Bewegingsapparaat 2

Download Report

Transcript Bewegingsapparaat 2

anatomie
Thema 20 Bewegingsapparaat
Spieren: functies
(Voort)beweging
 fixatie:



bescherming:


staan
Zitten
vormen deel lichaamswand
Warmtevoorziening

beweging levert warmte op
(rillen,klappertanden)
Spieren


Een spier is een
weefselstructuur van cellen die
de eigenschap hebben te
kunnen samentrekken
waardoor beweging mogelijk is.
3 vormen:



dwarsgestreept spierweefsel,
glad spierweefsel.
hartspierweefsel
Dwarsgestreept spierweefsel




Onder de microscoop: dwarse
streping
Dwarsgestreept spierweefsel =
skeletspieren
Onder controle van de wil
Werkt snel, maar is snel
vermoeid
Glad spierweefsel

Niet onder controle van de wil
Werkt langzamer maar is
onvermoeibaar

Maag, blaas, darmen

hartspierweefsel

Het hart bestaat uit
hartspierweefsel. Het hart is in
zijn geheel een onwillekeurige
spier die continu werkt.
Elkaar tegen werken

bewegen kan niet met 1 spier

je hebt altijd een 2e spier nodig die
de spier weer terugrekt
deze combinatie
van elkaar
“tegenwerkende”
spieren kom je
over je hele lijf
tegen
Biceps trekt samen,
arm buigt
Triceps trekt samen, arm strekt
Belangrijke begrippen



willekeurige spier kan alleen
verkorten; de spier heeft een
antagonist (tegenwerker) nodig om
weer uitgerekt te worden
Tonus: spierspanning
Spierpomp: De spierpomp in het
been vormen het belangrijkste
mechanisme om het bloed vanuit de
voet (tegen de zwaartekracht in) via
de aderen weer terug naar het hart te
vervoeren.
Spierpomp
Borstwandspieren:

Tussenribspieren zorgen voor de
borstademhaling
Middenrif

Het middenrif ( diafragma) Is een
grote koepelvormige spier die
borstholte afsluit van de buikholte

ERG belangrijk bij de ademhaling!
gewrichten

Bewegen en buigen gebeurt met behulp van
gewrichten en spierkracht.

Gewrichten zitten op plekken waar twee of
meer botten bij elkaar komen.

Spieren lopen over de gewrichten heen, van
het ene bot naar het andere.

Ze zitten via pezen aan het bot vast.

Als je spieren zich samentrekken, dan
trekken ze aan de botten zodat er beweging
in je skelet ontstaat.
Hoe ziet een gewricht eruit?



De uiteinden van de botten die in een
gewricht bij elkaar komen zijn bedekt
met kraakbeen.
Kraakbeen dempt de schokken
Tussen het kraakbeen zit een vloeistof
die werkt als een smeermiddel.
(gewrichtssmeer=synovia)
Hoe ziet een gewricht eruit?


Aan weerszijden van een gewricht
zitten gewrichtsbanden.
Ze zorgen voor stabiliteit als je
beweegt en houden de botten op hun
plaats.
Verschillende soorten
gewrichten


Je hebt verschillende soorten
gewrichten die allemaal eigen
bewegingsmogelijkheden
hebben.
De manier waarop een gewricht
kan bewegen hangt af van zijn
vorm
scharniergewricht

bijvoorbeeld het
ellebooggewricht en het
kniegewricht
kogelgewricht

bijvoorbeeld het
schoudergewricht en het
heupgewricht
Rolgewricht

Het gewricht waarmee het
spaakbeen en de ellepijp om
elkaar heen kunnen draaien
ellipsvormig of eigewricht

bijvoorbeeld het bovenste
polsgewricht
zadelgewricht

bijvoorbeeld het gewricht tussen
handpalm en duim
draaigewricht

bijvoorbeeld de twee bovenste
nekwervels: de atlas en de
draaier
botten

functie





Vormgeven aan het lichaam
het beschermen van interne organen
maken(samen met spieren) beweging
mogelijk
betrokken bij de vorming van nieuwe
bloedcellen.
mineraalopslag.
Botten: de bekleding


de binnenlaag van het botvlies
(periost) kan botcellen vormen
de aangroei van een nieuw bot, na
een botbreuk, begint hier
Beenmerg

In het rode beenmerg van de
platte botten ( bekken,
borstbeen, ribben ) worden
nieuwe bloedcellen gemaakt