Wereld – Arm en Rijk

Download Report

Transcript Wereld – Arm en Rijk

Wereld – Arm en Rijk
Hoofdstuk 1
Genoeg voor iedereen?
Planning



Uitleg paragraaf 1.3
Afspreken pw
Zelfstandig werken paragraaf 1.3
Korte herhaling begrippen
Ondervoeding en honger
►Wereldwijd 850 miljoen
mensen ondervoed.
- 95% van ondervoede
mensen leeft in
ontwikkelingslanden
► Begrippen
● (Definitie FAO / Food and Agriculture
Organization)
- Honger = wanneer iemand
gedurende langere tijd minder
energie binnenkrijgt dan 1690 kcal
per dag (kwantitatieve honger)
-Hongersnood= een acuut gebrek
aan voedsel in een samenleving
-Kwalitatieve honger= Een verminderde
lichamelijke conditie die optreedt vanwege
een eenzijdige samenstelling van het
voedsel
-Ondervoeding = de voedselvoorraad is
niet voldoende om een persoon te
voorzien in zijn dagelijkse
energiebehoeften
-Chronische ondervoeding = Wanneer
een persoon voortdurend te weinig of te
eenzijdig eten binnenkrijgt
Chronische ondervoeding
● Meest
voorkomende vorm
van honger
● Kinderen met
opgezwollen buik
lijden aan
kwashiorkor
- Dit ontstaat door
kwalitatief eenzijdige
voeding met weinig
eiwitten
Voedselzekerheid
● Recht op voedselzekerheid is vastgelegd in de
Universele Verklaring van Rechten van de
Mens
Voedselzekerheid = ieder mens moet in staat
zijn om voldoende voedsel van voldoende
kwaliteit te eten, zodat een goede gezondheid
mogelijk is
Meten doet weten
►Voedselonzekerheid is het hoogst in
Afrika
►Vaststellen voedselonzekerheid,
d.m.v. voedselbalans
Voedselbalans= de verhouding
tussen de voedselvoorraden en de
consumptie van voedsel in een
gebied
Voedselbalans wordt vergeleken met
de dagelijkse energiebehoeften
Plussen en minnen
►Voordelen meetmethoden: goedkoop +
snel toepasbaar op beschikbare gegevens.
Nadelen:
● Cijfermatige gegevens zijn alleen per land
beschikbaar, of op provinciaal niveau.
● Statistieken in ontwikkelingslanden(owl)
zijn onvolledig en onbetrouwbaar
● Het is haast onmogelijk om
groepsgegevens te herleiden tot
persoonlijk of gezinssituaties
Globalisering en beschikbaarheid
van voedsel
► Figuur 1.32!
► Droog graan is goed
houdbaar,
tarweoverschotten
opgeslagen en
verhandeld.
 Een kijkje in de
supermarkt zegt genoeg!
Producten komen van
over de gehele wereld.



Levensmiddelen worden over de gehele
aarde getransporteerd. Daarom spreekt
men ook wel van geglobaliseerde
landbouw.
De prijs van een gewas word dan ook
bepaald door de wereldmarkt.
(wereldmarktprijs).
Productie is niet constant:
prijsschommelingen op de wereldmarkt
Transporttheorie van Ullman



1)
2)
3)
4)
Geldt voor alles dat je kunt transporteren
(bijvoorbeeld: Goederen, diensten en
mensen).
VB: Waarom verlaten mensen een gebied
(A) om in een ander gebied (B) een nieuw
bestaan op te bouwen?
De theorie bestaat uit vier elementen:
Complementariteit
Tussenliggende mogelijkheid/hindernis
Transporteerbaarheid
Afstandsverval
Complementariteit

Het aanvullen van elkaars regio.
De ene regio heeft iets wat de andere regio niet heeft.

VB: Waarom verlaten mensen een gebied (A) om in een
ander gebied (B) een nieuw bestaan op te bouwen?

Gebied B heeft iets wat gebied A niet heeft!
En andersom; Gebied A heeft iets wat gebied
B niet heeft. (ze vullen elkaar aan).




Denk hierbij aan het push-pull model:
Economische redenen (werk ed)
Politieke redenen (veiligheid)
Sociaal-culturele redenen (taal/godsdienst)
Tussenliggende
gelegenheid/hindernis


VB: Waarom verlaten mensen een gebied (A) om in een ander
gebied (B) een nieuw bestaan op te bouwen?
In het kort:


Tussenliggende gelegenheid: Een betere of zelfde omstandigheden die
aan je wensen voldoen.
Tussenliggende hindernissen: Heeft te maken met de relatieve afstand;
De tijd, geld en moeite die je er voor moet doen. (dichtbij wordt ver
weg).
Transporteerbaarheid


VB: Waarom verlaten mensen een gebied (A)
om in een ander gebied (B) een nieuw bestaan
op te bouwen?
Dit hangt af van de transporteerbaarheid van de
mensen.

