Briefmodel ARI - Gemeente Rotterdam

Download Report

Transcript Briefmodel ARI - Gemeente Rotterdam

Aan:

Powerhouse Company International BV T.a.v. de heer P.P. Stavert Maurtitsweg 23 3012 JR Rotterdam

E-mail:

[email protected]

Bezoekadres:

Galvanistraat 15 3029 AD ROTTERDAM

Postadres:

Postbus 6575 3002 AN ROTTERDAM

Website:

www.rotterdam.nl

E-mail:

[email protected]

Inlichtingen:

V. Yousif

Afdeling:

Vergunningen

Telefoon:

010 489 6597

Ons kenmerk

: 1154909 / OMV.14.01.00330

Aantal bijlagen:

22

Betreft:

beschikkingen

Datum

: 5 augustus 2014 Geachte heer Stavert, Hierbij ontvangt u de aangevraagde omgevingsvergunning voor de activiteiten ‘Bouwen’ en ‘Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’ aan de Mauritsplaats tegen over huisnummer 2 te Rotterdam.

In deze vergunning komen de volgende onderwerpen aan de orde: · Werkzaamheden; · · · · Bouwverordening; Bestemmingsplan; Ter Inzage; Welstand; · · · · · Voorschriften; Besluit; Inwerkingtreding besluit; Bezwaar; Uitvoering.

Werkzaamheden Uit de aanvraag blijkt dat het de bedoeling is om een woon-, winkelpand op te richten. Het gebouw bestaat uit een winkelruimte van circa 90 m² op de begane grond en vier appartementen op de verdiepingen. De totale bouwhoogte bedraagt circa 21 meter.

Bouwverordening

Bodem

Uit de bij uw aanvraag ingediende onderzoeksresultaten naar de gesteldheid van de bodem op de bouwlocatie, is gebleken dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel, maar wel geschikt kan worden gemaakt. Hiertoe dient een saneringsplan te worden aangeboden aan en goedgekeurd te worden door de DCMR Milieudienst Rijnmond, afdeling Bodem Rotterdam.

Parkeereis

Uw aanvraag voldoet niet aan eisen die gelden ten aanzien van de parkeergelegenheid, omdat gezien het gebruik de aanleg van drie parkeerplaatsen op eigen terrein vereist is.

Met het realiseren van uw plan is een gemeentelijk belang gemoeid. Op 19 maart 2013 heeft B&W vrijstelling verleend voor de parkeereis voor de plannen van het “Klein en Fijn”-project.

Het parkeren voor de toekomstige bewoners zal worden opgelost in reeds bestaande parkeergarages in de directe omgeving. Er is derhalve geen strijdigheid meer met betrekking tot parkeren. Daarom wordt afwijking van de eis toegestaan en medewerking verleend aan het plan.

(Grondslag: Bouwverordening Rotterdam 2012, artikel 2.5.30, eerste lid en vierde lid, onder d)

Blad: Kenmerk:

2/6 1154909 /

OMV.13.05.00335

0 Bestemmingsplan De locatie waar de aanvraag betrekking op heeft is gelegen in het bestemmingsplan “Cool” en heeft hierin de bestemmingen centrumvoorzieningen I, tuin, verblijfsgebied en archeologisch waardevol gebied B. Het plan past in de bestemming ‘centrumvoorzieningen I, maar is in strijd met artikel 18.2 omdat het maximaal toegestane aantal bouwlagen overschreden wordt. De regels uit het bestemmingsplan laten geen ruimte voor het toestaan van afwijking. Ook is het plan in strijd met artikel 7.3, omdat op voor ‘tuin’ bestemde gronden wordt gebouw. Daarnaast is het plan eveneens in strijd met artikel 9.3, omdat op voor ‘verblijfsgebied’ bestemde gronden wordt gebouwd. De regels uit het bestemmingsplan laten in beide gevallen geen ruimte voor het toestaan van afwijking.

Wanneer een activiteit in strijd is met de regels van het bestemmingsplan, dient het bevoegd gezag na te gaan in hoeverre op andere wijze vergunningverlening toch mogelijk is.

