De inhoud van dit thema: - Profi

Download Report

Transcript De inhoud van dit thema: - Profi

De inhoud van dit thema:
1.2 Algemeen uitgangspunt
1.3 De leerstijlen van Kolb
1.4 Wat heb je aan leerstijlen
1-1
Manieren van leren met opklimmende
intensiteit:
• lezen
• horen
• zien
• lezen, zien en horen
• discussiëren
• persoonlijk ervaren
• uitleggen aan anderen
1-2
Vier leerstijlen volgens Kolb:
• de doener:
doen en voelen
• de observeerder:
kijken en voelen
• de theoreticus:
kijken en denken
• de pragmaticus: doen en denken
1-3
De inhoud van dit thema:
2.2 Studieruimte
2.3 Tijd
2.4 Erin komen
2.5 Afdwalende gedachten
2.6 Afwisseling
2.7 Speciale piekertijd
2.8 Je leerstijl
2.9 Nachtrust
2.10 Examenvrees
2-1
Manieren om ‘erin te komen’:
• focussen op wat je gaat doen
• visualiseren
2-2
Manieren om van je verzet af te komen:
• verzet opgeven
• je afdwalende gedachten turven
2-3
Afwisseling:
• neem op tijd pauze
• wissel klussen af
• wissel technieken af
2-4
De inhoud van dit thema:
3.2 Algemene informatie over motivatie
3.3 Opvattingen over hoe motivatie tot stand komt
3.4 Technieken om je motivatie te verhogen
3-1
Motivatie:
• intrinsieke en extrinsieke motivatie
• zijn motiverende technieken altijd effectief
• opvattingen over hoe motivatie tot stand komt
3-2
Opvattingen over hoe motivatie tot stand
komt:
• Maslow
• Bandura
3-3
Basisbehoeften volgens Malow:
3-4
5 ontplooiingsbehoefte:
persoonlijke groei
4 waarderingsbehoefte:
eer, respect
3 sociale behoefte:
geborgenheid, contact
2 veiligheidsbehoefte:
bedreiging, zekerheid
1 fysiologische behoefte:
zuurstof, drinken, eten
Bandura:
• Bandura’s motivatietheorie
• kenmerken van lerend gedrag
3-5
Technieken om je motivatie te verhogen:
• autonomie
• zelfvertrouwen
• actief leren
• beloningen
3-6
Actief leren:
• stel vragen over de leerstof
• maak aantekeningen, samenvattingen en schema’s
• praat met je medestudenten
3-7
De inhoud van dit thema:
4.2 Leren in samenhang
4.3 Hoe werkt mindmapping
4.4 Verschillende toepassingen van mindmapping
4-1
Uitwerking 7 stappen mindmapping:
• het centrale begrip kiezen
• verschillende niveaus aanbrengen
• relaties aangeven tussen begrippen
4-2
De inhoud van dit thema:
5.2 Bepalen wat je weten wilt
5.3 Soorten informatiebronnen
5.4 Hoe gebruik je informatiebronnen
5-1
Soorten bronnen:
• schriftelijke informatiebronnen
• beeldinformatiebronnen
• mondelinge informatiebronnen
5-2
De inhoud van dit thema:
6.2 Zijn leesstrategieën nieuw en moeilijk
6.3 Oriëntatie op de tekst
6.4 Wat weet je al en wat verwacht je?
6.5 De tekst globaal doornemen
6.6 De tekst lezen
6.7 Moeilijke alinea’s
6-1
Vijf leesstrategieën:
• oriëntatie op de tekst
• wat weet je al en wat verwacht je?
• de tekst globaal doornemen
• de tekst lezen
• moeilijke alinea’s
6-2
Oriëntatie op de tekst:
• waar gaat de tekst over?
• waarom lees je deze tekst?
