Hst1 - ashramgeschiedenis.nl

Download Report

Transcript Hst1 - ashramgeschiedenis.nl

Centralisatie en reformatie (1477-1555)
§ 1.1
Oriëntatiekennis
• Opkomst van de steden
– Branbant & Vlaanderen (12e – 16e eeuw)
– De Hanze steden (12e – 15e eeuw)
– Verschuiving naar het Westen (13e eeuw - )
• Centralisatie
– Bourgondiers
– Habsburgse Rijk
– Opstand der Lage Landen; Staten Generaal
• Imperialisme
– Opkomst 15e eeuw: Spanje en Portugal
• Kerk en staat
– Wie heeft de macht in het land; wereldlijke macht vs geestelijke macht
• Kerkhervorming
– Calvijn en Luther
Europa 1600
Instap smartboard
-
+
Frankrijk
+
Spanje
Republiek
-
Engeland
1450
1500
1550
Einde 15e – 16e eeuw
1600
1650
Gouden Eeuw
1700
1750
Zilveren Eeuw
1800
Slot
De politieke, religieuze en economische
voorgeschiedenis en de geschiedenis van de
Republiek in de periode 1477 – 1702 en zijn
internationale context (die overigens beperkt is
tot Spanje*, Engeland en Frankrijk)
Periode
1477-1555
1555 -1588
1588 -1648
1648 -1702
• De facto buitenland vanaf 1588 (of 1581?),
pas “de jure na de Vrede van Munster in 1648
Vanaf ± 1500 politiek van centralisatie in Engeland en Frankrijk
Kern: vergroten koninklijke macht door:
•Macht hoge adel beperken ( concurrenten voor de troon)
•Oprichten koninklijke rechtbanken
•Rechtspraak platteland door lagere adel
•Verbod prive legers (geweldsmonopolie)
•Vergroten ambtenarenapparaat
•Uniforme regelgeving
•Eenheid van godsdienst (problemen door Reformatie!)
Vooral overeenkomsten tussen beide landen.
Wel belangrijk verschil: Parlement Engeland blijft van betekenis
Franse parlement (Staten Generaal) praktisch uitgeschakeld.
Huis Tudor
Henry VII
Henry VIII
Edward VI
Jane
Mary I
Elizabeth I
Huis Stuart
Jacobus I
Charles I
1485-1509
1509-1547
1547-1553
1553
1553-1558
1558-1603
1603-1625
1625-1649
Republiek (Commonwealth & Protectorate)
O. Cromwell 1649-1658
Charles II
1660-1685
Jacobus II
1685-1688
Glorious Revolution
William III of Orange
and Mary II 1689-1702
Engeland
1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk
• Centralisatie in Engeland
– Aan het eind van een roerige periode (oorlogen/opstanden) kwam
Hendrik VII (Tudor) op de troon.
– Hij regeerde een kwart eeuw waarin
• Hij het gezag van de koning herstelde
• De macht van de koning versterkte door centralisatie ten koste van
• A) de edelen, door
– hun invloed adel terugdrong door privélegers te verbieden en
– invloed van de hoge adel op de rechtspraak beperkte
• B) de steden, door
– hun zelfstandigheid deels terug te schroeven
– de lage adel kreeg op het platteland veel te zeggen, waarbij zij sterk
werden aangestuurd door het centraal gezag in London
1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk
• Centralisatie in Engeland
– Het Parlement bleef echter een sterk tegenwicht voor de
vorstelijke macht
• De koning vroeg voortdurend toestemming voor allerlei zaken aan het
Hogerhuis (Hoge adel) en het Lagerhuis (Lage adel en de steden)
Frankrijk
Huis Valois
Frans I
Hendrik II
Frans II
Karel IX
Hendrik III
1515 - 1547
1547 - 1559
1559 - 1560
1560 - 1574
1574 – 1589
Huis Bourbon
Hendrik IV
1589 - 1610
Lodewijk XIII 1610 – 1643
(kardinaal Richelieu 1e minister)
Lodewijk XIV 1643*-1715
1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk
• Centralisatie in Frankrijk
– In 1461 besteeg Lodewijk XI de troon na een lange periode van
meer dan honderd jaar van oorlogen, opstanden en gevechten
om de troon
• hij maakte het Koninklijke leger sterker
• ontbond alle privélegers
• stelde Koninklijke rechtbanken in
– De Staten Generaal had echter weinig te vertellen; de koning
streefde naar absolute macht.
