Maart 2014 - Ziekenhuis Maas en Kempen

Download Report

Transcript Maart 2014 - Ziekenhuis Maas en Kempen

nieuwsbrief
PB- PP BELGIE(N) - BELGIQUE
Jaargang 1 nr. 1 I maart 2014 I afgiftekantoor 3680 Maaseik Mgr. Koningsstraat I erkenningsnummer P910715
Geachte lezer
Editoriaal
In tijden van overinformatie wil ZMK toch van start gaan met een publicatie om ons ziekenhuis in de kijker te zetten. We zijn er immers van overtuigd dat er heel wat goede geneeskunde wordt uitgevoerd in
ZMK en dat ZMK niet moet onderdoen voor anderen. We willen hiermee dan ook naar buiten komen,
teneinde de eigen mensen van het ziekenhuis, maar ook onze omgeving hierover te informeren. Dit zal
echter op een beknopte en bevattelijke manier gebeuren, op een 6-tal pagina’s in een 3-tal edities per
jaar. Bedoeling is algemene informatie ter beschikking te stellen, begrijpbaar voor volwassenen met
enige interesse in de gezondheidszorg.
Terugkijkend op het voorbije jaar 2013 moeten we vaststellen dat ZMK het al bij al nog niet zo slecht
gedaan heeft. In deze ‘economische crisistijd’ slaagde ZMK er toch in het aantal opnames met overnachting van 2012 te evenaren en het aantal dagopnames te doen toenemen met 2,5 %. We hebben
nu 16.650 opnames per jaar. Opvallend is dat de gemiddelde ligduur met meer dan 1 dag gezakt
is op 2 jaar tijd. Een betere doorstroming van geriatriepatiënten naar de rusthuizen, snellere en kortere observaties bij interne, met ook verschuiving naar meer ambulant uitgevoerde onderzoeken in
de polikliniek, alsook nieuwe chirurgische technieken kunnen dit verklaren. Hiermee vervult ZMK een
maatschappelijke opdracht om gezondheidszorg steeds efficiënter te organiseren. De ziekenhuizen
staan immers voor de taak om bij een veroudering van de bevolking steeds meer zorg aan te bieden
met slechts een lichte stijging (enkel indexering?) van de budgetten.
Tevens zullen we dit moeten doen met meer en meer aantoonbare kwaliteit. Dit betekent dat de artsen en het ziekenhuis zullen verplicht worden meer en meer zaken centraal te registeren. Een eerste
benchmark van indicatoren in het Vlaams ziekenhuisnetwerk van Leuven toonde alvast aan dat ZMK
hierbij bij de betere van de klas scoort. In de loop van dit jaar zullen de eerste indicatoren gepubliceerd worden op onze website (www.zmk.be).
Tot slot verwijs ik nog graag naar de geplande en lang verwachte nieuwbouw van ZMK. In de zomer
van 2013 werd bij de bevoegde Vlaamse commissie (VIPA) ons bouwdossier ingediend, dat volledig
en ontvankelijk werd verklaard. We hopen zo snel mogelijk de goedkeuring voor het vrijgeven van
de financiële middelen van de Vlaamse overheid te bekomen. De werken zouden dan mogelijks al 1
maand later kunnen aanvangen. Wanneer de eerste steen gelegd zal worden, verneemt u zeker nog
in de pers.
Dr. M. Rosseel
Hoofdgeneesheer ZMK
www.zmk.be
campus maaseik • mgr. koningsstraat 10 • 3680 maaseik • tel. 089 50 92 00 • fax 089 50 92 06
campus bree • rode kruislaan 40 • 3960 bree • tel. 089 50 98 00 • fax 089 50 98 04
Pijnkliniek
dr. Kevin Lathouwers
Pijn en voornamelijk chronische pijn is een breed maatschappelijk probleem. Een op vijf Europeanen lijdt aan
chronische pijn, in België wordt dit geschat op circa
2.900.000 mensen (27%). Chronische pijn ondermijnt
niet alleen de mogelijkheid van de patiënten om een
productief professioneel, sociaal en gezinsleven te
leiden, maar is ook een zware belasting voor de maatschappij en de Europese economieën. De directe en
indirecte kosten voor Europa worden op bijna €300
miljard in de EU, of ongeveer 1,5-3% van het BBP (Bruto Binnenlands Product) geraamd. Voor rugpijn bijvoorbeeld, vormen consultaties bij zorgverleners het
leeuwendeel van de kosten in de gezondheidszorg.
