Rentmeesters keuren pachtakkoord af

Download Report

Transcript Rentmeesters keuren pachtakkoord af

ACHTERGROND
B O E R D E R I J VA N D A A G V R I J D A G 1 4 N O V E M B E R 2 0 1 4 PA G I N A 5
Rentmeesters keuren pachtakkoord af
Partijen in pachtersland
ondersteunen het Akkoord
van Spelderholt. De
Nederlandse Vereniging van
Rentmeesters (NVR) vindt
het akkoord echter maar
niets: ‘te complex’. De NVR
is er voorstander van dat de
markt zijn werk doet en wil
reguliere pacht in stand
houden.
ACHTERGROND
DOOR MARTIJN TER HORST
E
en maximale pachtprijs krijgen is niet
het belangrijkste: het
gaat vooral om de continuïteit van pachtbedrijven en een verpachter moet
ook kunnen verdienen. Rentmeester Jan Willemink, voorzitter van de werkgroep pacht van
de Nederlandse Vereniging van
Rentmeesters (NVR), kan deze
boodschap niet vaak genoeg uitdragen. “Pachters moeten de kost
kunnen verdienen en de verpachter heeft recht op een goed rendement op zijn vermogen”, zegt hij.
In alle discussies die nu worden
gevoerd over dit onderwerp ziet
de NVR-bestuurder dit te weinig
terug.
De NVR vertegenwoordigt zo-
wel verpachters als pachters.
Willemink is 35 jaar rentmeester
en is werkzaam bij Verhagen
Rentmeesters te Oud-Beijerland.
Daarnaast is hij 23 jaar deskundige bij de grondkamer Noordwest.
Hij heeft forse kritiek op het huidige pachtstelsel. Hij is ook niet
tevreden over de evaluatie van de
pachtregelgeving door professor
Willem Bruil en het Akkoord van
Spelderholt dat daarna werd opgesteld door de juristen Valk,
Snijders en Verbakel-van Bommel. Willemink: “Het Akkoord
van Spelderholt is een juristenverhaal: te complex. Juristen willen het graag ingewikkeld houden om zichzelf aan het werk
houden.”
Reguliere pacht
De NVR is voorstander dat de
markt zijn werk doet, maar wil de
huidige pachtvorm reguliere
pacht in stand houden. Willemink: “Bij bestaande reguliere
verpachtingen zijn van oudsher
afspraken gemaakt tussen partijen. Daar willen we niet aan tornen.” Echter de NVR wil wel dat
het huidige systeem van pachtnormen op de schop gaat. Het
pachtnormenbesluit regelt dat de
pachtprijs gebonden is aan maxima. Die normen bepalen nu de
hoogte van de pachtprijs van
landbouwgrond met reguliere
pacht en geliberaliseerde pacht
met een duur langer dan zes jaar.
“De werkbaarheid van de pachtnormen irriteert mij al jaren”,
zegt Willemink. Vooral de grote
jaarlijkse schommelingen van de
NVR steunt deelakkoord niet
/BEFCFLFOENBLJOHWBO#SVJMTQBDIUFWBMVBUJFJOBQSJMKMLXBNFOQBDIUFSTWFSQBDIUFSTFOEFTLVOEJHFOCJKFFOPQIFUNJOJTUFSJFWBO&DPOPNJTDIF;BLFOPNUFSFBHFSFOPQIFUSBQQPSU%F[FCJKFFOLPNTUMFJEEFUPU
FFOJOGPSNFFMPWFSMFHWBOEFCFUSPLLFOQBSUJKFOJOLBTUFFM4QFMEFSIPMUJO
#FFLCFSHFOFJOEKVOJ)JFSXFSEIFU"LLPPSEWBO4QFMEFSIPMUBGHFTMPUFO
"MMFCFUSPLLFOFOJOQBDIUFSTMBOEXBSFOEBBSCJKBBOXF[JH1BSUJKFO[PBMT
EF'FEFSBUJF1BSUJDVMJFS(SPOECF[JU-50FOEF#POEWBO-BOEQBDIUFST
TUFVOFOIFUBLLPPSE%F/73OJFU+BO8JMMFNJOLWBOEF/73XJOEU[JDI
