Antwoorden Oefentoets H3

Download Report

Transcript Antwoorden Oefentoets H3

TOETSEN NASK 1 – NATUURKUNDE 4 VMBO-GT Hoofdstuk 3
Toets A
3
Energie
Antwoorden
Meerkeuzevragen
1
2
3
4
5
X
X
X
A
B
X
C
X
D
Open vragen
1 a
b
c
d
b
f
bewegingsenergie in elektrische energie
chemische energie in elektrische energie
chemische energie in warmte
chemische energie in bewegingsenergie
stralingsenergie in elektrische energie
zwaarte-energie in elektrische energie
2 Zie figuur 1.
▲ figuur 1
3 Zie de ingevulde tabel 1 hieronder.
eenheid
symbool
in woorden
in getallen
in machten van 10
1 kilojoule
1 kJ
duizend J
1 000 J
103 J
1 megajoule
1 MJ
miljoen J
1 000 000 J
106 J
1 gigajoule
1 GJ
miljard J
1 000 000 000 J
109 J
1 terajoule
1 TJ
biljoen J
1 000 000 000 000 J
1012 J
▲ tabel 1
1
TOETSEN NASK 1 – NATUURKUNDE 4 VMBO-GT Hoofdstuk 3
4 a Bepaalde stoffen in de atmosfeer zorgen ervoor dat de warmte van de aarde niet weg kan.
Dat is het broeikaseffect. Als er meer van die stoffen in de atmosfeer komen, krijg je een versterkt
broeikaseffect.
b koolstofdioxide
c Door de verbranding van fossiele brandstoffen in bijvoorbeeld energiecentrales en in auto’s.
5 a uranium
b Dat er kernafval komt, dat heel lang gevaarlijk blijft.
6 a Er worden twee putten gebruikt. Via de eerste put wordt heet water uit de diepte omhoog gepompt. Dit hete water wordt door een warmtewisselaar geleid. Daarna wordt het via de tweede
put weer teruggepompt de aarde in.
b Voordelen zijn dat er geen vervuiling optreedt en dat het niet opraakt.
7 a Eel = P · t = U · I · t
b Ez = m · g · h
c Ek = ½ · m · v2
8 a Ez = m · g · h = 3 × 10 × 15 = 450 J
b Ek = ½ · m · v2 = 450, dus v2 = 450 / (½ · m) = 450 / 1,5 = 300, dus v = 17,3 m/s.
c Die snelheid zal hij hebben als hij de grond raakt (dus op hoogte = 0 m).
9 a
b
c
d
40 W × 5 / 100 = 2 W
warmte
2 W is 25% van het vermogen. Dus het vermogen is 8 W.
De gloeilamp geeft de meeste warmte af. Bij de gloeilamp wordt 40 – 2 = 38 W in warmte omgezet, bij de spaarlamp 8 – 2 = 6 W.
10 James Bond valt 150 m. Zijn massa is 75 kg. Met de formule voor EZ kun je berekenen dat zijn
zwaarte-energie is afgenomen met: Ez = m · g · h = 75 × 10 × 150 = 112 500 J = 112,5 kJ.
11 Ek = ½ · m · v2 = 112 500, dus v2 = 112 500 / (½ · m) = 112 500 / 37,5 = 3000, dus v = 55 m/s.
Plusstof
12 a De hitte van de kernsplijting wordt gebruikt om water te verhitten, zodat stoom ontstaat.
De stoom spuit met grote snelheid tegen de schoepen van de stoomturbine. De turbine gaat
daardoor draaien.
b De as van de turbine is aan een generator gekoppeld. Als de turbine draait, dan wordt er in de
generator elektrische energie opgewekt.
13 v = 108 km/h = 30 m/s
m · g · h = ½ · m · v2
m · 10 · h = ½ · m · 302
10 · h = ½ · 900
h = 45 m
2