p 2.1 - akdc

Download Report

Transcript p 2.1 - akdc

Hst 2: ZOA: Een regio in beweging
Ifugao, een inheems volk op de Filipijnen. Kolossale rijstterrassen die
dreigen te vervallen doordat boeren wegtrekken.
P2.1 Natuurlijke hulpbronnen
en ontwikkeling
• Natuurlijke hulpbronnen zijn alle stoffen die aan het milieu
onttrokken worden en die worden gebruikt om te leven.
• Welke relatie is er tussen natuurlijke hulpbronnen en economische
ontwikkeling???
• Is er wel een economische relatie???
• Om dit te kunnen beantwoorden heb je meer informatie nodig zoals;
•
•
•
•
Welke hulpbron(nen) is aanwezig in een land?
Hoeveel is/word er van de hulpbron gewonnen?
Welk aandeel in de wereldmarkt heeft het product?
En wat is de economische waarde van de hulpbron?
• Enkele voorbeelden hiervan komen in deze paragraaf aankomende
dia’s aan bod.
Waarvoor heb je natuurlijke
hulpbronnen nodig?
• Voor het produceren van goederen
• Ontvangst van deviezen door export
• Wat zijn deviezen???
• Deviezen: Buitenlands geld dat je verkrijgt door aan het
buitenland goederen te verkopen. Dit geld heb je nodig om in
het buitenland industrieproducten te kunnen kopen. De eigen
munt wordt als betalingsmiddel namelijk meestal niet
geaccepteerd
• Problemen van dit alles is dat het milieu aangetast word.
Voorbeelden:
• Maleisië;
• Ontzettend veel Tin, voorheen produceerde het meest ter
wereld, tegenwoordig op plek 8 en vooral voor binnenlandse
markt.
• Brunei;
• Klein land, met slechts 380.000 inwoners, ontzettend rijk
geworden door olie en gaswinning. Hoog opgeleide bevolking
doordat onderwijs gratis is.
• Singapore;
• Dankt haar welvaart aan oa de natuurlijke ligging. Daarbij werd
dit effect versterkt door doelgericht (politiek) beleid.
Voorbeelden:
• Indonesië;
• Veel natuurlijke hulpbronnen, toch is het land niet welvarend.
Dit komt door het (koloniale) verleden en het regeringsbeleid.
• Thailand;
• Veel rubber  rubberprijs stijgt, gunstig!
Bodems (1)
• ZOA: Er zijn overwegend tropische bodems te vinden, de
zogenaamde latosols.
• Dit is eerder besproken in ‘systeem aarde’, de
bodemvruchtbaarheid van deze latosols is niet erg hoog.
• Waarom niet ?
• Door hoge temperaturen en vochtige omstandigheden zullen er
veel bacteriën in de grond zitten. Die kunnen al het dode
plantenmateriaal razendsnel omzetten in mineralen. De
mineralen worden direct door de plantenwortels opgenomen. Er
blijft niet veel humus in de bodem achter. Daarnaast regent het
ook nog veel in de tropen en vind er uitspoeling van
zouten/mineralen plaats.
Bodems (2)
• Bodems in ZOA dus niet
erg vruchtbaar met
uitzondering van;
• Gebieden met fluviatiele
afzettingen!
• Afzettingen op
fluviatiele schaal, dus
door een rivier.
• Vulkanische gebieden.