Aan het plan kan medewerking worden verleend omdat er vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaar bestaat tegen deze ontwikkeling. Het betreft een uitwerking van een “klein en fijn”-locatie in de binnenstad. Het plan voor de realisatie van woningen en commerciële ruimte aan de Mauritsplaats past binnen de doelstelling van het versterken van de woonklimaat van de stad en het centrum zoals deze zijn geformuleerd in de Stadsvisie en “de binnenstad als City Lounch”. Tevens past het plan binnen de geformuleerde uitgangspunten van het beleid ten aanzien van “Klein en Fijn”. Ook geeft het plan invulling aan de plintenstrategie ‘Rotterdam op ooghoogte’.

Het plan voegt zich in de open ruimte tussen het woonblok aan de Mauritsplaats en het hoekpand aan de Mauritsweg. De verbinding tussen het Schouwburgplein en de Westersingel heeft jarenlang een negatief beeld opgeroepen. Dit niet alleen vanwege de rommelige, onoverzichtelijke uitstraling, maar ook vanwege overlast van drugsgebruikers. Na de realisatie van De Calypso en de nieuwe Pauluskerk is al een behoorlijke aanzet gerealiseerd in het opknappen en aantrekkelijker maken van de Mauritsplaats. In de huidige situatie resteert alleen nog de negatieve uitstraling van de open ruimte in het bouwblok. De open ruimte is een afgezet stuk rest groen met zicht op de achterkanten en binnenruimte van het bouwblok. De voorheen kale zijgevel van het woonblok is middels een kunstwerk opgevrolijkt om het aanzicht te verbeteren.

Met de realisatie van het plan wordt de open ruimte tussen het woonblok als het ware afgebouwd. Het stadsweefsel wordt zo ‘gerepareerd’. Op maaiveldniveau wordt de ruimte bebouwd met een commerciële ruimte en een entree voor de woningen. Daarboven worden tegen de zijgevel van het woonblok in vijf lagen en een dakopbouw, woningen gerealiseerd die zowel op de Mauritsplaats als op de Westersingel zijn georiënteerd. Hiermee wordt de continuïteit van het bouwblok versterkt en wordt de aantrekkelijkheid van de verbinding tussen het Schouwburgplein en de Westersingel verbeterd. De entree van de binnenstad (vanuit de Westersingel bezien) krijgt hierdoor een aantrekkelijke en gastvrije uitstraling. Het programma van commerciële ruimte en woningen draagt tevens bij aan het verbeteren van de sociale veiligheid van de nu wat onoverzichtelijke ruimte van de Mauritsplaats. Letterlijk wordt de mogelijkheid tot het betreden van het binnenterrein ontnomen.

Het plan draagt ook bij aan de doelstelling het woonklimaat van de stad te versterken. Door de wijze van bebouwen van deze plek worden er interessante woningen gerealiseerd die qua typologie en uitstraling een verrijking zijn in het Rotterdamse woningaanbod. Daarbij wordt in het plan tevens extra aandacht besteed aan de zogenaamde vijfde gevel. De dakvlakken van de commerciële ruimte en de hoger gelegen woningen worden (groen) ingericht als buitenruimte voor de bewoners.

De omgevingsvergunning kan worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing (GRO) bevat.

(Grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.10, tweede lid en artikel 2.12)

Blad: Kenmerk:

3/6 1154909 /

OMV.13.05.00335

0

Procedure afwijken bestemmingsplan

Voor het plan is een goede ruimtelijke onderbouwing aangeleverd waaruit blijkt dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De goede ruimtelijke onderbouwing maakt deel uit van deze omgevingsvergunning.

Ter Inzage Het plan heeft met het ontwerp van de beschikking en de bijbehorende stukken van 30 mei 2014 tot en met 10 juli 2014 ter inzage gelegen.

Gedurende de voorgeschreven terinzageligging zijn geen kenbaar gemaakt

(Grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º en artikel 3.10, eerste lid, onder a en Categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), en Besluit omgevingsrecht, artikel 6.18)

Welstand Op 23 april 2014 heeft de Commissie voor Welstand en Monumenten advies gegeven, het standpunt is overgenomen. Het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand op voorwaarde dat er een mock-up met de te gebruiken glastypen wordt opgesteld ter beoordeling aan de Commissie voor welstand en monumenten. De mock-up moet minimaal drie maanden voor aanvang bouw worden aangeboden. Een afschrift van het advies is bij dit besluit gevoegd.