Ze worden geraamd op €187 miljoen voor België.
Chronische pijn wordt gedefinieerd aan de hand van
tijd; het wordt beschreven als “pijn zonder duidelijke
biologische waarde die aanhoudt na de normale tijd
waarin weefsel heelt (meestal drie maanden)”. Chronische pijn heeft veelerlei gevolgen voor de patient; op
het activiteitsniveau, socio-economische gevolgen en
op de kwaliteit van het leven. Hierdoor kan het geklasseerd worden als een ziekte op zich.
De behandeling van chronische pijn kende de laatste decennia belangrijke evoluties. Enerzijds werd
aangetoond dat de multidisciplinaire aanpak van pijn
essentieel is. Anderzijds werden de interventionele
pijnbehandelingstechnieken meer selectief en onderzocht op evidentie en veiligheid.
Sinds augustus 2013 zijn deze behandelingen ook
mogelijk in het Ziekenhuis Maas en Kempen. Ongeveer
80% van de ingrepen wordt uitgevoerd op de axiale
wervelkolom waarbij we pijn uitstralend naar de bil,
heupen tot in de voeten (lumboischialgie) en pijn tot
in de nek, hoofd en schouders en armen (cervicobrachialgie) bedoelen. Meestal ligt de oorzaak bij een
hernia of degeneratief lijden zoals artrose een neuroforamineel stenose. Er wordt zo weinig mogelijk gewerkt
met corticoïden maar meer met het rechtstreeks effect
van radiofrequente technieken op de zenuwbanen.
De overige 20 % van de behandelingen zijn selectieve blokkades van perifere zenuwen of zenuwknopen
nieuwsbrief \ editie 01
voor bepaalde types chronische hoofdpijn, maar ook
voor agressieve kankerpijn waarbij we het sympatische
systeem benaderen. Op deze manier kan de levenskwaliteit verbeterd worden en zijn er minder sterke
pijnstillers nodig zoals opiaten. Dit zijn zeer goede
analgetica, maar sufheid, nausea, verminderde eetlust
en obstipatie zijn niet te vermijden nevenwerking.
Na de pijnvermindering door interventionele technieken is de multidisciplinaire aanpak zeer belangrijk, waarbij we de patiënten motiveren met een heel
team. De rugkliniek en kinesisten zullen de tonificatie
van de spieren en activering van de patiënten voor
ogen hebben. Hierdoor zal het effect van de behandeling kunnen verlengd worden. Daarnaast werken we
samen we met een team psychologen die de patiënten zullen screenen naar hun omgang met pijn. De
juiste copingmechanismen bij een excacerbatie zullen bepalen of de patiënt zal leven met zijn pijn of
geleefd worden door zijn pijn.
Deze aanpak in team wordt nu ook in het ziekenhuis
aangeboden bij alle patiënten. Er zal extra aandacht
besteed worden aan bewustmaking en sensibilisering
omtrent het scoren van pijn. Patiënten die een hoog risico hebben op het ontwikkelen van chronische pijn
zullen gescreend worden en opgevolgd worden door
het algologisch team. Binnen dit multidisciplinaire team
wordt een prominente rol gelegd voor de verpleegkundige. De invoering van het algologisch team zal er voor
zorgen dat de chronische pijnpatiënten adequater behandeld zullen worden en het gehele ziekenhuis zal
laten evolueren naar een efficiënter pijnbeleid.
