Nummer 8 - BC Broekhin

Download Report

Transcript Nummer 8 - BC Broekhin

VRIJESCHOOLPAROOL
Fred Kessels
Eerste jaargang nummer 8
VRIJESCHOOLPAROOL
STILZWIJGENDE KENNIS
‘Antroposofie als louter theorie is niets waard!’
Rudolf Steiner
Het belang van antroposofie wordt voor de vrije
scholen nooit ter discussie gesteld, zo vanzelfsprekend gaan we ervan uit dat kennis ervan
onontbeerlijk is. Voor Steiner was iedere leraar
van een vrije school natuurlijk ook antroposoof.
Maar wat houdt dat in, dat je antroposoof bent?
Steiners antwoord luidde: een antroposoof is iemand die naar kennis en inzicht hunkert, zoals
we dagelijks honger en dorst ervaren. Het roept
de ideeën van Aristoteles in herinnering, die hij
formuleerde over geluk. Hij onderscheidde drie
groepen mensen: zij die geluk ervaren als ze plezier hebben, zij die zich gelukkig voelen als ze
zich kunnen identificeren met een succesvolle
en eervolle activiteit en tenslotte de mensen
die zich gelukkig voelen als ze kennis en inzicht
opdoen. Het hoeft ons daarom niet te verbazen
dat de laatste woorden van de filosoof Wittgenstein luidden, na een zwaar leven vol van tegenslagen: ‘Vertel ze dat ik een gelukkig leven heb
gehad!’ Want zijn dorst naar kennis en inzicht
voedde immers dagelijks zijn geluk.
Is elke vrije schoolleraar dan zo intens studerend
als een Faust?
De praktijk wijst uit van niet. Het grootste deel
van de jongste lerarengeneratie vindt het dagelijks geluk niet meer in een vorsende manier van
studeren om kennis en inzicht op te doen. Filosoof Ad Verbrugge geeft daarvan een pregnant
voorbeeld in een onlangs verschenen essay. Hij
verwacht dat zijn studenten zich verdiepen door
zich open te stellen voor een tekst. Maar als hij
eerstejaarsstudenten een tekst van Nietzsche
geeft, luidt de lauwe reactie bij de bespreking
vaak: ‘Tja, het was wel aardig.’ Meer niet. ‘Het
is,’ zegt Verbrugge, ‘een soort egocentrische houding van: ik vind het leuk of ik vind het niet
leuk… ‘
De weg naar een lectio divina van Steiner raakt
vrijwel buiten bereik.
Maar hoe doet de jonge generatie van vrijeschoolleraren dan de broodnodige kennis op
van de vrijeschoolpedagogiek? Is het denkbaar
dat ze worden benaderd als de leerlingen van
de vrijeschool: dat we ze niet willen vol willen
gieten met kennis, maar in hen een vuur willen
doen ontbranden?
-2-
VRIJESCHOOLPAROOL
Als we dat durven, wat staat ons dan te doen?
Die vraag werd urgent op het moment dat ik in
Roermond in augustus van dit schooljaar startte
met een nieuw college van 12 reguliere leraren,
die vakles komen geven in mijn 7e klas (31 leerlingen) van de vrije school, die gevestigd is in
een regulier lyceum, het BC Broekhin. De leraren
zijn zeer ervaren en vakbekwaam, maar onbekend met de vrijeschoolpedagogiek.
We besloten om het schooljaar te starten met
twee studiedagen! Ik koos voor het onderwerp
temperamenten in het onderwijs. In mijn ogen
een onderwerp dat direct tot hoofd en hart
spreekt. Het ernaar leren handelen zal daar dan
in de loop der tijd hopelijk op volgen!
