Spaanse taal en literatuur vwo (elementair)

Download Report

Transcript Spaanse taal en literatuur vwo (elementair)

SPAANSE TAAL EN LITERATUUR
VWO (ELEMENTAIR)
VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015
juni 2014
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het
CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens voortgezet onderwijs en draagt zorg
voor de kwaliteit en het niveau van de examens.
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is belast met de praktische uitvoering en organisatie van de
staatsexamens. Met vragen over deze vakinformatie kunt u contact opnemen met de afdeling
Examendiensten van DUO: (050) 599 89 33 of [email protected].
pagina 2 van 8
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
Inhoud
1 Opzet van het examen
5
2 Het examenprogramma
5
3 Beschrijving eindtermen
5
4 Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen
5
5 Het college-examen
5
6 De beoordeling van het college-examen
6
7 Het eindcijfer
6
8 Bijlage: Briefconventies
7
pagina 3 van 9
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
1 Opzet van het examen
Het examen bestaat uit een college-examen en wordt afgenomen in de vorm van een
schriftelijk examen van 150 minuten en een mondeling examen van 25 minuten.
Direct voor het mondeling examen krijgt de kandidaat 20 minuten de tijd om zich voor
te bereiden (zie nr. 5: 2.2).
2 Het examenprogramma
Spaanse taal en literatuur (elementair)
Domein A: Leesvaardigheid
Domein B: Kijk- en luistervaardigheid
Domein C:
Subdomein C1: Gesprekken voeren
gespreksvaardigheid Subdomein C2: Spreken
Domein D:
Subdomein D1: Taalvaardigheden
Schrijfvaardigheid
Subdomein D2: Strategische
vaardigheden
College examen
schriftelijk
mondeling
X
X
X
X
X
X
3 Beschrijving eindtermen
Een beschrijving van de eindtermen is te vinden op: www.examenblad.nl > kies
jaarring 2015 > vwo > talen: Spaans (elementair) > Examenprogramma moderne
vreemde talen en literatuur (elementair), vwo.
4 Het vereiste niveau taalbeheersing moderne vreemde talen
Domein A leesvaardigheid:
B1
Domein B kijk- en luistervaardigheid: A2+
Domein C gespreksvaardigheid:
A2
Domein D schrijfvaardigheid:
A2
Voor een beschrijving van de niveaus: zie “Niveau taalbeheersing mvt”.
Voor de ERK-niveaus, zie: www.erk.nl.
5 Het college-examen
Het college-examen bestaat uit twee onderdelen:
1. het schriftelijk examen:
Dit examenonderdeel van 150 minuten wordt afgenomen in de periode van het
centraal examen of één dag daaraan voorafgaand. De toets betreft de domeinen A
(leesvaardigheid) en D (schrijfvaardigheid).
1.1 leesvaardigheid
U krijgt teksten te lezen waarover u vragen moet beantwoorden. Er zijn
meerkeuzevragen en open vragen.
1.2 schrijfvaardigheid
U krijgt de opdracht één of meerdere teksten te schrijven, bijvoorbeeld een
formele brief, een informele e-mail. U kunt gebruik maken van uw eigen
pagina 5 van 9
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
woordenboeken Nederlands - Spaans en Spaans - Nederlands. Het basispakket
hulpmiddelen is toegestaan. (Voor basispakket hulpmiddelen: zie Regeling
toegestane hulpmiddelen.)
Bij de beoordeling wordt erop gelet of uw tekst inhoudelijk aan de opdracht
voldoet en qua grammatica, spelling, (brief)conventies (zie bijlage) en
interpunctie correct is.
Oefenopgaven met correctievoorschrift voor de schriftelijke toets kunt u vinden
op: www.duo.nl/particulieren/ staatsexamenkandidaat.
2. Het mondeling examen:
Dit examenonderdeel van 25 minuten vindt plaats in de maand juli (op scholen voor
vso eind juni/begin juli). De toets betreft de domeinen C2 (spreekvaardigheid) en
B/C1 (gespreksvaardigheid / luistervaardigheid).
2.1 spreekvaardigheid
U begint het examen met een korte posterpresentatie die u thuis heeft
voorbereid. Op uw poster mogen alleen afbeeldingen en steekwoorden staan. U
bent vrij in uw keuze van het onderwerp maar er moet een directe relatie zijn
met de Spaanstalige wereld en cultuur. Uw presentatie mag ongeveer 5-7
minuten duren, waarna de examinator u enkele vragen kan stellen.
