Netwerk auteursrechten informatiepunten-hbo Leen

Download Report

Transcript Netwerk auteursrechten informatiepunten-hbo Leen

Netwerk auteursrechten informatiepunten-hbo
Leen Liefsoens
Sarah Coombs
Johanna Westerdijkplein 75
M. H. Tromplaan 28
2521 EN Den Haag
7531 AB Enschede
Tel. 070 445 78 76
Tel. 06 209 158 24
E-mail [email protected]
E-mail [email protected]
Vereniging Hogescholen
Anita Renzenbrink
Prinsessegracht 21
2501 CC Den Haag
Den Haag / Enschede, 26 juni 2014
Betreft: readerregeling
Geachte mevrouw Renzenbrink,
Wij hebben vernomen dat er momenteel overleg plaats vindt tussen de Vereniging Hogescholen en Stichting PRO
aangaande de readerregeling die eind dit jaar afloopt. Als voorzitters van het netwerk auteursrechten
informatiepunten-hbo willen wij langs deze weg onze ervaringen en zorgen betreffende de readerregeling met u
delen. Allicht helpt het u bij de onderhandelingen om te komen tot een werkende en eigentijdse readerregeling.
Het netwerk auteursrechten informatiepunten-hbo bestaat uit vertegenwoordigers van de bibliotheken van
tweeëntwintig hogescholen*. Sinds de oprichting in 2011 heeft het netwerk zich gewijd aan zijn missie om het
onderwijs en beroepenveld te informeren over het auteursrecht en de mogelijkheden die daaruit voortvloeien. Dit
betekent dat we de readerregeling in de praktijk meemaken samen met de docenten van de hogescholen in
Nederland. Deze praktijk blijkt weerbarstig te zijn. Vooral de vertaalslag van papier naar digitaal heeft ervoor
gezorgd dat de readerregeling een onhandelbaar instrument is geworden. We zetten voor u de knelpunten op een
rij.
Onderwijsmaterialen, met name tijdschriftartikelen, worden via de website van tijdschriften of databanken, digitaal
aangeboden door de uitgevers. Dit materiaal wordt door docenten digitaal gedeeld met studenten, via de digitale
leeromgeving. Wettelijk wordt er bij readers geen onderscheid gemaakt tussen papieren of digitaal gebruik.
Stichting PRO hanteert als definitie voor een digitale reader: één bestand waarin twee of meer artikelen zijn
opgenomen. Een voorbeeld is één .pdf-bestand met daarin verschillende gescande artikelen. Vooral bij het gebruik
van digitaal materiaal in een digitale leeromgeving, ontstaat er dus een probleem met de klassieke readerregeling.
Meestal wordt onderwijsmateriaal in de vorm van individuele artikelen gedeeld binnen een leeromgeving, ingedeeld
in honderden modules. Je kunt wat dit betreft een module niet als een reader beschouwen maar dit is wel zoals
Stichting PRO de huidige readerregeling toepast.
Docenten zijn verplicht om de oplage van readers aan Stichting PRO door te geven. Bij digitale readers is de
oplage het aantal personen dat toegang heeft tot de module binnen de leeromgeving waarin de reader is
opgenomen. Een module binnen een leeromgeving wordt over meerdere jaren aan meerdere en verschillende
groepen studenten gegeven terwijl het ook niet altijd zo is dat studenten met toegang tot de module ook
daadwerkelijk de lessen volgen. In tegenstelling tot een papieren reader is een module dus verre van statisch,
waardoor het verstrekken van oplage gegevens een ingewikkeld gebeuren is. Een leeromgeving is waar het
onderwijsproces zich afspeelt en leent zich niet voor contentbeheer, laat staan readerbeheer.
Naast dit knelpunt rondom de oplage hebben docenten ook last van het omslachtige systeem van toestemming
vragen bij Stichting Pro voor lange overnames. Ook in het vernieuwde webportal dienen docenten zelf hun lange
overnames te uploaden waarbij ze facturen genereren voor hun instellingen, iets dat administratief extra
handelingen oplevert. Docenten proberen daarom lange overnames te mijden, maar lopen daarbij tegen het
maximum aantal woorden aan voor de korte overnames. Ter illustratie: de overname van enkele hoofdstukken van
een lijvig boek overschrijdt wat betreft het aantal woorden het maximum voor een korte overname maar is ten
opzichte van het gehele boek een kleine overname. Daarbij is de manier van tellen van Stichting PRO niet
transparant en heeft het volgen van de readerregeling als gevolg dat docenten zelf kostbare tijd steken in het tellen
van woorden. Komen ze dan toch op een lange overname uit, dan kost het hun daarna ook nog weken tijd en
inspanning voordat ze van Stichting PRO toestemming krijgen voor gebruik. Ook is het onlogisch dat bij een lange
overnamen moet betaald worden voor de hele overname, eerlijker is om te betalen voor de woorden bovenop een
korte overname.
Bij werken die toegankelijk zijn door middel van licenties (via de databanken van de hogeschoolbibliotheken,
gebruikt onder een Creative Commons licentie of verkregen na toestemming door de auteur of uitgever) geeft de
