Transcript routeblad

Hartelijk welkom op onze 11de toeristische wandelzoektocht. Dit jaar wandelen we in een lus vanaf
brasserie de Rechtvaardige Rechters naar de ‘Papegaaiwijk’. Denk vooral niet dat hier vooral
napraters woonden! Integendeel, in deze buurt huisden een aantal beroemde Gentenaars. Al in 1476
wordt ‘den wijcke van den Papegaye’ vermeld. Die naam hebben we te danken aan de Gentse
schuttersgilden uit de 15de eeuw. Deze organiseerden er elk jaar een koningsschieting waarbij
geschoten werd naar een versierde houten papegaai die aan de wieken van de Wispelbergmolen
vastgemaakt werd. De Wispelbergmolen stond op de plek waar later het Casino kwam en de wortels
van de Gentse Floraliën liggen. De molen kreeg de bijnaam ‘Papegaymolen’.
Om een mooie toegang te vormen voor het toen nieuwgebouwde Casino werd een plein aangelegd.
Centraal op dit plein staat, niet toevallig, een monument voor Karel Miry, de componist van de
‘Vlaamse Leeuw’. Het is immers in deze buurt dat hij samen met toondichter Hippoliet Van Peene
‘onze nationalen zang’ componeerde.
Even verder in deze wijk komen we in Twaalfkameren waar Karel Miry woonde en waar ook Victor
Horta, een van de beroemdste Belgische architecten, zijn eerste drie huizen bouwde.
In de Papegaaiwijk vinden we bovendien tientallen (voormalige) kloosters - alexianen, franciscanen,
dominicanen, jezuïeten, ongeschoeide karmelietessen, benedictinessen, zwarte zusters, grauwe
zusters … - met soms een 1000-jarige geschiedenis. Ze waren de middeleeuwse sociale zekerheid voor
de Gentenaars.
We komen ook aan de Coupure, de plaats waar de 19de-eeuwse burgerij graag flaneerde!
Ondertussen lossen we 35 eenvoudige vragen op met hier en daar een addertje onder het gras.
Lees vooraleer te starten het reglement goed. Dit kan helpen! Succes!
REGLEMENT
1. Met plaatselijke gegevens (vgtp), gegevens op je routeblad en wat parate kennis kunnen alle vragen opgelost
worden.
2. Wij gebruikten voor woordbetekenissen Prisma 2012 maar ook soms de gangbare betekenis.
3. Uitdrukkingen in ‘Prisma’ hebben steeds voorrang op de gewone betekenis.
4. De weg wordt aangegeven door genummerde opdrachten die in volgorde moeten worden uitgevoerd.
5. Tussen dubbele aanhalingstekens “ “ = te lezen tekst en is als dusdanig identiek terug te vinden. Niet tussen
aanhalingstekens = voorwerp of afbeelding. v.b. kerk, u moet zoeken naar 'n kerk of 'n afbeelding ervan.
Tussen enkele aanhalingstekens = om een gegeven te benadrukken. vb. ‘oudste’ kerk.
6. Toelichtingen geplaatst tussen ( ) houden nooit 'n val in.
7. Een deel van een geheel telt als een geheel (vb. leeuwenkop = leeuw).
8. R = rechts ; L = links; RD = rechtdoor; HNV = hier niet vermeld; g.v. = geen val.
9. Eén = 1; een = 'n = 1 of meer.
10. De klinkers zijn: a, e, i, o, u, y. De Romeinse cijfers: I= 1, V= 5, X= 10, L= 50, C= 100, D= 500, M= 1000.
11. Grootte en lettertypes spelen geen rol, spaties wel. “JEZUS” = ”JEZVS” = “JeZuS” maar “JEZUS” ≠ “JE ZUS”.
12. Tekens en accenten mag men wegdenken. “CA-FÉ” = “CA FÉ”. “CAFÉ” = “CAFE”.
13. Verborgen in een woord: In “generatie” zit verborgen “gene”, “era”, “rat”, ... Verborgen in een tekst: In “de
oudere generatie” zit o.a. verborgen “oud”, “regen”, “oudere”, rat,… Vermeld: In Jan Palfijnstraat is (Jan)
Palfijn vermeld.
14. Belangrijk is het verschil tussen “de/het” of “een in een vraag. Als bv. gevraagd wordt naar gegevens op ‘een
bord’, en er zijn meerdere borden die aan het gevraagde voldoen, dan tel je alle gegevens op de verschillende
borden samen.
V.b. hoeveel maal komt een vogel voor op een bord met “Gent”? M.A.: 0 – 1 – 2 – 3 – meer dan 3. Op de drie
borden samen komen 5 vogels voor. Dan is het juiste antwoord meer dan 3.
Als de vraag gaat over “het bord” dan antwoord je per bord. Vb. hoeveel maal komt een vogel voor op het bord
met “Gent”? M.A.: 0 – 1 – 2 – 3 – meer dan 3. Je ziet drie borden met respectievelijk 0, 2 en 3 vogels. Dan is het
antwoord 0 – 2 – 3.
15. Bij een vraag gevolgd door “K.U.“ (Kies uit) is slechts één antwoord mogelijk.
Bij een vraag gevolgd door “M.A.” (mogelijke antwoorden) zijn er minstens 1 of meerdere antwoorden juist.
Daaruit moeten steeds de VERSCHILLENDE correcte antwoorden gekozen worden.