In de zomervakantie die eraan voorafging stortte
ik mij weer op die enkele voordrachten over de
vier temperamenten van Steiner en ik dacht binnen drie dagen klaar te zijn, maar het werden
er wel dertig. Het was een onthutsende en bij
momenten ontmoedigende ervaring. Want je
werkt je door 15 bladzijdes heen – 15 van de
75.000 uit het verzameld werk! - na 25 jaar ervaring als vrije schoolleraar, en nog steeds, na een
maand van intensieve studie door close-reading,
werpen Steiners woorden talloze vragen op! Het
lijkt zo eenvoudig, die bekende karakteristieken
over de woede van de cholericus, het kabbelende
water als typering van de flegmaticus, de melancholicus die zo zwaar op de hand is, en de spring
in ’t veld die elke sanguinicus is.
Maar dan blijkt het temperament van het kind
te verschillen van het temperament van de volwassene. Wanneer vindt die omslag plaats? En
hoe vindt die dan plaats? Verder lijkt Steiner
in Berlijn (1908-1909) heel duidelijk: de vier
temperamenten hangen samen met de vier wezensdelen. Maar als je later een weinig bekende
voordracht uit 1906 ontdekt die hij hield in
Stuttgart, zegt hij: de vier temperamenten ‘zijn
eigenschappen van het etherlichaam en drukken
zich uit in dat etherlichaam.’ Vervolgens komt er
een betoog over de vier verschillende etherlichamen… Hoe nu?
Voeg daarbij dat er nogal wat antroposofische
auteurs zijn die erop wijzen dat de temperamentenleer alleen bruikbaar is voor het basisonderwijs want daarna, met het begin van de
puberteit, komen de planeten in beeld. Maar als
het etherlichaam centraal staat, dan weten we
toch dat er hoegenaamd niets veranderen gaat?
Dus blijft de leer van de temperamenten volop
van kracht! Of toch niet? Het temperament is
tenslotte pas te begrijpen als je de relatie met
het karma begrijpt… Enfin.
Al deze vragen roepen om meer studie en een
antwoord erop wordt niet beoogd in dit artikel.
Het maakt wel duidelijk hoe complex de materie
is. Maar het is al studerend goed om voor ogen
te houden dat het niet alleen gaat om het verwerven van informatie.
-3-
VRIJESCHOOLPAROOL
Je wordt al studerende ook gevormd door de zeer
dichte textuur van de teksten. Hetgeen het lezen van Steiners voordrachten vertraagt, maar
tevens verrijkt. Het draait uiteindelijk om een
geestelijke oefening op de weg naar transformatie. Alles goed en wel. Maar wat te doen op die
bewuste studiedagen?
In de voorbereiding besloot ik al deze vragen
niet op te werpen. Ook in het boekje dat ik
schreef - zodat de leraren een naslagwerkje hebben – koos ik voor eenvoud, wat in mijn ogen
niet willen zeggen: oppervlakkigheid.
De aanwezige leraren offerden grootmoedig hun
twee vakantiedagen op - geheel tegen hun vaste
gewoonte in - voor een samenzijn in Hotel ‘Oortjeshekken’ aan de Waal in Nijmegen.
In mijn verhaal over de temperamenten in de
ochtend richtte ik mij vooral op wat van de temperamenten zichtbaar is in het gedrag van leerlingen en collega’s. Aan de hand van mijn eigen
lespraktijk heb ik zoveel mogelijk reële situaties
geschetst. Het vierledig mensbeeld liet ik geheel buiten beschouwing, al vormt het de basis
van de temperamenten. ‘Doe je geen menskunde
met ze?’ is de vraag die collega’s telkens weer
opwierpen als ik ze vertelde over mijn plannen.
‘Nee, natuurlijk niet! antwoordde ik dan provocerend. Het pakte gelukkig goed uit.
In de middag hebben we met een professionele
clown de temperamenten met veel plezier gespeeld. Bij de avondmaaltijd werd er voortdurend
gesproken en gegrapt over die temperamenten.
De volgende ochtend bij het ontbijt was het nog
steeds een onderwerp van gesprek. Zelden heb ik
een voordracht gehouden die zo aansloeg! Hoe
kwam dat? Mijn antwoord is zo voor de hand
liggend, dat ik schroom om over mijn ontdekking
te schrijven.
