Damen Shipyards - Technisch Weekblad

Download Report

Transcript Damen Shipyards - Technisch Weekblad

TW
VISIE 2015
BIJLAGE
Nieuwe kansen voor snelle schepen
Het predicaat ‘Schip van het Jaar 2014’ voor de nieuwe reddingboot
‘Nh 1816’ was een mooie opsteker voor Damen Shipyards Group en
haar partners. Maar volgens Jaap Gelling, directeur van de productgroep High Speed Craft, is dit slechts één voorbeeld van de talloze
innovaties op het gebied van snelle schepen waarop Damen zich de
afgelopen jaren heeft gericht – en zich de komende jaren op gaat richten. Met een hoofdrol voor de Bijlboeg ofwel ‘Sea Axe’.
D
amen Shipyards heeft zich gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen
van innovatieve schepen. Naast
sleepboten beginnen patrouilleschepen en
crew tenders voor de offshore-industrie een
steeds grotere rol te spelen. ‘Qua kostprijs
kunnen we de strijd nooit winnen van het
Verre Oosten,’ zegt Jaap Gelling. ‘Daarom
moeten we slimmere schepen met hoge toegevoegde waarde ontwerpen, zoals de Bijlboeg-schepen.’ High Speed Craft houdt
zich bezig met snelle werkschepen van
11 tot 70 meter lang met snelheden tussen
pakweg 18 en 60 knopen. Voorbeelden zijn
interceptors, patrouillevaartuigen, loodstenders en bevoorradingsschepen voor offshoreplatforms en windturbines.
Gelling: ‘Olie- en gasmaatschappijen
kozen als eerste voor onze innovatieve Sea
Axe schepen. Maar inmiddels bestellen ook
nationale overheden op grote schaal onze
patrouillevaartuigen met Bijlboeg. Recent
tientallen hebben we tientallen van deze
patrouilleschepen verkocht aan Venezuela,
Trinidad, de Bahama’s, Ecuador en Abu
Dhabi. Daarnaast leveren we steeds meer
Sea Axe security schepen aan beveiligingsbedrijven die offshoreplatforms beschermen
tegen piraten.’
Geestelijk vader van de Bijlboeg is dr.ir.
Lex Keuning, universitair hoofddocent
scheepshydromechanica aan de TU Delft.
Hij bedacht omstreeks 2000 deze ranke,
extreem V-vormige boeg, waarmee snelle
schepen ook bij hoge golven veel langer kunnen doorvaren op hoge snelheid. De Bijlboeg
was een logisch vervolg op het zogeheten
Enlarged Ship Concept (ESC) dat Damen
voor het eerste toepaste in 1998 op basis van
research aan de TU Delft.
Van 2000 tot 2002 deed Lex Keuning op
bescheiden schaal onderzoek naar de Bijlboeg. Toen Damen, Koninklijke Marine,
MARIN en de US Coast Guard zich hierbij
aansloten, kwamen er meer financiële mogelijkheden voor verder onderzoek. Meteen na
afsluiting hiervan besloot de Productgroep
High Speed Craft de technologie toe te passen op offshoreschepen. De eerste Bijlboegschepen waren in 2006 Axe-Bow 1 en 2 van
rederij Oceanteam. ‘Inmiddels staat de teller
op zo’n 150 schepen’, zegt Gelling. In deze
periode groeide ook de omzet van High
Speed Craft van € 25 naar € 225 miljoen.
Ook de sterke groei van het aantal windparken biedt volgens Jaap Gelling nieuwe
De bijlboeg is een internationaal succes: ‘Inmiddels staat de teller op zo’n
150 verkochte schepen’
kansen. ‘Anders dan bij productieplatforms,
is er bij windturbines op zee geen personeel
om een loopplank of basket op het achterdek neer te laten. We hebben besloten een
nogal afwijkend scheepsontwerp op de
markt te brengen. Ons ontwerp is tien
meter langer dan alles wat tot dan toe rond
voer. Dit vanwege de ontwikkeling van
windparken verder van de kust af. Ook hebben we een ander concept gekozen met het
dekhuis achterop – beste plaats voor de
bemanning – en een groot werkdek voorop
voor bijvoorbeeld twee containers. Met dit
scheepstype zijn we in zo’n drie jaar tijd
doorgedrongen tot de top.’
Ook de nieuwe reddingboot Nh 1816 van
de KNRM heeft een (semi) Bijlboeg. De
belangrijkste uitdaging was een reddingboot
te ontwerpen die zeer koersstabiel is op hoge
snelheid, maar extreem manoeuvreerbaar is
bij lage snelheden. ‘Schippers van de KNRM
weten dat golven tussen eilanden of bij
havenmondingen extreem hoog en steil kunnen zijn. Als je daar tegenin vaart en je wilt
omdraaien, is het de kunst om in het dal tussen twee golven de reddingboot bliksemsnel
te draaien. Want je wilt niet dwarsscheeps