Dr. Kevin Lathouwers
Pijnliniek ZMK:
• Anesthesist - pijntherapeut
• Afspraken via Centraal Afsprakenbureau
op 089 50 92 40
• De dienst pijnkliniek is dagelijks te bereiken
op 089 50 92 38
\ medisch katern \
HPV-vaccinatie
ENKEL VOOR JONGE MAAGDEN?
(Nathalie Theunissen, stagiair geneeskunde en Dr. Rika Hendrickx, gynaecoloog dienst gynaecologie ZMK)
dr. Rika Hendrickx
Het humaan papillomavirus, ook ‘HPV’
genoemd, is een veelvoorkomend virus
dat de huid en de slijmvliezen infecteert. Er zijn meer dan 150 HPV typen.
Ongeveer 30 HPV typen worden alleen
door direct genitaal contact verspreid.
Deze ‘genitale’ HPV typen zijn:
1) ‘hoog risico’ – dit betekent dat
ze bepaalde vormen van kanker
(meestal
baarmoederhalskanker)
kunnen veroorzaken bij voortdurende infectie, of
2) ‘laag risico’ – dit betekent dat ze
geen verband hebben met kanker,
maar oorzaak kunnen zijn van genitale wratten.
HPV-besmettingen worden ook in verband gebracht met kanker van de vagina,
de vulva (het uitwendige deel van het
vrouwelijk geslachtsorgaan), de anus, de
penis en sommige mond- en keelkankers. Al deze kankers zijn wel veel zeldzamer dan baarmoederhalskanker.
Gardasil° en Cervarix °beschermen tegen de twee typen HPV die 70 procent
van het aantal gevallen van baarmoederhalskanker veroorzaken (typen 16
en 18). Gardasil° beschermt daarnaast
tegen de twee typen die de meeste gevallen van genitale wratten veroorzaken
(6 en 11).
Condooms kunnen enige bescherming
bieden . Ze kunnen een infectie echter
niet compleet voorkomen, want de genitale zone wordt niet geheel bedekt.
Men gaat er van uit dat met condooms
50 % van de HPV besmettingen worden
voorkomen. Het is belangrijk om te weten, dat het hebben van meer dan één
seksuele partner het risico op HPV verhoogt. Maar het is ook mogelijk om het
virus van slechts één persoon te krijgen.
Een HPV-infectie kan niet met antibiotica of andere beschikbare medicijnen
worden behandeld. Gelukkig gaat het
virus meestal vanzelf weg of wordt
het door het lichaam onderdrukt, zonder problemen te veroorzaken. Als
de infectie echter blijft bestaan, is er
alleen behandeling mogelijk van de
abnormale cellen die zich vormen. Bijvoorbeeld: genitale wratten kunnen
worden behandeld met gel, crème,
laser- of andere technieken. Ook kunnen
pre-kankercellen worden verwijderd
uit de baarmoederhals via een chirurgische ingreep zoals een LLETZ- conisatie (een techniek met elektrische
energie) of lasertherapie. Wanneer zich
al invasieve baarmoederhalskanker heeft
ontwikkeld zijn meestal hysterectomie
(verwijdering van de baarmoeder) en
chemotherapie nodig.
Bedenk goed: HPV is niet een teken dat
u of uw partner ontrouw is geweest.
HPV kan vele jaren ‘slapend’ aanwezig
zijn voordat het met een test wordt ontdekt. Uw partner kan HPV al heel lang
hebben, en het kan onmogelijk worden vastgesteld wanneer of van wie ze
het heeft gekregen. Om na te gaan of
een man besmet is door het HPV virus
zouden er uitstrijkjes van verschillende
plaatsen van de penis en het scrotum
genomen moeten worden. Deze test is
vooralsnog geen standaard.
Omdat HPV zo veel voorkomt is het
moeilijk het helemaal te vermijden. Naar
verwachting zult u op een bepaald moment in uw leven HPV krijgen. Seksueel
contact met slechts een partner kan genoeg zijn om het virus te krijgen of te
verspreiden.
Zelfs gevaccineerde vrouwen kunnen
echter nog steeds worden geïnfecteerd
met een van de HPV typen waartegen
het vaccin niet beschermt. Om deze en
vele andere redenen zijn er een aantal
leefregels die men kan volgen:
• Het aantal seksuele partners beperken.
