Waarom falen studenten in het ho.def.ppt

Download Report

Transcript Waarom falen studenten in het ho.def.ppt

Samenvatting
■  Studierendement
is indicator voor
kwaliteit van de organisatie van het
onderwijs
■  Studenten richten zich op vigerende
normen voor voldoende prestaties
■  Activerend onderwijs leidt echt tot
beter leren
Waarom falen (zoveel)
studenten in het hoger
onderwijs?
Henk Schmidt
Instituut voor Psychologie
Erasmus Universiteit
Is er iets mis met dat onderwijs?
■  Op
het eerste gezicht: niets
■  De docent neemt een tentamen af
■  65% van de studenten slaagt; 35%
zakt
■  De gezakten krijgen een of meer
herkansingen
Echter...
Aan het einde van het eerste jaar is
minder dan 15% van de studenten voor
alle tentamens geslaagd (althans aan de
EUR)
■  En niet meer dan 35 % na herkansingen
■  Na twee jaar is niet meer dan 55%
geslaagd
■ 
En na vier jaar …
Oorzaken?
Antwoord 1: De huidige
studenten zijn niet slim genoeg
◆  Velen
hebben onvoldoende voorkennis:
lage cijfers op vwo; zwakke profielen
Psychologie: VWO-prestaties
blijven zichtbaar (examens)
bloktoetscijfer_BA1
8.00
7.00
6.00
5.00
4.00
bloktoetscijfer_BA1
3.00
2.00
1.00
0.00
5.5
6.5
7.5
8.5
Psychologie: VWO-prestaties
blijven zichtbaar (examens)
bloktoetscijfer_BA2
8.00
7.00
6.00
5.00
4.00
bloktoetscijfer_BA2
3.00
2.00
1.00
0.00
5.5
6.5
7.5
8.5
Psychologie: VWO-prestaties
blijven zichtbaar (examens)
bloktoetscijfer_BA3
7.60
7.40
7.20
7.00
6.80
bloktoetscijfer_BA3
6.60
6.40
6.20
6.00
5.5
6.5
7.5
8.5
Psychologie: VWO-prestaties blijven
zichtbaar (docentobservaties)
ProfGedr_BA1
8.00
7.80
7.60
7.40
ProfGedr_BA1
7.20
7.00
6.80
6.60
5.5
6.5
7.5
8.5
Psychologie: VWO-prestaties blijven
zichtbaar (docentobservaties)
ProfGedr_BA2
8.20
8.00
7.80
7.60
7.40
ProfGedr_BA2
7.20
7.00
6.80
6.60
5.5
6.5
7.5
8.5
Antwoord 1: De huidige
studenten zijn niet slim genoeg
◆  Velen
hebben onvoldoende voorkennis:
lage cijfers op vwo; zwakke profielen
◆  Selectie aan de poort zou dus kunnen
helpen
◆  In de vijftiger en zestiger jaren, dus
voor de grote toestroom, waren de
rendementen echter vergelijkbaar en
de studieduur veel langer
Antwoord 2: Studenten
studeren niet hard genoeg
Tijd besteed aan studie en
andere activiteiten per dag
Tijd besteed waaraan?
Antwoord 3: Toetsen zijn niet
voldoende betrouwbare
meetinstrumenten
■  Meetbetrouwbaarheden
variëren
tussen de .40 en .70
Resultaten op
twee helften
van 20-vragen
toets
Split-half betrouwbaarheid
van deze toets is .71
Toch is 50% van de
studenten inconsistent
geordend
Helft 1
9
7
7
6
6
6
5
5
5
4
Helft 2
8
7
6
7
6
5
5
6
5
6
Antwoord 4: De wet van
Posthumus zegt
■  dat
altijd 30% van de studenten zakt
voor een tentamen
■  onafhankelijk van de vraag hoever
ze gevorderd zijn in de opleiding
■  en onafhankelijk van hoe hard ze
werken
■  omdat docenten relatief beoordelen
Resultaten toetsen
30.0%
30.0%
25.0%
Percent
Percent
20.0%
20.0%
15.0%
10.0%
10.0%
5.0%
0.0%
0.0%
1
2
3
4
5
6
Eerstejaars blok
7
8
9
2
3
4
5
6
Tweedejaars blok
7
8
Conclusies:
Gebrekkige betrouwbaarheden van
toetsen leiden tot aanzienlijke aantallen
fout-positieve en fout-negatieve
beslissingen over de voortgang van
studenten
■  Docenten spreken in elke fase van de
studie relatieve oordelen uit over
studenten.
■  Beide fenomenen leiden tot nietnoodzakelijke uitval en vertraging
■ 
Antwoord 5: De organisatie
van het hoger onderwijs schiet
tekort
■  De
huidige praktijk:
◆  Parallelvakken
◆  Toetsen
aan het einde van semester
◆  Veel herkansingen
Studenten als “just-in-time” managers
•  Stellen werk voor tentamens uit. Tijdstip van de
test is cruciaal; herkansingen bieden
uitstelmogelijkheden
•  Hebben problemen met parallel studeren:
verdeelde aandacht; kiezen voor het meest
veeleisende vak
•  Onderschatten de hoeveelheid tijd nodig om een
taak op hoog niveau te voltooien
•  Leren is niet leuk; vereist cognitieve inspanning
(suikers!)
•  Zelfs als leren leuk was, dan zijn er vaak leukere
