Transcript Geslachtskenmerken - gametogenese - coïtus

14
A Man of vrouw: bepaald voor de geboorte
B Vorming van gameten
C Coïtus en orgasme
A Man of vrouw: bepaald voor de geboorte
A.1 Geslachtsbepaling
Zaadcel bepaalt het geslacht
Zaadcel met X  meisje
XX
Zaadcel met Y  jongen
XY
MAAR! Elk embryo is in aanleg vrouwelijk
 SRY-gen op Y-chromosoom bepaalt dat
embryo zich als jongen ontwikkeld!
A.2
♀ Voortplantingsorganen
A.3
♂ Voortplantingsorganen
A.4 Secundaire geslachtskenmerken
Vanaf puberteit o.i.v. hormonen:
♂ testosteron
♀ oestrogeen
groter
borstontwikkeling
spiermassa/ sterker
heupen
meer beharing
meer onderhuids vet
diepere stem
kleinere longcapaciteit
…
…
A.5 Tertiaire geslachtskenmerken
verschillen ontstaan o.i.v.
opvoeding en cultuurpatroon
tijds- en plaatsgebonden!
B Vorming van gameten
B.1 Spermatogenese
zaadbuisjes
Spermatogoniën

Leydigcellen 
Spermatozoa
Sertolicellen


Teelbal met bijbal en zaadleider
Zaadbuisjes in teelbal
zaadbuisje
Spermatogoniën

Spermatocyt (prim.) 
Spermatocyt (sec.) 
Spermatide

Spermatozoïde

mitose
meiose I
meiose II
differ.
Hormonale
regulatie
spermatogenese
B.2 Ovogenese
ovariumdoorsnede
primaire follikels
rijpende follikel
follikelcellen
rijpende follikel
zona pellucida
eicelkern
(eicelmoedercel)
follikelcellen
Follikel van De
Graaf
eiheuvel
follikelholte
follikelcellen
Follikelontwikkeling in
ovarium
Trechter
eileider
eierstok
Franjes van de
eileidertrechter
OVULATIE
(SEM)
Geel lichaam
Hormonale regulatie ♀ cyclus
C Coïtus en orgasme
C.1 Coïtus
Dieren  paren bij ovulatie  ‘loops’
 feromonen (♀)
Mensen  verborgen ovulatie 
ander paringsgedrag
C.2 / C.3 Orgasme bij ♂ & ♀
Fasen van seksuele respons bij ♂ & ♀