Workshop 1 Ontwikkelingspsychologie

Download Report

Transcript Workshop 1 Ontwikkelingspsychologie

Thema 2 Deel 1 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek

Introductie

      Regels/verwachtingen Uitleg lesopbouw en opdrachten Gedrag en beïnvloeding Wat is ontw.psychologie en pedagogiek Soorten ontwikkeling: Lichamelijk/cognitief/sociaalaffectief/seks ueel Afsluiting ontwikkelingspsychologie

Programma Periode 1 Week 1 – Gedrag en beïnvloeding Week 2 – De baby Week 3 – De baby Week 4 – De peuter Week 5 – De peuter Week 6 – De kleuter Week 7 – De Kleuter Week 8 – Het jonge schoolkind Week 9 – Het oudere schoolkind Week 10 – Toets Baby t/m basisschoolkind

Menselijk gedrag   Alles wat mensen doen of juist niet doen.

Verschillende wetenschappen houden zich bezig met bestudering van menselijk gedrag: ◦ Psychologie ◦ ◦ Sociologie Pedagogiek

Gedragsaspecten  We onderscheiden drie belangrijke aspecten van menselijk gedrag: Denken – Voelen – Kunnen    Motorisch aspect Cognitief aspect Sociaal – affectief aspect

Motorisch aspect  Met motorische aspecten van gedrag bedoelen we vaardigheden als: Lopen, springen, kruipen, schrijven Maar ook uit:    Bewegingseigenschappen Uithoudingsvermogen Lenigheid

Cognitief aspect Onder het cognitieve aspect van gedrag valt:      Kennis Inzicht Geheugen Waarneming concentratie

Sociaal – affectief aspect  Sociaal affectieve ontwikkeling hangt samen met de ontwikkeling van de persoonlijkheid.

Samenhang tussen de aspecten Gerlinde is 15 jaar en ziet er ook zo uit (lichamelijke ontwikkeling). Zij heeft echter de verstandelijke vermogens van een kind van acht jaar. Zij is dus verstandelijk beperkt (verstandelijke ontwikkeling). Zij heeft al interesse in jongens en wil echt wel zoenen en knuffelen (seksuele ontwikkeling). Met de gevoelens die dit bij haar losmaakt, weet ze echter geen raad (affectieve of emotionele ontwikkeling). Haar begeleidster op het activiteitencentrum praat hier met haar over. Ze stalt haar gerust door duidelijk te maken dat die gevoelens heel normaal zijn en leert haar hoe zij haar eigen grenzen kan herkennen. Ze leert haar bovendien hoe zij die aan jongens duidelijk kan maken (persoonlijkheidsontwikkeling en sociaal affectieve ontwikkeling).

Gedragsdeterminanten    Psychosociale factoren Aanleg factoren Organische factoren

Psychosociale factoren     Opvoeding, gezinsfactoren Vrienden, relaties Omgevingsfactoren Ervaringen en emoties

Aanleg factoren   Erfelijkheid Persoonlijkheid, temperament

Organische factoren   Lichamelijke factoren Biochemische en hormonale factoren