Transcript Bijdrage Dries Berendsen (Universiteit Utrecht)

Bijdrage Dries Berendsen (Universiteit Utrecht)
Geachte raad,
Mijn naam is Dries Berendsen en ik ben directeur van de directie Vastgoed &
Campusontwikkeling van de Universiteit Utrecht. Namens de Universiteit Utrecht wil ik
graag gebruik maken van de mogelijkheid tot spreken.
De Universiteit Utrecht hecht grote waarde aan een goede ontwikkeling van de
binnenstad, specifiek de binnenstadscampus van het Universiteitskwartier, welke is
ondergebracht in het gebied rondom Drift / Janskerkhof en Trans / Achter Sint Pieter /
Domplein. De visie van de Universiteit is in 2008 verwoord in het boek “Visie binnenstad,
de Universiteit Utrecht in de historische binnenstad”.
Hierbij wil ik benadrukken dat gemeente en universiteit met betrekking tot de binnenstad
Utrecht een gemeenschappelijk belang hebben. Graag worden we dan ook gezien als
partner van de gemeente. Sinds het ontstaan van de universiteit in Utrecht is zij in de
binnenstad gevestigd. Begin van deze eeuw hebben we een heroverweging gemaakt om
ons geheel te concentreren in De Uithof. Er is toen bewust voor gekozen om dit niet te
doen en 2 vooraanstaande studentrijke faculteiten, te weten de faculteit Recht Economie,
Bestuur en Organisatie en de faculteit Geesteswetenschappen in de binnenstad te
behouden. Dit besluit is genomen vanuit de overweging dat aanwezigheid in de
binnenstad toegevoegde waarde heeft voor de stad en de aantrekkelijkheid van Utrecht
voor studenten.
Als eigenaar/gebruiker van een groot aantal binnenstadspanden rondom Janskerkhof,
Drift, Kromme Nieuwegracht, Achter Sint Pieter, Trans en Domplein zijn we frequent in
overleg met dienst stedenbouw en monumenten over de voor ons gewenste
ontwikkeling(en). In het kader van het voorliggende ontwerp bestemmingsplan hebben
wij is samenspraak met de dienst stedebouw- en monumenten onze reacties en
zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan gegeven.
De zienswijzen omvatten een veelheid aan wijzigingen/voorstellen. Een groot aantal
ervan zijn verwerkt in het ontwerpvoorstel zoals dit nu ter behandeling voorligt.
Toch wil de ik meest essentiële onderwerpen even beknopt toelichten:
•
Ontwikkelingen binnenterrein Boothstraat-Drift, aangeduid als Boothstraat 11
In samenspraak met medewerkers van uw gemeente, afdeling stedenbouw en
monumenten, is een ruimtelijke invulling uitgewerkt, waarbij een tweetal zelfstandige
bouwvolumes worden gerealiseerd (mogelijk ondergronds verbonden d.m.v. een
fietsenstalling) met een aansluitende tuin, van waaruit de panden aan de Drift vanaf de
achterzijde ontsloten zijn. De binnentuin zien wij als verblijfsgebied met aangrenzende
ruimten waar wetenschappers en studenten elkaar ontmoeten. Daarnaast wordt een
bestaand bouwvolume achter Drift 4 vervangen door een qua footprint kleiner volume,
echter opgetrokken in twee bouwlagen. Voor Drift 4 zijn de bouwplannen in een
vergevorderd stadium. We zijn blij dat de contouren van dit bouwplan zijn meegenomen
in het ontwerpvoorstel. De contouren van de bouwplannen voor het binnenterrein
Boothstraat 11 zijn bekend. De Universiteit Utrecht pleit er voor om ten aanzien van deze
locatie bij de vaststelling een wijzigingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders
mee te nemen.
•
Ontwikkeling Keizerstraat
Om voldoende onderwijsvoorzieningen te kunnen realiseren in de binnenstad hebben we
aanvankelijk het plan opgepakt om in een deel van de Keizerstraat huisvesting voor
onderwijs te realiseren. Hiertoe zou een deel van de studenten woningen van de SSH
worden gesloopt. Bij de communicatie met de buurt over de nota van uitgangspunten is
gebleken dat tegen sloop van studentenhuisvesting veel bezwaar is. Ook vanuit de
politiek bleek dit een gevoelig punt. Voor de Universiteit Utrecht is dit aanleiding geweest
om deze ontwikkelrichting te heroverwegen. Dit heeft geleid tot een wijziging van de
visie op de huisvesting in de binnenstad. waarmee wonen onderdeel is geworden van de
binnenstadscampus. In ons huidige voorstel, wordt de nieuwbouw van onderwijsruimten
aan de Keizerstraat beperkt tot de ruimte van de reeds aanwezige opening in de
gevelwand, direct aansluitend aan de Universiteitsbibliotheek binnenstad.
•
Janskerkhof 2-3a/Minrebroederstraat 14
Wanneer we kijken naar de ruimtelijke en economische ontwikkelingsmogelijkheden van
de binnenstad, specifiek het kernwinkelgebied, dan zijn wij van mening dat een
winkelontwikkeling op de begane grond van Minrebroederstraat 14 de ontwikkeling van
het winkelgebied versterkt. We hebben dan ook het verzoek ingediend om dit pand de
bestemming Centrum-3 (C-3) te geven. Door deze bestemming wordt het huidige
gebruik niet gefrustreerd. Ons verzoek is in het ontwerpvoorstel aan de raad
overgenomen.
•
Achter de Dom 11, 20 en Domplein 28
Zoals ik reeds memoreerde, vindt de universiteit wonen in de binnenstad en op de
binnenstadscampus belangrijk. In het kader van optimaal gebruik zijn er ook panden die
we graag van woonbestemming naar onderwijsgebondenbestemming brengen.
Compensatie van te onttrekken m2 woonbestemming is door de Universiteit Utrecht
gerealiseerd. Uiteindelijk zal na realisatie van ons binnenstadsplan meer wonen aanwezig
zijn dan ervoor. In dit kader hebben wij het verzoek gedaan om een 3-tal panden aan de
woonbestemming te onttrekken en de bestemming Gemengd-3 (GD-3) te geven. Ons
verzoek is in het ontwerpvoorstel aan de raad overgenomen.
•
Janskerkhof en Drift
Vanuit de gemeente is in samenspraak met buurt en belanghebbenden een traject
gestart om te komen tot een visie voor het Janskerkhof en omgeving. Als Universiteit zijn
we blij met dit initiatief dat zich in het bijzonder richt op leefbaarheid en we vertrouwen
erop dat het niet alleen bij ideeën blijft, maar dat we ook in staat zijn om de ideeën in de
komende jaren te realiseren. Graag zien wij dat de Drift voetgangersgebied wordt en dat
voor het Janskerkhof een ontwikkeling wordt ingezet van autoluw naar autovrij. Dit past
in de mobiliteitsfilosofie van de Universiteit Utrecht waarin de binnenstad een gebied is
voor voetganger, fietser en OV-gebruiker.
De realisatie van het binnenstadsplan van de universiteit zal nog enige jaren in beslag
nemen. We verwachten dat ons huisvestingsprogramma in de tweede helft van het
komende decennium is afgerond, waarmee alle gebouwen voldoen aan de eisen van deze
tijd en een groot aantal, overwegend monumentale panden in goede conditie zijn
gebracht. De Universiteit Utrecht, als partner van de gemeente Utrecht, draagt hiermee
bij aan een verbetering van de kwaliteit en leefbaarheid van de binnenstad.
Namens Universiteit Utrecht
Dries Berendsen
Directeur Vastgoed & Campusontwikkeling