Hoofdstuk 2: Mensen, Instituties en Markten
Download
Report
Transcript Hoofdstuk 2: Mensen, Instituties en Markten
Economie, een Inleiding
Hoofdstuk 2:
Mensen, Instituties en Markten
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
1
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het individuele gedragsmodel
Individuele beslissingen en sociale interacties
Arbeidsverdeling en coördinatie
Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
2
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het individuele gedragsmodel
Individuele beslissingen en sociale interacties
Arbeidsverdeling en coördinatie
Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
3
1. Het individuele gedragsmodel
Model van rationele keuze:
Ieder probeert binnen zijn eigen beperkingen de voor
hem of haar beste resultaten te bereiken
Rationele economische agent
Homo economicus
Formeel wiskundig:
Rationeel keuzegedrag:
Optimaliseren van doelstellingsfunctie
Onder beperkende voorwaarden
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
4
1. Het individuele gedragsmodel
Rationele keuzetheorie maakt echter geen specifieke
veronderstellingen over inhoud van voorkeuren
Meest eenvoudige model neemt aan dat
mensen enkel gericht zijn op hun materiële
eigenbelang;
mensen perfect geïnformeerd zijn;
mensen geen beslissingsfouten maken;
beslissingen van groepen kunnen worden
geanalyseerd als beslissingen van individuen
Traditioneel: individuele beslissingen staan centraal
Echter: sociale interactie en coördinatieproblemen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
5
1. Het individuele gedragsmodel
Bovenstaande (onrealistische) vereenvoudigingen zijn
niet essentieel voor economische benadering
Recente ontwikkelingen in economische theorie:
Beperkende veronderstellingen afzwakken
Verschillen overbruggen tussen sociale wetenschappen
Economie
Sociologie
Psychologie
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
6
1. Het individuele gedragsmodel
Evenwicht:
Rationele agent vindt ‘rust’ als zijn/haar gedrag beste
resultaat oplevert
In dat geval: individueel evenwicht
In relevante economische situaties zijn meerdere
economische agenten betrokken
Evenwicht wordt dan bereikt wanneer geen enkele van
die betrokken economische agenten zijn/haar gedrag wil
aanpassen
Dus: globaal evenwicht
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
7
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1. Het individuele gedragsmodel
2. Individuele beslissingen en sociale interacties
1. Individuele beslissingen
2. Sociale interacties zonder bindende afspraken:
speltheorie
3. Bindende afspraken, sociale normen en
overheidstussenkomst
3. Arbeidsverdeling en coördinatie
4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
8
2.1. Individuele beslissingen
Student geeft zakgeld uit in boekhandel
Individueel evenwicht:
situatie waarin student boeken koopt die hem binnen
gegeven budget het grootste nut opleveren
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
9
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1. Het individuele gedragsmodel
2. Individuele beslissingen en sociale interacties
1. Individuele beslissingen
2. Sociale interacties zonder bindende afspraken:
speltheorie
3. Bindende afspraken, sociale normen en
overheidstussenkomst
3. Arbeidsverdeling en coördinatie
4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
10
2.2.1. Spelers, strategieën en resultatenmatrix
Spel:
situatie waarbij rationele beslissingnemers rekening
houden met onderlinge afhankelijkheid van hun
beslissingen en resultaten
Spelers:
beslissingnemers
Zuivere strategieën:
mogelijke acties
Gemengde strategieën:
mogelijke acties met waarschijnlijkheden
Resultatenmatrix (pay-off matrix):
uitkomsten voor elke speler en elke reeks strategieën
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
11
2.2.2. Het gevangenendilemma
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
12
2.2.2. Het gevangenendilemma
Bekennen is beste optie voor speler 1 indien speler 2
blijft ontkennen
Het vermindert zijn gevangenisstraf namelijk van twee
jaar tot één jaar
Maar ook als speler 2 bekent, kan speler 1 best
bekennen
Hij wordt dan bestraft met acht in plaats van tien jaar cel
Ongeacht wat speler 2 doet, voor speler 1 is het altijd
beter om tot bekentenissen over te gaan.