worden gegrepen door zo’n golf. Daar staat
tegenover staat dat een schip dat op hoge
snelheid voor de golven uitvaart, zeer koersstabiel moet zijn om het ‘uit het roer lopen’
(broachen) te voorkomen.’
Het gezamenlijk onderzoeksteam van
KRNM, Damen Shipyards, TU Delft en De
Vries Lentsch vond de oplossing in intrekbare
vinnen onder het vaartuig. ‘Deze vinnen combineren een ongekende koersstabiliteit in uitgestoken toestand met een enorme manoeuvreerbaarheid als ze zijn ingetrokken. In
vergelijking met de huidige Arie Visser-klasse
is dit een verbetering op twee aspecten tegelijk.’ Voorts slaagde het ontwerpteam erin het
comfort aan boord aanzienlijk te vergroten
door trillingen en geluid flink te reduceren.
Deze innovaties zorgden ervoor dat de
Nh1816 tijdens het laatste Maritime Awards
Gala op 6 november werd gekozen tot
‘KNVTS Schip van het Jaar’. Ruim een half
jaar eerder, op 2 april, zorgde koningin
Maxima voor de feestelijke doop in IJmuiden.
Een geheel nieuw concept voor 2015 moet
de snelle crewboat worden met variabele
massa. Gelling: ‘Er is een groeiende behoefte
aan schepen die met 30 à 35 knopen personeel naar offshorevelden brengen tot zo’n
150 mijl uit de kust. Deze schepen moeten
enerzijds heel licht zijn voor een hoge snelheid, maar in het olieveld moeten ze zwaar
zijn voor een rustig gedrag en een grote roldemping hebben. Dit om onderhoudspersoneel en materieel veilig te kunnen overzetten.’
Beide functies wil het onderzoekteam
bereiken door een schip van zo’n 700 ton te
bouwen dat 300 ton ballastwater kan innemen voor extra gewicht. Met slimme ballasttanks kan de rolfrequentie van het schip worden ‘getuned’ buiten de frequentie van de
golven. Hierdoor voorkomt men dat het
schip sterk gaat rollen bij het overzetten van
bemanning.
Daarnaast gaat Damen samen met onder
andere de TU Delft en de Universiteit van
Milaan kijken naar windvoortstuwing, bijvoorbeeld op vrachtschepen. ‘Gebruik van
hulpzeilen leidt waarschijnlijk tot aanzienlijke brandstofbesparingen. We gaan een
groot aantal varianten bekijken.’
Voorts legt Damen Shipyards zich toe op
de productie van kunststofschepen. Al langere tijd paste Damen kunststof dekhuizen
toe, maar recent heeft men de stap gezet naar
volledige kunststofschepen. In 2013 heeft het
bedrijf in Turkije een scheepswerf gekocht
die kunststofschepen bouwt.
De reden om deze schepen te ontwikkelen
is tweeledig. Aan de ene kant om ‘werkboten’
onderhoudsvriendelijker te maken, anderzijds om snellere schepen op de markt te
brengen. Gelling: ‘Wij zijn daar begonnen
met de bouw van een grote serie interceptors
van epoxy, glas en koolstofvezel. Een dergelijke constructie is nodig als je 57 knopen
wilt varen met twee relatief kleine dieselmotoren!’
Ook heeft Damen in Turkije een 16 meter
lange crewboot gebouwd met modulaire dekopbouw. ‘Door te werken met drie verschillende dekhuizen kunnen we heel snel een
crewboot, patrouilleboot of loodstender bouwen. Damen gaat dit eerste schip als demonstrator inzetten in de offshoremarkt. Ook
hebben we inmiddels de eerste order geboekt
voor een patrouilleboot van kunststof, met
de kans op nog zes stuks.’
DAMEN SHIPYARDS GROUP
Damen is wereldwijd actief in scheeps­
bouw (waaronder Design & Innovatie en
Services & Maintenance), Reparatie &
Conversie. Ook levert het bedrijf
Componenten.
Damen is een klantgerichte, internatio­
nale scheepsbouwer. Een familiebedrijf
met Nederlandse roots dat innovatieve
schepen van topkwaliteit ontwerpt en
bouwt. Ondersteuning geschiedt door
een wereldwijd verkoop­ en servicenet­
werk, waaronder onderhouds­, reparatie­
en conversiefaciliteiten.
Het hoofdkantoor staat in Gorinchem en
het bedrijf heeft vestigingen in de gehele
wereld. Damen heeft 3.000 werknemers
in Nederland, 9.000 wereldwijd. In totaal
heeft het bedrijf 46 operating units waar­
van 32 eigen scheepswerven, met daar­
naast diverse business cooperations en
partner yards. Gemiddeld bouwt Damen
160 schepen per jaar. De omzet in 2013
bedroeg 1,7 miljard euro (2013).
www.damen.com
www.damen.com/career