•
Condooms gebruiken. Condooms
bieden geen volledige bescherming
tegen HPV. Gebruik van condooms
verkleint het risico op een HPV-infectie significant . Daarnaast bieden
condooms bescherming tegen andere seksueel overdraagbare aandoeningen zoals HIV.
• Roken beperken, het kan namelijk verhinderen dat het immuunsysteem van
het lichaam effectief werkt en daardoor het “natuurlijk” opruimen van het
virus verhinderen.
• Neem een foliumzuursupplement –
zoals wordt aanbevolen voor zwangere vrouwen. Een recent onderzoek
heeft uitgewezen dat vrouwen met
een hoger folaat niveau – een soort
vitamine B – minder kans hadden om
een nieuwe HPV-infectie te krijgen. En
als er al een HPV-infectie was, was er
een kleinere kans op voortduring ervan.
nieuwsbrief \ editie 01
Een negatieve HPV test betekent dat u
de volgende 5 jaar vrijwel geen risico
loopt om ziekte of kanker van de baarmoederhals te krijgen. Er wordt echter
gedacht dat oude HPV-infecties zich
jaren later kunnen ‘her activeren’, meest
waarschijnlijk door veranderingen in uw
immuunsysteem. (Daarom is het zo belangrijk om uw immuunsysteem gezond
te houden, door goed te eten, te bewegen en niet te roken. Sommige experts
geloven ook dat het nemen van een foliumzuursupplement helpt.) Bovendien:
als u seksueel contact heeft met een
nieuwe partner kunt een HPV-infectie
krijgen met een ander type van het virus.
Australië heeft sinds 2007 het quadrivalente HPV-vaccin opgenomen in het
nationale vaccinatieprogramma (Gardasil°). Dit vaccin biedt ook bescherming
tegen de typen van het HPV-virus die
genitale wratten veroorzaken. Dit vaccin
wordt in Vlaanderen sedert september
2010 gratis ter beschikking gesteld voor
de vaccinatie van meisjes die in het eerste jaar secundair onderwijs zitten of
die twaalf jaar oud zijn. Voor oudere
meisjes (van 12 tot 18 jaar) is het vaccin
niet gratis, maar wordt het gedeeltelijk
terugbetaald door de ziekteverzekering
zodat het vaccin normaal 11,60 euro per
dosis kost i.p.v. 118,4 euro. Meisjes die
ouder zijn en al een eerste vaccin kregen vóór hun 19de verjaardag, komen
ook in aanmerking voor terugbetaling.
In
totaal zijn er drie vaccins over een periode van 6 maanden nodig.
De tabel rechts toont aan dat er een
duidelijk daling is van genitale letsels
veroorzaakt door het HPV virus te zien
is sedert het vaccinatie programma in
Australië. Bij deze gevaccineerde jonge
meisjes daalde het aantal gevallen van
baarmoederhalskanker met 65 % en het
aantal genitale wratten met 70 % .
nieuwsbrief \ editie 01
Werkzaamheid van het vaccin bij vrouwen met of zonder voorafgaande infectie of ziekte ten gevolge van HPV 6, 11,
16 of 18 , m.a.w. een groep van vrouwen die het best de “algemene populatie vrouwen” benaderd, werd bestudeerd en toonde aan dat de groep die
alsnog een vaccinatie kreeg 68% minder
langdurige HPV infecties (type 16 en
18) en 47 % minder letsels kreeg (zowel alle stadia van de baalmoederhals
letsels als de genitale wratten).
Als men deze studie uitvoerde bij de
algemene populatie van mannen dan
werd er in de gevaccineerde groep
68 % minder genitale wratten gevonden.
Men zou dus kunnen overwegen om
ook onze zonen, net zoals in Oostenrijk,
te vaccineren. Zo hebben ze zelf veel
minder kans op genitale wratten en zullen ze veel minder snel meisjes met HPV
kunnen besmetten. Volwassenen die
een nieuwe partner kiezen opteren vaak
om zich eerst te laten testen op Soa’s
(hepatitis, Aids, syfilis. HPV...) Misschien
moeten ook deze mensen alsnog een
HPV-vaccinatie overwegen.
