Symptomen van een psychose

Download Report

Transcript Symptomen van een psychose

Op weg naar samenwerking.
Een kijk op psychose en de
behandeling ervan
Michaël Loots, teamcoördinator
dr. Sandra Geys, psychiater
Veerle Feytongs, psycholoog
Sonja Van Roy, verpleegkundige Dagkliniek 't Knooppunt
Doel van deze bijeenkomst

Informatie betreffende psychose
 Symptomen
 Ontstaan
 Behandeling

Algemeen
Aanbod afdeling
Informatie rond werking afdeling
Psychosezorg en dagkliniek

Tips

Informeel vragenmoment met een drankje
Wat is een psychose?
Een verzameling van ervaringen,
symptomen, en klachten waardoor een
verlies van contact met de werkelijkheid
ontstaat of de wereld anders wordt
waargenomen
Wat is een psychose?

Een complexe psychiatrische aandoening
 Veel verschillende symptomen
 Geen enkel uniek symptoom dat alle
patiënten hebben
 Veel kenmerkende symptomen
Verschillende soorten
psychose

Psychotische stoornis door een middel

Kortdurende psychotische stoornis

Waanstoornis

Schizo-affectieve stoornis

Schizofrenie

Gedeelde psychotische stoornis

Psychotische stoornis door een somatische aandoening

Delirium

Dementie gerelateerde psychose

Depressie met psychotische symptomen

Post partum psychose

Autisme gerelateerde psychose
Symptomen van een
psychose

Beïnvloeden alle gebieden van het
menselijk leven
 De waarneming
 Het denken
 Het handelen / het gedrag
 De gevoelens
 Het algemene functioneren
Stoornissen
van gedrag
Stoornissen
van het denken
Stoornissen van
de waarneming
Stoornissen
van gevoelens
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Symptomen van psychose

Stoornissen van de waarneming
 Hallucinaties
-
Dingen zien (beelden, visioenen)
-
Dingen horen (stemmen)
-
Dingen voelen in het lichaam
-
Dingen ruiken / smaken
Stoornissen
van gedrag
Stoornissen van
de waarneming
Stoornissen van
het denken
Stoornissen
van gevoelens
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Symptomen van psychose

Stoornissen van het denken
 Niet helder kunnen denken
 Verwardheid
 Achterdocht
 Wanen
-
Achtervolgingswaanzin
Grootheidswaanzin
Religieuze wanen
Symptomen van psychose

Stoornissen van het denken (cognitieve
symptomen)
 Aandacht
 Concentratie
 Probleemoplossend vermogen
 Plannen en uitvoeren taken
 Geheugen
Stoornissen
van gevoelens
Stoornissen van
denken
Stoornissen
Van gedrag
Stoornissen van
De waarneming
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Symptomen van psychose
Handelen en gedrag

Overactiviteit

Minder tot dingen komen

Snel en veel spreken

Weinig en trager spreken

Bizar gedrag


Moeite om dingen vol te
houden
Sociale teruggetrokkenheid

interesseverlies
Stoornissen
van gedrag
Stoornissen van
het denken
Stoornissen van
gevoelens
Stoornissen van
de waarneming
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Symptomen van psychose

Stoornissen van de gevoelens
 Afgevlakt affect
-
Minder tonen / uiten van emoties
 Minder emotioneel aanspreekbaar
 Minder genieten van dingen
 Depressie
 Angst
Symptomen van psychose

Stoornissen van gevoelens
… soms het gevolg van andere symptomen
 Angst
 Spanning
 Depressie en suïcidaliteit
Stoornissen van
de waarneming
Stoornissen
van het denken
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Stoornissen
van gevoelens
Stoornissen
van gedrag
Symptomen van psychose

Moeilijkheden op het vlak van algemeen
functioneren
 Aangaan en volhouden van relaties
 Studie en werk
 Dagelijkse activiteiten
 Vrije tijd
 …
Positieve en negatieve
symptomen
Positieve of negatieve symptomen ≠ goede of slechte
symptomen
Verstoring / overmaat
van een gewone functie
1. Het denken
• Ongewone gedachten
• Meer of extreem wantrouwig
zijn
• Meer met religieuze zaken
bezig zijn
• …
2. Het waarnemen
• Stemmen horen die anderen
niet horen
• …
Afname van normale
functies
• Minder energie hebben
• Zich lusteloos voelen
• Zich vaak alleen
terugtrekken, weinig contacten
• Minder emoties uiten
Impact van psychose op
het dagelijkse leven

