overzicht naamvallen (powerpoint)

Download Report

Transcript overzicht naamvallen (powerpoint)

Hoe ontstaan naamvallen?
a) zinsdelen zonder voorzetsel
b) voorzetsels
c) werkwoorden met een vaste
naamval
a) Zinsdelen zonder
voorzetsel
1e naamval:
2e naamval:
3e naamval:
4e naamval:
onderwerp, naamw.gez.
hij – naamval (nv)
van hem – nv
meewerkend voorwerp
aan/voor hem – nv
lijdend voorwerp
hem - nv
tijdsbepaling zonder voorzetsel
b)Voorzetsels
-2e naamval:
trotz
wegen
während
innerhalb
außerhalb
statt
infolge
ondanks
vanwege
tijdens
binnen
buiten
in plaats van
als gevolg van
-3e naamval:
aus
uit
außer
behalve
bei
bij
mit
met
nach
na/naar
seit
sinds
von
van
zu
naar/tot
*entgegen
tegemoet
*gegenüber
tegenover
*achterzetsel
-4e naamval:
bis
tot
durch
door, via
*entlang
langs
für
voor (ten behoeve van)
gegen
tegen
ohne
zonder
um
om
*achterzetsel
-3e of 4e naamval:
an
aan,op
auf
op
hinter
achter
in
in
neben
naast
über
over, boven (boven +3)
unter
onder
vor
voor (plaats-,tijdsbep.)
zwischen
tussen
wo?
wohin?
3e naamval
4e naamval
■
■ → ■
-3e of 4e naamval:
Twijfelregel:
Wanneer je bij deze voorzetsel niet
kunt zeggen wo? of wohin?,
dan krijg je de twijfelregel.
auf, über
4e naamval
overige voorzetsels
3e naamval
c)Werkwoorden met een
vaste naamval
-3e naamval:
begegnen, danken,
dienen, folgen,
gefallen, glauben,
gehören, gratulieren,
helfen, kondolieren
-4e naamval:
bitten, fragen, kosten
es gibt
Welke woorden krijgen een
naamval?
a)lidwoorden:
bepaalde lidwoorden
onbepaalde lidwoorden
(der-groep)
(ein-groep)
b)bezittelijke vnw. (ein-groep)
c)overige bepaalde woorden
(der-groep)
Welke woorden krijgen een
naamval?
d)persoonlijke voornaamwoorden
e)bijvoeglijke voornaamwoorden
f)vragende voornaamwoorden
g)betrekkelijke voornaamwoorden
h)zelfstandige naamwoorden(zwak)