Symposium palliatieve zorg
en het levenseinde
\ DONDERDAG 10 OKTOBER 2013 \
om met de grenzen van de wetgeving
en onze eigen therapeutische (on)mogelijkheden? Dr. Dewitte verwees hierbij
ook opnieuw naar het belang van een
goede zorgplanning omtrent het levenseinde en welke rol men als arts of hulpverlener hierin kan opnemen.
Op donderdag 10 oktober 2013 organiseerde het Palliatief Support Team (PST)
van Ziekenhuis Maas en Kempen samen
met het huisvandeMens een avondsymposium over Palliatieve zorg en het Levenseinde in de Beurs te Maaseik. Ruim
80 geïnteresseerde huisartsen, specialisten en andere zorgverleners woonden het symposium bij.
Op deze avond brachten de sprekers,
dr. Tinne Geerts, dr. Harrie Dewitte en
mevrouw Bieke Jansen, een voordracht
waarin zij elk vanuit hun eigen achtergrond en werkveld de thematiek rond
palliatieve zorg belichtten. Dr. Tinne
Geerts is als geriater en palliatieve arts
werkzaam bij Ziekenhuis Maas en Kempen, dr. Harrie Dewitte is naast huisarts
ook werkzaam als LEIFarts en mevrouw
Bieke Jansen is consulente bij het huisvandeMens te Maasmechelen.
Het eerste deel van de avond bracht
dr. Geerts een uitgebreide lezing aangaande de therapiebeperkingen en palliatieve zorg binnen de setting van het
ziekenhuis. Centraal stond hierbij de
verschuiving van het traditionele ‘Cure’
naar het nieuwe ‘Care’ zorgmodel. Door
al tijdig het gesprek met de patiënt en
diens familie aan te gaan en informatie
over de therapeutische mogelijkheden en beperkingen te geven, kan men
door een proactieve aanpak een goede
ondersteunende zorg opstarten. Zorg
wordt maatwerk!
Tijdens het tweede deel van de avond
werd door mevrouw Jansen verder ingegaan op de dienstverlening die het
huisvandeMens binnen de problematiek van het levenseinde kan bieden.
Naast een luisterend oor bij vragen en
problemen in de laatste levensfase geven zij ook praktische hulp bij het opstellen van wilsverklaringen. Daarnaast
kan men bij hen eveneens terecht voor
voordrachten of individuele informatieve gesprekken rond euthanasie en het
levenseinde. Na een korte toelichting
op de wetgeving rond patiëntenrechten en euthanasie, werd het belang van
een vroegtijdige zorgplanning en een
goede communicatie tussen alle betrokkenen door mevrouw Jansen extra
onderstreept.
Het symposium werd afgesloten door
een boeiende lezing van dr. Dewitte
waarin hij op kenmerkende wijze vanuit zijn eigen werkervaring en visie meer
inzicht gaf in de huidige wetgeving en
praktijk rond euthanasievragen. Hoe kan
men als hulpverlener en betrokken arts
op zoek gaan naar een voor de patiënt
en arts aanvaardbare vorm van therapie
of levensbeëindiging? Hoe gaat men
Na de lezingen konden er onder het genot van een hapje en een drankje nog
wat vragen gesteld worden en werd de
avond op gezellige wijze afgesloten.
VRAGEN OF INFORMATIE:
▫huisvandeMens Maasmechelen:
089 777421 | www.demensnu.be
▫Palliatief Support Team ZMK:
089 50 93 03 of 089 50 93 24
[email protected]
nieuwsbrief \ editie 01
\ NIEUWE SOFTWARE \
\ NIEUWE ARTSEN \
Op donderdag 6 juni 2013 startte dr. Rika H
­ endrickx
als gynaecologe op campus Bree. Zij volgde haar
opleiding tot arts aan de KUL. Dr. Hendrickx zal samen met dr. Vanpeperstraete, dr. Dhaenens en dr.