2.2 gespreksvaardigheid en luistervaardigheid
U voert een gesprek met de examinator over een thema dat u van tevoren mag
voorbereiden. Direct vóór het mondeling examen krijgt u 20 minuten tijd om
een gesprek over de gegeven opdracht één van de twee aangeboden
opdrachten te kiezen en zich voor te bereiden. Het gesprek met de examinator
wordt geheel in het Spaans afgenomen. Bij de voorbereiding kunt u gebruik
maken van een (zelf meegebracht) woordenboek. Tijdens het gesprek mag u
géén gebruik maken van aantekeningen. Dit onderdeel duurt ongeveer 15-20
minuten.
6 De beoordeling van het college-examen
Voor het college-examen worden drie deelcijfers gegeven:
- één deelcijfer voor schrijfvaardigheid:
- één deelcijfer voor spreek-, gespreks- en luistervaardigheid:
- één deelcijfer voor leesvaardigheid:
Het cijfer voor het college-examen wordt als volgt berekend: (33a +
afgerond op 1 decimaal.
deelcijfer a
deelcijfer b
deelcijfer c
33b + 34c) : 100,
7 Het eindcijfer
Het eindcijfer is gelijk aan het cijfer voor het college-examen, afgerond op een geheel
getal.
pagina 6 van 9
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
8 Bijlage: Briefconventies
Formules en uitdrukkingen die in brieven gebruikt worden
Frases y expresiones utilizadas en la redacción de cartas
 De datum
(niet nodig in een e-mail)
 De geadresseerde
 De aanhef: formeel / informeel
 Enkele openingszinnen
 Afsluiting
 Overige
De datum
La fecha
Bovenaan de brief wordt de datum
geschreven en die wordt gewoonlijk
voorafgegaan door de plaats vanwaar
geschreven wordt. Bijvoorbeeld:
La fecha se pone en la parte superior
derecha de la carta y va generalmente
precedida del nombre de la ciudad desde
la cual se escribe. Por ejemplo:
Valencia, 4 juli 20...
De namen van de maanden worden in
het Spaans gewoonlijk met een kleine
letter geschreven.
De geadresseerde
Valencia, 4 de julio de 20...
Observe que los meses se escriben
normalmente con letra minúscula.
In zakelijke brieven worden de naam of
de functie, en het adres van de
geadresseerde vaak links bovenaan de
brief geschreven. Bijvoorbeeld:
Sra. Paula Sánchez
Calle San Vicente, 52, 1º, izq.
49004 Zamora
España
Señor Director
Academia de Idiomas
Avda. Principal, 84
41001 Sevilla
España
In brieven aan vrienden of bekenden is
het niet nodig het adres boven de brief te
zetten.
In het adres Calle San Vicente, 52, 1º,
izq. is 52 het huisnummer, 1º geeft aan
dat de flat op de eerste verdieping is, en
izq. (izquierda) dat het om de
linkervoordeur op die verdieping gaat.
Las direcciones
En cartas de tipo formal se debe escribir
en la parte superior izquierda el nombre o
título y dirección de la persona a quien va
dirigida la carta. Por ejemplo:
Sra.Paula Sánchez
Calle San Vicente, 52, 1º, izq.
49004 Zamora
España
Señor Director
Academia de Idiomas
Avda. Principal, 84
41001 Sevilla
España
Si se trata de una carta de tipo familiar ,
sólo se escribe la dirección en el sobre.
En la dirección Calle San Vicente, 52, 1º,
izq. 52 corresponde al número del
edificio, 1º indica la planta donde está
situado el piso o apartamento, e izq.
