Transcript Nummer 03 - Van Overloop BV

NIEUWSBRIEF
nr. 3
7 maart 2014
Gele roest in wintertarwe
Op de vroeg gezaaide percelen wintertarwe wordt gele roest gevonden. Door de warme winter
zijn tarwepercelen goed ontwikkeld en is er een vroege besmetting met gele roest ontstaan. In
sommige percelen is de gele roest duidelijk aanwezig.
De verdere ontwikkeling is sterk afhankelijk van de temperatuur. Het gevaar voor een epidemie
is het grootst bij 10 – 15°C, een hoge luchtvochtigheid en goede lichtintensiteit. Een T0
bespuiting tegen gele roest is nu zeker rendabel om een goede opbrengst te genereren.
•
Advies: 1 l/ha Corbel + 1 l/ha Daconil
Rhizoctonia in aardappelen (consumptie en pootgoed)
Rhizoctonia is een veel voorkomende schimmelziekte, die zich zowel vanuit de
grond als vanuit aangetaste pootaardappelen kan verspreiden.
De schimmel kan al direct na het poten voor de eerste problemen zorgen,
omdat de schimmel de jonge kiemen aantast en zorgt voor een achterstand in
opkomst en groei.
Tijdens het groeiseizoen kan Rhizoctonia ook knolmisvormingen veroorzaken.
Bovendien kunnen de nieuw gevormde knollen (de te oogsten aardappelen) aangetast zijn met
de schimmel. Dit is te zien aan de dikke donkere sclerotiën (korstjes) op de knollen (=
lakschurft).
Daarom zijn de risico’s in de pootaardappelteelt het grootst. Om Rhizoctonia-uitbreiding te
voorkomen is snel rooien na de loofvernietiging een belangrijke teeltmaatregel. Het gebruik van
een krachtig middel om de grond te behandelen is essentieel om Rhizoctonia te voorkomen.
Toelating in de volgende vormen van de aarappelteelt als knolbehandeling:
• Monarch (SC-formulering, vloeibaar): pootgoed-, zetmeel- en consumptieteelt als
knolbehandeling. Dosering 0,2 liter per ton (verdunnen met water tot maximaal 2 liter)
• Moncereen (SC-formulering, vloeibaar): pootgoed-, zetmeel- en consumptieteelt als
knolbehandeling. Dosering 1 liter per ton (verdunnen met water tot maximaal 10 liter)
• Moncereen Pro (SC-formulering, vloeibaar); pootgoed-, zetmeel- en consumptieteelt als
knolbehandeling. Dosering 0,6 liter per ton met schijfvernevelaar of aardappeldouche.
• Symphonie (DP-formulering, poeder): zetmeel- en consumptieteelt als knolbehandeling.
Dosering 1,5 kg per ton kort voor of tijdens het poten.
• Moncereen DS (DP-formulering, poeder): pootgoed, zetmeel- en consumptieteelt als
knolbehandeling. Dosering 2 kg. per ton kort voor of tijdens het poten.
• Rizolex (DP-formulering, poeder): pootgoed, zetmeel- en consumptieteelt als
knolbehandeling. Dosering 1,5 kg per ton koort voor of tijdens het poten.
• Maxim (SC-formulering, vloeibaar): consumptieteelt. Dosering: 0,25 liter per ton met
schijfvernevelaar.
Extra voordelen Monarch en Symphonie:
• Nevenwerking: zilverschurft
• Werkzame stof uit een andere groep dan andere toegelaten middelen. Gebruik van
flutolanil draagt dus bij aan een anti-resistentie strategie.
• Ongevoelig voor UV-straling
Extra voordelen Maxim en Moncereen Pro t.o.v. andere producten:
• Werking tegen rhizoctonia, zilverschurft en zwarte spikkel.
• Moncereen Pro heeft een nevenwerking tegen fusarium, droogrot.
Toelating in de volgende vormen van aardappelteelt als rijenbehandeling:
• Moncereen (SC-formulering, vloeibaar): pootgoed als rijenbehandeling. Dosering 7,5 tot
12,5 liter per hectare.
• Amistar of Subliem (SC-formulering, vloeibaar): pootgoed-, zetmeel- en consumptieteelt
als rijenbehandeling. Dosering: 3 liter per hectare (Amistar kan ook volvelds gespoten
worden, dosering is dan 6 l/ha).
