Met spuiter Branco (36) op graffititour in Haarlem

Download Report

Transcript Met spuiter Branco (36) op graffititour in Haarlem

Vervolg van pagina 3
Met spuiter Branco (36) op graffititour
in Haarlem
SPOORWEGVIADUCT BIJ HET LANDJE
Over andermans werk heen spuiten is niet netjes.
Noem het beroepsetiquette in ‘het wereldje’. Branco:
“Een jaar of vijftien terug kwamen er echt problemen
als iemand over het werk van een andere spuiter
heen ging. Om diegene terug te pakken werden er dan
strepen over zijn pieces heen gezet. Dat komt tegenwoordig niet veel meer voor. De scene is heel mellow
geworden.” Branco spuit al sinds zijn negende. Als
jochie werden de gangbare regels hem door oudere
spuiters bijgebracht: “Welke dopjes je moet gebruiken om een heel dikke of juist dunne lijn te maken
en welke verf goed pakt. HEMA-verf werkt bijvoorbeeld
niet, die wordt veel te veel verdund. Ze leerden me
ook hoe ik gemakkelijk spuitbussen kon jatten bij de
Kwantum of de V&D.”
Branco is een gefingeerde naam
What’s in a name?
Way! SelOne! Cable! De slogans op de muren aan de Jan van Krimpenweg zijn bepaald geen loze kreten, maar de namen van de graffiti–
spuiters die ze hebben ‘geschreven’. Natuurlijk zijn dat niet hun echte
namen, maar hun artiestennamen, zegt graffitispuiter Branco (36). Zelf
noemt hij zich tegenwoordig Deos: “Ik ben met een andere naam begonnen, maar omdat ik een keer ontmaskerd ben, was die naam niet meer
safe. We proberen onze naam zo vaak mogelijk en op zoveel mogelijk
plekken achter te laten. Zo krijg je bekendheid. Spuiters als SelOne
zijn in het wereldje door heel het land bekend geworden.” Andermans
naam kopiëren is not done. Niet voor niets krijgt menig graffitikunstwerk de © van copyright van de maker mee. Afblijven dus. Dat deze
verslaggever de namen amper kan lezen, doet er niet toe. Branco: “Je
doet dit voor jezelf en voor andere graffitispuiters. Het is natuurlijk
wel beter als je een plek kiest waar zoveel mogelijk mensen het kunnen
zien, langs een spoorlijn bijvoorbeeld.”
TEKST EN FOTO’S: GWENDELYN LUIJK
Tags, throw-ups,
and pieces
Treintje verven
“Een treintje verven is het leukste wat er is. Het wordt
een soort reizend kunstwerk”, zegt Branco. De omgeving van skatebaan Het Landje is een verzamelplaats
van legale en illegale spuitplaatsen. Op de skatebaan
mag het. Bij het viaduct onder het spoor niet, maar
daar trekt niemand zich wat van aan. In de buurt is
een rangeerterrein voor treinen. “Treinen verven is
geweldig, maar ook lastig”, weet Branco uit ervaring.
“Om te beginnen sta je de hele tijd boven je hoofd te
werken. Dat komt omdat er geen perron is; daarom
is de onderkant van de trein op borsthoogte. Meestal
kom je niet boven de raampjes uit. Je moet ook op zoek
naar een plek waar de kans dat je betrapt wordt zo
klein mogelijk is. ‘s Nachts wordt het terrein bewaakt
door de spoorwegpolitie en dan staan er een hoop
lampen op. In het licht loop je meer risico, maar in
het donker moet je alles op gevoel doen. Een zaklamp
meenemen kan niet, want dan trek je de aandacht
weer.” Wat doe je als je ontdekt wordt? “Dan moet je
het op een rennen zetten. Niet cool. Je werk is niet af, je
bent je verf kwijt. Als je een jaar of vijftien bent hoort
dat misschien bij de kick, maar voor mij hoeft het niet
meer.” Branco is meer dan eens gepakt. De laatste keer
is alweer dertien jaar terug, maar hij is er nog steeds
