05 Bouwen aan kennis

Download Report

Transcript 05 Bouwen aan kennis

Bouwen aan Kennis.
Bouwen aan “Wat”?
Ton Kallenberg
Lector Educatie - Hogeschool Leiden
Kennismaatschappij
• Kennis veroudert snel “Knowledge keeps no
longer than fish”
– Technische
mogelijkheden
ontwikkelen
– Veranderingen in
(onderwijs)organisaties
– “Levensfase-theorie” aanpassing van
ambities op
carrieremogelijkheden
-> invloed op
kennisniveau
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze af beelding w eer te geven.
Voorbeelden
• “De stad Leiden is in 1574
bevrijd van een belegering
door de Spanjaarden”
• Is dit informatie? Is dit
kennis?
• “Deze winkel is elke dag
geopend van 09.00 tot
18.00 uur. Op koopavonden
is de winkel tot 21.00 uur
geopend. Op zaterdag tot
16.00 uur”
• Is dit informatie? Is dit
kennis?
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze af beelding w eer te geven.
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze af beelding w eer te geven.
Data - informatie - kennis
• Data (of gegevens) zijn symbolische weergaven van
ongeorganiseerde getallen, woorden, geluiden, beelden,
grootheden, hoeveelheden of feiten. Gegevens zijn statisch en
enkelvoudig; gemakkelijk op te slaan en opnieuw te gebruiken.
• Informatie staat op zichzelf. (Bijna) elke uitspraak over iets of
iemand is informatie(f). Informatie kan bestaan uit louter
woorden of data en het is eenvoudig over te brengen.
• Kennis is verbonden aan een individu en bestaat alleen in iemands
‘mind’. Kennis wordt geconstrueerd door een persoonsgebonden
proces van samenstellen en verwerken van informatie. Het gaat
om betekenisverlening aan informatie
Kennis
• Kennis is een persoonlijk
vermogen dat gezien moet
worden als het product van de
informatie (I), de ervaring (E),
de vaardigheid (V) en attitude
(A) waarover iemand op een
bepaald moment beschikt.
• K = I * EVA
(Weggeman, 1997)
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze afbeelding w eer te geven.
Latent - manifest
• Latente kennis = kennis die
ligt te ‘sudderen’
(kennis die je hebt, maar niet
gebruikt - b.v. Een leerboek
uit het verleden)
“een persoonlijke archiefkast”
• Manifeste kennis = kennis die
je continu gebruikt = direct
beschikbare kennis
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze afbeelding w eer te geven.
Impliciete kennis
•
•
•
•
•
Tacit knowledge (Polanyi, 1966) practical knowledge / intelligence
(Sternberg, e.a., 1993)
Sterk persoonlijk ingekleurd en moeilijk te
formaliseren.
– Subjectieve inzichten (implicit
understanding)
– Herinneringen van gebeurtenissen
(episodic knowledge)
– Intuities en plotselinge invallen
(impressionistic knowledge)
Handelingstheorieën (Argyris, 1999):
espoused theory (‘openlijk aangehangen
theorie’)
theory in use/action (‘gebruikte theorie’)
Verankering in praktische activiteit en in
de idealen, waarden en emoties die
iemand meeneemt: de zelfkennis van een
individu tijdens een activiteit (regulative
knowledge)
Moeilijk te documenteren, moeilijk te
delen.
Quic kTime™ en een
-decompressor
zijn vereis t om deze afbeelding weer te geven.
Explicit knowledge
• Explicit knowledge =
gecodificeerde kennis =
beschreven in
geschreven tekst,
plaatjes, beelden,
video’s, formules,
softwarecodes, e.d.
(statable knowledge)
• Expliciete kennis is vaak
formeel van aard en
systematisch geordend.
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze af beelding w eer te geven.
Modus 1 en Modus 2 (Gibbons et al, 1995)
Aard van de
kennisproductie
Modus 1
Modus 2
Probleem oplossen
Kennis in de context van een
discipline
Kennis in de context van toepassing (dit is
iets anders dan toegepaste kennis)
Kennisbasis
Problemen worden opgelost door
multidisciplinaire teams
Problemen worden gedeeld
(Transdisciplinairiteit). Ook niet-experts zijn
betrokken
Eenheid / diversiteit
van organiseren
Experts zijn vooral geconcentreerd
op universiteiten
Heterogeniteit en organisatorische diversiteit
Sociale verantwoording en effectiviteit
maken deel uit van de onderzoeksopzet
Vorm van
organiseren
Hiërarchisch
Heterarchisch
Kwaliteitscontrole
Kwaliteitscontrole door collegiale
toetsing; gebruik van interne en
externe criteria gescheiden
Nieuwe patronen van kwaliteitscontrole
(toegevoegde waarde); minder scheiding
tussen interne en externe criteria
Kenniscommunicatie
Disseminatie via bestaande
academische paden (peer review,
tijdschriften, conferenties e.d.)
Disseminatie door (gezamenlijk)
probleemoplossen in de toepassingscontext
(gebruik makend van –virtuele- netwerken)
Kenniscreatie (Nonaka & Takeuchi, 1995)
• Twee dimensies:
– Kennis groeit van
micro tot
macroniveau
(van individu
naar
maatschappij)
– Kennis groeit van
tacit knowledge
naar explicit
knowledge
• Hierdoor spiraal van
kennisontwikkeling
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze af beelding w eer te geven.
Leren
•
•
•
•
•
•
Leren door uitwisseling van ervaring, dialoog
en observatie
Autonomie van de lerende
Leren wordt gedreven door bedoelingen (een
mens is een informatie-schepper) - veel meer
actief, vooruitziend dan passief, reflectief
Leren heeft veranderingen en creatieve chaos
nodig
Nieuwe kennis ontstaat in warwinkel van
tegenstrijdigheden en herhaling - metaforen
en analogieen spelen hierin een belangrijke
rol
– (metaforen helpen om verschillende
soorten kennis intuitief bijeen te brengen)
– (analogieën zijn meer gestructureerd en
maken duidelijk hoe verschillende ideeën
overeenkomen en verschillen)
Kennis staat in sterk verband met waarden,
betekenissen (“beliefs”) en idealen
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze af beelding w eer te geven.
Bouwen aan kennis
QuickTime™ en een
-decompressor
zijn vereist om deze af beelding w eer te geven.