Powerpointpresentatie Autisme en waarneming ALV 2012

Download Report

Transcript Powerpointpresentatie Autisme en waarneming ALV 2012

Autisme en waarneming
NVA Tilburg
05-09-2012
Ina van Berckelaer-Onnes
Universiteit leiden
1
Programma

Korte inleiding: ‘autisme up-to-date’

Autisme en cognitie

Autisme en waarneming

Waarneming dé ingang voor de
behandeling
Gezondheidsraad (2009)
Autismespectrumstoornissen:
een leven lang anders!
Van jong tot oud
Autismespectrumstoornissen
DSM IV: vijf classificaties
PDD-NOS
Autistische Stoornis van
stoornis
Asperger
Stoornis van Rett en de Desintegratieve stoornis van de kinderleeftijd
gaan er uit, vallen niet onder ASS
DSM 5 (2013): één classificatie:
Autismespectrumstoornis
Prevalentie cijfers
Autistische Stoornis
10 - 13 op 10.000
 Stoornis van Asperger
2.6- 74.2 op 10.000
 PDD-NOS
20 - 30 op 10.000
 ASS
100-116 op 10.000

ASS: Internationaal gaat men uit van ongeveer
1% van de bevolking
Is er sprake van een
autisme epidemie?
NEE!!!
* Grotere bekendheid met autisme,
ook in een breder publiek
* Ruimere omschrijving in DSM
* Betere diagnostische instrumenten
* Betere autisme-zorgsystemen
Is er sprake van een
autisme epidemie?
NEE???
* Drug exposure
* Vroeggeboorte, laag geboorte gewicht
* Oudere ouders, vooral vaders
* Veranderende, meer sociaal eisende
maatschappij (studiehuis, kantoortuin)
Ratio man : vrouw
Autistische stoornis ????? 4 : 1
Asperger syndroom ????? 8 : 1*
IQ > 70 ???
IQ < 50 ???
4.7 : 1
2.4 : 1
*Maar we zien een grote toename in volwassen vrouwen die
zich aanmelden met de vraag naar autisme
Verschillen in mannen
en vrouwen met ASS
Meisjes en vrouwen zijn:

socialer en worden dus eerder als extreem
verlegen of sociaal angstig gediagnosticeerd

volgen de omgeving meer, maar nemen wel
weinig initiatief tot interactie
Verschillen in mannen
en vrouwen met ASS
Meisjes en vrouwen zijn :

zich meer bewust van gevoelens en sociale
interacties

hebben meer verbeelding en tonen vaker
symbolisch spel, maar hebben een grote kans
op realiteitsverlies
Verschillen in mannen
en vrouwen met ASS
Meisjes en vrouwen hebben:

obsessies voor dieren, mode, soap series ipv
planeten, treinen ed. Het zijn dus vaak dezelfde
dingen waarin andere meisjes geinteresseerd
zijn, maar de kwaliteit en intensiteit is anders

Meisjes/vrouwen zijn minder actief en agressief,
en geven minder gedragsproblemen
Autisme en research
Gedragsniveau
Cognitief niveau
Neurobiologisch niveau
Wat is bekend van de driedeling?

Gedrag is tot op heden het enige
niveau om tot een classificatie te
komen!!!!!

Cognitie kan tot op heden alleen maar
aanwijzingen geven voor een speciale
manier van denken, van waarnemen
Wat is bekend van de driedeling?

Neurobiologie geeft momenteel twee
feiten: genetische predispositie (90%) en
de aanwezigheid van een nog
onbekende trigger of onbekende triggers,
die vermoedelijk de neurotransmitters
betreffen.
Autisme is dus een multifactoriële
aandoening
Sociale interacties
Gedragsniveau
Communicatie
Stereotypieën
16
Sociale Intercaties
Te korten in
 Wederkerigheid
 Gedeelde aandacht
 Fysieke toewending
 Oogcontact
 Vanzelfsprekende acceptatie
17
Communicatie
(non-verbaal)
 Wijzen
 Aankijken
 Gebaren
 Toewenden
 Beurtnemen
 Wederkerigheid
proto-imperatief
proto-declaratief
Communicatie
(verbaal)
a) Taalvorm
● vertraagde spraaktaalontwikkeling
(uitzondering de stoornis van Asperger)
● vreemde intonatie
b) Taalgebruik (pragmatiek)
● moeite met sociale codes en
gespreksregels
● problemen in wederkerigheid, geen
dialoog
Communicatie
(verbaal)
c) Taalbegrip (semantiek)
● Problemen met:
persoonlijke vnw. ??
synoniemen
homoniemen
uitdrukkingen
● Letterlijkheid
● Geen contextgebruik
Beperkt repertoire
interesses en activiteiten
Obsessies voor:
* draadjes
* lichtknopjes
* haakjes
* bepaalde kleuren
* bepaalde geuren
* bepaalde getallen
* bepaalde geluiden
* dinosaurussen
* landkaarten
* riviermondingen
Cognitie

Intelligentie: ASS komt op alle niveaus
van verstandelijk functioneren voor.
Slechts 15-20% van de autsitische
populatie heeft ook een verstandelijke
beperking (dus geen 75%, hetgeen
aanvankelijk werd gedacht)

Intelligentietests kunnen (nog?) geen
gedragsdiagnose classificeren of
indiceren
Cognitie

Het denken, de waarneming van
mensen met ASS is anders

Onderzoek naar dit denken beoogt:
a) verklaring van het gedrag
b) indicaties voor disfuncties in de
brein
Theorie of Mind
Vermogen om aan anderen en jezelf
emoties, gedachten,intenties en dergelijke
toe te schrijven dwz:
Vermogen om iemands intenties te
begrijpen en/of aan te voelen
Executieve Functies