EBOPPLPQEBUFSXPSEUHFTQSPLFOPWFSFFOCSFFEHFESBHFOBLLPPSEJO
QBDIUFSTMBOEi8JKBMT/73[JKOIFUFSJOFMLHFWBMOJFUNFFFFOT)FUEFOLFOFOXJMMFOWFSQBDIUFOUFHFOFYUSFFNIPHFQBDIUQSJK[FOJTHFSJDIUPQ
LPSUFUFSNJKOWJTJFFOFFOSFOUNFFTUFSPOXBBSEJH7BOPOTNBHFFOMBOHFUFSNJKOWJTJFXPSEFOWFSXBDIU"MTBMMFMBOEFSJKFOWPPSéQFSIFDUBSF
WFSQBDIUNPFUFOXPSEFOEBOLBOJLJFEFSFFONFMEFOEBUXFBMTSFOUNFFTUFSCJOOFOLPSU[FMGEFMBOEFSJKFONPHFOFYQMPJUFSFO%BOIPVEFO
XFHFFOQBDIUFSNFFSPWFSFOCPWFOEJFOLSJKHFOXFCJOOFOLPSUFUJKEEF
MBOEFSJKFOQBDIUWSJKXFFSUFSVHJOFFOTMFDIUFTUBBUXBBSEPPSWFSNPHFOTWFSMJFT[BMPQUSFEFOw[FHUEF/73CFTUVVSEFS
%PFMWBOEFFWBMVBUJFJTTUBBUTTFDSFUBSJT4IBSPO%JKLTNBIBOESFJLJOHFOUF
HFWFOPNIFUQBDIUMBOETDIBQPQEFTDIPQUFOFNFO%BUJTOPEJHXBOU
IFUIVJEJHFTZTUFFNXFSLUOJFUOBBSCFIPSFO"BOEFFOFLBOUJTFSSFHVMJFSFQBDIUNFUEXJOHFOESFDIUFMJKLFCFTDIFSNJOHWBOEFQBDIUFSFOSFMBUJFGMBHFQBDIUQSJK[FO"OEFS[JKETJTFSHFMJCFSBMJTFFSEFQBDIUNFUBNQFSQBDIUFSTCFTDIFSNJOHFOHSPUFDPOUSBDUWSJKIFJEFOIPHFQBDIUQSJK[FO
Pachters moeten de kost kunnen verdienen en verpachters rendement halen, stelt de NVR.
normen is de brancheorganisatie
een doorn in het oog. Nu worden
de normen gebaseerd op het gemiddelde inkomen van de boer in
de desbetreffende regio. Dat is
volgens de NVR onredelijk, omdat goede ondernemers op slechte gronden met een goed inkomen
als ‘beloning’ een hoge pachtprijs
moet betalen. Willemink: “Je
straft daarmee goed ondernemerschap.” Omgekeerd geldt hetzelfde volgens de rentmeester. Het is
volgens de NVR onredelijk wanneer een verpachter een lage
pacht ontvangt voor kwalitatief
goede grond omdat de gebruiker
het land niet goed gebruikt.
De NVR wil dat het bestaande
pachtnormensysteem wordt aangepast. De pachtprijzen moeten
volgens de organisatie gebaseerd
zijn op het opbrengend vermogen
van de grond en als daarvoor een
goede basispacht is verkregen
kan volstaan worden met een
jaarlijkse indexering om dan na
verloop van telkens een periode
van tien jaar te beoordelen of de
dan geldende pachtprijzen nog
marktconform zijn.
een nieuw pachtsysteem gaat uitwerken op basis van het akkoord
en dat er een overgangsregime
komt voor bestaande reguliere
pachtcontracten. Dat laatste wil
de NVR absoluut niet. Ook heeft
de vereniging kritiek op de voorgestelde nieuwe pachtvorm
‘nieuwe reguliere pacht’ in het
akkoord van Spelderholt, omdat
het continuatierecht (automatische verlenging pachtovereenkomst) en indeplaatsstelling
(overgaan van pachtcontract op
verwante bedrijfsopvolger) van
toepassing blijft. Willemink: “Er
Vlucht naar erfpacht
Staatssecretaris Dijksma heeft
in een reactie op het akkoord van
Spelderholt laten weten dat ze
Jan Willemink, voorzitter werkgroep pacht van de NVR. Foto NVR
Foto William Hoogteijling
is geen verpachter die straks het
risico wil nemen om de helft van
de waarde van zijn grond te zien
verdampen, omdat er langdurig,
zonder een einddatum, een pachter op zijn grond zit. De verpachter zal daarom eerder voor erfpacht kiezen.”