Het geheim van het succes schuilt in de aanname dat er onder reguliere leraren al veel
stilzwijgende kennis over de temperamentenleer
(van Steiner) aanwezig is. Je beseft als verteller
dat de luisteraars alles in zekere zin al weten: ze
herkennen alle geschetste situaties. Ik noem dat
persoonlijke kennis, in tegenstelling tot abstracte, onpersoonlijke kennis van het antroposofisch
(drie- en vierledig) mensbeeld. Persoonlijke kennis verschijnt dus ook zonder twijfel op het moment dat de leraar in een concrete situatie in
zijn les geconfronteerd wordt met een uiting van
een temperament en hij er - intuïtief handelend
– ook een ‘oplossing’ voor vindt.
Daarop durven te vertrouwen opent een nieuw
perspectief op leren.
-4-
VRIJESCHOOLPAROOL
De antroposofie valt als een mensbeeld te beschouwen dat een leven theoretisch kan begeleiden en rechtvaardigen. Hoe vaak ervaar ik, om
voor mezelf te spreken, dat de dagelijkse studie
van de voordrachten mijn bestaan kleurt, intensiveert en zin geeft. Antroposofie geeft kracht
aan het dagelijks bestaan. Maar het ‘filosofisch
denken’ vereist ook rust, concentratie en zelfonderzoek. Welnu, in deze dagen waarin de kwaliteitskrant van Nederland in mijn bus valt, met
een nieuwe opmaak, draagt de oorlog in Syrië de
kop: ‘6 x 2 minuten’.
Je kunt als lezer dus kiezen uit 6 beschouwingen, en die trekken je aandacht met de wervende
kop dat het niet meer dan 2 minuten (!)van je
kostbare tijd hoeft te kosten. Een exemplarisch
voorbeeld van onze tijd, waarin we gewoon zijn
scannend te lezen, zappend vluchtige indrukken
op te doen, waarbij de respons daarop bestaat
uit niet meer dan een twitterbericht.
De werkwijze die ik voorsta is een poging om
de antroposofie tot leven te wekken in de mensen zelf. Het gaat om een benadering van de
antroposofie die bottom-up plaatsvindt: vanuit
de praktijk ontwikkelen we zoveel mogelijk een
theorie. Het gaat niet om schools leren, maar om
ervaringsleren. Niet het weten, maar het handelen staat voorop.
Met een enkele studiedag over de temperamenten ben je er natuurlijk niet. Elk verstaan is zelfverstaan en dat vergt tijd. Om een leerling te
begeleiden dien je eerst je eigen temperament
te kennen. Zelfkennis maakt ons geschikter om
te handelen. Maar om je eigen temparement te
leren kennen en beheersen, is echt een karwei.
Niet voor niets hamert Steiner op de gevaren die
er ontstaan als een klassenleraar ongeremd zijn
temperament de vrije loop laat.
-5-
VRIJESCHOOLPAROOL
Om elke leerling vervolgens met een eigen temperament in een dagelijkse lessituatie daadwerkelijk recht te doen, vergt jaren. Het is dus goed
om voor ogen te houden dat kennis die stilzwijgend aanwezig is, onderhouden en gevoed wordt
door nieuwe informatie. Door die kennis wordt
onze waarneming gevoed en leraren krijgen meer
en meer oog voor de verschillende temperamenten in de klas. Pas heel geleidelijk verandert vervolgens hun houding en uiteindelijk bepaalt die
houding ook ons handelen. Dat is echter, zoals
gezegd, een lange en geleidelijke weg.
In de pedagogische bijeenkomsten, elke donderdag, gaan de leraren daarom gedurende het
schooljaar 2013-2014 verslag doen van hun bevindingen. Ze doen individueel of in groepjes
onderzoek naar de vier temperamenten in relatie tot: de kinderen in de 7e klas, de vier evangeliën, de vier elementen, vier verschillende
boomsoorten (eik, linde, berk en treurwilg), de
verschillende muziekinstrumenten, naar biografieën waarin het temperament naar voren komt,
enzovoorts. Ze krijgen gedurende vier middagen
een cursus vertellen op de manier van de vier
temperamenten. Vervolgens wordt het eigen
temperament onder de loep genomen!
