deel 1 - Stichting Katholiek Erfgoed

Download Report

Transcript deel 1 - Stichting Katholiek Erfgoed

Adrianuslezing 2014
'Lijden en geloof'
DEEL 1
Priester Johannes van Voorst tot Voorst:
Ik wil met u menselijk lijden overdenken in het licht van het
geloof. Ik ben daarvoor te rade gegaan bij Christus, die een
nieuwe dimensie van het lijden heeft gebracht, en bij de
heilige paus Johannes Paulus II, die begon als moedig
priester in de Tweede Wereldoorlog en in de periode van het
communisme en die op latere leeftijd ondanks lichamelijk
lijden de kerk bleef dienen. Ik herinner onder andere aan
de apostolische brief van Johannes Paulus II uit 1984. Die
laat een richting zien die voor ons christenen cruciaal is om
het lijden een eigen plek in het leven te geven.
'Het ware antwoord op lijden is Christus toelaten'
Ik zal in mijn uiteenzetting eerst ingaan op God de Vader, dan op de
Zoon, de Verlosser, en tenslotte op de Heilige Geest. Alles is door God
de Vader geschapen uit liefde. De schepping, het zijn, is in essentie
goed. De mens is echter ook geschapen met een eigen wil. De mens
moet zelf bedenken dat hij er niet omwille van zichzelf is, maar dat hij
moet vervolmaakt moet worden door overgave aan God. Vraag is dan
wat de plaats van het lijden is. Lijden kun je zien als het ondergaan
van kwaad. Het is een gebrek, een beperking, vervorming van het
goede. De eerste zonde was dat de mens zich boven God stelde (zie
art. 398 Catechismus). Het lijden werd een straf voor zonde (Romeinen
11, vers 17). Zie ook het Oude Testament (Job). God wordt daarin
geschetst als gever van wet en als rechter. Er is een rechtvaardige straf
voor zonde, maar bij Job was de straf niet het gevolg van zonde maar
een mysterie. Het was een test van het geloof (Hebreeën 12 vers 5-11).
Een disciplinering, een dienst om te bereken en het goede opnieuw op
te bouwen. De dood is dan niet de verlossing uit het lijden, maar het
toppunt van het lijden. De mens verliest zijn ziel en geest. Het lijden
als verlossing uit de zonde is ook terug te vinden bij Thomas van Aquino
en Johannes 3 vers 16. God heeft zijn Zoon overgegeven aan de wereld.
Het ware antwoord op lijden is Christus toelaten. De dood is door
Hem overwonnen door de verrijzenis. Christus, die gehoorzaam was
tot aan de dood aan het kruis. Daarmee werd voor eens en altijd
afgerekend met de dood (Romeinen 6, vers 10).
Christus heeft aldus een nieuwe dimensie gegeven aan het lijden. Mensen kunnen als
Christus troost geven en anderen bijstaan en ook zelf lijden ondergaan. Ik wil
overigens niet het lijden verheerlijken. De medische wetenschap is een groot goed.
Zij kan obstakels wegnemen maar moet wel in de juiste proportie worden toegepast.
Wat ik bedoel is dat je juist in het lijden jezelf en Christus dieper kunt ontdekken.
Maar het kan ook anders zijn. Je ziet ook wel dat mensen zich bij lijden in boosheid
en verdriet afkeren van Christus. Lijden kortom als straf en als test van wat belangrijk
is in het leven en wat niet.
Het lijden kan ons leren dat het uiteindelijke geluk dieper ligt dan tijdelijk
welvaren. Gemiddeld zal het met de meesten onder ons goed gaan totdat
voorliggende zaken wegvallen. En wat dan? Het lijden blijft dan vaak een mysterie:
waarom? We mogen er in zo’n situatie op vertrouwen dat God ons bijstaat. God wordt
dan klein, net als wij, hij lijdt met ons.
Christus heeft uit liefde het lijden op zich genomen. Lijden is in zichzelf kwaad, maar
het is ook een instrument van verlossing (Koll. 1, vs 24). Ieder mens heeft een
aandeel in verlossing en deelname aan lijden en kan Christus daarbij volgen door het
kruis op zich te nemen. Mijn overtuiging is dat het lijden daarbij niet opweegt tegen
de heerlijkheid die ons te wachten staat.
Ik wil afsluiten met een waar gebeurd verhaal. Het is het verhaal van Enrico en
Chiara. Bij de eerste zwangerschap van Chiara werd op basis van onderzoek
bekend dat het kind na de geboorte zou sterven. Ze besloten de zwangerschap
toch te voldragen. Na de geboorte kunnen ze het kind, dat zij Maria noemen,
kort in hun handen houden. Daarna overlijdt het. Bij de tweede zwangerschap
volgt eenzelfde complicatie en nemen ze hetzelfde besluit. Maar weer moeten
ze hun kind, dit keer een zoon, David, kort na de geboorte naar het volgende
leven laten overgaan. Enrico en Chiara zien het als een verzoek van God om het
kind te begeleiden tot de geboorte, het vast te houden, te dopen en terug te
geven aan de Vader. Het derde kind is gezond, maar tijdens de zwangerschap
wordt vastgesteld dat Chiara kanker heeft. Zij besluit met de behandeling te
wachten tot de geboorte van het kind, Francesco. Francesco komt gezond ter
wereld maar Chiara overlijdt kort daarop in rust en vertrouwen.
Alleen liefde staat in het centrum van het leven. We zijn uit liefde gekozen
en leven en sterven om liefde van God te krijgen. De liefde verteert je, maar
het is prachtig om door de liefde verteerd te sterven. Bezit is het
tegenovergestelde van de liefde. Alles wat je hebt is niet van jou. Het is door
God aan jou gegeven om tot wasdom te brengen. Dankzij Maria en David was
Chiara niet meer bang voor de dood. God heeft genomen om te geven.