Transcript EEN MAÏSRAS KIEZEN IS GEEN SINECURE

Boerenbond • Boer&Tuinder • 31 januari 2014
REPORTAGE
31
EEN MAÏSRAS KIEZEN IS GEEN SINECURE
We zitten nog volop in de wintermaanden, maar er worden al voorbereidingen getroffen voor de veldwerkzaamheden in het voorjaar. De meeste landbouwers hebben hun teeltplan al opgemaakt en een van die teelten
is maïs. Rond deze tijd worden de resultaten van de maïsrassenproeven van het afgelopen jaar gepubliceerd.
Het aanbod is groot en het ene ras is het andere niet. Boer&Tuinder sprak met Ann Vandecruys (manager Aveve
Zaden) en Esther Monard (productmanager Aveve Zaden) over het maïsrassenaanbod waaruit landbouwers
in 2014 kunnen kiezen.
M
et bijna 200.000 ha beslaat maïs na grasland het
grootste areaal in Vlaanderen. Deze maïs wordt
hoofdzakelijk geteeld voor de kuil, maar ongeveer
een derde van het areaal krijgt de bestemming korrelmaïs.
AVEVE ZADEN BRENGT EEN
BREED AANBOD VAN MAÏSRASSEN MET VERSCHILLENDE
GENETISCHE OORSPRONG.
Juiste keuze voor een geslaagd seizoen
Bo
er
en
mesting – draagt bij aan een betere legervastheid, doordat
fosfor een betere wortelontwikkeling toelaat en kalium
voor sterkere cellen en een betere waterhuishouding zorgt.
Daarnaast worden de opbrengstparameters van zeer
dichtbij opgevolgd. De drogestofopbrengst en de korrelopbrengst bepalen het succes van een ras. Belangrijk
hierbij is de opbrengst in verhouding tot de vroegrijpheid
van het gewas. De kweekbedrijven streven immers naar
een steeds hogere opbrengst in combinatie met een
vroeger gewas.”
DE RIJKE ERVARING VAN DE
KWEKER GEEFT ONS HEEL WAT
ELEMENTEN OM EEN RAS
TE KUNNEN BEOORDELEN.
co
py
rig
ht
“Maïs vormt een belangrijk, zo niet het belangrijkste aandeel in het rantsoen op onze veeteeltbedrijven”, vertelt
Ann. “De landbouwers zijn zich in hun dagelijkse bedrijfsvoering meer dan ooit bewust van het belang van kwaliteitsvol ruwvoeder. De bedrijven worden groter en vruchtbare landbouwgrond wordt steeds schaarser. De productie van ruwvoeder op eigen land moet daarom zo efficiënt
mogelijk kunnen gebeuren. Heel wat aspecten beïnvloeden de opbrengst en de kwaliteit van maïs, maar de rassenkeuze is een bepalende factor. Bedrijfsleiders die die
boodschap goed begrepen hebben, kijken niet meer alleen naar de omvang van het gewas, maar zeker ook naar
zijn inhoud. Bovendien is het ene bedrijf het andere niet.
De behoeftes van elk bedrijf zijn verschillend: intensieve
melkveehouders, vleesveehouders, varkenshouders of
akkerbouwers die korrelmaïs telen, hebben elk hun specifieke noden. Daarnaast verschillen ook de omstandigheden waarin de maïs moet groeien van streek tot streek.
De sterkte van het maïsrassengamma van Aveve is dat
het een antwoord biedt op de verscheidenheid aan behoeftes van de landbouwbedrijven. Aveve Zaden brengt
een breed aanbod van maïsrassen met verschillende
genetische oorsprong. Elk ras in het gamma kreeg bewust zijn plaats vanwege zijn vroegrijpheid, gebruiksdoel, zetmeelgehalte, drogestof- of korrelopbrengst,
vochtgehalte van de korrel of verteerbaarheid.”
“De rassen worden zorgvuldig gescreend vooraleer we ze
opnemen in ons assortiment”, vervolgt Esther. “We screenen niet alleen nieuw materiaal in ons proefstation in
Neerhespen, maar ook de rassenproeven van de Belgische
rassenlijst, het CIPF en het LCV worden grondig geëvalueerd. Daarnaast geeft de ervaring van de kweker ons
heel wat elementen om een ras te kunnen beoordelen.”
“Naast de drogestofopbrengst speelt voor kuilmaïs de
inhoud van een ras een belangrijke rol”, zegt Esther.
“Een melkveehouder wil namelijk met 1 kg droge stof zo
veel mogelijk liters melk produceren. Hij zal daarbij
kenmerken als het zetmeelgehalte en de verteerbaarheid onder de loep nemen. Met een kuilanalyse kent een
landbouwer perfect de inhoud van zijn maïskuil en hij
houdt hier rekening mee. Ook voor ons geven deze kuilanalyses heel wat informatie onze rassen in de praktijk.
Aangezien de melkquota verdwijnen in 2015, zijn we
intensief ermee bezig ons assortiment zo te sturen dat
de klanten met onze variëteiten optimaal voorbereid zijn
om maximaal te kunnen melken.”
“Ook bij de korrelmaïs ligt er een uitdaging om rassen te
kiezen met een hoge korrelopbrengst in combinatie met
een laag vochtgehalte”, vervolgt Ann. “Naast de kilo’s
bepaalt het vochtgehalte immers het financiële resultaat dat een landbouwer kan behalen met deze teelt, en
dat wordt soms toch wel uit het oog verloren. Zeker in
een jaar met lagere prijzen voor de korrelmaïs en een
later oogsttijdstip, is de impact van een hoog vochtgehalte groter op het uiteindelijke resultaat. Met een vroeg
ras met minder kilo’s kan je een hoger financieel resultaat behalen dan met een later gewas.
Bij Aveve Zaden streven we steeds naar een compleet
assortiment. Dat wil zeggen dat we voor elk gebruiksdoel, elke streek of elke vroegrijpheid steeds een aantal
rassen kunnen aanbieden. Zo kunnen we elk bedrijf een
maïsras op maat aanbieden.” n
nd
Patrick Dieleman
Uitdagingen
bo
VOEDERTEELTEN
Legering nog steeds heikel punt
Op de vraag naar de belangrijkste maatstaven voor de
selectie van nieuwe rassen antwoordt Esther: “We selecteren onze nieuwe rassen eerst en vooral op basis
van hun agronomische kenmerken. De rassen moeten
een vlotte beginontwikkeling hebben en over een goede
legervastheid beschikken. Legervastheid was het afgelopen seizoen trouwens een heikel thema voor maïs.
2013 was een uitzonderlijk jaar. Door een combinatie
van een zeer snelle beginontwikkeling, gevolgd door
meerdere onweders, gingen de percelen tegen de vlakte
op heel wat plaatsen. Ook net voor de oogst speelde de
wind ons nog heel wat parten. Oogstrijpe percelen werden getroffen door sterke legering.
Legervastheid is deels rasgebonden, maar ook heel wat
teelttechnische factoren spelen een grote rol. Denk bijvoorbeeld aan het zaaitijdstip: een laat gezaaid gewas ontwikkelt zich sneller en is daardoor minder stevig. Ook de
plantenvoeding – voornamelijk de fosfor- en kaliumbe-
© PATRICK DIELEMAN
Ann Vandecruys (links) en Esther Monard van Aveve Zaden zijn trots op het sterke maïsrassenaanbod van Aveve.