: Marieke van den Berk en Péter Pál Skolnik.
Apotheek in Gezondheidscentrum open ma t/m vr 8.3018.00 uur. T 533 76 04
Apotheek (in) Boerhaavewijk, Floris van Adrichemlaan 82,
open ma t/m vrij 8.30-17.30 uur. T 533 27 33.
Voor beide apotheken: www.apotheekmeerwijk.nl en
[email protected]
Bij spoed buiten openingstijden: Dienstapotheek Gedempte
Oude Gracht 103-105 T 023 - 531 91 48
THUISZORG Zorgbalans (6e etage) Wijkteam Verpleging en Verzorging, voor afspraak
T8918918, alle dagen 24 uur per dag.
Voor afspraak bij: Diabetesverpleegkundige Anneke
Bloemert / Longverpleegkundige / Diëtisten
T 023 - 891 89 18 ma t/m vrij 8.00-17.00 uur.
JEUGDGEZONDHEIDSZORG en
CONSULTATIEBUREAU
Op Athenestraat 31: Consultatiebureau T 088-9959595.
FYSIOTHERAPEUTEN en OEFENTHERAPEUT
(4e etage)
Sieb Makelaar en Frank van het Kaar, algemeen
fysiotherapeuten. Annet de Jong, psychosomatisch
gesp. fysiotherapeut. Marleen Sibeijn, psychosomatisch
gesp. fysiotherapeut en manueel therapeut. Ingeborg
Schilderman, psychosomatisch gesp. oefentherapeut,
Behandeling na afspraak, T 536 14 67.
KONTEXT MAATSCHAPPELIJK WERK (5e etage).
Spreekuur tussen 09.00-10.00 uur. T 533 99 83 voor een
afspraak of huisbezoek.
PSYCHOLOGEN (4e etage)
Eddy Loonstijn, Semra van Leeuwen, Nelly van Berkel,
Gerard van der Wees (vervanger Eddy Loonstijn).
T 533 62 08. Spreekuur volgens afspraak.
DIËTISTEN (BG)
Isabella Branderhorst, Judith van Barneveld T 540 92 66.
Spreekuur volgens afspraak.
PEDICURE (BG)
Nelleke Steenbakker 06-23788490, Sonja Hakkenbrak
06 - 124 763 53, Monique van der Weide 06-41356666.
Behandeling na afspraak.
PODOTHERAPIE (BG)
Anita Mooren T 0900-2233442. Behandeling na afspraak.
VERLOSKUNDIGEN (BG)
Verloskundigenpraktijk ‘Aan het Spaarne’ T 535 50 07.
Spreekuur volgens afspraak.
LOGOPEDIE (5e etage)
Mary de Boer en collegae. Behandeling na afspraak.
T 890 01 72.
CIZ CENTRUM INDICATIESTELLING ZORG (BG)
Indicatiestellers. T 06 - 333 440 80.
PRAKTIJKFOLDER
Uitgebreide informatie over de praktijken staat in een
folder die u kunt meenemen uit de wachtkamers.
KLACHTENCOMMISSIE
Bij een klacht over de dienstverlening, neemt u dan contact
op met de bureaudirecteur T 536 35 77.
BRIEVEN voor de redactie van de Open Brief:
Postbus 4090, 2003 EB Haarlem.
BANKREKENING Open Brief:
Rabobank 38.44.81.558 t.n.v. Krant Gezondheidscentrum
te Haarlem.
REDACTIE
M. van den Berk, M. van den Broek, A. Friedhoff,
D. Friedhoff, W. van Kempen, R. Maas, M. Mensink.
ILLUSTRATIES
Annelie Versteeg
BEZORGING
Marja van den Broek T 535 82 62 e-mail:
[email protected]
en 44 vrijwilligers.