Beperkt sociaal functioneren

Beperkt sociaal netwerk

Belasting voor familieleden

Beperkte kwaliteit van leven
Wat gebeurt er bij
psychose?
Een complexe stoornis van de werking van de hersenen
Prikkels worden van de ene hersencel naar de andere
overgebracht via chemische stoffen.
Wat gebeurt en bij
psychose?
Dopamine: een chemische stof in de hersenen
Te weinig dopamine
Dopamine
uit evenwicht
Te veel dopamine
Gebrek aan controle
= overweldigd door
niet-gefilterde indrukken
=  wilskracht,  initiatief
= wanen, hallucinaties
Wat gebeurt er bij
psychose?
Dopamine: een chemische stof in de hersenen
Te veel dopamine
= overweldigd door
niet-gefilterde indrukken
= wanen, hallucinaties
Psychose begrijpen
Kwetsbaarheid-Stress model
KwetsbaarheidStressmodel
Kwetsbaarheid
=
Vatbaar zijn voor
≠
Zwakte
Kwetsbaarheid voor psychose
= knoop in de balk
Kwetsbaarheid voor psychose
Deze kwetsbaarheid maakt dat mensen
onder invloed van stress een psychose
kunnen ontwikkelen
Kwetsbaarheid voor psychose
= knoop in de balk
Verklaard door…

Foutieve wisselwerking tussen
verschillende hersencellen

Erfelijke factoren

Ontwikkelingsstoornissen
Kwetsbaarheid voor psychosen
Kwetsbaarheid
Erfelijkheid
Stress
Cannabis,
andere drugs,
alcohol,
…
Hoofdtrauma
Problemen bij de geboorte
Ongezonde
Leefgewoonten
Verstoring
Dag/nachtritme
Psychosociale
factoren
Verstoring in de werking van de hersenen
Psychose
Ken uw stressfracturen
Onvoorziene zaken
relatiebreuk
financiële problemen
alcohol, drugs
werk & opleiding
klagende buur
Kwetsbaarheid
Individueel
Medicatie
Gezin / familie
Omgeving
Is psychose erfelijk?
Psychose komt frequenter voor bij
families van mensen met psychose
 Meerdere genen noodzakelijk


Complexe erfelijkheid
Niet de aandoening maar de
kwetsbaarheid wordt doorgegeven
Hoe wordt de diagnose
gesteld?
Bronnen van informatie

Symptomen en klachten van de persoon

Observatie van de persoon

Informatie van anderen
Hoe wordt de diagnose
gesteld?
Essentiële informatie

Duur van de symptomen en klachten
 Dagen, weken, maanden,…

Ontstaan van de problemen
 Plots, sluipend, uitlokkende factoren,…

Invloed op functioneren

Verloop in tijd
Aanvullende onderzoeken

Lichamelijke evaluatie
 Lichamelijk onderzoek
 Bloedonderzoek
 Toxicologisch
onderzoek
- Alcohol, drugs,…
 EEG

Psycho-sociale evaluatie
 Psychologisch onderzoek
 Sociale evaluatie
Van symptomen naar
diagnose
Belangrijkste symptomen bepalen de
vermoedelijke / eerste diagnose
 Duur en verloop van de klachten bepalen
uiteindelijke diagnose

Een definitieve diagnose stellen
neemt tijd
Diagnose
Verschillende soorten psychosen
 Schizofrene psychose diagnose met
strikte criteria

 Langdurige stoornis (6 maanden)
 Periode van minimaal 1 maand actieve
symptomen
 Invloed op functioneren
Hoe vaak komt het voor?


Hoeveel personen zullen binnen een jaar
de stoornis ontwikkelen?
1/10 000 per jaar
Hoeveel personen lijden op bepaald
moment aan de stoornis?
2.5 – 5/1 000

De kans dat iemand in de loop van het
leven de stoornis zal ontwikkelen
1/100 of 1 %
Aspecten van schizofrene
psychose