Plannen (talent voor routes)

Organiseren (talent voor schema’s)

Anticiperen (nee, behoefte aan
voorspelbaarheid)

Problemen oplossen (inventief als het in hun
straatje past)
Problemen oplossen
 Wat
te doen als je rook uit het huis
van je buurman ziet komen?
 Wat
te doen als er een
wegversperring is?
 Wat
te doen als bus 12 niet gaat?
Central Coherence
(Frith, 2003, 2004, 2006)
Problemen in :
 Het
betekenisvol integreren van
waargenomen prikkels; ze blijven
aan de details hangen
 Het benutten van de context
 Het herkennen van dynamiek in een
statische afbeelding
stimuli
voelen ruiken proeven zien horen
betekenis
stimuli
voelen ruiken proeven zien horen
fragmentarische en letterlijke
betekenisverlening
Beredeneren ipv
aanvoelen

Beredeneren kost veel tijd en energie, met
name vanwege de zeer gedetailleerde
wijze van waarneming

Onderzoek heeft aangetoond dat de
verwerkingsnelheid aanzienlijk trager
verloopt bij mensen met ASS (Spek, 2008)
Van Dalen (1993)
 Twee
 hout
1
verschillende dingen
en ijzer
ding (na het vast te pakken)
 hamer
 Functie
 timmeren
 Benodigdheden
 spijkers
Van Dalen (1993)
Ziende blind:
Tengevolge van mijn overselectief
waarnemen dringt de volle betekenis
van hetgeen door mij wordt gezien, niet
direct tot mij door. De verwerving van
de volle betekenis kost immers enige
tijd van observeren (vanuit verschillende
gezichtspunten)
Van Dalen (1993)
Horende doof:
Heeft te maken met het feit dat ik
iets meerdere malen moet horen
voordat de betekenis pas goed tot
me doordringt. Eenmalige,
indirecte, impliciete opmerkingen
werken meestal slecht.
Van Dalen 1993
Van detail naar een betekenisvol
geheel: dat kost tijd,
denkarbeid en energie!
34
Waarneming en
betekenisverlening
Vier niveaus van waarneming
1) Sensatieniveau
Sensatie
2) Presentatieniveau
3) Representatieniveau
4) Metarepresentatieniveau
Perceptie
Sensorische en
Perceptieproblemen
Sensatie: het onderkennen van stimuli uit de
omgeving;
problemen in alle zeven zintuiglijke kanalen (tast,
smaak, reuk, visus, gehoor, evenwicht en
proprioceptis)
Perceptie: betekenisverlening en –ontlening;
problemen bijvoorbeeld in:
-het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden
-perspectiefneming
Zintuigen en sensatie
Tast
 Smaak


Reuk
Zien
 Horen
 Evenwicht

overgevoelig voor nylon (angst–obsessie)
weerstand tegen draadjesvlees
overgevoelig voor de geur van ei
overgevoelig voor lichtflitsen
overgevoelig voor stofzuigen
genieten van evenwicht, of het
tegenovergestelde

Proprioceptisch
blijven hangen in de
nabijheidszinnen
Sensatie en perceptie
 Sensatie
 Het
detecteren van een stimulus in de
omgeving (Levine, 2000)
 Perceptie
 Interpretatie
van de informatie die door
de zintuigen is verzameld (Goldstein, 1999)
Presentatieniveau

De betekenisverlening vindt plaats in het
hier en nu. Een leeg glas heeft dus geen
betekenis, een vol glas wel
Representatieniveau

Een lege beker verwijst naar drinken

Een pictogram met een beker verwijst
naar drinken

Het gesproken of geschreven woord
verwijst naar drinken
DRINKEN
Metarepresentatieniveau
Op dit niveau kan de beker een andere
betekenis krijgen
Dit betreft ook spreekwoorden,
grapjes en woordspelingen
Cognitie: conclusies
● Systeemdenkers ipv empathische denkers
(Theory of Mind) beredeneren ipv aanvoelen
● Cognitieve inflexibiliteit (Executieve Functies)
problemen in het switchen van aandacht
● Voorkeur voor een lokale ipv globale
waarneming/perceptie (Centrale Coherentie)
problemen met betekenisverlening
Maar
zeer getalenteerd in

Perceptuele vaardigheid (Mottron &
Burack, 2001)

‘Systemizing’, een superiore capaciteit in
het extreem mannelijke brein (BaronCohen, 2005)

Zich uitend in verschillende savant
vaardigheden
Superiore talenten
in autisme

Savant skills in muziek, wiskunde, tekenen etc

Uitmuntend geheugen voor feiten

Puzzelen en andere ruimtelijke vaardigheden

Oog voor kleine details, kleine veranderingen

Absoluut gehoor
Locale vs globale
waarneming
Kees Momma
Wat is noodzakelijk?

Te kijken naar: de sterke en zwakke
kanten van de persoon met ASS
(classificatie alleen is niet voldoende,
grondige diagnostiek is vereist)

Te realiseren dat autisme in principe
geen gedragsprobleem is maar een
cognitief probleem ten gevolge van een
prikkelverwerkingsprobleem, dat kan
uitmonden in een gedragsprobleem
Dit zal ook leiden tot:
Toenemende verbeteringen in de
diagnostiek en behandeling
 Toename in wetenschappelijk
onderbouwde diagnostiek en
behandelingsmethoden
 Verschuiving van gedragsmatige
behandeling naar behandeling dat
gericht is op een specifieke denkstijl,
op een andere waarneming

Beer leerde in eerste instantie de
volgorde van de oneven en even getallen
omdat de straatnummeringen zo lopen
hetgeen hij vanuit zijn buggy waarnam.
Dank voor
uw aandacht
en wel thuis!