(izquierda) identifica la puerta.
pagina 7 van 9
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
Aanhef
El encabezamiento
Informeel (jij/jullie)
Beste/Lieve Carlos,
Beste/Lieve Ana,
Beste/Lieve oom Pedro,
Beste/Lieve nicht,
Formeel (u)
Geachte heer, (één ondertekenaar)
Geachte (dames en) heren, (één
ondertekenaar)
Geachte heer, (meerdere
ondertekenaars)
Geachte (dames en) heren, (meerdere
ondertekenaars)
Geachte mevrouw, (één ondertekenaar)
Geachte mevrouw, (meerdere
ondertekenaars)
Estilo familiar
Querido Carlos:
Querida Ana:
Querido tío Pedro:
Querida prima:
Estilo formal
Muy señor mío: (Muy Sr. mío:)
Muy señores míos: (Muy Sres. míos:)
Muy señor nuestro: (Muy Sr. nuestro:)
Muy señores nuestros: (Muy Sres.
nuestros:)
Muy señora mía: (Muy Sra. mía:)
Muy señora nuestra: (Muy Sra. nuestra:)
Nog formeler is:
Zeer geachte heer,
Zeer geachte mevrouw,
Más formales son:
Distinguido señor:
Distinguida señora:
Formas más personales
Formeel aan een bekende
Estimado señor Blanco:
Geachte heer Blanco,
Estimada señora González:
Geachte mevrouw González,
Estimado Luis:
Beste Luis,
Estimada Mercedes:
Beste Mercedes,
Let op de dubbele punt na de aanhef!
De eerste zin van de brief
La parte principal de la carta
Formeel
Deze brief heeft tot doel ...
Het doel van deze brief is ...
In antwoord op uw brief van 3 juni ...
Ik bevestig (of: wij bevestigen) de
ontvangst van uw brief van 10 mei (of:
van 10 dezer)...
Ik richt me beleefd tot u om ...
Estilo formal
La presente tiene por objeto ...
El objeto de la presente es ...
En respuesta (o contestación) a su carta
de (fecha) 3 de junio ...
Acuso (o acusamos) recibo de su (atenta)
carta de (fecha) 10 de mayo (o del 10 de
los corrientes) ...
Me dirijo atentamente a usted para ...
pagina 8 van 9
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
Afsluiting
La despedida
Informeel
Liefs, (lett: 'kussen')
Hartelijke groeten/Liefs, (lett:
'omhelzingen')
Veel liefs,
Hartelijke groeten van (Roberto)
Tot gauw
Estilo familiar
Besos
Abrazos
Muchos abrazos
Recibe un abrazo de (Roberto)
Hasta pronto
Formeel
Hoogachtend,
Met beleefde groeten, (lett: 'U groet
beleefd. ..')
In afwachting van uw bericht verblijf ik,
hoogachtend,
De afzender
Het adres van de afzender wordt meestal
op de achterkant van de envelop
geschreven, op dezelfde manier als het
adres van de geadresseerde.
Bijvoorbeeld:
Rmte: Patricia de Vries
Kapelmeesterlaan 48
5049 NL Tilburg
Países Bajos / Holanda
Rmte. en Rte. zijn afkortingen van
remite of remitente, oftewel: 'afzender'.
Namen
Estilo formal
Atentamente
Le(s) saluda atentamente,
A la espera (o En espera) de sus noticias
le(s) saluda atentamente,
El remitente
La dirección de la persona que envía la
carta se escribe normalmente en la parte
posterior del sobre, de la siguiente
manera:
Rmte: Patricia de Vries
Kapelmeesterlaan 48
5049 NL Tilburg
Países Bajos / Holanda
Rmte. es la abreviación de la palabra
remite o remitente, es decir ,la persona
que escribe.
Nombres y apellidos
Denk eraan dat Spanjaarden en mensen
uit Spaans- Amerikaanse landen twee
achternamen hebben.De eerste
achternaam is die van de vader, de
tweede is de eerste achternaam van de
moeder. Bijvoorbeeld:
Recuerde que los españoles e
hispanoamericanos tienen dos apellidos: el
primero corresponde al primer apellido del
padre y el segundo al de la madre. Por
ejemplo:
Carolina González Martínez
Carolina González Martínez
In brieven wordt vaak alleen de eerste
achternaam gebruikt; in dit geval dus
González.
En una carta se utilizará normalmente sólo
el primer apellido, en este caso González.
De volledige achternaam wordt
doorgaans alleen in officiële situaties
gebruikt.
El nombre completo se emplea
generalmente en situaciones oficiales.
Bron: http://wp.digischool.nl
pagina 9 van 9
Spaanse taal en literatuur vwo (elementair) | vakinformatie staatsexamen 2015
pagina 10 van 9