Begint meestal tussen 20 en 30

Bij mannen vroeger dan bij vrouwen

Groep vrouwen met laattijdig begin

Frequentie M = V
Aspecten van schizofrene
psychose

Komt voor in alle culturen, landen en
sociale klassen

Verschillen tussen landen voornamelijk
door verschillen in diagnose

Stabiel doorheen de tijd
Aspecten van schizofrene
psychose

Mensen met een hoger risico
 Psychose in de familie
 Kwetsbare persoonlijkheid
 Misbruik van middelen
Verloop en resultaat
STABILISATIE
REMISSIE
HERSTEL
Vroege
tekens
Eerste
episode
HERVAL
LANGDURIG
ZIEK
Verloop
Functioneren & Symptomen
Goed
Trage
Ervoor =
aanvang=
“Premorbide” “Prodromaal”
Chronisch =
± Stabiel Recidief
Op & neer =
Progressie
Zwak
10
20
30
“Kritieke periode”
40
50
60
Leeftijd
Evolutie
Invloed van de
risicofactoren
NIET
BEINVLOEDBAAR
BEINVLOEDBAAR
+
-
• Drugs, Amfetamines, Alcohol
• Stress: kritiek, verlies van structuur,
nieuwe situaties,…
+
• Antipsychotica
• Psychosociale interventies
• Psychotherapieën
Hoofdtrauma
Problemen
bij geboorte
Premorbide
Prodromale
verschijnselen
Crisissen
Chroniciteit
Kwetsbaarheid
10
20
30
40
50
60
Doelstelling: evenwicht
bewaren (herval voorkomen)
Functioneren & Symptomen
Goed
Trage
Ervoor =
aanvang=
“Premorbide” “Prodromaal”
Chronisch =
± Stabiel Recidief
Op & neer =
Progressie
Zwak
10
20
30
“Kritieke periode”
40
50
60
Leeftijd
Evolutie
Resultaat van
behandeling
Functioneren & Symptomen
Goed
Remissie
Gedeeltelijke verbetering
Premorbide
Prodromale
verschijnselen
Crisissen
Chroniciteit
Zwak
10
20
30
40
50
60
Leeftijd
Behandeling van psychose
De rol van medicatie
Behandeling van psychose

Uitbouwen van steunpunten
 Medicatie
 Individueel
 Familie
 Omgeving

Triade
Samenwerking patiënt – familie –
hulpverleners

Langdurige zorg
Hoe werken de hersenen
Complex orgaan
Gebieden
Banen
Zenuw
vezels
Neurotransmitters
Prikkel
overdracht
Hoe werken antipsychotica
Dopaminehypothese
Gemeenschappelijk werkingsmechanisme
 Amfetamine en psychose



Alle antipsychotica blokkeren
dopaminereceptoren
Verband tussen therapeutisch effect en
neveneffecten op spieren
Behandeling van psychose
Acute psychose
Lijmen en spalken van de balk met medicatie
Kwetsbaarheid
voor psychose
Medicatie is
LIJM
Acute behandeling
POSITIEVE SYMPTOMEN
ANGST
DEPRESSIE
COGNITIEVE SYMPTOMEN
BIJWERKINGEN
NEGATIEVE SYMPTOMEN
Medicamenteus
behandelingsdoel
prefrontaal
Te weinig dopamine
mesolimbisch
Dopamine
uit evenwicht
Gebrek aan “DRIVE”
Teveel dopamine
= overweldigd door
niet-gefilterde indrukken
=  wilskracht,  initiatief
= wanen, hallucinaties
Negatieve symptomen
positieve symptomen
Meer dopamine
Antipsychotica
Minder dopamine
= meer interne motivatie
= meer afstand/betere filter
= minder negatieve symptomen
= minder positieve symptomen
Overzicht antipsychotica
Oude AP









Clopixol
Dipiperon
Etumine
Fluanxol
Haldol
Imap
Impromen
Orap
…
Nieuwe AP













Abilify
Invega
Leponex
Risperdal
Risperdal Consta
Serdolect
Seroquel
Solian
Xeplion
Zeldox
Zyprexa
Zypadhera
…
Mogelijke ongewenste
effecten of nevenwerkingen













Beven, spierstijfheid, spierkrampen, bewegingsdrang: “EPS”
Onwillekeurige bewegingen
Gewichtstoename
Sexuele problemen
Diabetes / cholesterolverhoging
Verhoogde hartslag
Lage bloeddruk
Droge mond, moeilijk urineren, constipatie, troebel zicht:
“anticholinerge problemen”
Speekselvloed
Borstontwikkeling, melkverlies, gespannen borsten:
“hyperprolactinaemia”
Sufheid
Gevoelsvervlakking, minder creativiteit
...
Verschillende soorten
geneesmiddelen
Anticholinergica
Stemmingsstabilisatoren
Antipsychotica
Antidepressiva
Slaapmiddelen
Kalmeermiddelen
Belang van medicatie
HERVAL
ZONDER MEDICATIE
94%1
binnen de 2
jaar
MET MEDICATIE
omstandigheden)
3154%2
binnen de 2
jaar
MET MEDICATIE
16%3
binnen de 2
jaar
(normale
(optimale
omstandigheden & regelmatig contact)
Er bestaan verschillende
vormen van medicatie
Tabletten / capsules
Druppels / orale oplossing
1 of meerdere keren/dag
1 of meerdere keren/dag
1 of meerdere keren/dag
Zeer accuraat & soepel
Kan men innemen zonder water
Spuit 1 of 2 keer/maand
Smelttablet
Spuit 1 of 3 keer/dag
1 of 2 keer per maand
(onderhoudsmedicatie)
Bij acute gevallen
(agitatie/agressie)
Medicatie werkt zeer geleidelijk
Snel, maar kortwerkend
Onderhoudsbehandeling