Willaert de dienst gynaecologie verder uitbouwen.
Op maandag 1 juli 2013 startten 2
nieuwe anesthesisten: dr. Patricia
Hendrickx en dr. Kevin Lathouwers. Dr. Lathouwers gaat de pijnkliniek opstarten. Zij volgden beiden
hun opleiding tot arts aan de KUL. Dr.
Geypen heeft het team verlaten.
Op donderdag 2 januari 2014 startte dr. Hanifi Yücel
als endocrinoloog binnen ZMK. Hij volgde zijn opleiding tot arts aan de universiteit van Maastricht
en specialiseerde zich op het UMC te Maastricht.
Dr. Yücel zal samen met dr. Marcq de dienst endocrinologie - die deel uitmaakt van interne geneeskunde
- verder uitbouwen.
Op maandag 3 februari 2014 startte dr. Esther Aerts als abdominaal chirurg. Zij volgde haar opleiding
tot arts aan de universiteit te Gent en specialiseerde
zich in UZ Gent en OLV Aalst. Dr. Aerts zal de dienst
abdominale heelkunde verder uitbouwen samen
met dr. Bessemans en dr. Claessens.
Op maandag 3 maart 2014 startte dr. Niels Peters
als radioloog op campus Maaseik. Hij volgde zijn
opleiding tot arts en röntgendiagnose aan de universiteit van Gent. Dr. Peters zal dr. Verstraeten vervangen die met pensioen ging.
ZMK is gestart met
nieuwe software voor
patiëntenadmini­
stratie, tarificatie en
facturatie
Sinds november 1998
werkt Ziekenhuis Maas en Kempen met de toepassing AXWare van Partezis voor het opvolgen
van haar patiënten van inschrijving tot facturatie.
Ondertussen zijn we 15 jaar verder en de patiënt
staat nog steeds centraal, maar de technologie is
zodanig geëvolueerd dat we een pakket nodig
hebben dat alle informatie eigen aan een ziekenhuiscontact kan bundelen.
Een ziekenhuiscontact begint altijd met een inschrijving en kan gevolgd worden door een of
meerdere transfers en een ontslag. Gedurende
een verblijf in een ziekenhuis gebeuren er op verschillende ogenblikken ook meerdere prestaties
door een dokter, een radioloog, een laborant, een
apotheker, .. die ieder met een eigen toepassing
werken. Het nieuwe pakket moet alle informatie
ontvangen uit de andere toepassingen en vertalen
naar tarificatie. Bovendien moet het ervoor zorgen
dat de facturatie vlotter verloopt naar de patiënt,
de mutualiteit, de verzekering, .. . Tenslotte moet
het ook al deze informatie inclusief de toegediende verzorging bundelen zodat we het kunnen
doorgeven aan de desbetreffende overheid.
Kortom, het basisplatform dat ZMK gebruikt is
veranderd. Het voorbije jaar werd het nodige gedaan om de informatie uit het bestaande pakket
over te nemen, het nieuwe pakket volledig op
maat in te stellen, de koppelingen met de andere
toepassingen te testen en onze medewerkers en
dokters op te leiden. Vanaf 10 januari 2014 helpen we onze patiënten met de toepassing OAZIS
van Xperthis.
\ ACCREDITERINGSNIEUWS \
ERKENNINGSNR.
DATUM
RUBRIEK
TITEL
13016630
26-09-2013
2
“Pneumokok anno 2013”
13016791
10-10-2013
2
“Palliatieve zorg en het levenseinde”
14001354
03-04-2014
2
“Schildklierfunctiestoornissen”
“Begeleiding diabetes mellitus”
COLOFON
Verantwoordelijke uitgever: dr. Maarten Rosseel, hoofdgeneesheer
Vormgeving: www.impulscommunicatie.be
Drukwerk: www.drukkerijpaesen.be
C.P.
NR. ORGANISATIE
1,5
7073
2
7073
in aanvraag
7073