16. Met “of” wordt bedoeld één van de gegevens, vb. “een pot of een pan” = één van de twee. Met “en/of” wordt
bedoeld één of alle gegevens, vb. “een pot en/of een pan” = één van de twee of beiden.
17. Zoek geen val in de voorzetsels: op, aan, tegen, bij, …
18. Met een naam wordt voornaam (ook afgekort) en achternaam bedoeld. JAN LUC DE VOS = J.L. DE VOS = J. D.
VOS = J.L.D.V.
19. Met een ‘bord’ wordt een plank of een plaat bedoeld in om het even welk materiaal.
20. Het woordje “hier” duidt steeds op de plaats waar je zich bevindt langs het parcours. Het slaat nooit terug op
de tekst in het routeblad. Natuurlijk kan het routeblad overal gelezen worden.
21. In de omgeving van of hier is de zoekruimte 25 m. In de onmiddellijke omgeving is de zoekruimte 10 m en ter
hoogte van (THV) is binnen een straal van 3 m, alle drie met inbegrip van het herkenningspunt zelf.
De hoogte speelt nooit een rol in de bepaling van de afstand van de zoekruimte.
22. Graffiti (≠muurschildering) telt niet mee. Niets op de grond zoeken en ook niets zoeken achter glas, tenzij
beschermglas, gegraveerd glas of volledig klevend aan de binnen- of buitenzijde van het glas!
24. Alles wat de inrichter beweert moet je als waarheid aannemen.
25. Privaat eigendom mag nooit betreden worden. Respecteer de privacy!
26. De inrichters kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen tijdens deze zoektocht.
27. Door deelname aan deze zoektocht gaat u akkoord met het reglement.
De zoektocht start op het SINT-BAAFSPLEIN aan brasserie ‘de Rechtvaardige Rechters’.
Op de brasserie werd meermaals het nieuw logo van de zaak aangebracht. Een eenvoudig vraagje hierover:
Vraag 1: Indien je elk vlak van de letter ‘R’ van dit logo met een verschillende tint zou inkleuren
hoeveel tinten heb je dan nodig?
K.U.:
A: minder dan 4 - B: 4 - C: 5 - D: 6 - E: meer dan 6.
1.Verlaat de brasserie richting het monument centraal op het plein.
Let op! Tot eind maart wordt er gewerkt op dit plein.
Over weinig standbeelden is in Gent zo veel gediscuteerd als over het monument voor
Jan-Frans Willems.
De Franstalige pers had uiteraard veel vragen over de wenselijkheid van een flamingantisch
monument in het centrum van de stad. De socialisten weigerden het initiatief te ondersteunen
zolang het dagelijks leven van de Vlaming "een onafgebroken strijd om een stuk brood"
was.
Het standbeeld kwam er uiteindelijk als een gemeenschappelijk initiatief van liberalen en
katholieken. Men geraakte het moeilijk eens over een ontwerp. Pas nadat beeldhouwer
Isidoor De Rudder woedend al zijn ontwerpen met een hamer had vergruizeld, bereikte men
een consensus over de allegorie die er nu staat: een gespierde jongeling, die de Vlaamse
Beweging voorstelt, verwijdert de sluier van een Vlaamse maagd. Op de voorkant van de
sokkel vinden we een medaillon van Willems terwijl de zijkanten verwijzen naar het
Vlaamse volkslied en het dierenepos Reinaert de Vos.
Hierboven een afgekeurd ontwerp van De Rudder dat onmiddellijk de naam "Den blute pompier" meekreeg.
2. Wandel richting belfort. RD tussen trap van belfort en “Belgian Treasures”.
3. Viersprong RD ‘Emile Braunplein’. Alleen rechts zoeken:
Vraag 2: Wie of wat behoort bij “63113204966”?
K.U.:
A: een schicht – B: een baby – C: een fiets – D: een draak – E: een sigaret.
4. Wandel verder RD tussen tramhalte en zijgevel van de Sint-Niklaaskerk ‘Catalonie straat’.
5. Viersprong RD ‘Sint-Michiels helling’. Op de Sint-Michielsbrug:
Vraag 3: Op een optisch instrument laat men je weten dat een bepaald voorwerp niet zal
terugkomen. In hoeveel talen op dit instrument laat men je iets weten?
K.U.:
1 - 2 - 3 - 4 - 5.
6. RD ‘Sint-Michielsplein’. Wandel richting kerk. Voorbij kerk L.
Eerst aan de voetgangersingang (wit glazen gebouwtje) van de parking:
Vraag 4: Hoeveel maal is een been (lichaamsdeel) afgebeeld ter hoogte van “slim op weg”?
K.U.:
16x
17x
18x
19x E: 20x.
7. Meebochten wordt ‘Onderbergen’ en zo bereiken we Het Pand, een gewezen dominicanenklooster.
De volgende twee vragen lossen we op tijdens onze wandeling langs Het Pand.
Je hoeft daarvoor de binnentuin niet te betreden:
Het Pand
kende een troebel bestaan. De
geschiedenis van Het Pand gaat terug tot 1201.
Naast het kapelletje van Sint-Michiels werd
toen in Onderbergen een hospitaal opgericht
met de naam "Uten Hove Hospitaal", zo
genoemd naar de stichters, kanunnik Volker
Uten Hove en zijn zus. Cisterciënzerinnen
vingen er armen, zieken en bedevaarders op.
