Transcript Workshop 6 KLEUTER deel 1.

Thema 5 het basisschoolkind
De KLEUTER deel 1
HET BASISSCHOOLKIND
De kleuter
(4 – 6 jaar)
Het jonge schoolkind
(6 - 9 jaar)
Het oudere schoolkind
(9 – 12 jaar)
PROGRAMMA de kleuter deel 1
 Doelen
 THEORIE
 Lichamelijke en
Motorische
ontwikkeling
 OPDRACHT 5 EN 6
 Doelen gehaald?
Doelen de kleuter
 Je kan van de lichamelijke ontwikkeling minimaal 3
kenmerken noemen en uitleggen.
 Je kan van de grove motoriek minimaal 3 kenmerken
noemen die ze al beheersen?
 Je kan van de fijne motoriek minimaal 3 kenmerken
noemen die zich ontwikkelen.
KLEUTER
4-6 jaar
 Voor het eerst naar school
 Minder egocentrisch dan de peuter
 Kan samenspelen
 Leren en spelen gaan nog hand en hand
 Onderlinge verschillen zijn groot
Lichamelijke ontwikkeling
 LICHAMELIJKE GROEI
Lengtegroei en spiergroei
-> Kleuter wordt gespierder. In verhouding:
 Hoofd krijgt meer “normale” vorm
 Relatief nog korte benen
-> Itt de peuter neemt gewicht en lengte evenredig toe
 4 jaar 1 mtr
18 kg
 6 jaar 1.20
22 kg
-> Melktanden maken plaats voor definitief gebit
OVERGEWICHT = probleem
 5 tot 10 % van de kleuters zijn te dik
Risico om ook als puber te dik te blijven
met het gevolg op het risico van
overgewicht als volwassene
ADVIES:
Voldoende Lichaamsbeweging
en goede voeding
Motorische ontwikkeling
 Kleuter beweegt graag, maar
 is nog snel
moe
en
 heeft nog weinig
kracht
Motorische ontwikkeling
 GROVE motoriek voor een belangrijk deel ontwikkeld, maar
blijven stimuleren door spel
 Rent zonder te vallen, kan goed klimmen
 Evenwichtsgevoel gaat vooruit door te
balanceren op muurtjes en links/rechts hinkelen
 Gooien, vangen en schoppen tegen de bal gaat steeds beter
 Leren fietsen
zonder
zijwieltjes
Motorische ontwikkeling
 Vooral de FIJNE motoriek ontwikkelt zich

-> veters strikken

-> potlood vasthouden
-> tekenen en inkleuren
Motorische ontwikkeling
 Ontstaan van de handvoorkeur rond
90 % Rechts
6 % Links
4 % geen
voorkeur
5e jaar
OPDRACHT 5 de kleuter
1 Wat is het verschil tussen grove en fijne motoriek?
Leg uit waarom het belangrijk is om in de kleuterfase
extra aandacht te besteden met fijne motoriek.
2 Noem 5 activiteiten die je met een kleuter kunt doen
om de fijne motoriek te stimuleren?
3 Wat houdt schoolrijpheid in? Wanneer is een kleuter
schoolrijp?
4 en 5 volgende week
Opdracht 6, de kleuter
 1 Geef ja of nee aan bij de volgende kenmerken:
a) Net als bij de peuter neemt het gewicht en lengte
b)
c)
d)
e)
f)
evenredig toe
Als kleuters te dik zijn, lopen ze kans om als puber te
dik te zijn
Bij een kleuter wisselt zijn gebit
Een kleuter ontwikkelt vooral zijn grove motoriek
Een kleuter heeft al voorkeur voor het gebruik van 1
bepaalde hand
Een kleuter is schoolrijp als hij er blijk van geeft zin
te hebben om te leren
2 en 3 volgende week
Doelen KLEUTER behaald?
1 Wat is kenmerkend voor de lichamelijke groei?
2 Op welke leeftijd is de handvoorkeur meestal definitief?
3 Hoe groot is het percentage overgewicht bij kleuters?
Welk risico lopen zij als puber en volwassene?
4 Noem 5 aspecten van de grove motoriek wat ze beheersen?
5 Welke fijne motorische vaardigheden komen aan bod in
deze leeftijdsfase?
> Opdrachten 5 en 6 afgerond meenemen
> Antwoorden nagaan in de les en daarna gecorrigeerd
op sakai.portfolio4u.nl zetten bij
ontwikkelingspsychologie op de matrix
> Lezen:
> Blz 99 t/m 107
> Blz 125 t/m 1> >