‘Bekennen’ = dominante strategie
‘Ontkennen’ = gedomineerde strategie
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
13
2.2.2. Het gevangenendilemma
Identiek dezelfde redenering voor gevangene 2
We verwachten dat ook gevangene 2 bekent
Uiteindelijk bekennen gevangenen allebei
Verwachte oplossing is (bekennen, bekennen)
Verwachte oplossing = niet-coöperatief
Oplossing waarbij beiden ontkennen = coöperatieve
oplossing
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
14
2.2.3. Het Nash-evenwicht
Dit is een combinatie van strategieën waarbij geen
enkele speler zijn strategie wenst te wijzigen, gegeven de
verwachte strategie van de andere spelers
Verwachte oplossing die bestaat uit dominante
strategieën, is altijd Nash-evenwicht
Nash-evenwicht hoeft daarentegen niet in te houden dat
er dominante strategieën zijn
Nash-evenwicht is algemener en meer fundamenteel
dan evenwicht in dominante strategieën
Het is ook mogelijk dat er meerdere Nash-evenwichten
bestaan. Of dat er geen Nash-evenwicht is
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
15
2.2.4. Het belang van coördinatie
Het blijft vaak een uitdaging om het gedrag van
verschillende spelers op elkaar af te stemmen
Zie bijvoorbeeld volgend coördinatiespel: the battle of the
sexes
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
16
2.2.4. Het belang van coördinatie
Belang van gecoördineerde strategieën:
Alleen indien beide partijen eenzelfde keuze maken, zijn
pay-offs voor beide partijen positief en wordt een Nashevenwicht bereikt
Er zijn twee Nash-evenwichten, en geen dominante
strategieën. Het is onduidelijk welk Nash-evenwicht
geselecteerd zal worden
Hierin schuilt belangrijke rol voor sociale normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
17
2.2.4. Het belang van coördinatie
Simultaan versus sequentieel spel
Simultaan: imperfecte informatie
Sequentieel: volger heeft informatie over beslissing van
leider (leider kiest eerst)
Stackelberg-evenwicht beschrijft verwachte uitkomst
in dergelijk, vaak voorkomend, leider-volgermodel
Sociale normen kunnen bepalen wie leidt en wie volgt
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
18
2.2.4. Het belang van coördinatie
Volgend coördinatiespel is makkelijker op te lossen:
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
19
2.2.4. Het belang van coördinatie
Coördinatie in onderstaand spel is verre van evident,
zonder voorafgaande afspraken. Afspraken zijn echter
makkelijk te maken:
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
20
2.2.5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere
strategieën
Er zijn ook spelsituaties waarin er geen Nash-evenwicht
in zuivere strategieën bestaat
Een bekend voorbeeld is het matching pennies-spel:
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
21
2.2.5. Er is niet altijd een Nash-evenwicht in zuivere
strategieën
Er bestaat in dit geval geen Nash-evenwicht in zuivere
strategieën
Er bestaat echter wel evenwicht in gemengde
strategieën
Wanneer beide spelers met 50% kans kruis kiezen, en
met 50% kans munt, dan staan ze beiden onverschillig
tegenover wat ander doet en hebben ze er geen van
beiden belang bij om van strategie te veranderen.
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
22
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1. Het individuele gedragsmodel
2. Individuele beslissingen en sociale interacties
1. Individuele beslissingen
2. Sociale interacties zonder bindende afspraken:
speltheorie
3. Bindende afspraken, sociale normen en
overheidstussenkomst
3. Arbeidsverdeling en coördinatie
4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
23
2.3. Bindende afspraken, sociale normen en
overheidstussenkomst
Gevangenendilemma:
Verwachte uitkomst is niet altijd beste uitkomst
Battle of the sexes:
Coördinatie niet altijd evident
Oplossing: afspraken?
Vaak niet nageleefd, want in strijd met prikkels
Afspraken maken wordt makkelijker naarmate spel
vaker herhaald wordt
Tit for Tat: niet-coöperatie van tegenspeler wordt
gestraft met niet-coöperatie in volgende spel
Langetermijnafspraken (en sociale normen) bieden in
veel gevallen langetermijnwinsten
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
24
2.3. Bindende afspraken, sociale normen en
overheidstussenkomst
Veelal zullen sociale normen niet ontstaan, of kunnen
ze moeilijk worden afgedwongen, bijvoorbeeld
Wanneer respecteren van normen een gedomineerde
strategie is
Of meer algemeen: wanneer normgebonden gedrag niet
leidt tot Nash-evenwicht
Wanneer er weinig controle (mogelijk) is
Indien sociale normen niet spontaan ontstaan of niet
worden nageleefd, kan overheidstussenkomst soelaas
bieden
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
25
2.3. Bindende afspraken, sociale normen en
overheidstussenkomst
Overheid als economische agent met dwangmacht
die economische agenten tot bepaalde vormen van
gedrag kan verplichten
die door dwang resultatenmatrix (vb. via straf) kan
veranderen
Informele sociale instituties (normen en afspraken) en
formele politieke instituties (de overheid) kunnen ertoe
bijdragen efficiëntere sociale uitkomsten te bereiken
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
26
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1. Het individuele gedragsmodel
2. Individuele beslissingen en sociale interacties
3. Arbeidsverdeling en coördinatie
1. Traditionele systemen
2. Bevelsystemen
3. Marktsystemen
4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
27
3.1. Traditionele systemen
Tot voor enkele eeuwen domineerde traditie meeste
economische activiteiten
Van vader op zoon…
Sociale normen
Maar wat met veranderingen?