Blijvend controleren van symptomen

Voorkomen van terugval

Grote kans op herval na stoppen van
medicatie

Verbeteren niveau van functioneren
Waarom
onderhoudsbehandeling

Risico’s van herval voor de patiënten
 Traumatische ervaring
 Na elke episode meer blijvende symptomen
 Verlies van werk
 Verlies van sociale contacten / vrienden
 meer isolatie
Hervalpreventie

Draaglasten
 verminderen
 wegnemen
Steunpilaren
 verbreden
 nieuw

Farmacotherapie
Psychotische Kwetsbaarheid
MEDICATIE
Vermijden van een tweede
herval is cruciaal
Goed
Functioneren
eerste episode
Trage
Ervoor =
aanvang=
“Premorbide” “Prodromaal”
eerste herval
tweede herval
Chronisch =
± Stabiel / Recidief
Op & neer =
Progressie
Zwak
10
20
30
“Kritieke periode”
40
50
60
Leeftijd
Besluit

Antipsychotica zijn essentieel maar ook
onderdeel van een geïntegreerde
benadering van de behandeling met:
 Individuele steun
 Steun van familie
 Informatie (psycho-educatie)
 Vaardigheidstraining
 Interventies op sociale domeinen, wonen en
activiteit (rehabilitatie)
Psycho-sociale en
therapeutische behandeling
Situering van de afdeling
-doelgroep

-visie
 Werking van de afdeling

Hoe omgaan met acuut of chronisch
psychotische personen
Situering van de afdeling

Doelgroep
Mensen die lijden aan schizofrenie, schizo-affectieve stoornis,
manisch – depressieve psychose of andere psychotische
stoornissen (al dan niet sec. middelenmisbruik), zowel in
acute (max 5), herstel- als chronische fase
30 bedden, gesloten structuur

-
Visie
Zorg op maat (zie verschillende programma’s, individueel en
groepsaanbod)
Langdurige zorg (opnameduur + nazorg)
Multidisciplinaire zorg
Belang van vertrouwensrelatie
Psycho-educatie (stress-kwetsbaarheidsmodel)
Betrekken van patiënt en zijn omgeving
Werking van de afdeling
(1)
-
Geleidelijke opbouw therapieschema
(therapeutisch aanbod, oriëntatiefase,
behandelfase, ontslagfase) en twee
behandelgroepen (doe en inzichtgevend gericht)
-
Doelstellingen
 Verhogen van inzicht in de aandoening (PE)
 Verwerken van de diagnose en een plaats geven
in je levensverhaal (narratieve psychotherapie)
 Positieve maar realistische verwachtingen voor de
toekomst
 Zicht krijgen op eigen stressoren (intern en
extern)
Werking van de afdeling
(2)
Stressoren verminderen (vb door traumaverwerking,
eigen denken kritisch bekijken, stop druggebruik,
EE niveau in familie verlagen, rouwverwerking,
sociale problemen aanpakken…)
Er anders mee leren omgaan (emoties uiten via
gesprek, crea of muziek, sporten, relaxatie,
problemen actief aanpakken…)
Hiervoor is het soms nodig nieuwe vaardigheden aan
te leren (sociale vaardigheden, emotionele
vaardigheden, planningsvaardigheden,
probleemoplossende vaardigheden, cognitieve en
meta-cognitieve vaardigheden)
Werking van de afdeling
(3)
Mensen helpen om structuur te brengen in hun
leven
Zoektocht aangaan naar interesses, sterktes en
beperkingen, vrijetijdsinvulling, huishoudelijke en
werkmogelijkheden (via ergo, arbeidszorg,
ontspanningsuurtje, wandeling, marktbezoek,
kook, observatiehuis...)
Mensen aanmoedigen tot aangaan en onderhouden
van sociale contacten, zicht krijgen op eigen
rol/plaats in de groep (groepsergo, muziek,
crea…)
Werking van de afdeling
(4)
- Betrekken van patiënt en familie
Patiënt: na 1 maand en daarna om de 3 maand
kernteamoverleg met patiënt, teamcoördinator,
vp, SD en psycholoog + rode map
Familie: bij begin en eind v opname gesprek bij
psychiater, tussentijds eventueel familie- of
koppelbegeleiding bij psycholoog, ondersteuning
bij problemen door SD en vp + reeks van 3
familieavonden (PE)
Hoe omgaan met… (1)
1) Acute psychose
 Probeer wanen niet weg te praten, voor de
persoon zijn ze werkelijkheid