Reeds in 1228 was dit hospitaal te klein
geworden en verhuisde het naar de (Oude)
Bijloke. Het leeg gekomen gebouw werd
geschonken aan de dominicanen.
Een bijzondere episode kende het gebouw
tijdens de Gentse Republiek op het einde van
de 16de eeuw. Toen bood het gebouw, nadat de
broeders waren verdreven, onderdak aan een
calvinistische universiteit, een gebeurtenis
waar Gent zich 230 jaar later op zou beroepen
in haar streven naar een rijksuniversiteit. Deze
‘calvinistische universiteit’ beleefde maar een
kortstondig bestaan.
Als de Spanjaarden 6 jaar later Gent opnieuw innemen, sluit de school haar deuren. De kloosterlingen keren terug en
herstellen de oude luister van de abdij.
De Franse Revolutie luidt het definitieve einde in. Het pand wordt verhuurd als kazerne. De achtergebleven
dominicanen mogen eerst de kerk nog blijven gebruiken maar onder de afkeurende blik van de toekijkende
Gentenaars wordt op 10 april 1860 de kerk afgebroken.
Het ‘vlooienpaleis’, dat is de naam die de Gentenaars Het Pand gaven op het toppunt van zijn verval.
De universiteit kon de verloederde gebouwen in 1963 voor een prikje kopen. Een nieuwe episode van restauratie en
herbestemming was aangebroken.
Vraag 5: Op een blauw infobord over de geschiedenis van Het Pand worden een aantal jaartallen
en eeuwen vermeld. Van sommige jaartallen is de eeuw waartoe ze behoren niet
vermeld.
Welke eeuw is niet vermeld op dit infobord waartoe een jaartal behoort dat hier wel
vermeld is op een infobord?
M.A.:
13de - 14de - 15de - 16de - 17de - 18de - 19de - 20ste - 21ste.
Hiernaast zijn twee types dakkapelletjes afgebeeld zoals er
veel terug te vinden zijn bovenaan op het Pand:
Vraag 6: Wat is het verschil in aantal tussen beide
types dakkapelletjes? Zoek geen val in kleine
verschillen!
K.U.:
A: minder dan 7 - B: 7 C: 8
D: 9
- E: meer dan 9.
8. Viersprong R ‘Zwartezusters straat’:
Vraag 7: Schrijf de cijfers uit die niet te zien zijn op het bord met “VIDEO SYSTEMS” in het meervoud en je bekomt een paar woorden van een uitdrukking. Wat is de betekenis van
bedoelde uitdrukking?
K.U.:
A: uitvluchten
–
B: heel gewoon
–
C: van aanpakken weten
–
D: heel onnozel zijn
–
E: letten op.
Opgelet: Los vanaf hier tot wegopdracht 17 de volgende vraag op:
Vraag 8: We namen een aantal detailfoto’s van een muurkapelletje. We namen ook foto’s van het
huisnummer van het eigendom waarop het kapelletje voorkomt. Zet de passende letter
bij het juiste cijfer van het huisnummer van het eigendom dat samen hoort met het
kapelletje. (v.b. A/3, B/1,..)
9. Viersprong RD ‘Alexianenplein’.
Al vanaf de 14de eeuw bevond zich hier en in de Oude Houtlei het klooster van de alexianen, ook cellebroeders,
lollarden of schokkebroeders genoemd. In 1833 werden de gebouwen ingenomen door de jezuïeten en in 1864 door
de broeders van de Christelijke Scholen die in 1866 de Sint-Lucasschool oprichtten.
Met gegevens boven de hoofdingang van deze school:
Vraag 9: Boven de hoofdingang vind je een tekst in steen uitgehouwen. Wat is de betekenis of
synoniem van een woord dat je bekomt (niet scrabbelen) wanneer je tussen twee
uitgehouwen letters die ongeveer loodrecht onder elkaar staan, hier boven deze
uitgang, een klinker toevoegt?
M.A.:
A: café – B: grap – C: plechtige verklaring – D: muzieknoot – E: vat.
10. Einde straat L ‘Oude Houtlei’.
11. Eerste straat R ‘Wellingstraat’ maar eerst met gegevens op of aan de voorgevel van het prestigieuze
Hotel Verhaegen, een 18de-eeuwse paleishuis (huisnummer 110 HNV):
Vraag 10: Mijn twee buren zijn zo te zien niet identiek. Maar als je beiden aanspreekt, lijken ze
toch identiek. Je zou er niet meer klaar in zien! Wat word ik, een beetje toepasselijk
hier, als je mij door elkaar schudt?
K.U.:
A: een beetje doof
–
B: een beetje scheel
–
C: een beetje bang
– D: een beetje kwaad
–
E: een beetje dronken.
Merkwaardig in deze straat zijn de kleine volkse woningen. Dit zijn typische wevershuisjes uit de 17de en 18de eeuw.
In het begin van de Wellingstraat vind je ook nog een 16de-eeuwse kapel van de ongeschoeide karmelieten. Nu maakt
het deel uit van het hotel Verhaegen. Op de muur van deze kapel bemerk je een muurkapelletje dat herinnert aan de
cholera-epidemie van 1832 waarbij de stad Gent ernstig getroffen werd. Toen de ziektegolf geluwd was, trokken de
bewoners van deze buurt naar hun parochiekerk en offerden er aan het beeld van de Zoete Nood Gods een pestkaars.
