Bijeenkomst 2 en 3

Download Report

Transcript Bijeenkomst 2 en 3

Jeugdliteratuur Literatuur historisch overzicht Literaire mindmap Recensies bespreken en herschrijven Plan van aanpak Leesvoorkeurenonderzoek

Drie verschillende visies:  Boeken moeten bijdragen tot een betere wereld (pedagogische benadering: Nellie van Krol)  Het kinderboek benaderen als een kunstwerk (literaire benadering: Theo Thijssen)  Boeken moeten voldoen aan de eisen en behoeften van de kinderen zelf ( vanuit het kind benaderd: Cornelis Veth, avonturenboeken)

Verder als gevolg van het nieuwe kindbeeld:  Vloedgolf van lieve, kneuterige boekjes (Rie Cramer p. 355)  Het levendige, ondeugende kind was gevloerd  Huiselijk realisme (Jan Ligthart), Afkes tiental van Nienke van Hichtum  Herinneringsverhalen (Jongensdagen van Theo Thijssen)  Meisjesboeken  Sentimentele genre over drankmisbruik e.d. (Kruimeltje Chris van Abcoude)  Meer kansen voor spanning en avontuur (Scheepsjongens van Bontekoe Johan Fabricius)

     Jokkentje Anneliesje heeft gejokt Om een tweede koekje!

Anneliesje zit beschaamd In een donker hoekje.

     O wat tikt die nare klok: ‘Jokkebrok, Jok-ke-brok!’ ‘Kom, ga spelen in de zon,’ Zei daareven moesje, ‘Zus en Jan zijn in den tuin.

     Heb je iets mijn poesje?’ O, wat tikt die klok nu raar: ‘Zeg het maar, zeg-het-maar!’ Anneliesje heeft zoo'n spijt, Schreit stil in haar hoekje.

    Heel gauw zegt ze aan moeders oor Alles van dat koekje.

Hoor je, hoe de klok nu doet?

‘Zóó is 't goed - Zóó-is-'t goed!’

  Protestant-christelijke kinderliteratuur: W.G. Van der Hulst Katholieke jeugdliteratuur: J. Nowee: Arendsoog 

Rie Cramer

 

A is een aapje,dat eet uit zijn poot.

B is de bakker,die bakt voor ons brood

 Dan rond 1950 Annie M. G. Schmidt

 1950-1960 scharnierperiode voor de kinderliteratuur  Belangrijkste vernieuwing in de kinderpoëzie Han Hoekstra en Annie M.G. Schmidt (p. 359)  Met humor en fantasie werden de suikerzoete rijmpjes van Rie Cramer verdrongen

  Veel humor Veel fantasie  veel mogelijkheden  Controversieel door onderwerpen en taalgebruik  Geen ideaalbeeld van het brave kind  Ik ben lekker stout  Interview met Annie M.G. Schmidt  Andere dichters: Hans Andreus, Han Hoekstra en Mies Bouhuis in het Parool

 Jeugd was mondiger geworden in de jeugdliteratuur  Antiautoritaire opvoedingsidealen waren van belang voor de ontwikkeling van de kinderliteratuur  Jeugdboeken moesten progressief en maatschappijkritisch zijn  Boeken moesten kinderen mondiger en kritischer maken  Oude rollenpatronen werden omvergeworpen, taboes verdwenen  De kinderboeken moesten over de ‘echte’ wereld gaan Guus Kuijer (Madeliefboeken, Polleke)

 Willem Wilmink – Frekie  Vanuit de realiteit  Andere kijk erop geven   Eindrijm vanzelfsprekend Omdraaiing van rollen   De Stratemakeropzeeshow  Je bent een liegbeest (1972)

 Dood, geweld, verkrachting, armoede, echtscheiding, gehandicapt zijn, drugs, homofilie, misdaad, racisme, milieuverontreiniging e.d.

 Politiek engagement en de derde wereld (Henk Barnard, Miep Diekman, Jan Terlouw)  Op de achtergrond beleven de klassieke genres bestaan (historische en fantasieverhalen kregen een geëngageerd tintje) Thea Beckman, Evert Hartman  Fantasieverhalen (Michael Ende, Anthony Horowitz, Toon Tellegen

      Meer aandacht voor de innerlijke ontwikkeling van de personages Het probleemboek ‘verzachtte’ De behandelde problemen werden herkenbaarder Psychologische romans voor adolescenten: Imme Dros, Jan de Zanger, Mensje van Keulen Gevoelens kregen veel meer aandacht in de boeken ( Anke de Vries, Jacques Vriens) Historische verhalen en oorlogsverhalen werden realistischer en besteedden meer aandacht aan het dagelijkse leven van gewone mensen (Els Pelgrom)

 Meer experimenteren met de vorm  geen vaste strofebouw,    geen metrum, geen eindrijm. wel een natuurlijk ritme,  korte regels, klinkerrijm en medeklinkerrijm.  

