Criteria persoonlijkheidsstoornis  Langdurig patroon van innerlijk beleven en gedrag dat duidelijk afwijkt van wat verwacht wordt in de eigen cultuur op twee of.

Download Report

Transcript Criteria persoonlijkheidsstoornis  Langdurig patroon van innerlijk beleven en gedrag dat duidelijk afwijkt van wat verwacht wordt in de eigen cultuur op twee of.

Criteria persoonlijkheidsstoornis

Langdurig patroon van innerlijk beleven en
gedrag dat duidelijk afwijkt van wat verwacht
wordt in de eigen cultuur op twee of meer van
de volgende gebieden:




Denken (manieren van kijken naar en interpreteren
van zichzelf, anderen en gebeurtenissen);
Voelen (draagwijdte, intensiteit, labiliteit en gepaste
emotionele reacties);
Functioneren in contact met anderen;
Beheersen van impulsen.
Yvonne Post Uiterweer
1
Vervolg criteria

Dit patroon is weinig flexibel en laat zich zien in
allerlei verschillende persoonlijke en sociale
situaties en leidt tot stress en beperkingen in het
sociaal, beroepsmatig en overig functioneren.
 Het patroon is stabiel en bestaat langdurig, het
begin is terug te voeren op de adolescentie of
de vroege volwassenheid.
 Het patroon is niet toe te schrijven aan een
andere psychiatrische stoornis of effecten van
middelen
Yvonne Post Uiterweer
2
Narcistische persoonlijkheid

Opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid (de
zelfoverschatting lijkt samen te hangen met een zeer
kwetsbaar zelfgevoel);
 Is gepreoccupeerd met fantasieën (bv. rijkdom)
 Gelooft dat hij “heel speciaal” en uniek is;
 Verlangt buitensporige bewondering;
 Heeft het gevoel bijzondere rechten te hebben;
 Maakt misbruik van anderen (vb John);
 Heeft een gebrek aan empathie;
 Is arrogant of hooghartig;
 Is afgunstig of meent dat anderen afgunstig op hem zijn;
Yvonne Post Uiterweer
3
Anti-sociale persoonlijkheid








Anti-sociale of criminele gedragingen;
Oneerlijkheid;
Een onvermogen om zich aan de sociale
normen aan te passen die aan het leven als
volwassenen gesteld worden;
Impulsiviteit;
Roekeloze onverschilligheid voor veiligheid;
Prikkelbaarheid en agressiviteit;
Onverantwoordelijkheid;
Ontbreken van spijtgevoelens.
Yvonne Post Uiterweer
4
Diagnostiek

Aan de hand van de criteria uit de DSM-IV wordt
vastgesteld:
1.
2.


of sprake is van een persoonlijkheidsstoornis
zo ja, welke persoonlijkheidsstoornis(sen) of kenmerken
aanwezig zijn
Deze vorm van diagnostiek wordt classificeren
genoemd. Criteria richten zich op gedragskenmerken.
Definitieve diagnose:
1.
2.
3.
Interview waarbij speciale aandacht wordt besteed aan de
identiteitsontwikkeling, de afgrenzing tussen ik en ander, de
realiteitstoetsing en de wijze waarop angsten, wensen en
impulsen worden afgeweerd.
Interview ontwikkelingsprofiel (voorgeschiedenis)
Vragenlijst(en) naar persoonlijkheidsdimensies.
Yvonne Post Uiterweer
5
Algemene aandachtspunten

Probeer rekening te houden met de
belastbaarheid van de persoon: overvragen leidt
bij hen vaak tot stress.
 Goede individuele begeleiding met het accent
op hun werkactiviteit, werkbelasting en omgang
met anderen.
 Een langzame opbouw van de werkzaamheden
is in dat laatste geval zeker te adviseren.
 Een warme en steunende, niet veroordelende
therapeutische relatie
Yvonne Post Uiterweer
6
Behandeling

Mensen met een anti-sociale, borderline,
theatrale of narcistische persoonlijkheidsstoornis
kampen vaak met forse moeilijkheden in de
interactie met anderen. Zij hebben vaak moeite
met de beheersing van hun impulsen en een
uiterst instabiele identiteit;
 De begeleiding van cliënten met persoonlijkheidsstoornissen, doen het meeste stof
opwaaien.
Yvonne Post Uiterweer
7
Behandeling
Er zijn diverse behandelopties:
(meestal worden div. door elkaar gebruikt)
 Gedragstherapie
 Impulsbeheersing
 Leren inleven (empathie)
 Ontwikkelen van schuldgevoelens
 Stressbestendigheid
 Gevoel van eigenwaarde
Yvonne Post Uiterweer
8
Benadering cliënt M.
Hoewel hij ‘schreeuwt’ om duidelijkheid, is het
niet altijd belangrijk dat de cliënt weet welke
afspraken er zijn, maar veel belangrijker dat wij
weten welke stappen je moet nemen.
 Niet teveel op de inhoud ingaan tijdens
onderhandelingen, wij bepalen wat goed voor
hem is.
 Duidelijk zeggen wat je van hem verwacht

Yvonne Post Uiterweer
9
Huidige afspraken

Bij uitjes (als hij niet mee wil) gaat hij naar een
andere woongroep
 Wij zetten ‘s avonds de tv zachter (vol 3/4)
 Scanner tussen 22.30 en 7 uur uit
 Bij problemen met bewoner komt de cliënt naar
de begeleiding om dit op te lossen. Als hij toch
zelf het conflict aangaat moet hij een extra
avond beneden eten, totdat wij vinden dat hij
weer boven kan eten.
Yvonne Post Uiterweer
10
Vervolg afspraken

Bij weglopen, verliest hij een vast avond boven
eten voor onbepaalde tijd;
 Cliënt luncht bij Langehorst volgens afspraken.
Gaat het mis, dan voortaan lunchen op
woongroep en de hele week beneden eten;
 Cliënt mag op vrijdag en zaterdag zijn biertjes
boven drinken, maar eet dan beneden (hij mag
zelf kiezen)
 Zie verder afspraken zorgplan
Yvonne Post Uiterweer
11
Niet vastgelegde afspraken
 Als
cliënt zonder goede reden (ziek bijv.)
weigert naar zijn werk te gaan:
 je meldt hem dat je hem toch om 9 uur
beneden verwacht (geen discussie);
 zegt hij niet te komen dan vertel je dat het
eerst volgende bezoek van zijn vriendin
niet door gaat.
Yvonne Post Uiterweer
12
Andere tips







Zie de uitdaging;
Positief bekrachtigen (bewonderen);
“Het is een eer om hem te begeleiden”;
Respect en in waarde laten;
Duidelijk regels en afspraken;
Duidelijk zeggen waar het omgaat;
Regie in eigen handen houden;
Yvonne Post Uiterweer
13
Medicatie
Start nieuwe medicatie na voorschrift arts:
 Nieuwe observatiepunten in de rapportage
 Wordt gebracht als medicatie om te slapen en
zich beter te voelen
 Goede observatie van de werking
 Goede observatiebijwerkingen (hoeft cliënt niet
te weten)
Uitproberen voor minimaal 3 maanden
Yvonne Post Uiterweer
14