Dermatopathologie

Download Report

Transcript Dermatopathologie

358
NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR DERMATOLOGIE EN VENEREOLOGIE | VOLUME 26 | NUMMER 06 | juni 2016
Kennisquiz
Dermatopathologie
T. Middelburg1, A.M.R. Schrader2, P.K. Dikrama3, V. Noordhoek Hegt4
Dermatoloog, afdeling Dermatologie, Zorggroep
Twente, Hengelo.
2.
Aios, afdeling Pathologie, LUMC, Leiden.
3.
Dermatoloog, afdeling Dermatologie, Erasmus
Medisch Centrum, Rotterdam.
4. Patholoog, afdeling Pathologie, Erasmus Medisch
Centrum, Rotterdam.
1. Correspondentieadres:
P.K. Dikrama
E-mail: [email protected]
In de kennisquiz over dermatopathologie komen
veel voorkomende dermatosen en huidtumoren aan
bod. In de huidige reeks ligt de nadruk op aandoeningen die te maken hebben met huiddeposities.
Om het accent te leggen op de histologie worden
klinische gegevens niet vermeld. Iedere quizbespreking wordt afgesloten met een tabel ‘Van kliniek
naar histologie’ waarin de samenhang tussen kliniek en histopathologie wordt verklaard.
1. De afwijking is gelokaliseerd in de:
a. epidermis
b. adnexen
c. dermis
d. subcutis
3. Wat wordt aangegeven met de rode pijl?
a. bloedvat
b. lymfevat
c. verwijde zweetklier
d. vetcel
4. Wat wordt aangegeven binnen het zwarte kader
(zie ook vergrote inzet)?
a. gefragmenteerde elastinevezels
b. mucine
c. perivasculair infiltraat
d. granuloom
5. Wat wordt aangegeven binnen het groene kader?
a. erytrocyten
b. fibrine
c. amyloïd
d. kalk
e. exogeen pigment
6. De histopathologische bevindingen passen het
beste bij:
a. solaire elastose
b. calcinosis cutis
c. granulomateuze reactie op exogeen pigment
d. amyloïdose
e. ziekte van Schamberg
De antwoorden vindt u op pagina 376.
2. Van welke locatie is dit biopt meest
waarschijnlijk afkomstig?
a. behaarde hoofd
b. onderbeen
c. voetzool
d. slijmvlies