• De Koning was volgens het Romeins Recht boven de wet verheven én
kwam van God.
• In de prakrijk waren natuurlijk steden, provincies en de hoge edelen in de
Provence behoorlijk zelfstandig
1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk
• De Reformatie
– De Reformatie zorgde voor veel onrust in de samenleving. De
vorsten wilden (vanzelfsprekend) maar een godsdienst en dit
leidde tot grote spanningen en vervolging.
– Het lag wel aan de vorst in kwestie welk geloof werd gevolgd en
hoe hard men tegen anders gelovigen optrad.
– Onder Hendrik VIII leidde zijn onstuimige huwelijks-“beleid”
zelfs tot een scheuring met Rome en ontstond de Anglicaanse
kerk (1534), hetgeen resulteerde in
• Plundering en opheffing van kloosters
• Vertaling van de Bijbel in het Engels
• Echter, de strekking van het geloof bleef sterk katholiek totdat Hendrik VIII
werd opgevolgd door zijn 9-jarige zoon. Gedurende zijn regime werd de leer
protestants
1.1 De Koningen van Engeland en Frankrijk
• De Reformatie
– De Franse koningen bleven Rooms Katholiek. Rome en Parijs
konden goed door een deur.
– Uiteindelijk werden (van 1534) protestanten vervolgd. Dit kwam
doordat de koning en andere gezaghebbers zich bedreigd
gingen voelen door de groeide aanhang van protestanten.
• Ketters werden opgespoord en brandstapels klaargezet
• Desalniettemin bleef het aantal protestanten groeien en de vervolging en
onderdrukking van deze geloven werd opgeschroefd.
Soevereiniteit over de Nederlanden (in wisselende samenstelling)
Huis van Bourgondië
Filips de Goede
1433 – 1467*
Karel de Stoute
1467 – 1477
Maria v Bourgondië 1477 - 1482
Huis Habsburg
Maximiliaan I / Margaretha van Oostenrijk 1482 - 1515
Karel V
1515 – 1555
Filips II
1556 – 1588
(vanaf 1568 opstand o.l.v. Willem van Oranje )
Republiek (vanaf 1588 soevereiniteit bij Staten Generaal)
Landsadvocaat (voorz. SG) Huis Oranje-Nassau (stadhouders)
v. Oldenbarnevelt
Maurits (1585-1625)
(1586-1619)
Frederik Hendrik (1625-1647)
Willem II (1647-1650)
Johan de Witt (1650 – 1672) 1e stadhouderloze tijdperk
Willem III (1672 – 1702)
* betr. soevereiniteit over de Nederlanden)
Centralisatie en reformatie
§ 1.2
1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en
de Habsburgers
• Het Duitse Keizerrijk en Frankrijk
– De Nederlanden waren aparte staatjes (Gewesten). De
Noordelijke Nederlanden behoorden tot het Duitse Keizerrijk; de
Zuidelijken bij Frankrijk
– De Gewesten waren in de 14e en 15e eeuw grotendeels
zelfstandig
– De Gewesten werden bestuurd door de staten waarin edelen,
geestelijken en steden vertegenwoordigd waren.
