AMP: Organisatieleer Mintzberg - De heer drs. W.M. Egberink MBA

Download Report

Transcript AMP: Organisatieleer Mintzberg - De heer drs. W.M. Egberink MBA

MINTZBERG
Een gereedschapskist voor
organisatieontwerp
Organiseren

“Knippen en “plakken”

Taken verdelen en samenwerken

structuur en cultuur
Mintzberg: een manier van kijken
“Öne best way” versus contingentie-theorie
 Management vanuit irrationele principes
 Strategie is –niet zelden- georganiseerde
chaos
 Management is meer een vaardigheid dan
een te onderrichten wetenschap
 Taak van de manager is inspireren

Folklore en Feiten
. Folklore: de manager is een
bedachtzame,systematische plannenmaker

Feit: managers werken in meedogenloos
tempo, actiegericht (hekel aan lang
nadenken);kenmerken van activiteiten:
korte duur, discontinuiteit,verscheidenheid
Folklore en Feiten

Folklore: de effectieve manager verricht
geen vaste werkzaamheden

Feiten: managementswerk kent vele vaste
verplichtingen (rituelen, plichtsplegingen)
Folklore en Feiten

Folklore: de topmanager stuurt door
gebundelde informatie (MIS)

Feiten: Managers hebben voorkeur voor
mondelinge media,telefoontjes en
besprekingen
Folklore en Feiten

Folklore: Management is een wetenschap en
een vak

Feiten: de programma’s van managers
(tijdsindeling, inforamtieverwerking,
besluitvorming) blijven diep in het brein
opgesloten
Mintzberg (algemeen)
Geboren 1930
 Hoogleraar McGill University (Montreal),
INSEAD (Fontainebleau)
 Veel gevraagd spreker
 Aanzet tot synthese

Mintzberg: Literatuur
The nature of managerial work (1973)
 Impediments to the use of management
information (1975)
 The structuring of organisations (1979)
 Power in and around organisations (1983)
 Structure in fives: designing effective
organisations (1983)

Mintzberg: literatuur
Mintzberg on management: inside our
strange world of organisations (1989)
 The strategy process (1995)
 The rise and fall of stretegic planning
(1996)
 The strategic safari (1999)

Sleutelbegrippen






Machiavelli (ca. 1500) . Macht, Opportunisme
Smith (ca. 1750)
. Arbeidsverdeling,
productiviteit
Taylor (ca. 1900)
. Organisatie produktie,
efficiency
Weber (ca.1910)
. Bureaucratie
HRM (ca. 1945)
. Informele organisatie
Revisionisme (ca. 1950) . Synthese
Sleutelbegrippen (vervolg)

Contingentiebenadering (ca. 1965)
Managementtechniek
afhankelijk van situatie

Crosby (ca. 1985)
Kwaliteitszorg

Mintzberg (ca. 1979)
Configuraties (7)

Peters (ca. 1982)
Managementprincipes
voor goede
bedrijfsvoering
Sleutelbegrippen (vervolg)

Drucker (ca 1980)
Kennis als essentiele
produktiefactor

Porter (ca 1980)
Strategie en
concurrentievoordeel

Hammer (ca 1990)
Herstructureren van
bedrijfsprocessen
7-S-Model (Mc Kinsey)









(vergelijk Morgan)
1. Structuur
2. Cultuur
3. Strategie
4. Sleutelvaardigheden
5. Systemen
6. Stijl
7.Staf/personeel
>>Structure follows strategy
H
H
H
Gist-Brocades (Deel 1)






Toelichting en opdracht (vingeroefening)
1. Analyseer in 4 groepen van de studenten de case
2. Beschrijf in algemene zin de structuur, cultuur,
coordinatiemechnismen, omgeving, parameters
>welke wijzigingen in de loop van de jaren?
3. Welke knelpunten zie je (en
oplossingsrichting(en)) vanuit de RVB-positie;
met andere woorden: wat ga je doen?
Verzoek een presentatie voor te bereiden.
Fusie DSM & Gist Brocades
(1998)
Enkele artikelen (globaal) lezen
 Vragen (individueel beantwoorden)
 1. Waarom is gekozen voor een fusie?
(externe ontwikkelingen/”win”punten)
. 2. Welke (toekomstige) knelpunten
verwacht je?
. 3. Voorspel de organisatie van beide
organisaties in 2025?

Bedankt voor uw aandacht