Rechtover het muurkapelletje vind je twee residenties die de naam van een bloem kregen. Door de tand des
tijds zijn een aantal letters van die namen verdwenen. Toch is het niet moeilijk om te achterhalen over
welke twee namen het gaat. Een van de twee namen is bovendien nog verkeerd gespeld:
Vraag 11: Wat is de betekenis van het woord dat je bekomt als je 1 letter van de overblijvende
letters van de verkeerd gespelde naam verplaatst en 1 ontbrekende letter van de
andere naam toevoegt?
K.U.:
A: zeereis
–
B: fijne wolken
–
C: toestand met alles wat erbij hoort
–
D: volledige verdoving
–
E: lichaam.
De volgende vraag lossen we op aan de eigendommen gelegen tussen deze residenties en huisnummer ’72’:
Vraag 12: Een papegaai hebben we niet gevonden, wat je hier misschien zou verwachten, maar
wel een aantal sierlijke vogels. Hoeveel gevleugelde wezens komen voor op of aan een
gebouw langs dit stukje traject? (Niets zoeken op of aan deuren g.v.)
K.U.:
A: minder dan 7
–
B: 7
–
C: 8
–
D: 9
–
E: meer dan 9.
12. Einde straat L ‘Holstraat’.
13. Eerste straat R ‘Casinoplein’. Wandel even verder tot het monument voor Karel Miry.
Op een zuil zien we Karel Miry (1823-1889) met eronder zingende kinderen
uit Gentse basisscholen. Aan de voet van het beeld beschermt een leeuw
‘dreigend’ de Vlaamse vlag.
In 1893 verzamelt zich hier een bonte menigte voor de onthulling van dit
monument ter ere van de man “die zijn volk leerde zingen”. Naast 17 koren sluit
ook de burgerij zich bij de hulde aan. Na toespraken zingt de massa uit volle borst
De Vlaamse Leeuw.
Paradoxaal was het plein rondom versierd met tientallen Belgische vlaggen!
Hij componeerde het lied in 1847 en de tekst werd geschreven door zijn oom
Hippoliet Van Peene. Deze compositie paste bij de opkomende nationalistische
beweging in de muziek doorheen Europa en sloot mooi aan bij de groeiende
Vlaamse bewustwording.
Toen in 1847 de Minardschouwburg opende, stond als inhuldigingswerk Miry’s
eerste grote muziektheaterwerk, de komische opera Brigitta (uiteraard op tekst van
Van Peene) op het programma. Het werk was een schot in de roos: het was de
eerste Vlaamse opera en werd op veel bijval onthaald. Miry werd prompt benoemd
tot dirigent van het theaterorkest.
Niemand echter die toen kon vermoeden dat deze beloftevolle twintiger een vingerknip verwijderd was van nationale
roem. Anderhalve maand later pakte Miry uit met zijn 1ste en enige monsterhit: ‘De Vlaamse leeuw’.
Hoewel Miry ook muziek schreef voor Franstalige teksten, bleef de Nederlandstalige zang zijn voorkeur wegdragen.
Miry was ook de componist van meer dan 1.000 kinderliedjes.
Met gegevens op het monument voor Karel Miry:
Vraag 13: Noteer voor elk van onderstaande beweringen op uw antwoordenblad een 'J' als de
bewering WAAR is of een 'N' als de bewering NIET WAAR is.
A)
Twee meiden houden gezamenlijk één partituur vast.
B)
Een knaapje houdt een partituur vast met beide handen.
C)
Tussen de benen van een wicht is een onduidelijke tekst te lezen.
D)
Een snaak houdt een partituur vast met zijn linkerhand.
E)
Een bakvis draagt een hoofddeksel.
We gaan ervan uit dat meisjes een rok dragen en jongens een broek g.v.
Als we naar het einde van het plein stappen zien we een groot gebouw. Nu is het een school maar vroeger
stond op deze gronden, gelegen tussen dit plein en de Coupure, het Casino. Alleen wat bomen uit de tuin
bleven over.
Ontstaan van de Gentse Floraliën
Ongeveer 200 jaar geleden
werd in een herberg voor de eerste keer een bescheiden
bloemententoonstelling gehouden, de voorloper van de Floraliën. (meer
hierover verder op het routeblad.) Het werd snel te klein en in 1837 kon men
de ‘bloemetjes buitenzetten’ in het Casino. Het gebouw was opgetrokken op
een terrein van drie hectaren groot. Het herbergde gedurende vele decennia
de grootse activiteiten die de fine-fleure van de Gentse burgerij met de
regelmaat van de klok organiseerde, waaronder de vijfjaarlijkse
Internationale Floraliën. Het telde verschillende tentoonstellingsruimtes, een
concertzaal, een bibliotheek, een restaurant en een grote tuin. Ondanks
regelmatige uitbreidingen was het complex ook te klein geworden en de
Floraliën verhuisden in 1909 naar het Citadelpark.
Op een gevel van dit gebouw zien we het wapen van de Universiteit Gent:
Een gemakkelijk vraagje, scoren hier! Verpest het niet voor jezelf!
Vraag 14: Wat is de tweede klinker en wat is de laatste letter van het woord dat je kan vormen
met de eerste zes letters van het Latijnse motto vermeld op dit wapen?
K.U.:
ER –
IN – IR –
EN – UN.
