Thema 2: Voortplanting & Ontwikkeling HAVO 4 Boek HAVO A Voortplantingsstelsel van een man • Teelballen: produceren zaadcellen. • Bijballen: opslag van zaadcellen. • Balzak: huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. •

Download Report

Transcript Thema 2: Voortplanting & Ontwikkeling HAVO 4 Boek HAVO A Voortplantingsstelsel van een man • Teelballen: produceren zaadcellen. • Bijballen: opslag van zaadcellen. • Balzak: huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. •

Thema 2: Voortplanting &
Ontwikkeling
HAVO 4
Boek HAVO A
Voortplantingsstelsel van een
man
• Teelballen: produceren
zaadcellen.
• Bijballen: opslag van
zaadcellen.
• Balzak: huidplooi
waarin teelballen en
bijballen liggen.
• Zaadleiders: vervoeren
zaadcellen.
Voortplantingsstelsel van een
man
• Zaadblaasjes:
produceren basisch
vocht dat zaadcellen
activeert.
• Prostaat: produceert
vocht met
voedingsstoffen voor
de zaadcellen.
Voortplantingsstelsel van een
man
• Urinebuis: vervoert
urine en sperma.
• Penis: brengt sperma
in een vagina in. Een
penis bestaat uit:
voorhuid, eikel en
zwellichamen.
• Sperma bestaat uit:
zaadcellen en vocht.
Voortplantingsstelsel van een
vrouw
• Eierstokken (ovaria)
produceren: eicellen,
oestrogenen en
progesteron.
• Eileiders: vervoeren
eicellen.
• Baarmoeder: hierin
vindt de ontwikkeling
van het embryo plaats.
Voortplantingsstelsel van een
vrouw
• Vagina (schede):
• bij geslachtsgemeenschap
komt hierin het sperma
terecht,
• bij menstruatie wordt een
deel van het baarmoederslijmvlies via de
vagina verwijderd.
• En tijdens de geboorte
komt het kind via de
vagina ter wereld.
Voortplantingsstelsel van een
vrouw
• Clitoris: (kittelaar) gevoelig voor seksuele
prikkels.
• Kleine schaamlippen: klieren kunnen slijm
produceren, waardoor de toegang tot de
vagina glad wordt.
• Grote schaamlippen.
Hormonale regeling van de
voortplanting
• Hormonen: stoffen die via het bloed de
werking van bepaalde organen regelen.
• Secretie: de productie en afgifte van stoffen
door cellen.
• Hormonen worden geproduceerd door
hormoonklieren.
Hormonen die een rol spelen bij
de voortplanting
•
•
•
•
•
FSH (follikelstimulerend hormoon)
LH (Luteiniserend hormoon)
testosteron
oestrogenen (hiertoe behoren oestradiol en oestron)
progesteron (zwangerschapshormoon)
Geslachtskenmerken
•
•
•
•
•
Primaire geslachtskenmerken:
Bij jongens:
Balzak en penis
Bij meisjes:
Schaamlippen en vagina
Geslachtskenmerken
• Secundaire geslachtskenmerken:
• Bij jongens: zwaardere stem, zwaardere
spieren, baardgroei, haargroei rond de
geslachtsorganen, in de oksels en vaak op
de borst.
• Bij meisjes: borstontwikkeling, haargroei
rond de geslachtsorganen en in de oksels,
een wijder bekken en een dikkere
onderhuidse vetlaag.
Menstruatiecyclus
• Afbeelding 17 blz. 59 in je boek
• Menstruatiecyclus vindt plaats ongeveer een
maal per vier weken.
• Menstruatie vindt plaats vanaf de puberteit
tot aan de overgangsjaren of menopauze
• De eerste dag van de menstruatie noemen
we de eerste dag van de menstruatiecyclus.
Menstruatiecyclus
• Aan het begin van de menstruatiecyclus:
• follikelrijping in de rijping van de
eierstokken.
• De hypofyse produceert FSH en LH
• Onder invloed van FSH worden follikels
groter en ontstaan er holten gevuld met
vocht.
Menstruatiecyclus
• Onder invloed van FSH en LH produceren
de cellen van de wand van de follikels
oestrogenen.
• Onder invloed van oestrogenen wordt het
baarmoederslijmvlies dikker en gaat het
meer klieren bevatten.
• Oestrogenen stimuleren de hypofyse tot
secretie van meer LH en remmen de secretie
van FSH.
Menstruatiecyclus
• Halverwege de menstruatiecyclus vindt er een
ovulatie (eisprong) plaats.