In de hoop dat de studie van de antroposofie op
die manier niet wordt beschouwd als zware kost
voor academici, en dus terzijde wordt geschoven - de emmer loopt over - maar een oproep
is tot enthousiast zelfonderzoek: het vuur wordt
ontstoken.
Streven we daarbij naar perfectionisme? Ja,
beslist. Hetgeen niet wil zeggen dat een vrije
schoolleraar pas deugt als hij volmaakt is. Het
is geen norm die Steiner stelt, als hij spreekt
over het vitale belang van temperamenten in het
onderwijs.
Maar het gaat wel om gerichtheid op perfectie.
De leraar heeft de drive om zichzelf te verbeteren en is daadwerkelijk bereid om met vallen
en opstaan kennis op te doen. Een leraar is een
goede leraar als hij steeds probeert om beter te
worden. Met die stilzwijgende aanname zijn we
in dit schooljaar aan het werk gegaan.
Marcel Seelen
-6-
VRIJESCHOOLPAROOL
-7-
VRIJESCHOOLPAROOL
COLUMN
Kan een school je kind lezen?
Koen werd 4 op de 1e schooldag van de kleuterklas, groepje 1, Koen is het 2e kind in ons
gezin. Zijn zus was hem 2 jaar eerder voorgegaan
naar dezelfde lagere school in de buurt en ze
vond het geweldig. Koen ging dus ook naar deze
zelfde lagere school, ze gaven les op niveau van
het kind en dat was fijn, er werd goed naar het
kind gekeken in onze ogen.
Ondertussen verhuisden we naar Herten, en we
kozen weer voor een lagere school in de buurt
immers dat was in Veghel ook goed bevallen. Ditmaal was het een echte reguliere lagere school,
je moest mee in het ritme, voldeed je aan de cito
toetsjes dan mocht je verder. Koen hobbelde mee
en met weinig inspanning bereikte hij de laatste
cito-toets en deze was heel goed gemaakt. Maar
wat zegt deze toets? Ben je mentaal wel toe aan
de grote school, ben je wel toe aan uren lang
boeken doorworstelen en naar leraren luisteren
die hun programma afdraaien omdat er binnenkort de zoveelste toets aankomt.
Koen was er duidelijk mentaal nog niet aan toe,
hij werd er letterlijk ziek van. Hij kreeg zoveel
informatie binnen dan hij het niet meer kon filteren, daarbij kwam dat er niet gekeken werd
naar het kind, als je ziek was dan was je ziek en
later moest de stof worden ingehaald, het hoe
en waarom, het lezen van een kind, daar werd
volledig aan voorbij gegaan.
Gelukkig werd ik via een lieve vriendin op het
spoor van de vrije school gebracht. Ik nam meteen contact op met Marcel omdat ik voelde dat
dit het soort onderwijs was wat onze Koen nodig
had. Hier kon hij zelf de stof tot zich nemen door
te luisteren naar een spannend verhaal over de
middeleeuwen, hij kan hier zijn eigen geschiedenis boek schrijven. Ik vertelde mijn verhaal door
de telefoon en we werden uitgenodigd voor een
gesprek. Koen vertelde dat hij al op 2 WVO zat
maar dat hij al geruime tijd ziek was, hij kon het
niet bolwerken, er was geen aandacht voor hem
nu hij ziek was. Hij wilde graag instromen in klas
7 van de vrije school. Rust, is wat hij wilde en
graag zijn creativiteit uiting geven, gehoord/
gelezen worden. Zaken lopen zoals ze lopen en
er kwam een plekje vrij voor Koen, hij mocht een
week meelopen maar is nooit meer weggegaan.
-8-
VRIJESCHOOLPAROOL
De klas was sterk genoeg om Koen op te nemen
en voor Koen voelde het als thuis komen, hij
bloeide per dag op. Had al meteen een vriend,
superfijn. Het werken in zijn periode schrift, het
houtbewerken, de moestuin, hij vond het allemaal even leuk.