14. Einde plein L ‘Johan Daisne straat’.
15. Viersprong RD blijft ‘Johan Daisne straat’.
16. Einde straat L ‘Twaalfkameren’.
Los vanaf hier tot wegopdracht 18 de volgende vraag op:
Vraag 15: Rangschik volgende foto’s (gv) van een detail van een smeedijzeren versiering aan
een voordeur in de volgorde waarin je het gefotografeerde voorbij gaat volgens je
wandelrichting. (Vb. 654321)
Aan het huis met nummer 62 woonde Karel Miry en componeerde er de muziek voor de Vlaamse Leeuw.
We lossen hier de volgende vraag op:
Vraag 16: Bovenaan deze woning kan je een korte Latijnse tekst lezen. Met het middelste
woordje van deze tekst en de eerste twee letters van een vierletterwoord onmiddellijk
naast dit woordje kan je een woord vormen dat betrekking heeft op muziek.
Welke van volgende woorden zijn een synoniem van een vierletterwoord dat je kan
vormen met dit middelste woordje en de eerste twee letters van een vierletterwoord
hier bovenaan te lezen nabij dit middelste woordje?
M.A.:
A. kenwijsje
–
B. rondrit
–
C. borrel
–
D. munt
– E. jingle.
Hoe De Vlaamse leeuw ontstond, werd ons
overgeleverd door de Gentse schrijver Frans Edmond
Lauwers: Op 3 Augusti 1847 bevond ik mij ten huize
van Van Peene. Onder vriendelijken kout spraken
wij over Marseillaise, Brabançonne, God save the
queen, Wien Neêrlands bloed, enz. Toen eensklaps
Paul Van Loo, schoonbroeder van den
onsterfelijken Van Peene, uitriep: “Wat jammer dat
wij, Vlamingen, nog geenen nationalen zang
hebben!...” Van Peene luisterde met aandacht en
drie dagen nadien kwam hij samen met Miry naar
’t lokaal van ‘Broedermin en Taalijver’, nam K.
Ondereet – met de schoone barytonstem – ter zijde,
en alle drie trokken naar boven. Eenige
oogenblikken later hoorden wij bovengenoemde, onder de begeleiding van Van Peene die op zijne viool
aan ‘’t krabbelen’ was, zoo als hij het zeide, het lied beproeven. Wij luisterden naar dien in den beginne
onverstaanbaren zang. Door nieuwsgierigheid aangedreven, trokken wij met eenige leden naar boven: “Is
er geen belet?” “Binnen”, antwoordde men. “Wat is hier gaande?” sprak vriend Gustaaf Verhaege. – Hier
is gaande, antwoordde K. Ondereet, dat Van Peene eenen volkszang gedicht heeft met muziek van zijnen
neef Karel Miry, een lied dat binnen eeuwen nog de Vlamingen in geestdrift brengen zal!..
Verder aan de rechterkant (nummers 49-53) vind je de eerste huizen die Victor Horta bouwde.
Victor Horta Terwijl je in Brussel makkelijk een paar uren zoet bent met het
bezoeken en bewonderen van Horta-huizen, heeft de architect nauwelijks een
stempel gedrukt op de stad waar hij in 1861 geboren werd. Toch bouwde hij hier
in deze straat zijn eerste drie huizen. Boven de eerste verdieping van nummer
51-53 hangen zes bas-reliëfs met engelen en planten.. Het zijn nog geen
voorbeelden van zijn typische art nouveau-stijl, met veel gebogen lijnen maar
toch voel je de Horta-stijl aankomen.
Als 12-jarige volgde hij Architectuur in de Gentse Academie voor Schone
Kunsten, maar enkele jaren later trekt hij al naar Parijs. In 1880 keert hij naar
België terug, niet naar zijn geboortestad, maar naar Brussel waar hij uitgroeit tot
een van de grootste Belgische architecten ooit. Een viertal van zijn
burgerwoningen in Brussel staan op de lijst van het UNESCO Wereld-erfgoed,
onder andere zijn eigen woning en atelier in Brussel, het huidige Hortamuseum.
Met gegevens op deze huizen: Gebruik goed je ogen!
Vraag 17: Hoeveel van volgende tien gegevens: een passer – één roofvogel – een buste
– een boek – “ARCHITECT” – één leeuw – een hamer – één fluit –
een kroon – één palet, kan je bemerken op een bas-reliëf van deze woningen?
K.U.:
6
–
7 –
8
–
9
–
10.
17. Viersprong R ‘Lieven De Winne straat’. Met gegevens in de onmiddellijke omgeving dit stukje straat:
Vraag 18: Welke verschillende klinkers komen voor in de familienaam bestaande uit zeven
letters, beginnende met “de” en waarvan de som van de cijfers van een jaartal onder
die naam vermeld 17 bedraagt?
M.A.:
a
–
e
–
i
–
o
–
u
– y.
18. Driesprong RD blijft ‘Lieven De Winne straat’. Op deze driesprong:
Vraag 19: De straat die we hier links laten liggen kreeg de naam van een gebogen lichaamsdeel.
Hoeveel van deze gebogen lichaamsdelen (g.v.) zijn hier afgebeeld in de omgeving van
deze viersprong?
K.U.:
6
–
7
–
8
–
9
–
10.
Het zal waarschijnlijk weinig voeten in de aarde hebben om de volgende vraag op te lossen!