dingen te doen (werk, relaties)
Aantal uren zelfstudie
Studie patroon in twee-semester
programma
Wat kunnen wij doen?
Remedie 1: Verander de organisatie
■ 
■ 
■ 
■ 
■ 
■ 
■ 
Stap over op blokonderwijs!
Ellen Janssen (2003) onderzocht zes opleidingen
in Groningen
Natuurlijke variatie in aantal parallelcursussen en
herkansingen
Terugbrengen van aantal parallelcursussen met
1 levert 7% beter rendement op
Spreiden van toetsen levert 10% beter
rendement op
Uit ander onderzoek: Negatieve relatie tussen
aantal herkansingen en rendement
Uit ander onderzoek: positieve relatie tussen
aantal beslismomenten en dropout
Remedie 2: Beslis compensatoir in
plaats van conjunctief
Conjunctief: alle toetsen moeten
voldoende zijn
■  Compensatoir: De gemiddelde prestatie
moet voldoende zijn
■  Psychologie eerste jaar conjunctief: 24%
geslaagd
■  Psychologie eerste jaar compensatoir:
58% geslaagd met 6 of hoger
■ 
Nadelen compensatoir meten:
Docenten menen dat hun vak minder
belangrijk wordt: verlies aan autonomie
■  Studenten kunnen vakken “laten zitten”
■  Wellicht zijn er soms vakken waarvoor
men voldoende moet halen om succesvol
te kunnen werken (geneeskunde)
■ 
Voordelen compensatoir meten:
(NB: Gebeurt nu al binnen tentamen!)
■  Erkent de veelvormigheid van de
arbeidsmarkt
■  Slechts beperkt herkansingen nodig: nu of
nooit!
■  Hogere betrouwbaarheid van de
gecombineerde meting
■  Gemiddelde van alle toetsen is beste
voorspeller toekomstige prestaties:
■ 
Correlatie afzonderlijke vakken met criterium
gemiddeld .63
◆  Correlatie gemiddelde met criterium .81
◆ 
Remedie 3: Verminder het
aantal colleges; plan
zelfstudietijd zorgvuldig
Aanname: Hoe meer onderwijs, hoe meer
geleerd wordt
■  De 1040-uur norm
■  Maatregelen in Nijmegen
■ 
Is dat zo? Wet van Vos
Relatie tussen lesuren, zelfstudietijd, en
prestatie bij medische studenten 1989-1997*
Table 2. Pearson product-moment correlations between curriculum process and
curriculum output measures.
Graduation rate
Study duration
Study duration
-.58**
Lectures
-.47**
.23*
Tutorials
-.04
.01
Time for self-study
.46**
-.46**
Lectures
Tutorials
-.36**
-.81**
.15
One asterisk indicates that the correlation is statistically significantly different from zero at the p
< .05 level; two asterisks indicate statistical significance at the p < .01 level.
*Schmidt, et al. (2008)
Relatie tussen lesuren, zelfstudietijd, en
prestatie bij medische studenten 1989-1997*
*Schmidt, et al. (2008)
Remedie 4: Stel deadlines
■  Beperk
herkansingen
■  “Harde knip” in eerste jaar: 60
ECTS ipv 40 ECTS
Waar leidt toepassing van die
regels toe?
Resultaten “Nominaal is Normaal”
2008-­‐2010 60 EC na 1 jaar 2008-­‐2010 60 EC na 2 jaar Bestuurs-­‐ kunde 30% 55%
Sociologie 16% 46%
Psychologie 52% 68%
Pedagogie nvt nvt Resultaten “Nominaal is Normaal”
2008-­‐2010 60 EC na 1 jaar 2008-­‐2010 60 EC na 2 jaar 2011-­‐2012 60 EC na 1 jaar 2011-­‐2012 PO Bestuurs-­‐ kunde 30% 55%
62% 4% Sociologie 16% 46%
55% 4% Psychologie 52% 68%
75% 2% Pedagogie nvt nvt 65% 9% Prestaties van psychologiestudenten
op tentamens (Adriaans, et al, 2012)
Groningse medische faculteit
vernieuwde onderwijs-programma
in 1993
Voor 1993
Na 1993
Intensief collegerooster
Minder colleges; kleine groepen
werken aan opdrachten
Vakken centraal
Multidisciplinaire
orgaansystemen centraal
Parallel onderwijs
Serieel onderwijs
Tijd voor zelfstudie in een week: Tijd voor zelfstudie: > 18 uur
< 10 uur
Medische faculteit Groningen voor en na 1993
88.00
86.00
Percentage
84.00
82.00
80.00
Rendement
78.00
76.00
74.00
72.00
70.00
Voor
Na
8.20
8.00
7.80
Jaren
7.60
7.40
Studieduur
7.20
7.00
6.80
6.60
Voor
Na
Medische faculteit Nijmegen voor en na 1995
88.00
86.00
84.00
Jaren
82.00
80.00
Rendement
78.00
76.00
74.00
72.00
70.00
Voor
Na
8.00
7.80
7.60
Jaren
7.40
7.20
Studieduur
7.00
6.80
6.60
6.40
Voor
Na
Students engage themselves
Students perform better