– De steden waren goeddeels zelfstandig; de adel bestuurde het
platteland
1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en
de Habsburgers
• De Bourgondiërs grijpen de “macht”
– Gedurende de 15e kwamen steeds meer Gewesten onder de
Bourgondische Kroon
– De Bourgondiërs trachten het bestuur meer te centraliseren
•
•
•
•
Ze verplaatsen hun hof naar Brussel
Er werd een hoogste rechtbank ingesteld
En in 1466 werd de Staten Generaal voor het eerst bijeengeroepen
Met de SG maakte het hof ook afspraken over centrale belastingen
• De Habsburgers krijgen de “macht”
– In 1477 stierf de laatste Bourgondische koning op het slachtveld.
Hij had geen zoons en zijn dochter volgende hem op. Zij trouwde
met een Habsburger
Bourgondische Rijk
1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en
de Habsburgers
• De Habsburgers krijgen de “macht”
– Deze Habsburgers waren de leverden vorsten aan het Duitse
keizerrijk, Oostenrijk en uiteindelijk ook het Spaanse rijk. Zo
kreeg Karel V (1515) een groot rijk in handen.
• Karel V
– In 1515 werd Karel uitgeroepen als heer van de Nederlanden;
uiteindelijk erfde hij Spanje (1516) en Oostenrijk (1519).
– Hij dankte zijn macht vooral aan het rijke en machtige Spaanse
Rijk.
Karel V (1500-1558)
canonclip
Habsburgse Rijk
1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en
de Habsburgers
• Karel V
– Zette de centralisatie politiek van de Bourgondiërs voort.
– De Gewesten hielden echter hun privileges.
– Wel vormde hij drie nieuwe centrale raden (1531)
• De Raad van State
– Advies orgaan van Hoge Adel voor de koning,
• De Geheime Raad
– Hoge ambtenaren en rechtsgeleerden, die wetten opstelden
• De Raad van Financiën
– Overleg met de Gewesten voor centen
1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en
de Habsburgers
• Karel V
– Stelde een landvoogd aan om gedurende zijn afwezigheid de
Nederlanden te besturen. Dit was om loyaliteitsredenen altijd
een familielid.
– Stelde – evenals de Bourgondiërs – stadhouders aan om
namens hem de Gewesten te besturen. Hiervoor koos hij
mensen uit de hoge adel. [waarom?]
1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en
de Habsburgers
• Het feitelijke beleid van Karel V
– Hij zat altijd in geldnood (door oorlogen). Om dit af te dekken
voerde hij vaste belastingen in.
•
Hij voerde de Tiende Penning in
– Hiermee belaste hij onroerend goed en hief accijnzen op bier, wijn en
geweven stoffen
– Ook voerde hij oorlog in de Nederlanden en voegde Friesland,
Overijssel, Utrecht, Groningen en Gelre aan zijn rijk toe.
– Tevens dwong hij Frankrijk afstand te doen van haar claim op de
Zuidelijke gewesten.
• Hierdoor ontstond in 1548 de staatkundige eenheid van de zeventien
Nederlanden. Het Duitse Keizerrijk en de Staten Generaal – de staten via
een eed – stemden hiermee in. Filips bedje leek gespreid!
Centralisatie en reformatie
§ 1.3
1.3 Karel V en de Reformatie
• Reformatie in Duitsland
– In 1517 zette Maarten Luther de aanval in op een aantal
dogma’s en praktijken van de Kerk van Rome
– Een aantal belangrijke kritiekpunten
• Aflaten waren volgens hem onchristelijk en oplichterij
• Het ware geloof was dat van de Bijbel en niet van hetgeen Rome
dicteerde
• De kerk mocht niet tussen God en de mens staan
• Aanbidden van heiligen was onchristelijk
Luther nagelt zijn stellen aan de deur
van de kerk in Wittenberg Luther
SchoolTV
3 min
1.3 Karel V en de Reformatie
• Reformatie in Duitsland
– Luthers ideeën en prediken leidde in Duitsland tot
• Boerenopstanden o.l.v. predikanten, en tot onrust in de steden
• Echter, Luther pleitte voor sociale gehoorzaamheid én
kerkhervormingen
• Veel Duitse vorsten hadden hier wel oren naar:
– Los komen van Rome en zelf leider van de protestantse
kerk worden én al haar eigendommen overnemen/inpikken
– Karel V trachtte het protestantisme te onderdrukken, maar
moest bakzeil halen. Na een lange oorlog met loyale Duitse
vorsten tegen de afvallige vorsten en steden gaf hij de strijd
op in 1555.