verontwaardigd over. “Ik liet alleen maar ergens mijn
tag achter. Dat stelde niet veel voor, maar ik moest
een nacht op het bureau blijven en kreeg 1300 gulden
boete voor openbare geweldpleging!”
WAARDERPOLDER
De ene vorm van graffiti is de andere niet.
Op skatebaan Het Landje in het Garenkokerskwartier zijn alle soorten en maten te vinden.
Zo’n zwartgekalkte naam of andere kreet in
een enkel lijntje is een tag, meestal de handtekening van de spuiter, die snel is gemaakt.
Een throw-up staat voor dikke letters die ietwat worden ingekleurd. Branco: “Kost je een
minuutje of tien.” De echte kunstwerken zijn
de pieces, zegt hij: “Die kunnen soms muren
van tien meter of langer bedekken. Een muurtje verven, heet dat.” In een piece worden tekening en diepte gebruikt, achtergrondkleuren,
highlights (oplichtende gedeelten) en dubbele
outlining (buitenlijnen). Alleen al het op de
muur zetten duurt volgens Branco een uur of
drie, en dan zijn de schetsen vooraf nog niet
eens meegerekend. Maar een piece moet dan
ook ergens voor staan: “Je pieces bepalen wie
jij als spuiter bent. Die vormen je reputatie.”
STATION HAARLEM-SPAARNWOUDE
Vakmanschap
Crews
SKATEBAAN HET LANDJE
“Ze leerden me hoe
ik spuitbussen kon
jatten bij Kwantum”
Graffiti is een wereld op zich, met zijn eigen regels en subculturen.
“In sommige pieces staan letters als TFP en FMF”, wijst Branco
aan. “Dat betekent dat de maker bij een bepaalde crew hoort.”
Een crew is een groep spuiters die zich bij elkaar hebben aangesloten. TFP staat voor The Fantastic Partners, FMF zijn de Fabulous
Mother Fuckers. Branco: “TFP is één van de oudste en bekendste crews uit de New Yorkse metrobeweging, uit de tijd dat graffiti gloednieuw was. Jongens van de straat ontdekten dat ze met
spuitbussen en letters hun eigen kunst konden maken, dat ze hun
naam eindeloos konden uitvergroten en op elke straathoek achterlaten. Toen stond graffiti nog ergens voor: anarchie. Er waren
natuurlijk al helemaal geen legale spuitplekken, dus elke tag was
een statement. Tegenwoordig hoeft graffiti niets meer uit te dragen
en het hoeft ook niet meer per se illegaal, maar de crews bestaan
nog steeds. TFP heeft zich door heel de wereld verspreid, en er
zitten ook een aantal lokale crews in Haarlem.”
Graffiti-etiquette
Lijnrecht tegenover de illegale graffiti staat
de graffiti-op-bestelling. Bij station HaarlemSpaarnwoude maakten twee artiesten een aantal schilderingen op verzoek van de gemeente
Haarlem. Een trein verwijst naar het station, een
briefje van tien is een knipoog naar gelddrukker Johan Enschedé. De oude Drostefabriek werd
in verf vereeuwigd en ook het oude wapen van
Haarlem staat op de muur.
Branco bekijkt ieder metertje graffiti met het oog
van de meester. Elke vorm en lijn zegt hem iets
over het vakmanschap van de maker. Een werk
met enkel dikke lijnen is iets voor beginnelingen,
dikke balken doet hij af als old school. “Ik vind het
mooi als de lijnen strak gespoten zijn. De outlines
moeten voor mij heel dicht tegen het binnenwerk
aanliggen en overal even dik zijn. Iemand die
ook nog mooi kan wasemen, zodat de verf niet
overal even dik is, weet echt waar hij mee bezig
is. Maar bovenal moet een tekening gewoon
knallen. Een lekker contrast met de achtergrondkleur, highlights en veel lijnen in verschillende
kleuren. Graffiti hoort niet weg te smelten in het
landschap, het moet gezien worden.”