Hielprik (reader)

Download Report

Transcript Hielprik (reader)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen

onbewaakte kopie

Puncties 1

Hielprik

Inleiding

In Nederland worden alle pasgeboren kinderen onderzocht op verschillende aandoeningen door middel van een hielprik. Doel van het onderzoek is om aandoeningen tijdig op te sporen en om de kans op succesvolle behandeling te vergroten en de kans op gezondheidsschade bij het kind te voorkomen. Het gaat om: „ een aandoening van de schildklier; „ „ een aandoening van de bijnier; een bloedziekte (sikkelcelziekte); „ een aantal stofwisselingsziekten. De meeste daarvan zijn erfelijk, maar komen niet vaak voor. Als uit de screening blijkt dat een kind een aandoening heeft, betekent dit meestal dat de ouders drager zijn van die aandoening. Dragers hebben de aandoening zelf niet. Maar dragerschap kan wel gevolgen hebben voor een eventuele volgende zwangerschap. De aandoeningen zijn beschreven voor professionals op de website van het RIVM

1

: www.rivm.nl/pns/hielprik . De aandoeningen zijn niet te genezen, maar wel goed te behandelen, bijvoorbeeld met medicijnen of een dieet. Deelname aan het onderzoek is vrijwillig, maar zeer wenselijk in het belang van het kind.

Screening

„ Op landelijk niveau wordt de hielprikscreening gecoördineerd door de RIVM in opdracht van het ministerie van VWS. De kantoren van het RIVM (voorheen entadministraties) zijn verantwoordelijk voor de regionale uitvoering van de screening. De RIVM-kantoren sturen de hielpriksets naar de uitvoerders van de hielprik. „ De verloskundige hulpverlener licht de zwangere in over de hielprikscreening en reikt de folder ‘Hielprik bij pasgeborene’ uit. „ De uitvoerder van de hielprik is verantwoordelijk voor de tijdige en juiste wijze van uitvoering van de hielprik en het zo spoedig mogelijk verzenden van het bloedmonster in de antwoordenvelop (dezelfde dag, rekening houdend met de buslichting). Bij zeer warm weer dient de envelop bij voorkeur vlak voor de buslichting gedaan te worden. Blootstelling aan hoge temperaturen kan het bloedmonster onbruikbaar maken. „ De hielprik dient te worden verricht binnen 72 tot 168 uur na de geboorte, maar bij voorkeur zo snel mogelijk. In geval van een gelijktijdige screening van de hielprik en screening van het gehoor vindt deze vanaf 96 uur na de geboorte plaats. „ Voor het verrichten van de screening zijn setjes ontwikkeld waarin alle materialen zitten die nodig zijn voor een goede uitvoering: – een buitenenvelop waarop de persoonsgegevens van het kind en de datum van het verrichten van de hielprik moeten worden vermeld; – materiaal voor afname van de hielprik (een steriele prikker en een pleister); 1 – een aanvraagformulier in tweevoud waaraan een filtreerpapierstrook is gehecht. RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Centrum voor bevolkingsonderzoek.

© Vilans 10-09-2012 Achtergrondinformatie Hielprik: 1 (van 3)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen

onbewaakte kopie

Puncties 2

„ – een antwoordenvelop voor ongefrankeerde verzending van het aanvraagformulier met het bloedmonster naar het betreffende screeningslaboratorium. De buitenenvelop, het aanvraagformulier en de filtreerstrook zijn voorzien van een identiek nummer, het zogenaamde setnummer. Dit setnummer is van belang bij de administratieve afhandeling bij de kantoren van het RIVM en de screeningslaboratoria. Om fouten te voorkomen dienen de formulieren ingevuld te worden in aanwezigheid van de ouders, wanneer dit maar enigszins mogelijk is. „ Het aanvraagformulier dient met balpen volledig te worden ingevuld. Op de filtreerstrook wordt het bloed verzameld. Het aanvraagformulier en de filtreerstrook mogen niet van elkaar worden gescheiden. „ Na het verrichten van de hielprik wordt deze envelop gedurende 3 maanden door de ouders bewaard. Mocht worden betwijfeld of de hielprik is verricht, dan toont de envelop dat deze wel werd uitgevoerd. „ De bloedmonsters gaan naar het laboratorium voor onderzoek. Als de uitslag goed is, krijgt de ouder van het kind geen bericht. „ De hielprik moet zo spoedig mogelijk worden herhaald in geval van onvoldoende vulling of te vroege afname. Dan kan namelijk het onderzoek niet (volledig) worden uitgevoerd. Dit wordt een herhaalde eerste hielprik genoemd. „ Een tweede hielprik is nodig ingeval de uitslag dubieus is. Deze hielprik wordt zo spoedig mogelijk afgenomen, behalve bij verdenking op AGS (Adreno Genitaal Syndroom). Hierbij is het tijdstip van afname afhankelijk van de zwangerschapsduur: – 33 weken of meer : op dag 7 - 9 na de eerste hielprik; – Minder dan 33 weken : op dag 14 -16 na de eerste hielprik. „ Bij een afwijkende uitslag verwijst de medisch adviseur van het RIVM-kantoor de ouders naar de huisarts.

Afnemen van de hielprik

„ De hielprik wordt verricht aan de voetzoolzijde van de hiel, langs de binnen en buitenzijde. „ „ „ Alleen in het donkere gedeelte van de hiel mag geprikt worden Om de doorbloeding te bevorderen kan de hiel worden verwarmd met behulp van een warm washandje van ca. 38 °C (pas op voor verbranding van de huid! Warm het washandje niet in een magnetron). Droog het voetje met een schone handdoek. „ Het is van belang dat de uitvoerder van de hielprik zelf warme handen heeft, aangezien de openstaande vaatjes in het hieltje dichtklappen bij aanraking door koude handen. Als de hielprik buiten het ziekenhuis plaatsvindt dan is ontsmetting van de hiel niet nodig. Handschoenen worden gedragen in verband met het risico van bloedcontact.

© Vilans 10-09-2012 Achtergrondinformatie Hielprik: 2 (van 3)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen

onbewaakte kopie

Puncties 3

„ De prik wordt verricht met de bijgeleverde prikker (QuikHeel™ lancet). Het gebruik van bloeddoorstroming bevorderende of pijnstillende pasta’s of zalf om druppelvorming te vergemakkelijken is niet toegestaan vanwege mogelijke invloeden op de laboratoriumanalyse. „ De QuikHeel™ lancet wordt loodrecht op de hiel geplaatst, waarbij rekening wordt gehouden met de richting van de massage (stuwing), zodat de incisie (het sneetje) zich opent. Voorkom overmatige stuwing. De pijlen geven de massagerichting aan. „ Het afnemen van het monster dient nauwkeurig uitgevoerd te worden. De rondjes op het filtreerpapier dienen volledig gevuld te worden. Zowel aan voor- en achterzijde dienen de rondjes even groot te zijn. Bijvullen is niet toegestaan, geen ‘bloed over bloed’. Dit kan namelijk leiden tot onjuiste uitslagen. Het is wel toegestaan bloed op te vangen naast de gemarkeerde rondjes. „ Laat het bloedmonster aan de lucht drogen. Gebruik hierbij geen warmtebronnen zoals verwarming, magnetron/oven of föhn.

Bronnen

„ RIVM- centrum voor bevolkingsonderzoek. Draaiboek neonatale hielprikscreening. 6 e uitgave „ dec. 2007 (augustus 2008). www.rivm.nl/pns/hielprik .

© Vilans 10-09-2012 Achtergrondinformatie Hielprik: 3 (van 3)