• hoeveel tijd kost het lezen?
ook:
• eerste aantekeningen maken
6-3
Globaal lezen:
• paragrafen
• samenvattingen
• definities
• formules
• trefwoorden
• specifieke feiten
• moeilijke woorden
6-4
Manieren van teksten lezen:
• zoekend lezen
• globaal lezen
• diepgaand lezen
• kritisch lezen
6-5
De inhoud van dit thema:
7.2 Werken in de tekst
7.3 Werken naast de tekst
7.4 Gebruik de techniek die je past
7-1
Werken in de tekst:
• onderstrepen
• markeren
• aantekeningen maken in een tekst
7-2
Onderstrepen:
• niet te veel
• logisch
• netjes
• achteraf
7-3
Aantekeningen maken in een tekst:
• tekens die een volgorde aangeven
• symbolen
• toelichting
• verwijzing
• kritische opmerking
7-4
Werken naast de tekst:
• aantekeningen maken naast de tekst
• uittreksels maken
• samenvattingen maken
7-5
Aantekeningen naast de tekst:
• toelichting bij opmerkingen in de tekst
• onderdelen die om nadere studie vragen
• begrippen, formules, overzichten
7-6
Samenvattingen:
• de begrippen op een rijtje zetten
• zelf verbanden leggen
• een logische volgorde vinden
• schematisch overzicht
• het nut van samenvattingen
7-7
De inhoud van dit thema:
8.2 Het geheugen
8.3 Geschikte onderwerpen om van buiten te leren
8.4 Hoe leer je iets van buiten
8.5 Ondersteunende methodieken
8-1
Het geheugen:
• sensorisch geheugen
• kortetermijngeheugen
• langetermijngeheugen
8-2
Kortetermijngeheugen:
• bevat informatie waar je nu mee bezig bent
• kan vol raken
8-3
Langetermijngeheugen:
• raakt nooit vol
• slaat meer op dan noodzakelijk
• legt verbanden aan
8-4
Hoe leer je iets van buiten?
• de context bepalen
• ankers bepalen
• groeperen
• oefenen
• pauzeren
• woorden die je niet opgeslagen krijgt
• hoe lang werk je door?
8-5
Ondersteunende technieken bij van buiten
leren:
• zoek overeenkomsten
• maak het leuk
8-6
De inhoud van dit thema:
9.2 Tabellen maken
9.3 Grafieken
9.4 Waarom tabellen en grafieken
9-1
Tabellen:
• enkelvoudige tabellen
• meervoudige tabellen
• waar kun je tabellen voor gebruiken
9-2
Grafieken:
• lijngrafieken
• staafgrafieken
• wat zet je op de assen
• taartgrafiek
9-3
Lijngrafieken:
• een lijngrafiek maken
• waar kun je lijngrafieken voor gebruiken
9-4
Staafgrafieken:
• een staafgrafiek maken
• waar kun je staafgrafieken voor gebruiken
9-5
De inhoud van dit thema:
10.2 Persoonlijk ontwikkelplan
10.3 Persoonlijk activiteitenplan
10.4 Portfolio
10-1
Persoonlijk ontwikkelplan opstellen:
• informatie verzamelen
• plan opstellen
10-2
Informatie verzamelen:
• wat breng je zelf in?
• wat brengt de organisatie in?
10-3
Wat breng je zelf mee:
• wie ben je?
• wat kun je?
• wat wil je?
10-4
Wat brengt de organisatie met zich mee:
• de opleiding
• de arbeidsorganisatie
10-5
Een ontwikkelingsplan opstellen:
• je ontwikkelingsdoelen
• je startniveau
• overzichtelijkheid
10-6
Ontwikkelingsdoelen nummeren:
• chronologisch
• aansluitend bij opleidingsstructuur
• aansluitend bij tijdvakken
10-7
Persoonlijk activiteitenplan:
• SMART-formule
• samenhang POP en PAP
10-8
Portfolio:
• verwijst naar het POP
• bevat verschillende onderdelen
10-9
Inhoud portfolio:
• inleiding
• CV
• inhoud
• POP en PAP
• bewijzen van activiteiten
10-10
De inhoud van dit thema:
11.2 Wat is plannen
11.3 De lange termijn
11.4 De kortere termijn
11.5 Planning uitvoeren
11.6 Planmatig studeren voor tentamens
11-1
Plannen of timemanagement:
• optimistische versus realistische planning
• een passieve en een actieve houding
• misverstanden over planningen
11-2
Kortetermijnplanning:
• je tijdbesteding
• een planning opzetten
11-3
Planning uitvoeren:
• houd je aan je planning
• vaak en kort is beter dan soms en lang
• van uitstel komt afstel
• na het eten rustig aan
• werken in projecten
• muziek
• flexibiliteit
11-4
De inhoud van dit thema:
12.2 Voortdurende evaluatie
12.3 Halfjaarlijkse pas op de plaats
12-1
Evaluatie van je ontwikkeling:
• je manier van studeren
• je groeiende kennis en inzicht
• je groeiende beroepsvaardigheden
• je persoonlijke leerdoelen
• hoe evalueer je
12-2
Evalueren:
• hoe vaak
• hoe noteren
12-3
Halfjaarlijkse pas op de plaats:
reflectiegesprek:
• wat is het doel van een reflectieverslag
• hoe bereid je je voor op een reflectieverslag
• reflectieverslag
12-4
De inhoud van dit thema:
13.2 Intervisie
13.3 Functioneringsgesprekken en
beoordelingsgesprekken
13.4 360 graden feedback
13.5 Relatie met het persoonlijk ontwikkelplan
13-1
Intervisie:
• wat is intervisie?