Als ouder weet je ook niet wat je overkomt, de
klassenouder nam contact op hoe het ermee ging
en stuurde allerlei informatie door, je wordt meteen uitgenodigd voor de algemene ouderavond,
er wordt cake door de ouders gebakken en naar
mij en Koen geïnformeerd, wat een warm bad.
De algemene ouderavond was geweldig, de natuurkunde leraar van het reguliere onderwijs van
Broekhin had een periode natuurkunde gegeven,
er ging een wereld voor hem open, de manier
van lesgeven, de interactie met de kinderen, de
hoeveelheid stof die ze hebben behandeld en is
blijven hangen bij de kinderen, fantastisch.
Bij de vrije school is ook een antroposofische
arts verbonden, Anne vertelde dat er per periode
2 kinderen worden besproken met de leerkrachten en de betreffende ouders. De toegevoegde
waarde zit erin dat de leerkrachten leren hoe
ze bepaalde gedragingen van een kind positief
kunnen benaderen en de groep leren hoe ze er
mee om kunnen gaan. Ik had nog uren kunnen
napraten met iedereen maar het was half elf en
tijd om moe en voldaan naar huis te gaan.
Thuis al napratend wist ik het zeker: de vrije
school leest je kind!
Mireille Roijen
-9-
VRIJESCHOOLPAROOL
Daniëlle Salden
‘‘Iets terug doen……’’
door Heidi Reer
De lente is begonnen. Daniëlle ziet er fleurig uit.
Daniëlle is een collega die ik vooral ken vanuit
haar betrokkenheid met de personeelsvereniging. Ook meen ik te weten dat zij een bed and
breakfast heeft. Daarnaast weet ik dat ze Aardrijkskunde geeft aan leerlingen in het reguliere
onderwijs en Heemkunde aan de vrijeschoolleerlingen. Ik vraag haar naar de link tussen Aardrijkskunde en Heemkunde.
‘Ik besloot al vroeg op de middelbare school om
aardrijkskunde te gaan studeren´, vertelt Daniëlle op mijn vraag hoe ze in dit vak is gerold.
‘Wat is de arbeidsmarktrelevantie van een studie
Aardrijkskunde’?, vraag ik onwetend. ’Aardrijkskunde is een verzamelnaam voor o.a. hydrologie,
bodemkunde, ecologie, en klimatologie. Allemaal razend interessante vakken die me mateloos boeiden. Ik kon naar de universiteit, maar
ik wilde niet op kamers. Daardoor kwam ik op
de lerarenopleiding terecht, die ik meteen hartstikke leuk vond. Ik heb mijn bevoegdheid als 1e
graads docent voor Aardrijkskunde en 2e graads
voor Engels gehaald en de rest is history.’
‘Hoe kwam je op het idee om Heemkundelessen op de vrijeschoolafdeling te gaan geven?’,
vraag ik. ‘Eigenlijk’, vertelt ze, ‘was het de bedoeling om Heemkunde (een combinatie van
moestuinieren en fysische aardrijkskunde) te
gaan geven tijdens de banduren.’ (banduren zijn
(les)uren waarin leerlingen uit reguliere klassen
uitgedaagd worden om eens iets heel anders te
gaan leren, bijvoorbeeld Spaans).’
Maar dat bleek roostertechnisch helaas niet
mogelijk. Toen duidelijk werd dat op Broekhin
een vrijeschool-afdeling kwam, was ik in eerste instantie vooral als moeder geïnteresseerd.