Die zijn afhankelijk van:
Kosten
 Het vervoersmiddel
 Toestand van de infrastructuur

Afstandsverval


Dit wil zeggen; Hoe verder gebieden uit
elkaar liggen des te meer de interactie
afneemt.
Het is namelijk zo dat je sneller een
tussenliggende gelegenheid tegenkomt,
waar je gemakkelijker transporteerbaar
bent.
Transporttheorie van Ullman


1)
2)
3)
4)
Geldt voor alles dat je kunt
transporteren (bijvoorbeeld:
Goederen, diensten en mensen).
De theorie bestaat uit vier elementen:
Complementariteit
Tussenliggende mogelijkheid/hindernis
Transporteerbaarheid
Afstandsverval
Landbouwsubsidies
● Westerse landen: hoge productiviteit per
arbeidskracht. Kapitaalintensieve productie
alleen mogelijk dankzij landbouwsubsidies.
Filmpje landbouwsubsidies

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060712_eulandbouwbeleid
Invoertarieven
● Rijke landen eisen vrijhandel voor
exportproducten, maar schermen
tegelijkertijd de sectoren van hun eigen
economie af die bedreigd worden door
concurrentie uit ontwikkelingslanden →
invoertarieven (= protectionisme).
De oplossing van de voedselcrisis
Oplossing van de voedselcrisis
► Voedseltekort kan op 2 manieren
verholpen worden:
1) kijken naar vraagzijde; betere verdeling
2) sleutelen aan aanbod; vergroten
productie
De Groene Revolutie
► Groene Revolutie = De sterke stijging van de
landbouwproductie in de arme landen als gevolg
van de toepassing van nieuwe graanvariëteiten.
Vernieuwingen vonden plaats vanaf 1970.
 Opbrengst per hectare nam sterk toe
 Er is meer nodig voor grotere productie (denk
aan kunstmest, irrigatiemethoden,
landbouwvoorlichting)
Nare bijsmaak
► Nadeel Groene Revolutie: allerarmsten
gingen er niet op vooruit.
● Groene Revolutie heeft geleid tot een
toenemende ongelijkheid en verarming op
het platteland. Ook ecologische bezwaren

- Te veel grondwater onttrekken
- Verkeerd gebruik meststoffen
- Te veel bestrijdingsmiddelen




Grote boeren hebben een betere toegang
tot de nieuwe productiemiddelen dan kleine
boeren.
Kleine boeren zijn afhankelijk van grote
boeren.
Duurzame landbouwmethoden en oude
grassoorten dreigden verloren te gaan
Groene Revolutie gaat gepaard met
toenemende productie voor de markt en
voor de export  dus minder inkomsten.
De Genenrevolutie: knippen en
plakken
► Door te sleutelen aan het genetisch
materiaal van planten zijn de
mogelijkheden om meer en beter voedsel
aan te bieden vrijwel onbeperkt geworden
www.gentech.nl/index.php/fileman
ager/download/5/brochure%20gro
en%20revo%20genen%20revo%2
0def.pdf
Wat is GM?
► Genetische Modificatie (GM) = een
hoogontwikkelde technologie waarbij
genen van een plant, dier of microorganisme in het DNA van een ander
organisme wordt ingebracht.
● Productiviteit kan hierdoor verhoogd
worden.
Sedert de commerciële introductie in 1996, neemt de teelt van
transgene gewassen (genetische gemodificeerde
landbouwgewassen) mondiaal elk jaar toe.
http://images.google.nl/imgres?imgurl=http://www.milieurapport.be/Upload/Main/MiraData/MIRAT/02_THEMAS/02_20/02_20_05/02_20_05_01/02_20_05_01FIG/02_20_05_01FIG.PNG&imgrefurl=http://www.milieurap
port.be/default.aspx%3FPageID%3D86%26ChapID%3D2855%26NodeID%3D4250&h=458&w=765&sz=9&hl=nl&start=6
&um=1&tbnid=pv8rxTJ1Ipue1M:&tbnh=85&tbnw=142&prev=/images%3Fq%3DGenetische%2Bmodificatie%2B%252B%
2Blandbouwgewassen%26svnum%3D10%26um%3D1%26hl%3Dnl%26sa%3DN
● Tegenstanders vinden dat het niet aan de
mens is om soortgrenzen te doorbreken.
 Sceptici voorspellen dat door GM de kloof
tussen arm en rijk in de wereld zal
toenemen.
 Tevens bestaat de zorg dat genetisch
gemanipuleerd voedsel de gezondheid van
mens en milieu zal schaden.
 Toepassing van GM-rassen staat de
aanpak van armoede en ongelijkheid in de
weg.
Voor nu:


Afspreken pw
Zelfstandig werken paragraaf 1.3
►Factoren van invloed op
voedselprobleem:

Fysische (droogte)

Ecologische (insectenvraat)





Technologische (geen toegang tot
landbouwmachines)
Politieke (oorlog)
Culturele (etnische discriminatie)
Economische (hoge belastingen en
huren)
Demografische (grote bevolkingsgroei)