(Grondslag: Woningwet, artikel 12a, eerste lid en Ministeriële regeling omgevingsrecht, artikel 2.5 en artikel 2.7, derde lid)

Voorschriften Vanwege het ontbreken van de benodigde gegevens en stukken gelden de volgende voorschriften:

(Grondslag: Ministeriële regeling omgevingsrecht, artikel 2.7, derde lid)

1. De in rood aangebrachte correcties op de tekeningen geven aan op welke wijze het plan moet worden uitgevoerd zodat wordt voldaan aan de bouwregelgeving.

2. Het bouwwerk moet worden opgetrokken in de door Gemeentewerken aan te wijzen rooilijn en/of bebouwingsgrens en volgens de maatvoering van het definitieve Stedenbouwkundig Maten Plan (SMP) van Stadsontwikkeling.

3. Om te kunnen beoordelen of bij de uitvoering van de werkzaamheden wordt voldaan aan

algemene

eisen zoals die in de bouwregelgeving en in de voorschriften van deze beschikking zijn gesteld, moeten de benodigde gegevens en bescheiden uiterlijk drie weken voor aanvang van de werkzaamheden,worden ingediend. Het gaat daarbij om berekeningen, tekeningen en (test)rapporten.

Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat daarvoor door de afdeling Vergunningen toestemming is verleend.

Het betreft hier: de de voorzieningen t.b.v. de bouwput; de bouwmethode en veiligheidsvoorzieningen (bouwveiligheidsplan).

bijzondere tijdelijke constructies; het leidingverloop van de rioleringinstallatie.

Blad: Kenmerk:

4/6 1154909 /

OMV.13.05.00335

0 4. Om te kunnen beoordelen of bij de uitvoering van de werkzaamheden wordt voldaan aan constructieve eisen zoals die in de bouwregelgeving en in de voorschriften van deze beschikking zijn gesteld, moeten de benodigde gegevens en bescheiden uiterlijk drie weken voor aanvang van de werkzaamheden,worden ingediend. Het gaat daarbij om berekeningen, tekeningen en (test)rapporten.

Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat daarvoor door de afdeling Vergunningen toestemming is verleend.

Het betreft hier: de gewichts- en stabiliteitsberekening; een controleberekening van de bestaande constructie(s) in relatie tot de wijzigingen; de toe te passen palen en het palenplan; de constructies van beton / metaal / hout / steenachtig materiaal / glas.

5. Om te kunnen beoordelen of bij de uitvoering van de werkzaamheden wordt voldaan aan brandpreventieve eisen zoals die in de bouwregelgeving en in de voorschriften van deze beschikking zijn gesteld, moeten de benodigde gegevens en bescheiden uiterlijk drie weken voor aanvang van de werkzaamheden,worden ingediend. Het gaat daarbij om berekeningen, tekeningen en (test)rapporten.

Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat daarvoor door de afdeling Vergunningen toestemming is verleend.

Het betreft hier: de nood- en transparantverlichtingsinstallatie; de certificaten van puien, deuren en bouwdelen waarvoor eisen ten aanzien van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag gelden, te weten: 30 en 60 WBDBO; de brandwerendheid (met betrekking tot bezwijken) van de onderdelen van de bouwconstructie, waarvoor een tijdsduur voor brandwerendheid geldt, te weten 120 minuten.

6. De op tekening aangegeven deuren met een ‘V’ en/of ‘E’ moeten in aangegeven richting draaien en over de minimaal vereiste breedte kunnen worden geopend zonder dat daarvoor gebruik moet worden gemaakt van een sleutel of ander los voorwerp.

(V= vluchtdeur; E= deur voorzien van automatische bediening).

7. De met RM (rookmelder) op tekening aangegeven ruimten moeten voorzien zijn van rookmelders die dienen te voldoen aan het gestelde in de NEN 2555 (laatste uitgave). De huisinstallatie moet voldoen aan het gestelde in de NEN 1010 (laatste uitgave). Voor ingebruikname van het gebouw moet de huisinstallatie door de afdeling Vergunningen met positief resultaat zijn getest.