» Vrede van Augsburg
» waarin werd vastgelegd dat elke Duitse vorst zelf
bepaalde welk geloof zijn onderdanen mochten volgen
Karel V (1500-1558)
1.3 Karel V en de Reformatie
• Reformatie in de Nederlanden
– Naast mensen zoals Rotterdamse Humanist Erasmus,
die sterke kritiek had op de Kerk (Lof der Zotheid) maar
binnen de Kerk bleef, waren er ook veel “afvalligen” die
zich bekeerden tot het protestantisme
– Karel V trad hard tegen hen op
• Onder hem werden ongeveer 1200 protestanten
terechtgesteld, hetgeen vergeleken met andere
landen weinig was.
• Oorzaak: veel protestanten werden door
stadsbesturen, de gewestelijke besturen en edelen
beschermd.
– Waarom:
» men was enige mate tolerant én weigerde het recht
(privilege) uit had te geven aan het centraal bestuur
Extra voor VWO over Erasmus
Desiderius Erasmus 1466(?) -1536
•Tijdgenoot van Luther
•Was het op veel punten eens met Luther’s
kritiek op de kerk, maar koos zeer bewust
niet voor een scheuring
Reden: angst voor chaos en
oorlog, voorkeur voor hervorming binnen
de RK kerk.
•Erasmiaanse traditie: verdraagzaamheid,
godsdienstvrijheid, vrijzinnigheid.
•In de Nederlanden navolging in kringen
geleerden en regenten
•Historische figuren in Erasmiaanse lijn o.a.
Willem van Oranje, Johan van
Oldenbarnevelt, Armenius, Johan de Witt
Erasmus
20 min
1.3 Karel V en de Reformatie
• Reformatie in de Nederlanden
– In 1555 kwam openlijk protestantisme bijna niet meer
voor.
– In gedrag hadden de meesten zich aangepast
(ofschoon niet iedereen meer naar de kerk ging).
– Echter, de kritiek bleef!
• De sympathie voor het protestantisme nam toe
• En een kleine groep organiseerde eigen
kerkdiensten
• Eén wijziging: de bevolking voelde steeds meer
voor het calvinisme in tegenstelling tot eerder het
lutheranisme.
1.3 Karel V en de Reformatie
• Reformatie in de Nederlanden
– Calvijn
•
•
•
•
Legde nog meer de nadruk op de Bijbel
Een mens moest sober en vroom leven en de Bijbel bestuderen
Gods plan met jou stond allang vast (enkeltje hel óf hemel)
Overheid en kerk moesten samen toezien op de gedragingen van
de mensen
• Maar als de overheid haar plicht jegens haar onderdanen
verzaakte, kon de plicht tot gehoorzaamheid ophouden
Centralisatie en reformatie (1477-1555)
§ 1.4
1.4 Economie en maatschappij in de
Nederlanden
• Vlaanderen en Brabant
– Waren in de 14e t/m 16e eeuw de economische motor van de
Gewesten
– In 1477 woonde meer dan 40 procent van de 2,5 miljoen
mensen hier
– De urbanisatiegraad was meer dan 30 procent – ongekend in de
wereld
– Hun handelssteden waren overzee en over land verbonden met
heel zuidwest-Europa
• Van de middellandse zee tot de Oostzee, Van Keulen tot de
noord-Italiaanse stadstaten.
