Fictieanalyse

Download Report

Transcript Fictieanalyse

 Terugblik
op Alleen de boeken
 Uitleg hoofdstuk 11
 Analyse van De rode beuk in groepjes
 Klassikale bespreking
 Perspectief
 Focalisatie
 Herhaling,
waar je betekenis aan toekent
 Tijd
 Beoordelingswoord
en onderbouwing
 Betekenisdragende
eenheid in het verhaal
1.
Intern: binnen de tekst  verhaaltheorie
2.
Extern: buiten de tekst  cultuur- en
literair-historisch motief
denk aan Bijbelse motieven, Oedipus
etc.
Op tekstniveau: concrete motieven onze
focus
1.
Verhaalmotieven (gebonden motieven) 
betekenisvolle eenheden in het verhaal
bouwen met elkaar de fabel
 dynamisch en gebonden: dienen de
fabel, de ontwikkeling van het verhaal,
houden de handeling op gang

Vrije motieven geen onderdeel van de
vertelde geschiedenis

Statisch: dragen niet bij aan de
ontwikkeling van het verhaal, maar wel aan
de betekenis van het verhaal.
Functie: Ze versterken een beeld (van
bijvoorbeeld iemands karakter)

vb.


uitweidingen over natuur, bospad,
voorwerpen
3. leidmotief: letterlijke woorden of
woordcombinaties worden herhaald  draagt
bij aan de betekenis van het verhaal
vb. Keefman:’Ik wil me geheel gaan inzetten
voor de psychiatrisch gestoorde mens’.
Leidmotieven?

In het verhaal Alleen de boeken?

in het verhaal Emigratie
 Verbinden
verschillende verhaalmotieven
met elkaar (dit gebeurt door de lezer)

Verzamelen van informatie:








Verhaalmotieven
Leidmotieven
Vrije motieven
Titel
Motto
Hoofdstuktitels
De inbreng van de lezer is ook van invloed op de
interpretatie: accenten aanbrengen en verbanden
leggen.
Grondmotief: omvat alle andere andere
motieven in zich.
 Het
taalgebruik 
 Door gebruik van beeldspraak  bijdrage aan
interpretatie


Vb. Emigratie waarin talloze metaforen en
vergelijkingen staan  dreigend karakter
Menuet zie bladzijde 281
 Door



gebruik van symbolen
Witte rozen als symbool voor zuiverheid
Een tuin als symbool voor de liefde
Bloed en doornen  voor smart (lijden van
Christus)
 Verteller
 Wie
is er aan het woord?
 Tijd
 Fabel
en sujet
 Ruimte
 Motieven – uitsplitsen
 Personages
 Hoofdstuk
12 en 13 doornemen