• persoonlijke leerdoelen stellen
• geen tijd voor intervisie
13-2
Persoonlijke leerdoelen stellen:
• heldere vraagsteling
• eigen keuzes maken
13-3
360 graden feedback:
• informatie uit de omgeving van de medewerker
• informatie vanuit de leidinggevende
• het gesprek
• waarvoor wordt 360 graden feedback gebruikt?
• welke onderwerpen komen aan bod?
• voordelen van 360 graden feedback
13-4
De inhoud van dit thema:
14.2 Analyse van de arbeidsmarkt
14.3 Een vacature zoeken
14.4 Een sollicitatiebrief schrijven
14.5 Op sollicitatiegesprek gaan
14-1
Analyse van de arbeidsmarkt:
• inventariseren van organisaties
• selecteren welke bij je passen
14-2
Aspecten van organisaties:
• grootte van de organisatie
• organisatiecultuur
• levensbeschouwing van de organisatie
• doelgroep van de organisatie
14-3
Een vacature zoeken:
• via het Centrum voor Werk en Inkomen
• via uitzendbureaus
• via werving- en selectiebureaus
• via personeeladvertenties
• via open sollicitaties
• via het internet
• een baan vinden via een stageplek
14-4
Sollicitatiebrief:
• de brief
• het curriculum vitae
14-5
De sollicitatiebrief:
• je biedt jezelf aan
• je laat je persoonlijkheid zien
• de opbouw van de brief
• aandachtspunten
• een voorbeeld
14-6
Curriculum vitae:
• wat is een CV en hoe stel je het op?
• suggesties om een basis-CV op te stellen
14-7
De inhoud van dit thema:
15.2 Vaardigheden en houding bij
deskundigheidsbevordering
15.3 Wegen om je deskundigheid te bevorderen
15-1
Vaardigheden en houdingsaspecten bij
deskundigheidsbevordering:
• nieuwsgierigheid
• informatie kunnen selecteren en bestuderen
• initiatief nemen
15-2
Nieuwsgierigheid:
• je eigen functioneren
• je werkplek
• nieuwe ontwikkelingen
• de mogelijkheden
15-3
Wegen voor deskundigheidsbevordering:
• de maatschappelijke discussie volgen
• vakdocumentatie
• vakbondsbijeenkomsten
• bijscholing en specialisatie
• congressen en conferenties
15-4
Vakdocumentatie bijhouden:
• vakliteratuur
• bibliotheken
• internet
15-5
Congres, conferentie of symposium:
• doel
• lezingen
• workshops
• niet alleen voor jezelf
15-6
De inhoud van dit thema:
16.2 Begrippen en uitgangspunten
16.3 Van voorstel tot besluit
16.4 Politieke functies
16.5 De gemeentelijke overheid
16.6 De provinciale overheid
16.7 De landelijke overheid
16.8 De Europese overheid
16-1
Stappen bij politieke besluitvorming:
• signalering van problemen
• analyse van het probleem en oplossingen bedenken
• bespreken, beoordeling en verbeterpunten aandragen
• besluit
• uitvoering van het besluit
16-2
Gemeentelijk niveau:
• zaken die binnen de gemeente geregeld worden
• gemeentelijke besluitvorming
• gemeentelijke financiën
16-3
De provinciale overheid:
• zaken die provinciaal geregeld worden
• besluitvorming
• financiën
16-4
De landelijke overheid:
• zaken die landelijk geregeld worden
• besluitvorming
• financiën
16-5
Europa:
• lidstaten
• zaken die Europees geregeld worden
• bestuursorganen en besluitvorming in Europa
• financiën
• de betekenis van Europa in je leven
16-6
Bestuursorganen in de EU:
• de Europese Raad
• de Europese Commissie
• Raad van de Europese Unie
• het Europees Parlement
• het Europese Hof van Justitie
• de Europese Monetaire Unie
16-7
De inhoud van dit thema:
17.2 Verkiezingen
17.3 Parlementaire democratie
17.4 Politieke partijen
17.5 Rechtsstaat en dictatuur
17-1
Verkiezingen:
• verkiezingsprogramma
• de meerderheid