Advies van de NVR
t"OEFSQBDIUOPSNFOTZTUFFN
QBDIUQSJKTKBBSMJKLTBBOQBTTFOBBO
JOGMBUJFDJKGFST
t#FSFLFOJOHQBDIUQSJKTBHSBSJTDIFHFCPVXFOPQCBTJTWBOIVJEJHFIVVSXBBSEFWBOOJFUBHSBSJTDIFHFCPVXFO[PBMTXPOJOHFO
t-BBUEFNBSLU[JKOXFSLEPFO
QBDIUFSTFOWFSQBDIUFSTCFQBMFO
[FMGQSJKTFOEVVSQBDIU
t$POUJOVBUJFSFDIUJOTUBOEIPVEFOCJKCFTUBBOEFDPOUSBDUFO
t*OWPFSJOHPOCFQFSLUFUFSNJKO
HFMJCFSBMJTFFSEFQBDIU[POEFS
QSJKTUPFUTJOH
t4DIBGEFHSPOELBNFSTBGNBBS
IBOEIBBGFFOJOTUFMMJOHEJFCJK
DPOGMJDUFOVJUTQSBBLLBOEPFO
t*OWPFSJOHQBDIUPQ[FHHJOHBMT
QBDIUFSSFDIUIFFGUPQ"08VJULFSJOH
t*OWPFSJOHHFMJCFSBMJTFFSEFWFSQBDIUJOHFOWBOBMMFBHSBSJTDIF
HFCPVXFO
Conclusie jagersorganisatie over afvlakken groei ganzen niet keihard
DOOR JOHAN OPPEWAL
D
e aantallen zomerganzen
groeien niet meer zo
enorm hard als de afgelopen vijftien jaar. Was er jarenlang sprake van 10 tot 20 procent
erbij, afgelopen jaar was dat
‘slechts’ 7 procent. Het aantal
dieren dat deze zomer in Nederland leefde, is naar schatting
630.000. In 2013 waren dat er
588.000. Dat concludeert jagersvereniging KNJV uit de gegevens
van een grote telling die op 19 juli
plaatshad met inzet van duizenden tellers in het hele land.
Ganzen tellen is nog niet zo
eenvoudig. Over de methodes
voor het vaststellen van de aantallen ganzen wordt al jaren gesteggeld. De wetenschappers van
Sovon Vogelonderzoek Nederland tellen de broedparen, de
KNJV telde in juli alle dieren,
ook jongen en niet-broedende
volwassen dieren. Logisch dat
ACHTERGROND
De groei van de aantallen
zomerganzen vlakt af. Dat
bevestigen tellingen van
jagersorganisatie KNJV. Maar
in haar conclusies is de
jagersorganisatie wel wat
erg gretig.
daar verschillen uitkomen. De
telling, of nulmeting, was een belangrijke kwestie in het overleg
over het ganzenakkoord. Immers,
als je een bestrijdingsplan opstelt
en wilt weten of dat effectief is,
moet je weten hoe het begon. De
schattingen die de KNJV nu heeft
gemaakt, zijn het resultaat van
een statistische bewerking van
gegevens uit het hele land. Rechtstreekse vergelijking is alleen
mogelijk met 2013, waarover vergelijkbare gegevens beschikbaar
zijn. Voor de situatie van daarvoor zijn alleen gegevens van Sovon beschikbaar, maar die zijn
niet zonder meer vergelijkbaar.
Van belang is de trend en die is:
minder snelle groei. KNJV is hier
heel duidelijk over. Sovon is veel
voorzichtiger en meldt dat nieuwe cijfers over de aantallen
broedvogels in 2013 wel een afvlakking suggereren, maar dat
het te vroeg is voor conclusies.
De vraag is wat de verklaring is
voor de geclaimde aantalsontwikkeling. De KNJV meldt in
haar persbericht dat er grote verAANTALLEN ZOMERGANZEN
2013
2014
HSBVXFHBOT
$BOBEFTFHBOT
CSBOEHBOT
LPMHBOT
OJKMHBOT
bron: KNJV
schillen zijn tussen de provincies.
Die verschillen zouden veroorzaakt zijn door het verschil in
schadebestrijdings- en jachtbeleid tussen de provincies. In gebieden waar ruimhartig ontheffingen worden gegeven, zouden
minder meer ganzen zijn dan elders. In sommige provincies zou
zelfs een daling van de aantallen
zijn. De jagers pleiten daarom
voor ruimere ontheffingen en
voor het plaatsen van de grauwe
gans op de jachtlijst, wat bestrijding makkelijker maakt. De conclusie dat bestrijding effectief is
en zich vertaalt in verminderde
aantalsgroei is niet onomstreden.
Ecologen wijzen doorgaans op
het enorme reproductieve vermogen van ganzen, waardoor populatiebeheer met methoden als
eieren schudden en schieten gezien wordt als dweilen met de
kraan open. Keiharde gegevens
hierover zijn in de discussie dan
ook meer dan welkom. Helaas le-
Het aantal ganzen verschilt sterk
per provincie.
Foto RB
vert deze schatting van de KNJV
die gegevens niet, ook al doet de
organisatie zelf anders voorkomen. De onderzoeker van de
KNJV, Wim Knol, vertelt in een
toelichting dat hij geen cijfers per
provincie heeft die de eigen conclusie onderbouwen. De genoemde verschillen tussen de provincies baseert hij op ‘geluiden uit
het veld’ en niet op tellingen.
☛ Zie ook pagina 12