• Onder invloed van LH neemt neemt een rijpe
follikel veel vocht op en barst open.
• De eicel komt vrij (ovulatie)
• Vindt binnen 12 uur geen bevruchting plaats, dan
gaat de eicel ten gronde.
• Onder invloed van LH ontstaat het gele lichaam
uit het achtergebleven follikelweefsel.
Menstruatiecyclus
• Na de ovulatie:
• Onder invloed van LH blijf het gele lichaam in
stand en produceert oestrogenen en progesteron
• Onder invloed van progesteron wordt het
baarmoederslijmvlies nog dikker en gaat
voedingsstoffen voor het embryo afscheiden.
• Onder invloed van progesteron wordt de secretie
van LH en FSH geremd.
Menstruatiecyclus
• Aan het eind van de menstruatiecyclus:
• Het gele lichaam begint af te sterven,
waardoor de secretie van progesteron daalt.
• Hierdoor treedt menstriuatie op: een deel
van het baarmoederslijmvlies wordt
afgestoten.
• De cyclus begint opnieuw
Zwangerschap
• Geslachtsgemeenschap in een periode van
drie dagen voor een ovulatie en een dag na
een ovulatie kan leiden tot een bevruchting.
• Bevruchting: de kern van een zaadcel
versmelt met de kern van een eicel.
• Een bevruchte eicel noemen we een zygote.
Zwangerschap
• Als de kop van de zaadcel de eicel is
binnengedrongen, ontstaat er om de eicel
heen een bevruchtingsmembraan.
• Dit membraan is dan ondoordringbaar
geworden.
• Bevruchting vindt plaats in een eileider.
• Uit de zygote ontstaat een klompje cellen
door deling (klievingsdelingen zie dia 33).
Zwangerschap
• Innesteling: 5 tot 7 dagen na de ovulatie
nestelt de bevruchte eicel zich in het
baarmoederslijmvlies.
• Zwangerschap > afb. 18 blz. 60
• Het gele lichaam blijft ongeveer 3 maanden
in stand en blijft progesteron produceren.
• Onder invloed van progesteron blijft het
baarmoederslijmvlies dik en klierrijk.
Zwangerschap
• Onder invloed van progesteron wordt de
secretie van LH en FSH geremd.
• Na ongeveer 3 maanden neemt de placenta
de functie van het gele lichaam over.
• De placenta produceert de hormonen:
oestrogenen en progesteron
Seksualiteit
• Seksualiteit kan op verschillende manieren
een rol spelen:
• bij voortplanting
• bij lustbeleving
• bij het onderhouden van relaties.
Seksualiteit
• Heteroseksueel: een persoon voelt zich
aangetrokken tot iemand van het andere
geslacht.
• Homoseksueel: een persoon voelt zich
aangetrokken tot iemand van hetzelfde
geslacht.
• Biseksueel: een persoon voelt zich tot beide
geslachten aangetrokken.
Seksueel geweld.
• Van seksueel geweld is sprake als iemand
een ander persoon dwingt tot seksueel
contact.
• Ongewenste intimiteiten
• Incest
• Aanranding
• Verkrachting
SOA’s
• SOA = Seksueel Overdraagbare Aandoening
• Gonorroe (druiper):
• Ziekteverschijnselen: er komt slijm en etter uit de
penis of vagina en het urineren kan pijn doen.
• Besmetting door: bacterien, intiem lichamelijk
contact met een besmet persoon.
• Genezing: door tijdige behandeling met penicilline
SOA’s
• Syfillis
• Ziekteverschijnselen: aanvankelijk een
zweertje aan de geslachtsorganen, mond,
tong of anus, in een later stadium
verlammingen en geestelijke achteruitgang.
• Besmettingswijze: zie gonorroe
• Genezing: zie gonorroe
SOA’s
• Chlamydia
• Ziekteverschijnselen: vaak afwezig; soms
een waterige afscheiding uit de urinebuis of
vagina, of bloedverlies uit de vagina.
• Besmettingswijze: zie gonorroe
• Genezing: zie gonorroe
SOA’s
• AIDS (Aquired Immnuno Defiency Syndrome)
• een aantasting van het afweersysteem tegen
ziekteverwekkers.
• Ziekteverschijnselen: geen specifieke (!)
• Besmettingswijze: door het AIDS-virus (HIV) via
bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht of
moedermelk van een besmet persoon.
• Genezing: geen (!)