• overleg
• regeerakkoord en coalitie
• oppositie
• referendum
• directe en indirecte democratie
17-2
Parlementaire democratie in Nederland:
• het parlement
• de regering
• het staatshoofd
17-3
Politieke partijen:
• uitgangspunten van de drie grootste partijen
• links en rechts
17-4
Rechtsstaat en dictatuur:
• een grondwet en rechtsgelijkheid voor alle burgers
• een gekozen parlement
• scheiding van machten
• Wet Openbaarheid van Bestuur
17-5
De inhoud van dit thema:
18.2 Belangengroepen en vrijwilligerswerk
18.3 Gebruik maken van de media
18.4 Lid worden van een politieke partij
18.5 Lid worden van een vakbond
18.6 Burgerinitiatief
18.7 Politieke vergaderingen bijwonen
18.8 Handtekeningenactie
18.9 Deelnemen aan de verkiezingen
18-1
Gebruik maken van de media:
• ingezonden brief
• deelname aan discussie op de radio
• deelname aan discussie op de televisie
• bijdragen plaatsen op het internet
18-2
De inhoud van dit thema:
19.2 Collectieve arbeidsovereenkomst
19.3 Individuele arbeidsovereenkomst
19.4 Het onderwijs en de RPBO
19-1
CAO:
• kenmerken van een CAO
• inhoud van een CAO
19-2
Een CAO:
•
•
•
•
•
•
•
•
19-3
komt tot stand door overleg tussen de sociale partners
geldt voor de hele beroepsgroep
kun je niet individueel afsluiten
wordt afgesloten voor een periode van één of twee
jaar
mag niet strijdig zijn met de wet
bevat grote lijnen en randvoorwaarden
laat ruimte voor onderhandelingen
is niet verplicht
Onderwerpen voor een CAO:
• salaris en toeslagen
• opbouw salaris door de jaren heen
• arbeidsduur en ploegendiensten
• vakantie en bijzondere vrije dagen
• werkgever is verplicht CAO uit te reiken
19-4
Individuele arbeidsovereenkomst:
• Gal-formule
• arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
• arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
• verplichtingen aan beide zijden
19-5
De inhoud van dit thema:
20.2 Informatieplicht
20.3 Adviesrecht
20.4 Instemmingsrecht
20.5 Initiatiefrecht
20.6 Recht op halfjaarlijks overleg
20.7 Verkiezingen
20.8 Statuten
20-1
Informatieplicht:
• ongevraagd
• gevraagd
• geheimhoudingsplicht
20-2
Informatieplicht:
• ongevraagd
• gevraagd
• geheimhoudingsplicht
20-2
Adviesrecht:
• adviesrecht algemeen
• adviesrecht in het onderwijs
20-3
Instemmingsrecht:
• instemmingsrecht algemeen
• instemmingsrecht in het onderwijs
20-4
Verkiezingen OR of MR:
• kandidaatstelling
• de verkiezing
20-5
De inhoud van dit thema:
21.2 Kenmerken van de Arbowet
21.3 Aanpassingen binnen de organisatie
21.4 Werkklimaat
21.5 Rechten en plichten van de werknemer
21-1
Wat wil de Arbowet bereiken:
• iedere organisatie heeft haar eigen risico’s
• de wet geeft de kaders aan
• de wet stelt alleen de doelen vast
21-2
De Arbowet geeft de kaders aan:
• hij geldt voor elke werknemer
• werkgever en werknemer hebben beiden
verantwoordelijkheid
• er is controle op de uitvoering van de wet
21-3
Organisatorische maatregelen om knelpunten
op te lossen:
• risico-inventarisatie opstellen
• arbocoördinator aanstellen
• bedrijfshulpverlener aanstellen
• taken verdelen
• knelpunten bij de bron aanpakken
21-4
Aspecten die invloed hebben op het
werkklimaat:
• werkdruk
• gedragsregels
• welzijn
21-5
De inhoud van dit thema:
22.2 Werknemersorganisaties: vakbonden
22.3 Werkgeversorganisaties
22-1
Vakbonden:
• verdeling naar sector of godsdienstige achtergrond
• doel van de vakbonden
• hoe werkt een vakbond?