De intrede van het vrije vers in de kinderpoëzie

 Accent op vragen als:  Wie ben ik?

  Waar kom ik vandaan?

Wat is de zin van het bestaan?

 Poëzie moeilijker door:  het gebruik van beeldspraak  metaforen en metoniemen  en stijlfiguren als litotes (verkleining) en ellips (weglating)

 Edward van de Vendel  Leendert Witvliet  Ted van Lieshout  Bron:

Literatuur zonder leeftijd. Jaargang 12 · dbnl

Ik steek mijn leven over

in een bootje van mezelf.

Mijn hersens zijn mijn scheepsjournaal,

een opslagruim

van bijna elf.

Ik ben al twaalf,

maar ik ben

leeg van start gegaan.

Ik kan me weggaan niet herinneren

en ook niet waarvandaan.

Hoe moet je niet vergeten?

Hoe hou je wat je hoort?

Het mag wel stevig stormen,

maar ik wil niemand overboord

 Sinds 1985  Dichtwedstrijd voor jongeren van 12 tot 18  Veel materiaal aangeboden  Afsluiting in de schouwburg te Groningen

Eerst een uitleg

6.

7.

8.

1.

2.

3.

4.

5.

Grafische voorstelling op leeg papier Centraal de titel + 1 kenmerkende tekening Dan acht takken: 8 kleuren Rechts: plot, personages, perspectief, tijd en ruimte Links: symbolen, thema en motieven Takken vullen met steekwoorden en tekeningetjes Elke tak kent weer vertakkingen.

Neem genoeg ruimte  A3

 In groepen van 5  Opvallende zaken      Heeft ieder groepslid dezelfde uitgangspunten gebruikt?

Begrippenkader duidelijk?

Vragen bij bepaalde notaties ophelderen Voor welke doelgroep is jouw boek geschikt?

Wat levert deze werkvorm op?

 Afspraken per groepje maken:  Omvang  Aantal woorden?

 Afbeeldingen  Grootte en aantal?

 Bronvermelding: altijd een vereiste!

 Eindredactie?

  Om één stijl te verkrijgen.

Eindredacteur moet goed kunnen spellen!

 Schrijven van een recensie  Zoeken naar goede samenvatting (jeugdliterom)  Vermeld altijd de bron!

 Maak per boek een map met alle informatie     Samenvatting (bewerkt) Recensie Afbeelding Citaten uit het boek

Bespreek in jouw groepje:

 Sterke en zwakke punten van teksten  Waar wil je meer de nadruk op leggen?

 Waar wil je minder het accent op leggen?

 Taakverdeling?

 Onduidelijkheden?

Uitkomsten ervan in het logboek

         Correcte boekgegevens?

Geeft de recensie een indruk van het boek?

Publieksgericht?

 Woordkeus, zinslengte, opbouw, illustraties?

Lengte beperkt?

Inhoudelijk oordeel, karakters, schrijfstijl e.d.

Concrete voorbeelden erin?

Citaat?

Illustratie?

Uitnodigend?

 inhoud  taalgebruik  opbouw  illustraties  personages (flat, round)  begin, eind boek  thema  identificatiemogelijkheden  originaliteit  chronologisch, niet chronologisch

 Plan van aanpak schrijven:  Wie leest welke artikelen?  Verdeling evenredig?

 Waarom kies je deze bronnen?

 Welke tijdsplanning hanteert de groep?

 Wanneer sturen jullie elkaar materiaal?

Google drive als werkplek?

 Waar spreek je af en wanneer?

 Hoe werk je met elkaar?(mailen en/of afspreken)

 Volgorde van werken  Oriënteren: theorie verzamelen en lezen        Richten: welke onderzoeksvragen stel je? Welke bronnen zijn bruikbaar en waarom?

Verwerking van informatie in eigen woorden (bron erbij zetten!) Onderzoeksvragen beantwoorden en conclusies trekken Vragenlijsten samenstellen Uitzetten  verwerken  Vergelijking van theorie en praktijk  conclusies Vertaling naar de website

 Teken in op afsprakenlijst  Ieder groepje kan plannen toelichten  Onderwerpen:     Tijd?

Communicatie?

ICT-vaardigheid?

Bijdrage leveren op weblog

    Starten met leesvoorkeurenonderzoek Bronnenonderzoek doen naar leesvoorkeuren bespreken  informatie in document zetten. Het plan van aanpak Werken aan het zoeken naar bronnen Lezen rondom het thema oorlog  Oorlogswinter    Oorlog zonder vrienden De jongen met de gestreepte pyjama Dagboek van Anne Frank Formuleer geschikte vragen bij je boek om in een groep te bespreken   Het leeskringgesprek