Informele zorg

Download Report

Transcript Informele zorg

Informele zorg in de wijk
[email protected]
Lilian Linders
Fontys Hogeschool Sociale Studies
06 50242166
27 november 2012
Platform Samenwerkende
Ouderenorganisaties Brabant
1
Waar ga ik het over hebben?
•
De zorgzaamheid in onze samenleving
•
Drie vooronderstellingen beleidsmakers
•
Mijn bevindingen
•
Wat betekenen deze voor de vooronderstellingen?
•
Wat betekenen deze voor professionals, vrijwilligers,
mantelzorgers etc.
2
Het zit wel snor met de zorgzaamheid
3
Bezuinigen op mantelzorg?
•
Toch denkt de overheid dat er nog iets te halen valt
bij mantelzorg
•
Niet de beschikbaarheid maar de belastbaarheid
van de mantelzorger is het probleem
•
Maatschappelijke veranderingen maken de
omstandigheden waarop mensen voor elkaar zorgen
moeilijker
4
Drie vooronderstellingen
beleidsmakers
•
Meer buurtcohesie leidt tot meer burenhulp
•
Er is een (dreigend) tekort aan informele zorg
•
Gezonde mensen helpen kwetsbare mensen
5
Geïndividualiseerd buurschap
• Sociale afstand ten aanzien van ‘de buurt’ is wat mensen
willen
• Toch helpen mensen: één op één
• Op basis van een persoonlijke relatie
• Veel mensen geven zonder er direct iets voor terug te
willen: ‘compensatiedrang’ kan leiden tot irritatie
• Slecht zichtbaar voor anderen
• Geïndividualiseerd buurschap is nadeel voor kwetsbare
bewoners, w.o zwaar belaste mantelzorgers
6
Latent buurschap
• Handelingsverlegenheid
• Vraagverlegenheid: vooral bij mantelzorgers speelt
vraagverlegenheid een grote rol
• Acceptatieschroom
7
Oorzaken vraagverlegenheid
• Angst voor afhankelijkheid: mensen voelen zich
onafhankelijker als ze professionele steun ontvangen
i.p.v. informele zorg
• Het is gemakkelijker te geven dan te ontvangen
• In controle willen blijven
• Het accent op eigen kracht
• Negatief beeld van de samenleving: onderschatting
hulpbereidheid van anderen
8
De lamme helpt de blinde
• Soort zoekt soort en dat geldt ook voor mensen die
elkaar helpen
• Informele helpers zijn vaak mensen die zelf fysieke en/of
psychische problemen hebben
9
Conclusies t.a.v. de vooronderstellingen
•
Meer buurtcohesie leidt tot meer burenhulp:
Buurtcohesie is geen voorwaarde voor burenhulp
•
Er is of dreigt een tekort aan informele zorg:
Vraagverlegenheid is een groter probleem voor het tot
stand komen van informele zorg dan onvoldoende
aanbod
•
Gezonde mensen helpen kwetsbare mensen
De ‘lamme helpt de blinde’
10
Hoe verder met het stimuleren en ondersteunen van
informele zorg?
•
Latente hulpbereidheid in samenleving manifest
maken
•
Rekening houden met de constatering dat mensen
minder vraagverlegen zijn bij mensen die zijn zoals
zijzelf
•
In plaats van werken aan buurtcohesie en
buurtparticipatie meer gericht informele zorg
stimuleren
11
Hoe kun je informele zorg organiseren?
•
Een professional mag niet accepteren dat hij/zij
het enige contact in iemands leven is
•
Altijd kijken naar de steunende mogelijkheden
van de omgeving
12
Versterken sociale netwerken
•
Niet alleen outreachend werken maar daarna ook
verbindend werken (Prinsejagt)
•
Met aandacht voor wederkerigheid: het is vaak
gemakkelijker te geven dan te ontvangen: kijk dus
ook naar wat iemand te bieden heeft.
•
Vergeet de (expertise van) de mantelzorger niet
- Familie als bondgenoot
- Methode familiezorg
13
Hulpbereidheid zichtbaar maken
•
Negatieve beeldvorming werkt als een selffulfilling
prophecy
•
Overheden e.a. organisaties hebben de taak de
hulpbereidheid in de samenleving zichtbaar te
maken
- positieve campagnes
•
Ook specifieke interventies zoals
huiskamergesprekken kunnen de hulpbereidheid in
een straat of buurt zichtbaar maken
14
Minder accent op zelfredzaamheid, autonomie
•
We moeten mensen leren te vragen (en ‘nee’ leren
incasseren)
•
Ideaal van autonomie nuanceren: Niet alleen
spierballentaal over eigen kracht maar ook ruimte
bieden voor kwetsbaarheid in onze samenleving
•
Individualisering is mooi, maar mensen zijn sociale
wezens
•
Ook communiceren naar burgers dat de
verzorgingsstaat niet alles op kan lossen
15
Versterken sociale netwerken
•
Professionals moeten ‘tussen de oren krijgen’ dat ze
kijken naar de steunende mogelijkheden van de
omgeving
- EKC’s, Netwerkcoach (Mezzo)
•
Bij elkaar brengen van vraag en aanbod met
aandacht voor wederkerigheid
- TijdvoorElkaar ( ‘roosjes’ bleken niet te werken)
•
Gemeenten kunnen faciliteren dat kwetsbare
mensen dichter bij hun sociale netwerk wonen
16
Versterken sociale netwerken
•
Outreachend èn verbindend werken
- Bijv. ‘Achter de voordeur’ GGZ i.s.m. woningcorporatie
•
Wmo werkplaats:
•
Ook mantelzorgconsulenten en indiceerders kunnen
waar nodig aanschuiven aan de ‘keukentafel’ en
ondersteuningsbehoefte mantelzorger meenemen
17
Oog voor inschakelen vrijwilligers
•
Als er geen sociaal netwerk is dan kunnen
professionals zich richten op het organiseren van
een steunend netwerk, bijv. m.b.v.: vrijwilligers
- Bijv. Homestart
- Humanitas
- Zonnebloem
- Maatjes, Buddy’s, vriendendiensten
- via actieve buurtbewoners
- Zelfhulpgroepen, lotgenotencontacten
18
Vragen?
19