Dualisme tussen traditionele rurale en moderne stedelijke
economie
Zie huidige ontwikkelingslanden
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
28
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1. Het individuele gedragsmodel
2. Individuele beslissingen en sociale interacties
3. Arbeidsverdeling en coördinatie
1. Traditionele systemen
2. Bevelsystemen
3. Marktsystemen
4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
29
3.2. Bevelsystemen
Centrale overheid bepaalt wat er geproduceerd moet
worden, hoe productie georganiseerd moet worden en
wie welke geproduceerde goederen en diensten
ontvangt
Centrale beslissingnemers
Meer aanpassingsvermogen dan traditionele systemen
Maar: informatie- en incentiveproblemen
Omvang van te verzamelen informatie
Kwaliteit van informatie
Economische agenten minder gemotiveerd
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
30
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1. Het individuele gedragsmodel
2. Individuele beslissingen en sociale interacties
3. Arbeidsverdeling en coördinatie
1. Traditionele systemen
2. Bevelsystemen
3. Marktsystemen
4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid, normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
31
3.3. Marktsystemen
Productie en verdeling op basis van beslissingen van
individuele ondernemingen en gezinnen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
32
3.3.1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten
Marktsysteem is gebouwd op basisprincipe van
vrijwillige ruil
Geen incentiveproblemen
Geen informatieproblemen
Iedereen weet voor zichzelf wat best is
Het is echter niet evident dat vrijwillige ruil steeds door
alle partijen als beste optie zal gezien worden
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
33
3.3.1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten
Het is echter niet evident dat vrijwillige ruil steeds door
alle partijen als beste optie zal gezien worden
Beschouw volgend spel:
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
34
3.3.1. Vrijwillige ruil en respect voor eigendomsrechten
Merk op:
(ruilen, ruilen) is geen Nash-evenwicht
Zich bewapenen is dominante strategie
Systeem waarin vrije ruil domineert, veronderstelt
vertrouwen en respect voor eigendomsrechten
In traditionele samenlevingen:
Via normen
In dynamische omgevingen:
Via een behoorlijk werkend rechtssysteem
Dit vereist efficiënte overheid
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
35
3.3.2. Het marktsysteem en de prijs als signaal
Kracht van marktsysteem: signaalwaarde van prijzen
Geen centrale instantie nodig om beslissingen te sturen
Vaak prijsnemerschap: verschillende spelers kunnen
prijzen als gegeven beschouwen
Prijzen
verspreiden informatie doorheen systeem
creëren incentives die economische agenten ertoe
aanzetten om op wijzigingen in de omgeving te reageren
Deze processen verlopen gedecentraliseerd
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
36
3.3.3. Evenwicht
Prijsnemerschap:
Individueel evenwicht kan beschreven worden zonder
rekening te moeten houden beslissingen van andere
economische agenten
Via prijzen komt tevens globaal evenwicht tot stand
Prijzen komen slechts tot rust wanneer
vraag = aanbod
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
37
3.3.4. Marktimperfecties en informatie
Asymmetrische informatie:
Ruiltransactie tussen beter en slechter geïnformeerde
economische agenten
Voorbeeld:
Markt voor tweedehandswagens
Kwaliteit goed of slecht, enkel gekend door verkoper
Verkoper vraagt:
2100 EUR voor slechte wagen, 2700 EUR voor goede wagen
Betalingsbereidheid koper:
2400 EUR voor slechte wagen, 3000 EUR voor goede wagen
Kopers weten: twee derde van alle wagens slecht
Dus: betalingsbereidheid zakt tot verwachte waarde:
2600 EUR (=2/3*2400 EUR + 1/3*3000 EUR)
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
38
3.3.4. Marktimperfecties en informatie
Asymmetrische informatie:
Voorbeeld:
Dus: betalingsbereidheid voor willekeurige wagen zakt
tot verwachte waarde: 2600 EUR (=2/3*2400 EUR +
1/3*3000 EUR)
Aanbieders vragen echter 2700 EUR voor goede
wagens
Gevolg: goede wagens verdwijnen van markt
Averechtse selectie
Missing markets: risico dat markt volledig verdwijnt
Oplossing:
Vertrouwen via reputatie, controlemechanismen, …
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
39
Mensen, Instituties en Markten - Inhoudstafel
1.
2.
3.
4.
Het individuele gedragsmodel
Individuele beslissingen en sociale interacties
Arbeidsverdeling en coördinatie
Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
40
4. Instituties in de reële wereld: markten, overheid,
normen
Geen enkel economisch systeem is
zuivere traditionele economie,
zuivere beveleconomie,
zuiver marktsysteem
Verdelingsaspecten: rechtvaardigheid
Analyse van overheidsoptreden
Politici en ambtenaren – eigenbelang?
Juiste incentives?
Economisch gedragsmodel: heilzaam scepticisme
Instituties zijn niet alleen onvermijdelijk, ze zijn ook
wenselijk
ECONOMIE, EEN INLEIDING 2010
2 – MENSEN, INSTITUTIES EN MARKTEN
© S. COSAERT, A. DECOSTER & T. PROOST
UNIVERSITAIRE PERS LEUVEN
41