Blad: Kenmerk:

5/6 1154909 /

OMV.13.05.00335

0 8. Om te kunnen beoordelen of bij uitvoering van het bouwwerk wordt voldaan aan de in het Bouwbesluit gestelde eisen en de aan deze beschikking verbonden voorschrift(en), dienen de navolgende bouwfysische nadere gegevens en bescheiden (zoals berekeningen, tekeningen en (test)rapporten), uiterlijk drie weken voor aanvang van de betreffende onderdelen, ter goedkeuring bij de afdeling Vergunningen te worden aangeboden. Met de uitvoering van de desbetreffende onderdelen mag geen aanvang worden gemaakt voordat daaraan door de afdeling Vergunningen goedkeuring is gehecht.

Het betreft hier: Meetrapportages aanleveren, waaruit blijkt dat de volgende zaken aan de eisen uit het Bouwbesluit 2012 voldoen: de volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie (GA,k); het volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke installatie-geluidsniveau (Ll,A,k); het volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke lucht-geluidsniveauverschil (DnT,A,k) voor de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende woonfunctie; het volgens NEN 5077 bepaalde gewogen contactgeluidsniveau (LnT,A) voor de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende woonfunctie; de capaciteit van het ventilatiesysteem.

-

De meetrapporten dienen vóór de eindoplevering bij de bouwinspecteur te zijn afgegeven.

Het meetrapport dient minimaal te bevatten: naam en adres uitvoerende instantie en naam van de contactpersoon; datum uitvoering meting; adres of projectgegevens van de woning of ander gebouw waarin de metingen zijn verricht; geluidsbelastingen en vanuit het Bouwbesluit vereiste waarden van de gevelgeluidwering; toegepaste meetapparatuur (merk/type/vervaldatum calibratiecertificaat); beschrijving meetsituatie/bijzondere meetomstandigheden; resultaat van de meting.

Besluit De vergunning wordt verleend voor de activiteiten ‘Bouwen’ en ‘Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening’.

(Grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.1, eerste lid sub a en c met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3, van deze wet, en artikel 2.5.30, eerste lid en vierde lid, onder d van de Bouwverordening Rotterdam 2010.)

Inwerkingtreding besluit De omgevingsvergunning treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn, tenzij een voorlopige voorziening is ingediend. Als van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, treedt de beschikking niet in werking voordat hierop is beslist.

(Grondslag: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: artikel 6.1, eerste lid, onder b)

.

Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, namens deze, clusterdirecteur Stadsontwikkeling, voor deze, drs. M.J. Schotman, hoofd afdeling Vergunningen *Dit document is digitaal opgesteld en daarom niet ondertekend.

Blad: Kenmerk:

6/6 1154909 /

OMV.13.05.00335

0 Bezwaar Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag van ter inzage legging een beroepschrift indienen bij de rechtbank te Rotterdam.

Dit beroepschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten: naam en adres van de indiener; datum de gronden van het beroep; een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden.

Het beroepschrift moet worden gezonden naar: Rechtbank Rotterdam sector Bestuursrecht Postbus 50951 3007 BM te Rotterdam.

U kunt, indien u een beroepschrift bij de rechtbank Rotterdam heeft ingediend, tevens een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen.

Voor een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd.

Uitvoering De heer R. Elbers houdt toezicht op de uitvoering van het plan. Voor vragen kunt u de bouwinspecteur bereiken onder: telefoonnummer: 010 7330 email: [email protected]

fax: 010 489 6350 U bent verplicht de start van de werkzaamheden uiterlijk twee dagen voor aanvang te melden.

Hiervoor dient u gebruik te maken van het meldingsformulier op www.rotterdam.nl/downloads.

Het formulier dient op www.omgevingsloket.nl als bijlage onder vermelding van 'Aanvang bouwwerkzaamheden' van vergunning 1154909 ingediend te worden. Dit geldt ook voor de gereedmelding van de werkzaamheden. Alle later aan te leveren stukken dienen eveneens via het Omgevingsloket te worden aangeboden.

U kunt pas beginnen met het betreffende deel als u voldoet aan alle daaraan gestelde voorwaarden.