Toon openheid, begrip en luisterbereidheid
Spreek op een rustige toon, korte zinnen,
duidelijke taal, checken of hij het begrepen heeft
Probeer er achter te komen wat de persoon voelt
en denkt, tentatief (zou het kunnen dat…)
Blijf eerlijk en duidelijk; jouw wereld-mijn wereld
Geef eigen gevoelens en grenzen aan (dit kan
hier niet, dit kan voor mij niet)
Hoe omgaan met… (2)

Voorzichtig objectief benoemen wat je ziet en ev.
concretiseren van symptomen en verwijzen naar
de psycho-educatie (bij personen die reeds
behandeling achter de rug hebben en die je al
langer kent)
2) Chronisch
Verschil: niet willen – niet kunnen, zie negatieve
symptomen (oa weinig energie, weinig emoties
kunnen tonen en hierdoor ongeïnteresseerd
lijken, weinig initiatief, cognitieve problemen)
Informatie doseren, meegeven op papier, vaak
herhalen, samen planningen maken, stimuleren
zonder betuttelen of dwingen...
Hoe omgaan met… (3)
Moeilijk evenwicht tussen:
-geen over- of onderstimulatie (risico op
stress geven of passief maken), daarom
best stap voor stap opbouwen zo merk je
wanneer je het plafond bereikt hebt
-niet overnemen maar ondersteunen en
patiënt als volwassene zelf
verantwoordelijk laten zijn (dwz niet de
taak in zijn plaats doen maar hem de
mogelijkheden/hulpmiddelen geven om
het zelf te doen)
Dagkliniek ‘t Knooppunt
Doelgroep

Mensen die lijden aan:
 Schizofrenie
 Manisch-depressieve psychose
 Schizo-affectieve stoornis
 Psychotische stoornis NAO

+/- 15 mensen per dag:
 Minimum 1 dag per week
 Maximum 3 dagen per week
Team

psychiater, Dr. Geys

Verpleegkundige

Therapeutische medewerker

Ergotherapeut

Maatschappelijk assistent

Psycholoog

Teamcoördinator
(1)
(0.8)
(0.8)
(0.20)
(0.5)
Doel

Ondersteuning in zelfstandig leven

Bieden van structuur

Steun voor thuisbasis

Uitbouw van sociaal netwerk

Opname voorkomend/hervalpreventie

Inzichtelijk werken (signalen herkennen,
rouwverwerking)
Werking

Medicamenteuze opvolging

Psycho-sociale begeleiding

Aanbieden van een duidelijke dag- en
weekstructuur

Stimuleren van sociale contacten

Activiteiten
(zowel inzichtgevende als ontspannende activiteiten)
Werking

Mogelijkheid tot inschakeling in arbeidszorg:
trajectbegeleiding waar arbeidsvaardigheden
geobserveerd en bijgestuurd worden, eventueel
ter voorbereiding op beschutte/sociale
werkplaats of reguliere werkcircuit
 Fietsenatelier
 Houtatelier
 Industriële werkplaats
 Hofploeg

Intern en extern begeleid werken
(Steinerschool, tuincenter, metser…)
Aanmelden




GGZ-partners Kempen (huisartsen, psychiaters) kunnen
rechtstreeks aanmelden als het een gekende psychiatrische
problematiek is
Voor cliënten die niet gekend zijn bij de GGZ-partners Kempen of
voor wie de diagnose of problematiek nog onduidelijk is, is er
vanaf 21/5 voor alle aanmeldingen een aanmeldingsteam
Wie mag aanmelden bij het aanmeldingsteam:
- Huisdokter
- Politie
- CAW
- Spoed
Infosessie i.v.m. aanmeldingsteam op 15 mei