Electrische conductiviteit met flowcytometrie

Download Report

Transcript Electrische conductiviteit met flowcytometrie

Electrische conductiviteit met
flowcytometrie
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
1
Urine osmolaliteit
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
2
Osmolaliteit
Concentratie van partikels in urine  partikels/kg oplosmiddel
↔ osmolariteit (partikels/L oplossing), voor urine wel =
Test evalueert lichaamswaterbalans en urine concentratie
Variaties in urine osmolaliteit (Uosm):centrale rol in regulatie van plasma
osmolaliteit (Posm) en natrium concentratie.
3
3
Osmolaliteit
Urine osmolaliteit wordt meest bepaald door
Ureum, creatinine (80% van totale opgeloste stoffen in urine bij
gezonde personen)
Glucose indien hoge concentratie in plasma
Electrolyten bij nierfalen
4
4
Osmolaliteit
Referentiewaarden:
50 - 1200 mOsm/kg
Max antidiurese: tot 1200 mOsm/kg
Max diurese: tot 50 mOsm/kg
Chronisch nierfalen: isotoon tussen 300-350 mOsm/kg
Meting met osmometer
5
5
Specifieke graviteit
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
6
Specifieke graviteit
= relatieve densiteit / relatieve volume massa
Gewicht van de vloeistof in vergelijking met gelijk volume water
Test evalueert lichaamswaterbalans en urine concentratie
Referentiewaarden 1.003 ± 1.035
Ochtendurine: 1.020 of hoger na overnacht vochtrestrictie
Chronisch nierfalen 1.010 ± 1.012
Plasma is 0.8 - 1.0 % zwaarder dan water -> graviteit van 1.008 tot 1.010
7
7
Specifieke graviteit
Naast ureum, creatinine, electrolyten:
ook aan- of afwezigheid van partikels met hoge graviteit zoals
Glucose
Proteinen
Fosfaat
Carbonaat
Plasma-expanders
Osmolaliteit meer specifiek voor urine concentratie te meten
Specifieke graviteit echter
Gemakkelijker
Meestal deel van routine analyse
8
8
Specifieke graviteit
Specifieke graviteit ~ gewicht en aantal partikels in
oplossing
Osmolaliteit ~ enkel aantal partikels in oplossing
 relatie graviteit tot
osmolaliteit afhankelijk van
MG van soluten
De densiteit gemeten met teststrips: arbitrair resultaat die
enkel een ruwe schatting geeft van de urineconcentratie
9
9
Specifieke graviteit
Normale urine:
Elke 30 tot 35 mosmol/kg ↑  specifieke graviteit ↑ 0.001
Graviteit van 1.010 ~ urine osmolaliteit 300 - 350 mosmol/kg
Urine met glucose / radiocontrast media / hoge doses carbenicilline
specifieke graviteit > 1.050 terwijl urine osmolaliteit slechts 300
mosmol/kg
Meetmethode: test strips, refractometer
10
10
Urine conductiviteit
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
11
Electrische conductiviteit (EC)
Geproduceerd door electrisch geladen deeltjes
Urine: electrolyten Na+; K+,….
Gemeten als flow tussen 2 electrodes
Conductiviteit van een oplossing is afhankelijk van concentratie en mobiliteit
van geladen deeltjes (varierend in grootte)
12
12
Electrische conductiviteit (EC)
De ionische sterkte (hoeveelheid lading) van urine
Gerelateerd aan urine concentratie
Dus conductiviteit ook gerelateerd aan water excretie
Conductiviteit is gerelateerd aan osmolaliteit (beiden afhankelijk van
concentratie zouten in urine)
13
13
Electrische conductiviteit (EC)
Referentiewaarden
6 – 30 mS / cm
Goedkoop, gemakkelijk te bepalen
Niet tijdsrovend