• stakingskas
• scholing, training, informatie
22-2
Werkgeversorganisaties:
• alle sectoren samen in één organisatie behalve
onderwijs
• doel van werkgeversorganisatie
22-3
De inhoud van dit thema:
23.2 Professionaliteit
23.3 De basis van een beroepshouding
23.4 Nadenken over wat jou drijft
23.5 Uiterlijke verzorging
23.6 Procedures en afspraken
23-1
Professionaliteit:
• betaald werk
• een beroepsopleiding
• werken volgens beroepsprofiel of beroepscode
• werken vanuit een beroepshouding
23-2
De basis van de beroepshouding:
• inlevingsvermogen of empathie
• respect of fatsoen
• echtheid
• evenwicht
23-3
Respect heeft betrekking op:
• persoonlijke kenmerken
• persoonlijke keuzen
23-4
Aandachtspunten bij echtheid:
• eigen gevoelens zeggen niets over de ander
• wees duidelijk in het aangeven van grenzen
23-5
Uiterlijke verzorging:
• gezond en fit zijn
• verzorgde kleding dragen
• hygiëne
23-6
Gezond en fit zijn bevorder je door te zorgen
voor:
• voldoende nachtrust
• door de week en op zondag geen alcohol
• goede voeding
• voldoende beweging
23-7
Verzorgde kleding als onderdeel van je
beroepshouding:
• je kleding past bij het werk wat je doet
• je kleding is schoon en heel
• je kleding past
23-8
Hygiëne als onderdeel van je
beroepshouding:
• schone handen
• schone kleding
• schone haren
23-9
Procedures en afspraken als onderdeel van
je beroepshouding:
• op tijd komen
• je aan je afspraken houden
• samenwerken
• kwaliteitseisen van de organisatie
• werkhouding
• regels betreffende veiligheid en milieu
• omgaan met cliënten en externe contacten
• coöperatief en flexibel maar tot op zeker hoogte
23-10
De inhoud van dit thema:
24.2 Aspecten om een organisatiecultuur in te schatten
24.3 Soorten organisatieculturen
24.4 Stijlen van leidinggeven
24.5 Gedrag in sterke en zwakke organisatieculturen
24-1
Aspecten van een organisatiecultuur:
• doel van de organisatie
• besluitvorming
• reacties op veranderingen
• samenhang
• stijl van leidinggeven
• prestatiegerichtheid
• ontwikkeling van personeel
• organisaties verschillen
24-2
Soorten organisatieculturen:
• machtscultuur
• rollencultuur
• taakcultuur
• persoonscultuur
24-3
Stijlen van leidinggeven:
• autocratisch leiderschap
• democratisch leiderschap
• laissez faire leiderschap
• situationeel leiderschap
24-4
Gedragsindicatoren en aspecten van sterke
en zwakke organisaties:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
24-5
trots
prestaties
communicatie
leiderschap
de rol van winst
collegialiteit
de klant
veiligheid
opleidingen
vernieuwing
De inhoud van dit thema:
25.2 Wat is consumentschap
25.3 Kiezen wordt ingewikkelder
25.4 Ondersteuning
25.5 Consumentenrecht
25.6 Klachtenprocedures
25-1
Factoren die je keuze voor een product
bepalen:
• prijs-kwaliteitverhouding
• gebruikersgemak
• milieueffecten en gezondheidseffecten
• gevolgen voor je eigen leven
• morele aspecten bij kiezen
25-2
Ondersteunende initiatieven voor
consumenten:
• Consumentenbond
• televisieprogramma’s
25-3
Enkele rechten en plichten als consument:
• ruilen is geen recht
• deugdelijkheid
• aansprakelijkheid
• onderzoeksplicht
• informatieplicht
25-4
Klachtenprocedure:
• teruggaan naar de winkel
• de geschillencommissie
25-5
De inhoud van dit thema:
26.2 Bestedingsruimte
26.3 Budgetteren
26.4 Reclame
26.5 Geld te kort
26-1
Budgetteren is:
• wat komt binnen, wat gaat eruit
• zo nodig aanpassingen bedenken
• het uiterste halen uit je eigen situatie