Onze zoon Lucas zit in groep zeven en het onderwijsconcept sprak me aan als mogelijkheid
voor hem na de basisschool. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten raakte ik ook als docent
enthousiast. Ik werk hier inmiddels eenentwintig
jaar en was weer op zoek naar een nieuwe uitdaging. In het concept van de vrijeschool zag
ik mogelijkheden wat meer de fysische kant van
aardrijkskunde op te kunnen zoeken. In gesprekken met onze directeur Jessica Baart en Rita Vrij
(kwartiermaker vrijeschool) werd het idee van de
Heemkundeles nieuw leven ingeblazen. Tijdens
de lessen krijg ik daarbij zeer waardevolle hulp
van Jeroen Timmermans, de tuinman van Broekhin. Hij heeft door zijn opleiding de botanische
kennis. We hebben de lessen opgedeeld in een
theoretisch en een praktisch gedeelte. Jeroen is
degene die bij de praktische uitvoering het voortouw neemt. Samen met de leerlingen planten
we o.a. tomaten, sla, komkommers. Dat groeit
snel, de leerlingen zien dan ook snel het resultaat van hun inspanningen.’
- 10 -
VRIJESCHOOLPAROOL
‘En Lucas’?, vraag ik. ‘Kiest hij voor de vrijeschool of een andere school?’ ‘Tja’, zegt Daniëlle.
‘Lucas weet wat hij wil en werkt daar doelgericht
naartoe. Hij wil heel graag iets met dieren gaan
doen later, dus dat zal een selectiecriterium voor
hem worden. En omdat mijn man en ik dagelijks
zien dat intrinsieke motivatie enorm belangrijk
is voor de schoolprestaties (mijn man is docent
op het Valuascollege in Venlo), gaan we hem
vooralsnog niet op andere gedachten brengen.
Daarnaast vinden wij het ook belangrijk dat hij
zich veilig gaat voelen op zijn nieuwe school.
Voor ons zal dat een heel belangrijk selectiecriterium worden.’
‘Klopt het dat jij ook een B&B runt’, vraag ik?
‘Nee joh’, zegt Daniëlle. ‘Dat is een toekomstdroom! Het toeval wilde dat ons buurhuis te
koop stond en mijn schoonouders zijn inmiddels
onze buren zijn geworden. Mijn schoonouders
woonden in Maastricht en mijn man Armand is
hun enig kind. Toen ons buurhuis beschikbaar
kwam, leek ons dat een goede oplossing voor
toekomstige mantelzorg. Ooit, maar hopelijk
duurt dat nog vele jaren, komt daar dan mijn
B&B. Ook mijn eigen ouders zijn overigens ongeveer zeven jaar geleden bij ons in de buurt komen wonen. Op deze manier kunnen wij, indien
gewenst, snel ter plaatse zijn en de helpende
hand bieden.’ ´Een goede manier om invulling te
geven aan het woord participatiemaatschappij´,
roep ik onder de indruk. ‘Niet iedereen zou zo
pragmatisch en betrokken invulling geven aan
de zorg voor zijn ouders en schoonouders’, zeg
ik, ´knap hoor.´ ‘Dit soort zaken komt ook aan
de orde tijdens een Aardrijkskundeles’, vervolgt
Daniëlle. ‘Ik probeer de kinderen te leren op geografische wijze te kijken naar de wereld en te bereiken dat ze begrijpen wat zich daarin afspeelt.
We bestuderen bijvoorbeeld de ecologische en
klimatologische gevolgen van de industriële revolutie, de globalisering, het verdelingsvraagstuk op aarde of de gevolgen van overbevolking
en de daardoor dreigende tekorten. Onze ouders
zijn arm geboren en hebben mooie jaren meegemaakt in relatieve ‘rijkdom’. De huidige generatie
is geboren in een tijd van overvloed en moet
nu leren het met minder te gaan doen. Mijn
leerlingen probeer ik hierop voor te bereiden.
Ik probeer te bereiken dat ze later, als ze afgestudeerd zijn en hopelijk een baan hebben gevonden, als evenwichtige bewuste mensen in het
leven staan. Mensen die opgewassen zijn tegen
maatschappelijke veranderingen en met nieuwe
situaties kunnen omgaan.´
- 11-
VRIJESCHOOLPAROOL
- 12 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Ook aan Daniëlle stel ik de volgende, voor de
oplettende lezer, terugkerende vraag.