Osmolaliteit en specifieke graviteit worden beïnvloed door veel nonelectrolyten
Conductiviteit enkel bepaald door zouten en urinezuur concentraties = maat
voor diurese!
14
14
Electrische conductiviteit (EC)
Meting conductiviteit met
conductiviteitsmeter/Total Dissolved Solids (TDS) meter
flowcytometrie
15
15
Manuele microscopie van sediment vs
flowcytometrie (UF-100)
Hannemann-Pohl et al. Automation of urine sediment examination: a comparison of the
Sysmex UF-100 automated flow cytometer with routine manual diagnosis (microscopy,
test strips and bacterial culture). Clin Chem Lab Med 1999; 37: 753-764
© 2008 Universitair Ziekenhuis Gent
16
URINALYSE
Urinalyse: meest uitgevoerde test
in labo
Gouden standaard
Test strips
Urinesediment microscopie
17
17
Manuele microscopie sediment
Manuele microscopie sediment
Grote imprecisie
Grote interobserver variabiliteit
Tijdrovend
Centrifugatie
Arbeidsintensief
Automatisatie: flowcytometrie
18
18
Manueel vs flowcytometrie
Automatische microscopische urinalyse: flowcytometrie
Groot aantal partikels tellen
Op korte tijd
Onderscheid tussen partikels
Geen centrifugatie
Ook meting van conductiviteit
Flowcytometrie ipv sediment, wel nog teststrips noodzakelijk
19
19
Manueel vs flowcytometrie
Imprecisie (CV) manuele microscopie sediment
Significant hoger dan UF-100 analyse
Slechts ruwe schatting concentratie RBC en WBC (per ‘veld’, 10 tot
20,….)
CV 10 - 20 %
Semikwantitatief resultaat voor bacteriën: 0 tot ++++
Aantal + zeer subjectief
Totale CV tot 100% !!
Desondanks referentiemethode in urinalyse!
20
20
Manueel vs flowcytometrie
Imprecisie (CV) UF-100
RBC: 1.3 – 8.5 %
WBC: 2.4 – 5.6 %
Veel beter dan manuele microscopie sediment
9 % overflow  visuele controle noodzakelijk
Test strip nog steeds nodig bij telling RBC om hemolyse op te sporen
Carry-over
Ongeveer 0.15 %
Background counts acceptabel laag
21
21
Manueel vs flowcytometrie
Lineaire regressie WBC telling UF-100 vs manueel
22
22
Referentiewaarden gezonde personen
23
23
Referentiewaarden gezonde personen
• RBC
• 90e percentiel: 26 RBC/µl
• 97e percentiel: 61 RBC/µl
• UF-100 resultaten van 233 patienten
die negatief waren met dipstick
24
24
Referentiewaarden gezonde personen
• Small round cells
• 90e percentiel: 1.6 SRC/µl
• 97e percentiel: 3.8 SRC/µl
• UF-100 resultaten van 345 patienten
die negatief waren voor SRC met
manuele microscopie van sediment
25
25
Referentiewaarden gezonde personen
• WBC
• 90e percentiel: 38 WBC/µl
• 97e percentiel: 76 WBC/µl
• UF-100 resultaten van 313 patienten
die geen pathologische afwijking
vertoonden voor WBC met manuele
microscopie
26
26
Cut-off pathologische stalen
27
27
Manueel vs flowcytometrie
Lage conductiviteit: vals lage partikelconcentratie (gedilueerde urine)
Hoge conductiviteit: vals hoge partikelconcentratie (geconcentreerde urine)
Aangezien veel preciezere meting met flowcytometrie, conductiviteit van
belang
Conductiviteit als maat voor diurese in rekening brengen!
28
28
Conductiviteit
Voorbeeld
Cut-off RBC 25/µl
Conductiviteit: 6-30 mS/cm dus ± 18 mS/cm
Aantal partikels geteld: 10
Indien conductiviteit bv 36 mS/cm  factor 2 in rekening
brengen  aantal partikels: 5
Indien conductiviteit bv 9 mS/cm  aantal partikels: 20
29
29