Geboorteregeling
• We spreken van geboorteregeling als een vrouw,
meestal samen met een man, bepaalt of ze een
kind wil of niet.
• Als ze dat niet willen, kunnen ze een anticonceptiemiddel gebruiken.
• Een anticonceptiemiddel is een voorbehoedmiddel
• Als mannen en vrouwen geen kinderen meer
willen kunnen ze zich laten steriliseren.
Geboorteregeling
• Periodieke onthouding met temperatuurmeting: geen geslachtsgemeenschap in de
vruchtbare periode (rond de ovulatie)
• Coitus Interruptus: de man trekt zijn penis
vlak voor de zaadlozing uit de vagina terug.
• De pil: wordt dagelijks ingenomen door de
vrouw
Geboorteregeling
• Condoom: een hoesje van rubber wordt om
de penis geschoven. Een vrouwencondoom
wordt in de vagina gebracht.
• Pessarium: een rubber koepeltje dekt de
baarmoedermond af.
• Zaaddodende middelen: vormen een
barriere voor zaadcellen
Geboorteregeling
• Spiraaltje of ankertje: wordt in de
baarmoeder aangebracht en kan gedurende
een jaar of vijf zwangerschap verhinderen.
• Sterilisatie: de man of vrouw wordt
onvruchtbaar gemaakt doordat zaadleiders
of eileiders worden onderbroken
Afbeelding
• Zaadcel
Embyonale ontwikkeling
• Nadat een eicel is
bevrucht, vinden er
enkele
klievingsdelingen
plaats.
• Klievingsdelingen zijn
delingen waarbij geen
groei plaatsvindt.
Embryonale ontwikkeling
• Het klompje cellen
met embryonaalknop
komt in de
baarmoeder aan.
• Rond het klompje
cellen ontstaat holten,
waar het bloed van de
moeder doorheen
stroomt.
Embryonale ontwikkeling
• De buitenste cellaag vormt het buitenste
vruchtvlies.
• Via uitstulpingen (vlokken) hiervan in de
holten van het baarmoederslijmvlies neemt
het embryo zuurstof en voedingsstoffen op.
• Uit de embryonaalknop ontstaat het
embryo, de hechtsteel en het binnenste
vruchtvlies. (Afb. 40 blz. 73)
Embryonale ontwikkeling
• De hechtsteel ontwikkelt zich tot
navelstreng.
• Het binnenste vruchtvlies geeft aan de
binnenkant vruchtwater af. Het binnenste
vruchtvlies komt tegen het buitenste
vruchtvlies aan te liggen.
Embryonale ontwikkeling
• Afbeelding 41 blz. 74!
• Navelstrengslagaders: hierdoor stroomt
bloed dat rijk is aan koolstofdioxide en
afvalstoffen.
• Navelstrengader: hierdoor stroomt bloed dat
rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen.
Embryonale ontwikkeling
• In de placenta blijft het bloed van de
moeder gescheiden van het bloed van het
embryo.
• In de placenta vindt uitwisseling plaats van
stoffen door diffusie en actief transport.
Embryonale ontwikkeling
•
•
•
•
•
Eeneiige tweeling
Twee-eiige tweeling
Miskraam
Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
Bepaalde ziekteverwekkers of medicijnen
kunnen afwijkingen bij het embryo
veroorzaken.
Nieuwe voortplantingstechnieken
• Verminderde vruchtbaarheid
• Bij mannen:
• hoeveelheid en kwaliteit van sperma neemt
af.
• Mogelijke oorzaken: strakke broeken,
zittende levenswijze
Nieuwe voortplantingstechnieken
• Bij vrouwen:
• Steeds op latere leeftijd hun eerste kind krijgen
• Bepaalde stoffen in het milieu verminderen de
vruchtbaarheid, doordat ze hormoonverstorend
werken.
• De voeding en gezondheidstoestand kunnen
invloed hebben op de vruchtbaarheid
Nieuwe voortplantingstechnieken
• Kunstmatige Inseminatie (KI):
• Kan zwangerschap veroorzaken als de man
onvruchtbaar is.
• In-vitrofertilisatie (IVF):
• Kan zwangerschap verorzaken als de vrouw
onvruchtbaar is.
Geboorte
• De geboorte vindt eigenlijk plaats in drie
fasen:
• Ontsluiting
• Uitdrijving
• Nageboorte
Levensfasen
• Baby
• Peuter
• Kleuter
• Schoolkind
Levensfasen
• Puber
• Adolescent
• Volwassene
• Bejaarde