Alleen met gegevens langs de rechterkant van deze straat zoeken:
Vraag 20: Vanaf het huis met nummer 28 tot en met het huis met nummer 62 zijn ze nog allemaal
intact, op één uitzondering na. Wat is het huisnummer van het pand van die ene uitzondering waarvan alleen nog de sporen overblijven?
M.A.:
A: een tweevoud
–
B: een drievoud
–
C: een viervoud
–
D: een zesvoud
–
E: een achtvoud.
19. Einde straat L ‘Coupure Rechts’.
Langs beide oevers van de Coupure vestigden zich in de
19de eeuw grote bloemisterijen. Hier wat verder aan de
Coupure Rechts te midden van de akkers en de molens
stond de herberg ‘Au Jardin de Frascati’.
Het was een trefpunt voor lokale hoveniers,
groenteboeren, liefhebbers van planten en bloemen maar
ook van wandelaars. De eerste bloemententoonstelling
werd daar op 6 februari 1809 georganiseerd. De zaal was
amper 48 m² groot. Er worden een vijftigtal planten
uitgestald waaronder, voor die tijd, een aantal zeer
zeldzame planten. Er werd ook een wedstrijd gehouden.
De eerste prijs ging naar Plumeria floribunda, een plant
uit de maagdenpalmfamilie. De kweker kreeg een
zilveren gedenkpenning. Door het succes van deze
eerste editie werd daar van 29 juni tot 2 juli 1809 een
zomertentoonstelling gehouden. Doordat een aantal
planten een plaats buiten kregen konden er 137 planten
tentoongesteld worden. De Floraliën waren geboren.
De Coupure verbindt de Leie met de Brugse
Vaart. Het maakte deel uit van een drukbevaren
handelsweg die Gent met Brugge verbond.
Het werd in 1751 gegraven krachtens een
octrooi van Maria Theresia van Oostenrijk.
In de 18e en begin de 19e eeuw was de
omgeving van de Coupure nog landelijk.
Wandelwegen ontstonden links en rechts van de
Coupure, breed genoeg om met paard en koets
te flaneren. Platanen werden aangeplant in 1785.
Lusttuinen, buitenverblijven en zomerhuisjes
verrezen, niet zelden bezet door jongedames van
lichte zeden.
De gezonde lucht was de aanleiding voor de
vestiging van het Bijlokehospitaal, het
Geneesgesticht voor Oogziekten en later de Refuge van Maria die we hier aan de overkant van het water kunnen zien.
Toen de eerste herenhuizen langs de oever verschenen werden arbeiders verbannen en letterlijk verjaagd.
De Coupure werd de ideale plaats voor de burgerij om te flaneren. Wie tussendoor even wou uitrusten en genieten
van een landelijk uitzicht, kon plaatsnemen op een van de 49 banken (aantal in 1820). Halfweg de 19de eeuw
sneuvelden de buitenste bomenrij en maakten plaats voor nog meer statige herenhuizen waar de Gentse bourgeoisie
kwam wonen.
De meeste huizen zijn verfraaid met prachtige loggia’s of balkons. Nu nog is het een ‘chique’ buurt.
Vraag 21: Van zes statige
herenhuizen verfraaid
met een loggia namen
we een detailfoto van de
voorgevel.
Noteer telkens op uw
antwoordenblad of het
detail zich links (L),
rechts (R), boven (B) of
onder (O) van de loggia
bevindt.
(v.b. 1/L, 2/O,..)
Los ondertussen even verder aan huisnummer 102, een prachtige herenhuis in Neorococo stijl, de volgende
vraag op.
In de onmiddellijke omgeving van de zwarte metalen poort:
Hier toch wat verder kijken dan je neus lang is!
Vraag 22: Op deze poort vind je een drieletterwoordje dat een anagram is van de naam voor een
mannelijk zoogdier. Wat is de som van de cijfers van het huisnummer dat zich juist
voor dit woordje bevindt?
M.A.:
A: een tweevoud
–
B: een drievoud
–
C: een viervoud
–
D: een vijfvoud
–
E: een zesvoud.
20. Driesprong L ‘Iepensteeg’.
21. Eerste straat L ‘Waarschoot straat’. Meebochten wordt ‘Stoppelstraat’. Hier mag je even afwijken van
het parcours. Dit kan helpen om de volgende vraag op te lossen:
Aan de linkerkant van deze straat zien we het eerste sociale
woonproject van ABC, een van de oudste maatschappijen
voor sociale woningbouw in Vlaanderen, bekend van het
logootje met 4 bakstenen. Op deze gronden stond het
barokke refugiehuis van de priorij van Waarschoot. Een
refugie was voor de bewoners van abdijen en kloosters een
toevluchtshuis in periodes waarin zij zich, door oorlog of
andere onrust, niet veilig voelden in hun dikwijls afgelegen
verblijf.
In 1796 verdwenen de Cisterciënzers en op hun domein
ontwikkelde zich de latere bloemisterij Verschaffelt.
Tegen 1865 telde de bloemisterij hier een veertigtal grote
serres. Ambrosius Verschaffelt organiseerde ook plantenexpedities in Zuid-Amerika waardoor hij in zijn serres
zelfgekweekte palmbomen, orchideeën en cactussen kon aanbieden. Het tuinbouwbedrijf was ook een belangrijk
centrum voor de Europese kweek van camelia’s in de 19de eeuw. Verschaffelt kweekte op een bepaald moment een
duizendtal variëteiten. De camelia werd een van de grootste attracties op de Floraliën waar deze familie veel eerste
prijzen wegkaapte.