auteursrechthebbende al, onder voorwaarden, toestemming voor gebruik. Over gebruik van deze
onderwijsmaterialen in readers geeft Stichting PRO aan dat er een kopie van de licentie bij de reader moet worden
toegevoegd die naar Stichting PRO moet worden gestuurd ter controle. Dit legt de bewijslast bij de docent neer,
terwijl naar onze mening de readerregeling op deze materialen niet van toepassing is. Als er geen billijke
vergoeding betaald hoeft te worden omdat al toestemming is gegeven, zou er ook geen ingewikkelde procedure
gevolgd moeten worden om te bewijzen dat die toestemming gegeven is.
Samenvattend kunnen we stellen dat de huidige readerregeling tot grote discussie leidt door zaken als de definitie
van een reader, oplage, aantal woorden (digitale teksten zijn daarin fundamenteel anders dan papieren teksten) en
het gegeven dat digitaal materiaal lang niet altijd onder de readerregeling hoeft te vallen. Daarbij leiden de
omslachtige systemen van toestemmingsvereiste en controle tot te hoge administratieve lasten. Zo was bij de
controles die tot nu toe hebben plaats gevonden in de digitale leeromgevingen van hogescholen het volledig
onduidelijk hoe en wat er überhaupt gecontroleerd werd. Daarnaast zijn er onduidelijkheden over bronvermelding
en over controletermijnen. Stichting Pro schrijft voor dat in de bronvermelding het ISBN moet worden opgenomen,
dit is in tegenstrijd met de heersende en algemeen toegepaste bronvermeldingsstijlen (vb. APA). Inzicht in
controletermijnen is nodig met betrekking tot nabestellingen. De auteursrechten informatiepunten van de hbo’s
hechten, net als de uitgevers en Stichting PRO, aan correct hergebruik van werken ten behoeve van het onderwijs
maar ervaren zonder uitzondering dat de huidige readerregeling daar eerder belemmerend dan stimulerend voor
werkt.
Voornoemde punten geven het belang aan dat er bij het ontwikkelen van de toekomstige readerregeling vanuit de
praktijk moet worden gedacht en dat deze regeling recht moet doen aan de fundamenteel andere wereld van
digitalisering. Daarvoor moeten goede definities in de regeling worden opgenomen. Zo moet er overeenstemming
bestaan over de betekenis van korte en lange overnames en de wijze waarop geteld wordt. Het gebruik van lange
overnames zou vereenvoudigd moeten worden door het weghalen van het omslachtige systeem van
toestemmingsvereiste. Een bestendige readerregeling moet daarnaast een goede klachtenregeling bevatten en
duidelijkheid bieden over het controlesysteem. De regeling zou een balans moeten geven tussen de belangen van
de uitgevers en de hogescholen.
Wij hebben begrepen dat het uw taak is de wensen van de verschillende hogescholen met betrekking tot de
readerregeling in kaart te brengen. Als netwerk auteursrechten informatiepunten-hbo vertegenwoordigen wij een
grote achterban binnen het onderwijs en adviseren we onze colleges over deze kwestie. Uiteraard zijn we bereid
om input en feedback te leveren bij de totstandkoming van de nieuwe readerregeling. Deze brief is daarbij een
eerste aanzet. Aarzel dus niet om contact met ons op te nemen. Wij staan u van harte te woord.
Met vriendelijke groet,
Leen Liefsoens (De Haagse Hogeschool) & Sarah Coombs (Saxion)
Voorzitters netwerk auteursrechten informatiepunten-hbo
* Deelnemende hogescholen netwerk auteursrechten informatiepunten-hbo:
1. Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
12. HZ University of Applied Sciences
2. Avans Hogeschool
13. Iselinge Hogeschool
3. De Haagse Hogeschool
14. Katholieke Pabo Zwolle
4. Fontys Hogescholen
15. Marnix Academie
5. Gereformeerde Hogeschool
16. NHL Hogeschool
6. Hanzehogeschool Groningen
17. NHTV internationaal hoger onderwijs Breda
7. HAS Hogeschool
18. Politieacademie
8. Hogeschool Arnhem en Nijmegen
19. Saxion
9. Hogeschool Inholland
20. Stenden Hogeschool
10. Hogeschool Utrecht
21. Windesheim
11. Hogeschool Van Hall Larenstein
22. Zuyd Hogeschool
Bronnen:
• Ammerlaan, T. (2012, 3 februari). ELO, Readerregeling, copyright zaken, en Stichting Pro.
http://bit.ly/1lCl6Bv
• Graaf, M. van der (z.d.). Verkennend onderzoek over de ontwikkelingen m.b.t. de inzet van
(wetenschappelijke) literatuur in het hoger onderwijs in relatie tot de readerregeling.
http://bit.ly/1qhI3cH
• Hogendoorn, P. (2012, 2 augustust). Stichting Pro, of Stichting Retro?. http://bit.ly/1nkvdXj
• Snijders, R. (2011, 28 januari). De readerregeling in het digitale tijdperk: Stichting PRO en
Blackboard. http://bit.ly/1pMnyar
• Snijders, R. (2011, 25 februari). De readerregeling in het digitale tijdperk: links en licenties.
http://bit.ly/1rbKMV1
• Snijders, R. (2014, 15 mei). Over de readerregeling en hergebruik van werken in het onderwijs.
http://bit.ly/SW9sEP