Jarenlange proeven op vele rassen laten zien dat Amistar en Subliem uitstekend beschermt
tegen Rhizoctonia aantasting uit de grond. Van nieuwe knollen tot na de oogst en tevens een
uitstekende werking op zilverschurft en zwarte spikkel. Gebruik speciale goed afgestelde
spuitapparatuur met drie doppen op de pootmachine. Maak tijdens het poten een zo groot
mogelijke rug, zodat de nieuwe aardappelen niet buiten de behandelde grond groeien.
Luisbestrijding pootgoed met Actara of Potatoprid
Actara en Potatoprid zijn systemische insecticides voor een langdurige
effectieve bestrijding van luizen. Ze hebben uitstekend systemische
eigenschappen en worden dus goed met de sapstroom door de gehele
plant verdeeld en worden toegepast in de rij. Deze middelen kunnen
gemengd met Rhizoctonia-middelen worden toegepast in de rijn.
Dosering Actara is 100 gr/ha en Potatoprid is 0,3 l/ha. Uit
praktijkproeven blijkt dat Actara een redelijke nevenwerking heeft
tegen ritnaalden, de dosering is echter te laag voor een goede werking.
Bestrijding van ritnaalden in aardappelen is mogelijk met:
•
•
•
•
Mocap 15GS: Dit is het enige product dat daadwerkelijk bestrijding van ritnaalden op
het etiket heeft staan. Advies: 26 kg/ha (volvelds) of 10 – 16 kg/ha (rijenbehandeling).
Nemathorin: Heeft naast een goede aaltjesbestrijding ook een goede werking tegen
ritnaalden. Advies: 20 kg/ha (volvelds) of 10 kg/ha (rijenbehandeling).
Actara: Toegelaten als een systemische luisbestrijder heeft ook een goede nevenwerking
tegen ritnaalden. De dosering van 100 gr/ha in de rij is te laag voor een goede bestrijding
van ritnaalden. Actara is een granulaat dat opgelost in water in de rij gespoten wordt
tijdens het poten rondom de knol.
Vydate 10G: Heeft wel een goede bestrijding van aaltjes en daarnaast een systemische
luisdodende werking tot 6 weken na het poten. Het middel werkt vrijwel niet tegen
ritnaalden.
Cursussen voor verplichte spuitlicentie bestrijding knaagdieren
Tot op heden geldt voor agrarische ondernemers een vrijstelling om met biociden
(bestrijdingsmiddel) op het eigen bedrijf knaagdieren te bestrijden. Vanaf 1 juli 2015 mag dit
alleen als u in het bezit bent van een aanvulling op uw spuitlicentie, de knaagdierpas KBA. Om in
de toekomst problemen te voorkomen bieden wij een cursus aan over de wering en bestrijding
van knaagdieren. Deze cursus zullen wij komend najaar (medio november) aanbieden.
Op dit moment kunnen agrariërs nog zonder licentie ratten- en muizengif kopen in ‘agrarische’
hoeveelheden. Vanaf 1 juli 2015 mogen agrarische bedrijven niet meer zonder licentie
knaagdieren bestrijden met bestrijdingsmiddelen.
Verkrijgen knaagdierpas
Om in aanmerking te komen voor de knaagdierpas geldt een aantal voorwaarden. Daarbij wordt
onderscheid gemaakt tussen agrariërs die een geldig vakbekwaamheidbewijs gewasbescherming
(spuitlicentie) bezitten en agrariërs die dat niet hebben.
Wel een geldige spuitlicentie
Wanneer u wel in het bezit bent van een geldige spuitlicentie hoeft u alleen een extra
bijeenkomst bij te wonen en geen examen af te leggen. Na het volgen van deze specialisatiebijeenkomst krijgt u een nieuw vakbekwaamheidsbewijs thuisgestuurd inclusief de
knaagdieraantekening. Het vakbekwaamheidsbewijs heeft de looptijd van een spuitlicentie.
Nadat voldoende bijeenkomsten voor de spuitlicentie zijn gevolgd, wordt de pas verlengd
inclusief de knaagdieraantekening.
Indien u geen spuitlicentie bezit
Dan moet u een examen afleggen. Na het behalen van het examen krijgt u het knaagdierpas
toegestuurd. U krijgt vooraf het studiemateriaal toegestuurd om u voor te bereiden op de cursus
en het examen.
Najaar
Van Overloop BV zal de cursus knaagdierbestrijding komend najaar aanbieden. T.z.t. zal u hier
nader over geïnformeerd worden.
Heeft u nog vragen over bovenstaande adviezen? Neem dan contact met ons op voor een persoonlijk advies!
Uitdrukkelijk merken wij op, dat wij wel adviezen geven doch dat het opvolgen van deze adviezen buiten onze formele verantwoording ligt.