Vraag 23: Wandel tot bij het bord met de naam van een gebouw die we kunnen vormen met de
lettergroepen ‘SIDERIETEN RERBSAUS‘. Wat is het verschil tussen het aantal groene
medeklinkers die niet in aanraking komen met elkaar, vermeld op dit bord, en het
aantal groene klinkers die niet in aanraking komen met elkaar op dit bord ?
(Zoek geen val in een licht beschadigde letter)
K.U.:
0
–
1
–
2
–
3
– 4.
22. Keer terug naar de Stoppelstraat en wandel verder RD. Driesprong R ‘Karrenstraat’.
23. Viersprong RD ‘Pekelharing’. Met gegevens te zien op een eigendom behorende tot deze straat:
Vraag 24: Welke van volgende gegevens zijn afgebeeld ter hoogte van “Leefwijk”?
M.A.:
A: een trapgevel
–
B: een cumulus
–
C: een bloemmotief
– D: pekel
–
E: een boom.
Vraag 25: 5 – 2 – 3 – 4 – 2 is een rekenkundige voorstelling van een logische reeks in
deze straat. Welke van onderstaande gegevens komt voor op de plaats die het cijfer
3 van deze reeks voorstelt?
K.U.:
A: “LANNOO” – B: “H100” – C: “ANVERS” – D: “TOT” – E: “IEPENSTR.29”.
25. Einde straat L ‘Recollettenlei’.
Tussen Pekelharing en de Zandpoortstraat (d.i. tot de volgende driesprong) stond in de 15de eeuw het
Bogaardenklooster. De Bogaarden waren de mannelijke variant van de meer gekende Begijnen, en eveneens
een typisch verschijnsel van onze streken. Deze broeders legden net als hun vrouwelijke collega’s slechts tijdelijke
geloften af van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede, en konden steeds terugkeren naar het ‘gewone’ leven om
bijvoorbeeld te trouwen. Het waren handarbeiders en voorzagen in hun onderhoud met onder andere lakenweverij.
Alhoewel de Begijnen erin slaagden zich te handhaven, verging het de Bogaarden minder goed. Ca. 1500 werden de
Bogaarden omwille van hun ongeregelde levenswijze verjaagd en hun verblijfplaats werd toegewezen aan de
wolwevers die er een armenhuis inrichtten. Er is nog weinig te zien van dit verleden. In de Recollettenlei zijn nu
vooral advocatenkantoren gevestigd. Logisch want langs de andere kant van de Leie staat het justitiepaleis.
Met de namen van advocaten vermeld in deze straat op een koperen plaat:
Vraag 26: Welke van volgende stellingen over de familienamen van bedoelde advocaten zijn juist?
De stellingen staan in volgorde van het voorbijwandelen van de familienamen g.v.
M.A.:
A: Het 2de deel van een familienaam is een vraagwoord.
B: Een familienaam begint met een vijfletterwoordje dat een synoniem is van ‘drietal’.
C: Het 2de deel van een familienaam begint met de naam van een merk van mineraalwater.
D: Een familienaam is een synoniem van onze ‘bovenkamer’.
Ga ondertussen ook op zoek naar een advocatenkantoor waar het symbool voor advocaten en rechters
afgebeeld is:
Vraag 27: Hoeveel maal is op een bordje ter hoogte van dit symbool de naam van de advocaat
vermeld van wie de familienaam begint met een drieletterwoordje dat o.a. betekent
‘garage voor één auto’?
K.U.:
A: minder dan 3 x
–
B: 3 x
–
C: 4 x
– D: 5 x
–
E: meer dan 5 x.
26. Viersprong RD ‘Ajuinlei’.
Deze straat kreeg de naam van een groente, daarom een toepasselijk vraagje.
Begeef je naar de zaak “PLUS +”:
Vraag 28: Noteer voor elk van onderstaande beweringen op uw antwoordenblad een 'J' als de
bewering WAAR is of een 'N' als de bewering NIET WAAR is. We zien van hieruit:
M.A.:
A: één graansoort
–
B: één komkommerachtige vrucht
–
C: één steenvrucht
–
D: één pitvrucht
–
E: één knol.
We zijn er bijna, nog een paar vraagjes te gaan! Even verder nog een kleurrijk maar toch wat ‘vreemd’
vraagje:
Vraag 29: Werken, beslissen en nog meer… allemaal kregen ze een tintje. Maar welke kleur kreeg
het gegeven dat voor ons zowel het begin als het einde kan betekenen?
K.U.:
A: geel – B: rood – C: blauw – D: lichtblauw – E: grijs.
27. Einde straat R ‘Jakobijnen straat’.
28.Wandel over de brug en vervolgens onmiddellijk L ‘Predikherenlei’:
Vraag 30: Welke van de hieronder opgegeven straatnamen bevinden zich in de onmiddellijke
omgeving van je wandelweg langsheen de Predikherenlei?
M.A.:
A: "Boeksteeg"
–
B: "Meersstraat"
–
C: "Predikheerenlei"
–
D: "Okernootsteeg"
–
E: "Nodenaysteeg"
29. Derde straat R ‘Nodenaysteeg’:
30. Driesprong L ‘Schuurken straat’. We stoppen aan de ingang van Brasserie Pakhuis.
De naam van deze Brasserie verwijst naar de
functie van het gebouw.