26-2
De inhoud van dit thema:
• de sluipende verleider
• de ‘objectieve’ informatie
26-3
Doelen zakelijke teksten:
• informeren
• overtuigen
• activeren
26-4
Schulden en schuldhulpverlening:
• schulden opbouwen
• schuldhulpverlening
26-5
Schulden opbouwen:
• lenen
• kopen op afbetaling
• ondersteuning
26-6
Schuldhulpverlening:
• zelf de schulden afbetalen
• BKR-registratie
26-7
De inhoud van dit thema:
27.2 Wat is een openbare ruimte
27.3 Risicofactoren
27.4 Succesfactoren
27-1
Openbare ruimten:
• soorten openbare ruimten
• iedere openbare ruimte kent zijn eigen gedragsregels
• leefbaarheid
27-2
Risicofactoren voor leefbaarheid:
• vooroordelen
• te grote assertiviteit
• overlast geven
• tips om risicofactoren te voorkomen
27-3
Succesfactoren voor leefbaarheid:
• ruzies voorkomen en bijleggen
• je actief opstellen
• realistisch zijn
• grondgedachte: eigen verantwoordelijkheid, vrijheid,
respect en sociaal gevoel
• tips om de succesfactoren te bevorderen
27-4
Ruzies voorkomen en bijleggen:
• erken de boosheid van de ander en blijf kalm
• zoek naar een tussenoplossing
• eindig positief
• informeer buren van tevoren
27-5
Je actief opstellen:
• activiteiten
• zorg
• communicatie
27-6
De inhoud van dit thema:
2.2
De wetten
2.3 Vrijheid van meningsuiting voor jou
28-1
De wetten:
• artikel 1 van de Grondwet: gelijkheid
• artikel 7 van de Grondwet: vrijheid van meningsuiting
• internationale verdragen
• hoe werkt het in de praktijk
28-2
Vrijheid van meningsuiting voor jou:
• beseffen wat je doel is
• je eigen belang dienen
• het beste resultaat behalen
28-3
De inhoud van dit thema:
29.2 Hindoeïsme
29.3 Jodendom
29.4 Christendom
29.5 Islam
29.6 Overeenkomsten
29.7 Humanisme
29-1
Hindoeïsme:
• is de oudste religie
• is een geheel van religie en maatschappelijke regels
• staat open voor andere invloeden
• kent veel goden
• kent reïncarnatie
29-2
Jodendom:
• oudste monotheïstische religie
• praktische voorschriften voor het leven
• de diaspora en de staat Israël
29-3
Praktische voorschriften voor het leven:
• tien geboden
• gezinsmoraal
• spijswetten
• synagoge
• besnijdenis
• diversiteit
29-4
Christendom:
• ontstaan binnen het jodendom
• aspecten van de leer
• twee hoofdstromingen
• sacramenten bij katholieken en protestanten
29-5
Aspecten van het christendom:
• de drie-eenheid
• de kruisdood
• geboren uit de maagd Maria
• de ziel is onsterfelijk
• de bijbel
• de tien geboden
29-6
Twee hoofdstromingen christendom:
• katholieken
- hiërarchisch georganiseerd
- pracht en praal
- Mariaverering
• protestanten
- platte organisatie
- soberheid
- geen heiligenverering
29-7
Sacramenten:
• de doop
• de communie en het Avondmaal
29-8
Islam:
• gesticht door Mohammed
• de vijf zuilen
• twee hoofdstromingen
29-9
De vijf zuilen van de islam en de jihad:
• de geloofsbelijdenis
• gebed
• liefdadigheid
• vasten
• de bedevaart
• ondersteuning door de jihad
29-10
Twee hoofdstromingen binnen de islam:
• soennieten
• sji'ieten
29-11
Enkele belangrijke begrippen in de islam:
• nederigheid en bescheidenheid
• besnijdenis
• voedingsvoorschriften
• de dood is geen eindpunt
29-12
Overeenkomsten tussen godsdiensten bij:
• het begrip ziel
• het godsbegrip
• een goed mens zijn
• de belofte van heil
• wel of geen beelden
• wel of geen vertaling van heilige boeken
• zendingsdrang en regels
29-13
Humanisme:
• geen externe autoriteit of scheppend principe
• de menselijke waardigheid
• verlossing in dit leven