– Daarnaast kwam in de 16e eeuw ook de handel met Azië/De
Oost sterk op
1.4 Economie en maatschappij in de
Nederlanden
• Vlaanderen en Brabant
– Antwerpen was het economisch centrum
• Eind 15e eeuw was zij niet alleen de belangrijkste stad in de
Gewesten maar ook in Europa
• De Portugezen brachten al hun koopwaar naar Antwerpen,
vanwaar het verder werd verhandeld, onder andere naar het
zilverrijke hart van Europa
• De stad werd het handels- en financiële centrum van de wereld
• Het was eind 15e eeuw de een na grootste stad van Europa,
met ruim honderdduizend inwoners
1.4 Economie en maatschappij in de
Nederlanden
• Holland
– Was het derde gewest qua inwonersaantal
– De urbanisatiegraad lag nog hoger: ca 45% van
275.000 mensen, ondanks relatief kleine steden
vergeleken met Antwerpen
– Hoe kwam dit zo?
1.4 Economie en maatschappij in de
Nederlanden
• Holland, ontstaansgeschiedenis
• Vanaf de 12e eeuw rijst Holland op uit het sompige land
– Gebieden worden ingepolderd
– Stadjes ontstaan
• Vallen en opstaan
– In de 14e en 15e eeuw bleek de bewoningsstrategie niet goed te
werken
• Het ontgonnen land was te drassig voor akkerbouw en wonen was
d’r ook al geen pretje. Daarnaast groef men veel veen weg voor turf
(dé brandstof)
– Gevolgen
» Veel overstromingen
» Trek naar hoger gelegen gebieden (lees: de nieuwe stadjes)
Elk nadeel heeft z’n voordeel
• Gebrek aan goede landbouwgrond dwong de
(stads-)bevolking tot andere middelen van
bestaan verder uit te bouwen
– Visserij, handel, nijverheid, transport (lees:
scheepvaart)
– Dit kon ook doordat
• Er vraag was naar goederen in ons sterk geürbaniseerde
regio
• Het achterland om goederen vroeg
• Holland gunstig lag t.o.v. de Oostzee en Middellandse Zee
• Men niet door de adel op haar nek werd gezeten (zie ook
laatste dia)
Holland en Malthus
• Doordat Holland gedwongen was het
basis voedsel te importeren, moest
de gemiddelde burger begin 16e
eeuw veel voor brood betalen
– Gevolg:
• Nadeel: lage groei van de welvaart
• Voordeel: het lukte inderdaad graan
te importeren
• Voordeel: hierdoor ontsnapte onze
regio in het midden van de eeuw aan
de zogenaamde Malthusiaanse
schaar itt bijna geheel Europa
• Door de specialisatie in graanhandel
wist de Hollander voor eigen
consumptie (!) de prijs van brood
eind 16e eeuw het goedkoopst van
heel Europa te maken
1.2 Opkomst van Holland
•
Waar halen we graan vandaan?
–
–
Eerste bij de directe buren
Daarna uit het Oostzeegebied
• Hier kleefde een probleempje aan. De Hanzesteden zaten
niet op de concurrent te wachten
–
–
–
–
Dus: oorlog, 1438-1544 zogenaamde Sontoorlogen
Omstreeks 1560 werd al genoeg graan aangevoerd om
650.000 mensen te voeden (1580 kende onze regio 400.000
inwoners)
Graan werd dus de basis voor de internationale handel
In 1530 was de Hollandse handelsvloot al groter dan
die van Engeland en Frankrijk samen
Oostzeegebied en
handelsbestemmingen der Hollanders
1.4 Economie en maatschappij in de
Nederlanden
• Holland en vrijheid van handelen
– Boeren in Holland, Friesland en Zeeland konden zelf
goed initiatieven nemen doordat juist in dit drassige
gebied de macht van de adel beperkt was.
– Deze autonomie werd onder Karel V nog verder
versterkt doordat de koning de steden in ruil voor
hoge belastingen een grote mate regionale
autonomie gaf.
– Hierdoor konden commerciële initiatieven volop
bloeien