De familie Dutry-Colson startte begin 1900
EMBALCO ('Emballage Coloniale'), gespecialiseerd in het verpakken en verschepen van grote,
moeilijke stukken naar het toenmalige Kongo tot
kleine vliegtuigjes toe!
Dutry-Colson kent een lange voorgeschiedenis. De
oorsprong is te vinden in 'De Grote Paternoster',
opgericht in 1812 in de Veldstraat als handelaar in
ijzerwaren waarvan we hier de achterkant zien, nu
Mexx en Massimo Dutti.
Dutry-Colson was ook, en nu nog steeds, een van
de belangrijkste spelers op de kachelmarkt in
België. En nog minder geweten is dat zij ook een
groothandelszaak in tuinbouwartikelen hadden in
Gent. Zij verkochten er o.a. kachels die speciaal ontworpen waren voor het verwarmen van serres. De Gentse
bloemisterijen waren hun voornaamste klanten.
Overal in het pakhuis is het stalen gebinte mooi te zien, beklemtoond door het typische groen dat de art nouveau zo
kenmerkt. De huidige wijnkelder deed tijdens de Tweede Wereldoorlog dienst als schuilkelder.
De toegangsdeur is nog steeds de originele, gasdichte draaideur.
Los in de onmiddellijke omgeving van de draaideur de twee volgende vragen op:
Vraag 31: Zet de passende letter bij het juiste cijfer van de tekst en het gegeven die samen horen.
Vb. A/4, B1,..
Het begin of het einde van de tekst mag maximum + 20 cm verwijderd zijn van het bijhorende gegeven.
A: ”Taste the best of life”
1: duim omhoog
B: ”Metra helpt helpen”
2: score
C: “A better way forward”
3: zwaaiende arm
D: “Make life tasty”
4: witte kip
E: “Ici on sert du Bresse”
5: rennende ober
Vraag 32: Je ziet ze aan vingers, in oren, in de navel, door de neus,..
Hier zie je er ook één met een bepaalde functie. Welke functie kreeg die ene hier?
K.U.:
A: als herkenningsteken
–
B: als overwinningspalm
–
C: als klok
D: als wapen
–
E: als voorstelling van een hoofd.
31. Einde straat L ‘Van Stopenberghe straat’ HNV.
Hier een echt speurvraagje! Alleen zoeken kant grote muurschildering:
Vraag 33: Welk woord werd weggelaten uit volgende tekst?
“ADEM . . . . . . VOOR SCHOONHEID”
Hou geen rekening met spaties tussen de letters g.v.
K.U.:
A: MUZIEK – B: KOSMOS – C: NATUUR – D: ANJERS
– E: RUIMTE.
32. Einde straat R ‘Predikherenlei’ HNV. Wandel onder de brug door.
33. Voorbij brug onmiddellijk R ‘Pakhuisstraat’.
Maar eerst met gegevens in de omgeving van deze driesprong:
Vraag 34: Werd volgens plaatselijke gegevens het ambachtshuis van de Vrije Schippers gebouwd
in een 4e decennium?
JA – NEEN
34. We komen nu op de Korenmarkt. Wandel verder RD richting de drie torens ‘Catalonie straat’.
35. Driesprong RD ‘Emile Braunplein’. Maar los eerst aan deze driesprong op het Metselaarshuis de laatste
vraag op. Dit is het prachtige pand waar bovenop de trapgevel zes dansers vrolijk met de wind meedraaien:
Je ziet hier het échte 16de-eeuwse Metselaarshuis.
Inderdaad het échte Metselaarshuis, want op de Graslei bevindt zich een
exacte kopie. Die werd voor de wereldtentoonstelling in 1913 naar de
oorspronkelijke plannen herbouwd. Men dacht toen dat deze originele
gevel verdwenen was.
Bij verbouwingswerken rond 1975 vond men echter -tot ieders verbazingde originele gevel terug achter een dikke laag pleister.
De verbouwingsplannen werden dan maar aangepast, en de gevel hersteld
in zijn oude glorie.
Wel werd er aan de kant van de Sint-Niklaasstraat een 'moderne'
toevoeging gedaan in glas - sommigen vinden dit een prachtig staaltje van
integratie van oud en nieuw in het stadsbeeld, anderen denken eerder in
termen van tangen en varkens... maar over smaak valt niet te twisten.
Het Metselaarsgilde wilde het gebouw meer uitstraling geven door er een
pronkgevel voor te zetten - ze waren immers metselaars en ze toonden dat
graag.
De bronzen beelden op de spitsen zijn van de Gentse volkszanger en
beeldhouwer Walter De Buck.
Vraag 35: Ik ben hier overduidelijk te zien op dit gebouw. Je fouten ‘gladstrijken’ kan ik niet, jou
‘constructief’ helpen daarentegen wel. Vervang in mijn naam één klinker door een
soortgenoot en je bekomt de naam van een prijzige exquise lekkernij. Wil je minder
pijn in jouw portemonnee voelen kies dan op het menu voor de chocolade versie.
Welke klinker moet vervangen worden door welke klinker?
M.A.:
a
–
e
–
i
–
o
–
u
–
y.
37. Viersprong RD en voorbij het belfort komen we terug op het Sint-Baafsplein’ tot bij het startlokaal.
Hier eindigt de zoektocht maar niet zonder eerst met een goed glas bier bij Stephanie
& Marijn in de Brasserie alles nog eens te overlopen.