29-14
De inhoud van dit thema:
30.2 Wat is cultuur
30.3 Socialisatie
30.4 F- en G-culturen
30.5 Omgaan met cultuurverschillen
30-1
Cultuur:
het geheel van waarden en normen dat mensen
aan elkaar doorgeven
30-2
Socialisatie:
• primaire socialisatie
• secundaire socialisatie
30-3
Primaire socialisatie in het gezin:
• opvoeding
• geslachtsspecifieke socialisatie
• milieuspecifieke socialisatie
30-4
Secundaire socialisatie op school:
• formele en informele overdracht van waarden en
normen
• verwarring als waarden en normen afwijken van thuis
30-5
Secundaire socialisatie:
• peergroup
• massamedia
• beroep
30-6
F- en G-culturen:
• F- en G-culturen in West-Europa
• kenmerken in grote lijnen
• de zuivere vorm bestaat niet
30-7
Kenmerkende aspecten bij F- en G-culturen:
• de sterkste banden
• gastvrijheid
• persoonlijke ruimte
• eer, eerlijkheid en vertrouwen
• overzicht
30-8
Omgaan met cultuurverschillen:
• twee bronnen van verwarring: onbegrip en botheid
• drie stappen: zelfkennis opdoen, de ander leren
kennen, conclusies trekken
• wederzijdse aanvaarding
30-9
De inhoud van dit thema:
31.2 Voeding
31.3 Nachtrust
31.4 Hygiëne
31-1
Voeding:
• gevarieerd eten
• niet te veel eten
• verzadigd vet
• groenten, fruit en brood
• veilig
• snacks
• voedingssupplementen
31-2
Nachtrust:
• wat doet slaap?
• hoeveel slaap heb je nodig?
• wat kun je doen als je niet kunt slapen?
31-3
Aspecten hygiëne:
• infectieziekten
• besmettelijke ziekten
• handreikingen voor hygiënisch gedrag
31-4
Voorbeelden van besmettelijke infectieziekten
zijn:
• verkoudheid (virus)
• griep (virus)
• herpes, koortslip (virus)
• buiktyfus, ofwel paratyfus, (bacterie).
• HIV, leidt vaak tot aids, (virus)
• longontsteking (kan bacterieel of viraal zijn)
• blaasontsteking (bacterie)
• mazelen (virus)
• hersenvliesontsteking (meningitis), (bacterie)
31-5
De inhoud van dit thema:
32.2 Waarom sport en beweging
32.3 Soorten sport
32.4 Specifieke doelgroepen
32-1
Positieve gevolgen van sport en beweging:
• voor jezelf
• voor de organisatie of instelling
• voor de samenleving
32-2
Effect op de samenleving:
• ontwikkeling van sportiviteit
• ontwikkeling van respect
• saamhorigheid
• lagere zorgkosten
32-3
Soorten sport:
• georganiseerd of ongeorganiseerd
• funsport
• fitness
• tips voor veilig sporten
32-4
Sport voor specifieke doelgroepen:
• mensen met een andere culturele achtergrond
• mensen met een beperking
32-5
De inhoud van dit thema:
33.2 Roken
33.3 Alcohol
33.4 Cannabis
33.5 XTC
33.6 Speed
33.7 Gokken
33-1
De inhoud van dit thema:
34.2 Wat is assertiviteit
34.3 Het verband met zelfvertrouwen
34.4 Wanneer heb je assertiviteit nodig
34.5 Waarom heb je assertiviteit nodig
34.6 Agressief, subassertief en assertief gedrag
herkennen
34.7 Handreikingen om assertiever te worden
34-1
Reageren op een ongewenste en onterechte
situatie kan leiden tot:
• een win-verliessituatie
• een verlies-winsituatie
• een win-winsituatie
34-2
Assertiviteit is:
op een nette manier, duidelijk en gemotiveerd opkomen
voor jezelf: je mening, wat je wel of niet wilt en je rechten
34-3
Assertiviteit en zelfvertrouwen:
• een niet-realistische kijk op jezelf
• een realistische kijk op jezelf
• de gevolgen van je zelfinzicht bij mislukkingen
• zelfvertrouwen bevordert assertiviteit
34-4
Wanneer heb je assertiviteit nodig?
• als je een afwijkende mening hebt
• als je iets niet begrijpt
• als je kritiek wilt geven of ontvangen
34-5