‘Hoe zou jouw ideale school er uit zien, hoe ziet
een klas eruit, wie werkt er, waar de school ligt
en op welke manier wordt er les gegeven?´ Daniëlle denkt even na en zegt vervolgens: ‘Het
zal waarschijnlijk een gezonde mix worden van
een heleboel goede dingen die er al zijn. Natuurlijk moet er aandacht zijn voor de cognitieve
ontwikkeling van de kinderen. Dit neem ik mee
uit het reguliere onderwijs dat ik combineer
met elementen van de vrijeschoolfilosofie. En er
moet aandacht voor dieren zijn. Dat vind ik een
waardevolle aanvulling. De klas is gevuld met
losse tafeltjes en er zijn net iets meer computers
beschikbaar dan ik nu in mijn lokaal heb. Kinderen werken bij mij tijdens de les aardrijkskunde,
zeker in de onderbouw, geregeld gedifferentieerd
en in groepjes. Dat vinden zij leuk en ik belangrijk. Voor mij als docent is dat overigens wel
veel hectischer. Je wilt toch aan alle leerlingen
dezelfde hoeveelheid tijd besteden. Dat moet je
dan goed bewaken.´
Het valt me op dat het gesprek met Daniëlle heel
soepel verloopt. De antwoorden op mijn vragen
komen snel en zijn compleet. Er ontstaan geen
losse eindjes en verduidelijkingen zijn niet nodig. Dat zeg ik haar dan ook. ‘Volgens mij werk
jij heel gestructureerd.’ ‘Dat klopt’, zegt Daniëlle.
‘Ik denk altijd heel goed na over de manier waarop ik dingen aanpak en ik vind het belangrijk dat
alles goed gepland verloopt. Dan heb je namelijk
ook eventuele “chaos” die dreigt te ontstaan onder controle.’
Daniëlle is naast docent ook nog eens de trekker van de personeelsvereniging. ‘Ik vond dat
ik, na tien jaar als gast aangeschoven te hebben bij allerlei activiteiten van de PV, iets terug
moest doen.’ Ik heb zelf meermaals meegemaakt
dat Daniëlle me attendeerde op een zieke of
zwangere collega waar een bos bloemen bezorgd
moest worden. Dat vindt ze belangrijk, weet ik
inmiddels.
‘Wat doe je in je vrije tijd,’ vraag ik tenslotte?
‘Ik ben lange tijd voorzitter geweest van de
buurtvereniging in de wijk waar ik woon en organiseerde van alles omdat ik het leefklimaat in
de buurt belangrijk vind. Ik maak muziek (piano, klarinet) en ik hou van countrymuziek. Het
songfestivalnummer van Ilse de Lange en Waylon vind ik bijvoorbeeld geweldig. Volgens mij
gaan we hoge ogen gooien dit jaar. Daarnaast
hou ik van tuinieren en, als ik tijd heb, lees ik
graag historisch en/of geografisch verantwoordde boeken, bijvoorbeeld ‘Publieke Werken’ van
Thomas Rosenboom of ‘Nooit meer slapen’ van
Willem Frederik Hermans. En Geert Mak natuurlijk, de perfecte combinatie van historisch en
geografisch verantwoord. Sinds kort hebben we
een boot. De bedoeling is dat we Nederland vanaf het water opnieuw gaan ontdekken. Héérlijk!!’
Heidi Reer
- 13 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Mededelingen
Agenda
Viering St.Jan
Nieuwe datum: Donderdag 26 juni 2014
Aanvang 17.30 uur tot ca. 21.00 uur
Over de locatie wordt u nog geïnformeerd.
- 14 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Colofon
Vrijeschoolparool eerste jaargang nummer 8
Contact klassenleraar
Als ouder kunt u met lesgerelateerde en pedagogische vragen
direct de klassenleraar mailen of bellen.
Marcel Seelen
[email protected]
06-10782560
Contactouders
De klas heeft drie contactouders, zij ondersteunen het werk van de klassenleraar.
Contactouders: Cynthia Uijens, Eddy Maas en Mariska Smulders
Indien u een vorige editie van het Vrijeschoolparool
wilt ontvangen stuurt u een bericht naar [email protected]
- 15 -