Longfunctie 1

Download Report

Transcript Longfunctie 1

Abstract workshop longfunctieonderzoek bij kinderen 1
Marianne Nuijsink, kinderarts-pulmonoloog;
Mark Ottink, kinderarts-pulmonoloog;
Leerdoelen
Aan het eind van de workshop heeft u de volgende leerdoelen bereikt:
1. techniek, indicaties, interpretatie en valkuilen kennen van de flow-volume curve.
2. Kennis hebben genomen van www.spirxpert.com
3. FeNO: een eerste stap in techniek, indicaties, interpretatie en valkuilen kennen
De workshop longfunctieonderzoek deel 1 behandelt de basis van longfunctieonderzoek bij
schoolkinderen, waarbij indicatiestelling, beoordeling en interpretatie van de flow-volume
curve vooropstaan. Onderzoek naar de totale longcapaciteit, gaswisseling, waaronder
diffusieonderzoek en de luchtweg-provocatietesten zullen niet worden besproken. Deze
onderwerpen komen in de workshop longfunctie deel 2 aan de orde. Het is de bedoeling dat
een keus wordt gemaakt welke workshop men wil volgen. Het is binnen het programma niet
mogelijk beide workshops te volgen.
Huiswerkopdracht:
1. Vraag bij je longfunctielab of je zelf een longfunctie kan blazen.
2. Stuur eventueel een interessante flowvolumecurve van patienten voor bespreking
tijdens de workshop tevoren op, per email als ppt-dia (svp anonimiseren)
Inleiding
Longfunctieonderzoek heeft een belangrijk aandeel in de diagnostiek van longaandoeningen
bij kinderen. In deze workshop worden van de vele longfunctietesten vooral de ventilatoire
functietesten zoals spirometrie en maximale expiratoire flow volume curve (MEFV) bij
kinderen besproken aan de hand van voorbeelden uit de dagelijkse praktijk. Daarnaast zal
de meting van NO in de uitademinglucht aan de orde komen. We bespreken (beperkt)
technische aspecten van de FeNO meting, indicatie en toepassing.
Deelnemers wordt aangemoedigd om vooraf longfuncties in te sturen of deze tijdens de
workshop mee te brengen als powerpoint bestand.
Algemeen
In de algemene kindergeneeskundige praktijk kan longfunctieonderzoek routinematig verricht
worden bij kinderen vanaf een ontwikkelingsniveau van 5 jaar. Het betreft hier vooral
onderzoek naar de luchtwegdoorgankelijkheid. De volgende longfunctietesten komen
hiervoor in aanmerking:
 Spirometrie
 MEFV
Luchtwegweerstandsmetingen (RAW, RINT), FOT en tidal breathing kunnen bij jonge kinderen
worden toegepast meestal in onderzoek setting en worden daarom niet behandeld.
Spirometrie
Dit is het longfunctieonderzoek waarmee zowel statische (behalve het residuaal volume) als
dynamische longvolumina kunnen worden gemeten. Het volume dat geventileerd wordt kan
worden gemeten, en daaruit kan de snelheid waarmee dit gebeurd worden berekend. Dit
gebeurt met een natte spirometer.
MEFV
Met behulp van een pneumotachograaf kunnen volumestromen gemeten worden. Door
integratie wordt hieruit een dynamisch volume berekend. De volgende dynamische
longvolumina zijn daarbij de kernparameters:
NL/AST/0016/13k Exp datum oktober 2015


Geforceerde vitale capaciteit (FVC),
Geforceerde expiratoire volume in 1/ 0,5 seconde FEV1, FEV0,5
en hun onderlinge samenhang FEV1/(F)VC: de Tiffeneau-index
Deze parameters in combinatie met de piek expiratoire flow (PEF) en mid expiratoire flow
(MEF) zijn een maat voor de doorgankelijkheid van de luchtwegen. Daarmee kunnen
uitspraken over bronchusobstructie gekwantificeerd worden en in de tijd vervolgd worden.
Voordat tot interpretatie kan worden overgegaan moet eerst de kwaliteit van de MEFV
curve te beoordeeld worden.
Ook de effecten van medicatie (bronchusverwijding, corticosteroïden) en van aspecifieke
prikkels (geïnhaleerd histamine of inspanning) kunnen objectief worden vastgelegd met de
MEFV. De meerwaarde van deze testen zal worden besproken, zowel bij de initiële
diagnostiek van astma als bij het monitoren van de ingestelde behandeling.
Normaalwaarden
Als achtergrond bij interpretatie van de longfunctietestuitslagen wordt ingegaan op de
gebruikte normaalwaarden, variabiliteit van geproduceerde waarden en significante
verschillen. Tot voor kort waren de meest gebruikte normaalwaarden van Zapletal, een set
uit de jaren 80. Door de NVALT, NHG en SKL is gezamenlijk besloten om in Nederland over
te gaan op de dataset van de GLI-2012 (Global Lung Initiative), en voor de testen waarin
deze niet voorziet (bodybox, diffusie etc.) de Utrechtse normaalwaardes van Koopman te
gebruiken. Dit moet nog breed worden geïmplementeerd. In de GLI dataset zijn er nu ook
normaalwaarden voor jonge kinderen en tieners gemeten en niet geëxtrapoleerd, zoals bij
Zapletal. Het voordeel van de GLI waarden is dat de dataset alle leeftijden bestrijkt van 3-80
jaar, zodat een overname door de longarts met dezelfde normaalwaarden gebeurd.
FeNO (“Fractioned exhaled Nitric Oxide”)
Astma is een aandoening waarbij naast luchtwegdoorgankelijkheid ook inflammatie een rol
speelt. FeNO is een afgeleide maat voor eosinofiele inflammatie, waarbij m.n. de bronchiale
fractie wordt gemeten. FeNO is verhoogd bij (allergisch) astma, en bij andere atopische
aandoeningen zoals allergische rhinitis. Er zijn diverse factoren die FeNO kunnen
beïnvloeden. In de workshop zal aan de hand van enkele voorbeelden het gebruik en
controverse van FeNO bij de behandeling van astma in grote lijnen besproken worden.
Literatuur
 Longfunctieonderzoek. Technieken, Toepassingen, Interpretaties M. Demedts, M
Decramer. Garant. Leuven 1998. ISBN 90-5350-630-6 (nieuw niet meer verkrijgbaar)
 Hyatt RE e.a. Interpretation of pulmonary function tests: a practical guide. 1997. ISBN
0-316-26261-7
 Miller MR et al. Standardisation of spirometry. ATS/ERS task force: standardisation of
lung function testing. Eur Respir J 2005; 26: 319-338.
 Beydon N, et al. An official American Thoracic Society/European Respiratory Society
statement: pulmonary function testing in preschool children. Am J Respir Crit Care
Med. 2007;175:1304-45
 ATS/ERS recommendations for standardized procedures for the online and offline
measurement of exhaled lower respiratory nitric oxide and nasal nitric oxide, 2005.
Am J Respir Crit Care Med. 2005;171:912-30.
 Stanojevic S et al.: Reference Ranges for Spirometry across all ages. A new
approach. Am J Respir Crit Care Med Vol 177. pp 253–260, 2008
 www.spirxpert.com
 Paediatric Lung Function, European Respiratory Society Monograph, Vol. 47, 2010
Edited by U. Frey and P.J.F.M. Merkus
NL/AST/0016/13k Exp datum oktober 2015